No. 13.
Vijf en tachtigste Jaargang.
1883,
WOENSDAG
3! J A N U A KI.
FEUILLETON.
8) Gelijk voor de wet.
Prijs der gewone Advertentiën
Ramp te Huiden.
#Öictccl Cöcbecltc.
Vrijdag, 2 Februari 1883, de Kaasmarkt
en de Graanmarkt weder aanvangen.
Bnitcttlanb.
(Eeue spaansche vertelling.)
VI.
Do moord.
M.MiuiiMiir: 1:01 iuvr.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door
het geheeie Rijk f 1,
De 3 nummers O 06.
Van 1—5 regels 0,75; iedere regel meer f 0,15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON
Ontvangen bij de Uitgevers dezer Courantvan Z. f 2,~
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK
MAAR brengen ter kennis van belanghebbenden dat
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MA CL AI NE PONT.
30 Jan. 1883. De Secretaris
NU HOUT VAN DER VEEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algemeene kennis, dat heden op de gemeente-secre
tarie ter visie is geiegd het aan Z. M. den Koning ingediende
verzoekmet de bijlagen, van den Raad van Administratie der
Bollandsche IJzeren Spoorweg-maatschappij, om vergunning tot
het plaatsen van een stoomketel op bet terrein van het station
Alkmaar en wel in het zich aldaar bevindende gecombineerde
locomotiefremise en waterreservoir gebouw en dat op Dinsdag
13 Februari 1883, 's middags twaalf uren, ten raadhuize gele
genheid wordt gegeven om tegen het plaatsen van dien stoom
ketel bezwaren ^in te dienen.
Burgemeester en Wethouders vooornemd
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
30 Jan. 1883. De Secretaris,
NUHOUT VAN DER VEEN.
De ingeschrevenen voor de NATIONALE MILITIE te
ALKMAAR in 1882, die vermeenen wegens eenigen zoon
of broederdienst recht op vrijstelling te hebbenworden ver
zocht ter gemeente secretarie de noodige opgaven te doen tot
het in orde brengen der daartoe vereischte stukken.
Onderstaande personen worden verzocht zich ter gemeente
secretarie aan te melden:
Adriana Elisabeth Jansen, laatste woonplaats Wormerveeri
Johannes Molenaar1. w. 's Gravenhage.
BELGIE. Den 22 kwam de Kamer weder bijeen
in de eerste plaats behandelende het wetsontwerp
op het gebruik der vlaamsche taal bij het middel
baar onderwijs. Daarbij bleek dat de regeering en
de drie leden die vroeger amendementen hadden inge
diend het eens geworden waren over eene nieuwe
lezing, bepalende, dat in de vlaamsche provinciën de
cursussen der voorbereidende klassen van de middelbare
staats-scholen in het Vlaamsch en in het Eransch ge
geven zouden worden Het onderwijs in de fransche
taal werd daarbij zoodanig geregeld, dat de leerlingen
in staat gesteld worden oin later de in het fransen
gegeven lessen met vrucht te kunnen volgen. Twee leden
der rechterzijde stelden voor, te bepalen, dat het onderwijs
in bet fransch eerst met bet 3e studiejaar zou begin
nen over welk voorstel eene langdurigesoms vrij
scherpe beraadslaging werd gevoerd. Ten slotte werd
op voorstel van den minister-president met 58 tegen
43 stemmen tot de behandeling -van het ontwerp over
gegaan dat daarna met 94 tegen 2 stemmen werd
goedgekeurd.
Den 24 werd in behandeling genomen het rapport
der commissie voor de niiverheidszakeu aandringende
op afschaffing der invoerrechten op katoenen garens.
Die afschaffing werd zoowel verdedigd als bestreden.
Een der voorstanders van de afschaffing voerde aan, dat
de weverijen vooral de mededinging van Nederland, waar
de handel vrij washadden te wachten. Moesten zij
beschermd worden, dan verdienden zij die bescherming
meer dan de spinnerijen. Als overgangsmaatregel zou
men ook van jaar tot jaar de rechten met '/i kunnen
verlagen. Met cijfers toonde die spreker verder aan
welke weldadige gevolgen de vrijheid in Nederland voor
de katoennijverheid sedert 1830 had gehad, tegenover
de belemmerende werking der bescherming in Belgie.
Den 25 voerden nog verscheidene sprekers voor en
tegen het woord en ten slotte de minister van finan
ciën verklarendedat de regeering hoopte in den
loop der zitting een ontwerp te kunnen indienen ter
regeling van de vraagstukken door de verschillende
verzoekschriften aan de orde gekomen. Als voorstan
der van handelsvrijheid zou hg zich beijveren aan alle
belangen recht te doen weervaren en daartoe de mede
werking der belanghebbenden zeiven te zullen inroepen.
Alleen moest niet vergeten worden, dat op andere
wijze voorzien zou moeien worden in het tekort, dat
door de afschaffing dier rechten in de schatkist zal
ontstaan. De stukken werden daarop met algemeene
stemmen in handen der regeering gesteld.
Thans is de begrooting van oorlog aan de orde.
DUITSCHLAND. De hoofdinhoud van den door
den Keizer aan den Paus den 22 December geschreven
brief komt volgens de Nordd. Zeitung hierop neder.
De Keizer dankt den paus voor zijn brief vau 3 Dec.
en hooptdat 's Pausen tevredenheid over het herstel
van het duitsche gezantschap bij d*n Heiligen Stoel een
nieuwe aanleiding moge zijn om de tegemoetkoming
der duitsche regeeringwaardoor het "bezetten der
meeste bisschopszetels mogelijk is geworden, met een
hiermede overeenstemmende toenadering te beant
woorden. Zulk eeue toenadering op het gebied der
aangilte van het benoemen van geestelijken ligt nog
meer in het belang der Kerk dan in dat van den
Staatomdat zij het vervullen van opene plaatsen bij
kerkelijke ambien gemakkelijk kan maken. Toont de
geestelijkheid de in dit opzicht gewensehte medewer-
kingdan zou de Keizer tot de overtuiging komen
dat wederzijds de bereidwilligheid tot toenadering bestaat
en ter bevordering van deze de hand kunnen leenen.
Met dit doel zou hij zulke wetten, welke gedurende
den strijd tusschen Kerk en Staat ter bescherming
van de rechten van den Staat noodig waren, zonder
tot handhaving van de vreedzame betrekkingen duur
zaam vereischt te worden, nog eens aan de overwegin"
van den Landdag kunnen onderwerpen.
Prins Karei van Pruisen laat ruim f 16,200,000 na.
Prins Frederik Karei krijgt daarvan ruim f 7,200.000
en ieder der beide dochters van den prins ƒ3,600,000.
De overledene die grootmeester der Johanniter orde*
was vermaakte f 600,000 tot oprichting van een her
stellingsoord te Lichterteldef 600,000 voor andere
liefdadige instellingen en f 600,000 aan legaten.
De kroonprins van Pruisen ontving bij gelegenheid
van zijn zilveren bruiloft ruim 2000 brieven en tele
grammen. Het zilveren echtpaar had den wensen uit
gesproken, in plaats van kostbare geschenken het daar
voor bestemde geld te mogen ontvangen om dat voor
liefdadige instellingen te gebruiken. De aldus ontvan
gen som bedraagt reeds f 900,(LO.
Bij den rijksdag is een door 100 afgevaardigden on
derteekend voorstel ingediend om eene commTssie van
onderzoek te benoemen naar den toestand van den
Rijn en zijne zijrivieren met het oog op het gevaar
voor overstroomingen. Het centrum ondersteunt het
niet, op grond dat de staat onbevoegd is hiertoe mede
te werken. Dit behoort naar zijne meening tot de
taak der verschillende staten, waartoe die "rivieren
bebooren.
ENGELAND. Bradlaugh wil bij de opening van het
Lagerhuis den 5 Februari weder beproeven zijn zetel
in te nemen zoo noodig met geweld. Dien dag zal
te Londen een groote vergadering door zijne aanhan
gers gehouden worden.
Ierland. De door Healy uitgesproken
redevoeringen worden na zijne veroordeelinj bij dui
zenden verkocht en gelezen. Als een staaltje van
's mans denkbeelden zij vermeld dat bij de iersche
regeering eene regeling tegen den wil des volks, eene ver
zameling van even zoovele struik- als zeeroovers noemt.
Den 27 werd des middags te 12 uren voortgezet het
getuigenverhoor in zake het geding tegen de 20 perso
nen beschuldigd van samenzweering om de ambtenaren
der regeering te vermoorden. Een getuige verklaarde
twee der beschuldigden te herkennen als deelnemers
aan den moo-daanslag op het jurylid Field.
In een stikdonkeren nacht stond voor een huis in
de straat Del Caridad een man die zijD gelaatdeels
door den breedgeranden hoed deels door den hoog
opgetrokken kraag van den wijden mantel, onkenbaar
had gemaakt.
Hij hief de oogen op naar het eenige venster van het
aanzienlijke huisdat nog verlicht wasen gaf een
teeken op eeD schel klinkend fluitje. Onmiadelijk daarop
werd bet licht uitgebluscht.
„Wat moet dat beteekenen P" mompelde de man. „In
plaats van dadelijk met licht naar beDeden te komen
en mij de deur te openenblaast men het licht uit.
Dat begrijp ik niet."
En ongeduldig blies bij nogmaals op het fluitje.
^aar geen geluid geene beweging in het huis ver
ried meer de aanwezigheid van een menschelijk wezen.
„Caramba 1" vloekte de man waar zit die duivelsche
oude?"
En toornig klopte hij zoo geweldig met het gevest
van den langen stootdegen dien hij onder zijnen man
tel droegop de deur met liet tralievenstertj idat
het door het gebeele kwartier der stad wel gehoord
moest kunnen worden.
Doch alles te vergeefs, noch in het huis, noch in
den keurig aangelegden tuin die aan drie zijden het
huis omringde, deed zich eenig geluid hooren.
„Bij alle heiligen," riep thans de man op luiden
toon „is die oude heks dan doof geworden En
Don Javme ook Bah die versleten suffert zal wel
weer zoo in zijne studiën verdiept zijn, dat't hem koud
zou laten, indieu de geheeie wereld 't onderst boven
keerdemits 't maar mogelijk ware, dat zijn studeer
kamer, zijn astrolabium zijne perkamenten en teeke-
ningeu behouden bleven. De duivel bale die oude ge
raamten Ik wil Don Jayme heden nacht nog spreken 1
Hij zal thans ziju woord gestand doen, dat bij mij reeds
zoo menigwerf gegeven heeft, om mij uit den loop en
stand der Bterren te verklarenof het waarheid is
dat Juana Ternandez eene valsche vrouw is, zooals
men mij tracht diets te maken of zij werkelijk met
hare verzekeringen van liefde en trouw mij tracht in
slaap te wiegen, om mijnen argwaan weg te nemen
e mij dan des te zekerder te kunnen verraden aan
mijnen broeder Trestamare den meineedigen rebel!"
En wederom sloeg hij met hevigheid op de zware
deur, en luisterde toen in gespannen aandacht.
Maar nog bleef ales stil.
„Caramba Ik breek de deur open 1" mompelde de
mam woedenden schudde door middel van den zwaren
ring geweldig aan de deur.
„HaltSennor Wat voert gij daar uit? Is dit huis
het uwe?" vroeg op eens eene diepe mannenstem achter
den vreemdeling en legde zijne hand op diens schouder.
Deze liet de deurring los keerde zich snel om en
rukte zich met eene ruwe beweging los.
„Wat wilt gijvlegel Ga uwen weg riep hij
toornig.
De andere, die aan den stof van den mantel, dien
zijne hand had aangeraakt, den edelman spoedig er
kend had, antwoordde beleefd, maar met nadruk: „Ik
ben op mijnen eigen weg Sennor, gij schijnt echter'op
den verkeerden te zijn. Ik verzoek u daarom heen te
gaan. Het is verboden des nachts op straat rumoer
te maken en bij vreedzame bewoners zonder noodzaak
aan te kloppen. Dat men u bier niet wil bmnenlaten,
moest gij dunkt mijreeds lang begrepen hebben."
„Indien 't waar is wat gij zegt, knaap, ga dan ver
der, want gij zijt mij bier in den weg
„Sennor Cabellero hernam' de ander met ernstige
bedaardheid, „ik ben Antonio Hermandez, kommandant
van de lijfwacht in deze wijk, en ik zou u kunnen
bevelen heen te gaan. Maar, dewijl gij een edelman
zijtzoo verzoek ik n er ommaar ook voor de laatste
maal."
„En ik zeg u Antonio Hermandezvoor de laatste
maal„Knaap ga uws weegs
ij Gij dwingt mij Sennor Cabellero geweld te ge
bruiken indien gij niet aan mijn vriendelijk verzoek
voldoet.
„Geweld Tegen mij
„Tegen iedereen Sennor Cabellerodie gehoorzaam
heid weigert aan de wet."
„Ellendige knecht Loop naar den duivel J" zeide
de man op veracbtelijken toon en op nieuw begon hij
met de vuisten op de deur te beuken.
In plaats van verder iets te antwoorden op deze
lage beschimping, pakte Antonio den vreemdeling bij
den kraag met het doel hem met zich te voeren.
„Caramba!" schreeuwde deze, „hond, dien gij zijt
Gij waagt het ten tweeden male mij aan te raken mij
uwenJ'
Hij voleindde den zin nietmet een heftigen ruk zich
los makend en terug springend, trok hij zijnen langen
stootdegen uit de scheede en vloog op den braven lijf
wacht af.
Maar ook deze had zijn zwaard getrokken en met
de woorden „Over uw hoofd kome het bloed, dat ver
goten wordt, Sennor!" sloeg bij op zijnen tegenstander in*
Ofschoon Antonio jong en sterk was en niet onbe
dreven in de vechtkunst bleek hij toch niet opgewas
sen te zijn tegen de buitengewone behendigheid en
vlugheid zijner tegenpartij. Door eenen woedenden
degenstoot getroffen zonk hij met eenen diepen zucht
neder.
De edelman wachtte een oogenblik, of Antonio ook
weer zou opstaaD.
Daar dit echter oiet geschiedde en na eenige minu-
ten ook de diepe en zware ademhaling niet meer ge
hoord werdboog hij zich over den gewonde heen
scheurde zijn wambuis los en legde de hand op zijn
hart.
„Dood! Bij God, dat spijt mij! mompelde hij. Hii
vocht niet slecht."
„Toen veegde hij zijnen met bloed bevlekten degen
af aan de kleederen van den doode, maakte h«t teeken
des kruises over het lijk en verwijderde zieh met haas
tige schreden.
Wordt vervolgd.