Vijf en tachtigste Jaargang. 1883. FEUILLETON. No. 4. WOENSDAG 10 JANUARI. DE SCHAT VAN DEN DUIVELSPOEL. Prijs der gewond Advertentiën: ©fBctccl (Bcbeeltc. fiuitcttïanb ALKMAARSC Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1, De 3 nummers 0 06. COURANT Van 15 regels /0,75; iedere regel meer f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON De PATENTEN, aangevraagd in Augustus, September en October 1882 door winkeliers es. alhier, benevens eenige pa tenten van kooplieden die elders wonen doch alhier bandelen, kunnen ter secretarie der ge -eenle worden afgehaald van 10 tot en met 23 Januari 1883, 's morgens van 9—2 uur. SOLLICITANTEN naar de betrekking van ONDERWIJ ZERES aan de Openbare School voor meisjes te Alkmaar aan welke inrichting benoemd is mej. J. H. Pruim, thans te Groningen, worden verzocht zich vóór 15 Januari 1883aan te melden bij het Gemeentebestuur. Bezit der acte voor de Fransche taal is vereischte. De jaarwedde bedraagt f 650, Lijst van brieven, waaran de geadresseerden onbekend zijn verzonden gedurende de le. helft der maand December 1882. Hendrikswed. te BrunsveldAmsterdamG. Snieder, Anna Paulowna; J. GijzeCallandsoog; I. Smit, Haarlem. Briefkaarten: Truitje Topfer, H. J. Baaker, Mevr. L. BartelsAmsterdam; J. Nierop, Haarlem. DUITSCHLAND. De Rijn en zijne bijrivieren zijn overal dalende. ENGELAND. In 1882 werden te Londen geboren 133201 kinderen: 82905 personen overleden. Een vierde der overledenen was nog geen jaar oud en een vijfde was ouder dan 50 jaren. 34114 Huwelijken werden vol trokken waarvan 2500 zonder kerkelijke plechtigheden. Van de 68288 gehuwde personen konden 2433 mannen en 3529 vrouwen niet schrijven en bij 1032 huwelijken noch man noch vrouw De minister van buitenlandsche zaken heeft in een aan de groote mogendheden gericht schrijven, waarmede de Porte vooraf in kennis was gesteld het egyptische vraagstuk behandeld. In das schrijven wordt meer stil gestaan bij het verhalen van gebeurde zaken dan bij de toekomst. Erkennende het gemeenschappelijk belang d mogendheden bij de rust en een goed beheer van Egyptezegt de minister, dat Engeland ten volle de verantwoordelijkheid aanvaardt, die aan dat rijk door de omstandigheden en zijn eigen belang is opgelegd. Het schrijven is volgens de Times echter alleen van ophelderenden niet van verdedigenden aard ook worden de mogendheden niet uitgenocdigd hare mee ning over eene regeling der egyptische zaken te doen kennen. Alleen zal het waarschijnlijk aanleiding geven tot eene vriendschappelijke gedachten wisseling het is evenwei zeer terughoudend wat betreft de toekomst en het laat aan de omstandigheden over, de verdere staatkunde van Engeland te bepalen. Diezelfde minister antwoordde den 2 aan zijnen ambt genoot in Frankrijk op zijn schrijven waarin het voorzitterschap der commissie voor de openbare schuld geweigerd en de hoop uitgedrukt was dat het engel- Bche ministerie nieuwe voorstellen zou indienen om aan de staatsbelangen voldoening te schenken dat Engeland geene nieuwe voorstellen betreffende Egypte zal doen doch dat dit geen invloed zal uitoefenen op de goede betrekkingen tusschen beide landen. De nieuwe minister Dilke heeft in eene rede tot zijne kiezersden 3 gehouden op nieuw gezegd dat eene van de eerste wetten, die de regeering in behan deling zal nemen zou wezen die om verkeerde han delingen bij de verkiezingen tegen te gaan. Daarbij zou tevens een einde gemaakt worden aan de groote kosten thans uit verkiezingen voor een lid van het lagerhuis voor de candidaten voortvloeiende. Ook zou stellig eene hervorming van het plaatselijk bestuur van Londen voorgesteld worden. De Koningin benoemde den hertog van Cambridge tot haren persoonlijken adjudant, als erkenning der diensten door hem in verband met den egyptischen oorlog bewezen. Gladstone's geneesleer heeft hem rust voorgeschreven, daar hij als gevolg van overmatigen arbeid ongesteld was. Het voorgenomen bezoek naar Midlothiandat hem afvaardigde is opgegeven. In den morgen van den 7 had op 20 mijlen afstand van Liverpool eene botsing plaats tusschen eene stoom boot van Nieuw-York en eene van Glasgow naar Liverpool op proeftocht. Eerstgenoemde boot zonk en 8 man der bemanning en 2 reizigers (italianen) kwamen in de golven om. Ikrland. De eigenaar van een iersch blad te Gal- way is tot 2 maanden dwangarbeid veroordeeld wegens het opnemen van artikelen die de strekking hadden om aan de landeigenaren vrees aan te jagen. De iersche volksleiier Davitt sprak den 3 te Bir- m ngham. Hij betoogde, dat hij en zijne aanhangers in Ierland hetzelfde deden wat de engelsehen aan alle andere volken aanraadden. In Bulgarije stonden zij zelfbestuur voor en waarom nu niet in Ierland FRANKRIJK. Onder de personen, die Gambetta's lijk den 4 in de groote zaal van het Palais-Bourbon bezochtenbehoorde Victor Hugo met zijne twee kleinkinderen. Bij de kist staande zeide hij tot hen: daar runt een groot burger. Onder de talrijke kransen en bloemen muntten vooral uit die van mevrouw Grévy, van mevrouw Brisson (president der Kamer) en van het personeel der République fran9aise. Uit den E'zas en Lotharingen waren ontelbare kransen. In eene bijeenkomst van verscheidene republikeinsche afgevaardigden behoorende tot verschillende partij- groepen, werd besloten, den Voorzitter der Kamer uit te noodigen, namens hen bij de begrafenis het woord te voeren en gezamenlijk deel te nemen aan het voor bijgaan van Gambetta's lijk in bet Palais-Bourbon. Omstreeks 300 afgevaardigden gaven aan dit laatste besluit dadelijk gevolg. In den vroegen morgen van den 6 werden de tot het garnizoen van Parijs behoorende troepen die Gambetta's begrafenis zouden vergezellen reeds opge steld. Alle regimentsvaandels waren met krip omfloersd. Te kwart over tienen werd door trompetgeschal, het bul deren van 21 kanonschoten en tromgeroffel aangekondigd, dat het lijk in een met 6 paarden bespannen wagen was geplaatstaan de 4 hoeken waarvan wierookvaten aangebracht waren. De kist was bedekt met zwart fluweel, waarover eene driekleurige draperie, rouwfloers en twee levende palmtakken met roode immortellen kransen uitgespreid waren. Overigens was alles onder bloemen bedolven. Nog drie groote wagens met kran sen gingen voor den lijkwasen die voorafgegaan werd door zes pikeurs te paard, in het zwart en wit gekleed, terwijl bovendien tal van kransen aan stokken gedragen werden. Zoodia de stoet in beweging wasspeelden de muziekkorpsen de Marseillaise. Daar de weg laDgs de groote boulevards nog door de nieuwjaarskraampjes versperd was, trok de stoet door de rue de Rivoli en de boulevard de Sóbastopol naar het kerkhof Père la Chaise. Duizenden en duizenden menschen waren langs den geheelen weg geschaard die eerbiedig het hoofd ontblootten wanneer de lijkkist hen voorbij ging. De lijkstoet zelf werd naar men berekent, door ongeveer 40000 personen gevolgd. Er heerschte eene volmaakte orde. Overal maakte de menigte bij het naderen van den stoet ruimte, opdat hij vrij zou kunnen doorgaan. Alleen werden hier en daar ter eere vau de Elzassers en Lotha- ringers en van de leerlingen der scholen in den stoet kre ten geuit. Toen het lijk op de lijkbaar was geplaatst bij het hek der begraafplaats nam Brisson, voorzitter der Kamer, het woord. Hij verklaarde te spreken uit naam van de republikeinsche meerderheid en wees in de eerste plaats op de hoffelijkheid der buitenlandsche gezanten die door hunne tegenwoordigheid het bewijs gaven dat de door hen vertegenwoordigde volkeren deel namen aan Frankrijk's smart. Frankrijk beweende een zoon die hartstochtelijk en onverdroten voor den roem van zijn land arbeidde. Het spreekgestoelte verkeerde in rouw. Vervolgens gaf hij een overzicht van Gambetta's gaven en van de voornaamste gebeurtenissen uit zijn kort doch veel bewogen leven. Daarna sprak minister Devès namens de regeering Peyratonder-voorzitter van den Senaaten Billot minister van oorlog namens het ieger. Voor deze vier redevoeringen had de regeering alleen de verantwoordelijkheid op zich willen nemen. Deze redevoeringen leverden niet veel belangrijks op. Vervolgens werd gesproken door CazntGambetta's medewerker in bet bestuur der nationale verdediging Martin voorzitter van den patriottenbond Chauff'ourd namens de elzassers en lotbaringersFalateuf namens de balie dr. Métevier, vertegenwoordiger van het ar rondissement dat Gambetta naar de Kamer had afge vaardigd, en Isambert, hoofdpersoon van de République franpaise. Nadat de redevoeringen geëindigd waren trokken alle personen die tot den stoet behoorden het lijk voorbij. Van iedere commissie scheidden zich de kransdragers af en gingen het kerkhof binnen 17) Met gespannen aandacht hadden Dick en Kate ge luisterd. Op Kornely's gelaat vertoonde zich echter geen spoor van nieuwsgierigheid of ongeduld. „Is dat alles?" vroeg zij, zoodra Winslow geëindigd haden als op hare beslissing wachtendtot haar opzag. „Alles", was het antwoord, „en bet is, dunkt mij genoeg, om tot ons doel te komen." „Dan behoeven wij geen tijd verliezen," antwoordde Kornely bedaard, en terwijl zij en Winslow, de laatste met zijn wegwijzer in de hand langzaam volgden en zich van de goede richting vergewisten maten Dick en Kate de beide lijnen uit. Tot aller bevreemding viel bet eindpunt samen met de eerste lijn die van den steen af was getrokken en was het nauwelijks vijf en twintig ellen oostwaarts van den steen verwijderd. „Wij zijn reeds te ver," merkte Winslow op, een angstig vragenden blik op Kornely werpende. Deze antwoordde niet dadelijkmaar beschouwde nadenkend de beide boomen die voor het laatste ge deelte van den weg de richting hadden aangegeven. Toen glimlachte zij nauwelijks merkbaar en zich tot Dick en Kate wendende, gelastte zij hen, hunne jonge armen naar hartelust te roeren. „Graaft maar," voegde zij er met hetzelfde geheim zinnige lacbje bij, „graaft en haalt uw eigendom voor den dag." En ijverig roerden de beide jonge lieden spade en bijl. Winslow bleef er bij staan. Kornely wandelde langzaam naar den eerst aangeduiden steen waarop zij zich nederzette. Zoo verliep een kwartier, zonder dat men iets an ders hoorde dan het krassen der gereedschappen. Winslow's spanning werd van minuut tot minuut groo- terook van de beide jonge lieden had zich eene ontroering meester gemaaktdie hunne armen scheen te stalen. De eene spade aarde na de andere vloog naar boven hooger werd de grond rondom de kuil die snel dieper en dieper werd. Dick stond er reeds tot over de heupen in maar nog altijd ontbraken gegevens dat hier ooit te voren de aara9 was uitgespit geweest. Winslow mat de diepte. Zij bedroeg reeds ruim vier voet. Bittere te leurstelling was er op zijn gelaat te lezen toen hij Kornely toeriep om nader te komen. „Bij het uitmeten kan onmogelijk eene vergissing hebben plaats gehad zeide hij toen Kornely gena derd was en bedaard in de kuil nederzag. „Onmogelijk was haar kalm antwoord. „En toch is het eene verkeerde plek zeide Wins low slechts met moeite zijne bedaardheid bewarende. „Dat heb ik laDg begrepen merkte Dick op, het zweet van zijn gelaat vegende „ik wilde er niet over spreken; maar hier loopt een zandlaag door de lijm, en die is niet verstoord geworden, zoolang de wereld staat." „Wat denkt gij er van vroeg Kornely, zich tot Winslow wendende. „Ik geloof, dat het raadzaam is, om den grond in een grooter kring om te spitten antwoordde deze „wie weet of de een of andere boom in den loop der tijden niet gebogen is en de lijnen daardoor veranderd zijn. In de naaste omgeving moet het in ieder geval liggen." „Ik zon aanraden om alle lijnen nog eens na te meten verkiaarde Dick en uit de kuil springende hielp hij er Kate eveneens uit. „Zeg eenshoe gij er over denktwendde zich Kornely nu tot Kate „spreek vrij uitkind zulk een jong ding heeft vaak wijzer gedachten dan ver grijsde lieden." „Ik moeder vroeg Kate op zorgeloozen toou „nu dan ik voor mij heb genoeg van het graven. Het zou eeD vreeselijke taak zijn om de geheele prairie rondom om te woelen als een molshoop. Voor geen twintig dollars deed ik het." Kornely bewoog glimlachend haar hoofd heen en weer. „Zulk een verstandig inzicht antwoordde zij vroo- lfik „zou men nauwelijks in het hoofd van zulk een jong ding gezocht hebben. Eéne poging zullen wij eebter nog doen blijkt ook die te vergeefs dan kunt gij doen en laten wat gij wiltik bemoei mij dan niet meer met de zaak. Ongetwijfeld zijn wij op een valsch spoor geleid en toen ik daar op den steen zat, kwam mij in de gedachtedat in de nabijheid dezer beide boomen eens een derde stond ik ben hier vaak genoeg geweest om het te weten die is echter reeds verscheidene jaren geleden omgevallen. Den stomp moet men echter nu nog kunnen zien en ik geloofdat in het papier de lijn werd bedoeld die de omgevallen boom met een der nog staande boomen vormde. Den paal daar hebben wij dan na tuurlijk ook te ver achteruit geplaatst." „Hadt gij dat dadelijk gezegd Kornely dan waren wij anders te werk gegaan antwoordde Winslow levendig. „Wie kon weten, welke van de lijnen dejuiste was," zeide Kornely. „De eene hebben wij nu onderzocht, en ons overtuigd dat het niet de goede is „Ik zal in het moeras waden en den vermolmden stomp trachten te vinden en er een paal bij slaan," viel Dick haar ijverig in de rede. „Dat is de wegjadat is de wegbevestigde Winslow opgewonden, „wij meten dan nog eens alle lijnen na en dat moet tot het doel leiden." Kornely zag Winslow nadenkend aan. Zij moest echter erkennen dat zijne opgewondenheid eene te natuurlijke oorzaak had dan dat die hem kon worden euvel geduiddubbel helder schitterden hare groote

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1883 | | pagina 1