No. 8.
Vijf en tachtigste Jaargang.
1883.
FEUILLETON.
8) Gelijk voor de wet.
V R IJ 1)AG
19 JANUARI.
Prijs der gewone Advertentiën
(JDfficicel ©ebcelte.
Buiteulattb
(Eene spaansche vertelling.)
Eene vreemdsoortige vechtpartij.
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door
het geheele Rijk f 1,
De 3 nummers 0.06.
Van 15 regels /0,75; iedere regel meer f 0,15.
Q-roote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HBRMs. COS-
TER ZOON
De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR maakt
bekenddat de landmeter van het kadaster den 1 Februari
e.k. een aanvang zal maken met bet opnemen der kadastrale
veranderingen dienstjaar. 1884.
Alkmaar, De Burgemeester voornoemd
17 Jan. 1883. A. MACLAINE PONT.
P O L 1 C I E.
Ter terugbekoming is aan het Commissariaat van Tolicie
het volcende gevondene voorhanden een rood kinderwantje
met grijze boord, een schaats, een portemonnaie met eenig'
geld. een commissie-kaas, een parapluie, een gouden tonnetje,
vermoedelijk van een horlogeeen gouden vingerring met
plaatje, een wagenbus, een gedeelte van een gouden ring, drie
polderwagens. Verder zijn aldaar inlichtingen te bekomen om
trent een zilveren knipbeursje met geld en een portemonnaie
met geld.
DUITSCHLAND. De Köln. Zeitung meldt dat
reeds meer dan 800 duitsche fabriekanten toegezegd
hebben inzendingen te zullen doen naar ae tentoon-
stelling'te Amsterdam, en beklaagt zich in een uitvoe
rig artikel over de weinige medewerking der regeering,
om aan de duitsche afdeeling een waardig voorkomen
te verzekeren. Het blad wijst daarbij op het feit, dat
men van den Bey van Tunis boortdat hij geld toestaat
voor de deelneming van zijn land aan die tentoonstel
ling, terwijl men van de duitsche regeering niet eens
verneemtwat zij denkt te zullen doen.
Het pruisiscbe Huis van afgevaardigden verleende
zijne goedkeuring aan het voorstel om 1,800,000
toe te staan voor de noodlijdende streken die door
de overstroommgen van den Rijn veel geleden hebben.
Bene commissie uit den Rijksdag betuigde den Kei
zer dank voor de verleende hulp aan de noodlijdenden
door de overstroomingea.
R ii k s d a g. De regeering beeft voorgesteld een
paleis te Straatsburg te bouwen. Het zal alleen ge
bruikt worden ten dienste van leden der keizerlijke
familie met gevolg 88 el lang en 48 el breed zijn en
f 900,000 kosten zonder en 1,500,000 met den
grond.
Den 16 kwamen inde met Oostenrijk, Nederland en
Belgie gesloten verdragen betredende het wederkeerig
toelaten van geneeskundigen in de grensdistricten.
Elza.s Lotharingen. De stadhouder gaf een feest
maal ter eere van de Landscommissie en hield daarbij
eene rede waarin hij deed uitkomen dat Frankrijk
Elzas-Lotharingen aan Duitschland teruggaf bij een
volkenrechtelijk verdrag. Waar bet welzijn vaü het
geboorteland op het spel stond moest het plichtsge
voel jegens dat land andere gevoelens tot zwijgen bren
gen. De voorspoed van Elzas-Lotharingen hing af van
het verkrijgen der volledige grondwettige rechten. Hij
deed daarom nogmaals een beroep op de vaderlands
liefde zijner gastende gekozen vertegenwoordigers
van het Rijksland en verzocht hun hem in zijn stre
ven te ondersteunen. Maar of men hem steunde ot
niet zijne staatkunde zou onveranderlijk zijn zoolang
bij stadhouder bleefzlj zou zijn eene van verzoening
en van ontzien van het gevoel der bevolking.
FRANKRIJK. Van de 20560 kiezers kwamen den 14
te Lyon slechts 11905 op. Gekozen werd bij herstemming
tot lid der Kamer de socialist Brialou met 4969 stemmen.
Een ander weinig minder tot die uiterste partij be-
hoorend candidaat verkreeg 3799 en de candidaat der
legitimisten 2957 stemmen.
°Het aan de leden der Kamer den 15 medegedeelde
geele boek inhoudende de over het egyptische vraag
stuk gewisselde stukken bevat geen nieuws. De in
de Kamer afgelegde verklaring stemt met den inhoud
van dat boek volkomen overeen.
Den 15 deelde de voorzitter der rechtbank te Lyon
mede dat hij naar aanleiding van het anarchisten-
proces 19 dreigbrieven ontvangen had waaronder uit
Duitschland Zwitserland en Rusland. Prins Krapot-
kine verdedigde zich dien dag zelf. Hij trachtte aan
te toonen dat de wet op de internationale niet toe
passelijk is omdat de internationale niet bestaat. Hij
voorspelde ten slottedat binnen 10 jaren eene maat
schappelijke omwenteling zou plaats hebben en bezwoer
de maatschappij, baar te voorkomen, door dit vraagstuk
behoorlijk te onderzoeken doch niet door de anarchis
ten te vervolgen. Den 16 werden de pleidooien ge
houden. De meeste beschuldigden veidedigden zich
zelven en verklaarden te blijven doen hetgeen zij ge
daan hadden zoo zij op vrije voeten kwamen.
De Senaat ontving de verklaring der regeering be
tredende Egypte, die eensluidend was aan die in de
Kamer afgelegd zeer koel.
Pens Napoleon van wien men in den laatsten tijd
nooit iets hoorde schijnt zijn kans schuou te hebben
geacht om weder een rol te spelen, uu Gambetta van
bet staatstooneel verdwOtn. Hij maakte aith sns een
uitvoerig st.uk aan zijne landgenooten door aauplakking
op de muren van Parijs bekend. In dat stuk werd
gezegd, dat Frankrijk kwijnde. De groote meerderheid
van het volk was teleurgesteld. Het uitvoerend bewind
was machteloos en de volksvertegenwoordiging wist niet,
wat zij wilde. Zij is tot in liet oneindige verd *eld en
de eene ministeriëele crisis volgt op de andere. Het
kwaad ligt in de grondwet, welke liet land overgeeft aan
de luimen der senaatsleden en afgevaardigden. Het
leger is aan onbevoegde lieden overgeleverd de amb
tenaren zijn de slaven der kleingeestigste kiesbelangeu
de rechterlijke macht wordt in hare onafhankelijkheid
bedreigd de geldmiddelen verkeeren in ontredderden
staat; de belastingen zijn drukkend en slecht verdeeld;
het is gemakkelijker te leenen dan te hervormen
de uitgaven worden noodeloos opgedreven en de vlottende
schuld heeft zulk eene hoogte bereiktdat bij den
eersten schok Frankrijk» crediet ernstig zou worden
bedreigd. De godsdienst staat weerloos bloot aan een
verdelgingskrijg van ongeloof, ofschoon elke beschaafde
maatschappij groot belang bij haar heeft en zij gemak
kelijk zou kunnen gewaarborgd worden door eerlijke
toepassing van het Concordaatdat Frankrijk alleen
den godsdienstvrede geven kan. Men verwaardigt zich
niet eens de dringende maatschappelijke vraagstukken
teonderzoeken. De handel lijdt onder het opgeven der
verdragen van 1S60. De buitenlandsche staatkunde
kenmerkt zich door kwade trouw tegenover zwakkeren,
dient de speculatie in Tun.s, en is laf en onverstandig
in Egypte. Frankrijk, eens zoo groot, heeft buitens
lands zijne vrienden en zijn aanzien verloren. Het kan
zijue stelling tegenover dat binnenland herwinnen door
zich zelf op te beuren binnenslands Doch dit ban
eerst geschieden wanneer het volk gesproken heeft.
Ten slotte eindigt het aldusals erfgenaam van
Napoleon 1 en Napoleon III ben ik de eeuigeop
wiens naam 7,300,000 stemmen zich vereenigden. Sedert
den dood van den zoon des Keizers heb ik over de
staatkunde in het algemeen gezwegen. Ik wilde den
lo p der proefneming niet storen; met droefheid heb
ik gewacht tot de gebeurtenissen mij het woord zouden
geven. Mijn zwijgen was slechts de vaderlandslievende
uitdrukking van mijnen eerbied voor de belangen van
mij a land. Mijn gedrag mijne meeningen mijne ge
voelens zijn stelselmatig belasterd geworden. Die laste
ringen lieten mij koud. Ik had slechts mijn verach
ting als antwoord over voor hen die zelfs den zoon
tegen den vader wilden opzetten. Verfoeielijke en
nuttelooze pogingen. Ik heb aan jeugdige gemoede
ren welke deze inblazingen met verontwaardiging
vervulden het zwijgen moeten opleggen. Mijne zonen
zijn nog vreemd aan de staatkunde. De orde der natuur
wijst hen na mij aan en zij zullen aan de ware over
levering der Napoleons getrouw bljjveu. Men heeft
gesproken van afstand doen dit zal niet gebeuren.
Wanneer men meer plichten dan rechten heeltis
afstand doen gelijk aan wegloopen. De Napoleons ver
dedigen het onmiddelijk oppergezag d.s volks. Deze
leer is verzaakt geworden door tal van republikeinen
alleen uit vrees voor de besluiten des volks. Wat een
volksstemming heeft ingesteldkan alleen door eene
volgende volksstemmiug vervaugen worden. Ik verte
genwoordig niet eene partij maar eene zaak en een
beginsel. Deze zaak is die van a'len veel meer dan
de mijne alleen. Dat beginsel is het recht van het
volk, om zich een Hoofd te kiezen. Dat recht te ont
kennen is een aanslag plegen op de volkssouvereiniteit.
De regeering zinktmaar eene groote democratie als
de onze kan zich niet lang onttrekken aan de noodza
kelijkheid, het gezag in te stellen. Het volk heeft dat
bewustzijn in zich. Het heeft zulks bewezen in de acht
volksstemmingen van 1800, 1802, 1804, 1815, 1848,
1851 1852 en 1870.
II.
Het onweder was een weinig bedaard evenwel
schudde de afnemende wind nog steeds vrij heftig de
toppen der hooge dennen die de Casa omringden
en de maan brak, na vele vergeefsche pogingen, slechts
voor eene korte poosdoor het zware wolkgevaarte.
Eerst tegen middernacht ging de wind geheel liggen.
Alleen Adèle was nog wakker. Buiten onder de
dennen stond zij in gezelschap van eenen man wiens
donkerbruin gelaat er toornig uitzag en in wiens oogen
het wilde vuurvan ontembarejalousie duidelijk te lezen was.
Adèle was een aanvalligmaar hartstochtelijk kind,
en ondanks haren veertienjarigen leeftijd reeds ten
volle ontwikkeld.
„Wie heeft u verlof gegeven mij heden avond te
roepen, en uw gelaat voor het venster te vertoonen
vroeg Adèle op geraakten toon.
„Ik wil weten," was het vrij onvriendelijke antwoord
van den ander, „wie de man is, die het wagen durfde,
u heden avond de kin te streelen Antwoord Adèle
antwoord
„Adèle's kin mag door iedereen worden gestreeld
wien zij het verguntantwoordde het meisje op trot-
sehen toon.
„Niemand mag dat doen, niemand! verstaat gij.
Bij het heilige kruisniemand behalve ik
„Bah smaalde het meisje verachtelijk den lip op
trekkende 'i wie ter wereld heeft u daartoe het
recht gegeven Antonio Hermandez
„Caramba meisjemaak mij niet waanzinnig. Wie
mij uw verloofde, het recht verleend heeft, vraagt ge,
om u de kin te streelen f"
„Uwe verloofde, ik? Adèle Zerburo de verloofde
van Antonio Hermandez? Kom, gij droomt, mijn
waarde! Al belette ik u niet om mij het hof te maken,
naar landsgebruik moet gij u niet inbeelden dat gij
mij reeds gewonnen hebt Ga naar huis Antonio, ga
naar huis
„Adèle schreeuwde de jongeling, bijna buiten zich
zelven van woede na deze spottende woorden, „oogen-
blikkelijk wil ik uit uwen mond vernemen, dat uw
hart, uwe liefde aan Antonia Hermandez behoort, dat
gij mijne verloofde zijtdat gij mijne vrouw wilt wor
den of
„Ha, ha, gij wilt mij dwingen, Adèle Zerburo dwin
gen Al hebt gij u in de gunst mijner ouders weten
te dringen de mijne wint gij nooittrotsche knaap 1
Ga liever naar huis, Antonio, kom, ga naar huis,"'
lachte het meisje nog beleedigender dan te voren en
wilde beengaan.
Jalousie en liefde deden Antonio zijne bezinning ver
liezen. Zonder recht te weten wat hij deed, greep hij
Adèle ruw bij den arm.
„Razende! waagt gij het nog mij aan te raken?"
gilde bet meisjeen in hare hand flikkerde in het
licht der maan wier mat licht juist weer even door
de wolken brak, en, door de dichte kronen der dennen
heen, slechts flauw de plaats verlichtte, waar het paar
stond, een kleine dolk, die zij snel terugspringend,
om zich van Antonio los te rukken, uit een der zware
vlechteu van haar prachtig hoofdhaar had te voorschijn
gehaald.
„Wolvenkind, dat gij zijt! Kom nader, indien gij
nog moed hebtMeent gij dat ik voor een Antonio
bang bendie zich verstout eene vrije kastiliaansche
vrouw te willen dwingen
„Slangsiste Antonio knarsetandend en ook in
zijne hand bliksemde thans in het maanlicht de navaja,
het korte spaansche mes, dat hij uit zijnen gordel had
gerukten half krankziunig van jalousie eu woede
vloog hij op het meisje toe, dat hem, zonder 't minste
teeken van angstafwachtte.
Maar op 't zelfde oogeublik waarop Antonio den
sprong naar zijne tegenpartij wilde doen sprong een
jonge man van achter een zware den te voorschijn
waarachter hij zich tot heden verborgen scheen te hebben
gehouden, en waar hij onopgemerkt getuige was geweest
van het verachtelijk gedrag van Antonio, op den razen-
den jongeling toe omklemde Antonio's lijf en armen
als in een schroef, en hield aldus den bijna van schrik
verstijvenden Antonio eenige oogenblikken met reuzen
kracht omklemd.
„Juanito!" mompelde Adèle, verlicht ademende, en
met een paar vlugge sprongen verdween zij in de Casa.
Onmiddelijk daarna lieten de armen die Antonio zoo
forsch omvat hielden plotseling los en in een omme
zien was hij, aan wien zij behoorden, verdwenen tusschen
de rotsen die de kleine kloof, waarin Sancho's huis
lag, aan alle zijden omringden.
„Corpus Christi Wat was dat?" riep Antonio woe
dend, die den man, die hem zoo bijtijds had vastgehouden,
niet herkend had doch spoedig kwam hij tot bezinning.
„God ik dank u dat gij mijne wandaad hebt ver
hinderd riep hij uitterwijl hij zich krachtig voor
het voorhoofd sloeg. „Maar er moet een einde komen
aan die altijd durende folteringmorgen ga ik met
Don Sancho spreken."
„Voor het kleine Mariabeeld in haar slaapkamertje
lag Adèle nog lang geknield, en weende heete tranen,
totdat zij, in die houding, allengs door slaap overmand,
de oogen sloot, en herhaalde malen in den droom nog
den naam „Juanito" noemde.
En door het kleine tralievenster, dat naast de slaap
ster slechts een paar voet boven de vloer der kamer
zich verhief, schoof op dit oogenblik eone bruine hand
eene bloeiende roos naar binnen die toevallig terecht
kwam op de gevouwen handen van het slapende meisje.
Wordt vervolgd.