Prins Napoleon is te Parijs teruggekeerd en heeft
daar de justitie verklaard had in zijn manifest niets
onwettigs te vinden een groot aantal afdrukken laten
maken met het opschrift „Beroep op het volk", die op
de boulevards uitgegeven werden.
De gemeenteraad van Parijs heeft den 16 met 35
tegen 1 stem terwijl de rechterzijde zich onthield, op
voorstel van den Géoffrin den wensch geuitdat aan
de veroordeelde anarchisten van Kiom en Lyon am
nestie worde verleend.
De heer Lepelletier, directeur van het Crédit de
France het Credit de Paris, van de Banque Eomaine
en andere financiëele instellingen is den 15 te Parijs
in hechtenis genomen.
Den 18 heeft de President Grévy bet ontslag van
het kabinet definitief aangenomen. Tot 2 malen had
hij een onderhoud met den heer Ferry en aan dezen
droeg hij het vormen van een nieuw ministerie op.
De groep der Eepublikeinsche Unie heeft eene reso
lutie aangenomen, waarbij verklaard wordt, dat zij haar
vertrouwen zal schenken aan een kabinet, dat optreedt
met het vaste besluit om krachtig gebruik te maken
van de wapenen welke de bestaande wetgeving ver
schaft tegen de pretendenten.
De minister van oorlog heeft ten strengste verboden
vreemde werklieden in de arsenalen te gebruiken en
tevens gelast om vreemdelingen die {er aanwezig
mochten zijn onmiddelijk te ontslaan.
De heer de Brazza is tot den rang van luitenant ter
zee benoemd en ve-trekt den 20 naar den Congo.
De echtgenoot van Sarah Bernhardt, de griek Damala,
die bij het vreemdenlegioen dienst wilde nemen is af
gekeurd wegens eene aandoening der dij. Zijne vrouw
had hem voor 25,000 francs uit de tooneeldienst losge
kocht.
De Fransche Academie heeft den eersten prijs van
4000 !r. in den naar Lamartine genoemden wedstrijd dit
jaar toegekend aan den bekenden dichter Aicard
De Boucbetnabij Corbeilis een kruitmolen in de
lucht gevlogen waarbij 6 personen gedood en 2 ge
wond zijn.
Senaat. De minister van justitie diende den 16
de pretendentenwet in. Op de vraag van den beer
Say om onmiddelijke behandelingwerd de urgen
tie aangenomen. De vorige commissie vereenigde zich
terstond en de zitting werdin afwachting van haar
rapport, geschorst. Na de hervatting handhaafde
de commissie haro vroegere conclusiemet afwijzing
van het voorstel der Kamer van Afgevaardigden dat
haar voorkwam aan de regeering eene willekeurige
macht te verleenen om over de vrijheid van een zeker
aantal burgers te beschikken. Het verzoek der com
missie, om het ontwerp onmiddelijk te behandelen
werd met 138 tegen 130 stemmen verworpen. Den 17
ondersteunde de heer Challemel-Lacour het voorstel
Barbey, dat den prinsen alle mogelijke waarborgen gaf,
aangezien de regeering voor eiken verbanningsmaatre
gel jegens de Kamers verantwoording schuldig was; en
verzocht hij den Senaat wel in overweging te willen nemen,
welke gevolgen de verwerping zou hebben en hoe nood
zakelijk het was eene botsing met de Kamer te ver
mijden. De heer Allou meende integendeel, dat eene
goedkeuring van het voorstel-Barbey geene daad van
inschikkelijkheid maar van zwakheid en onmacht was,
en de deur zou openen voor eene reeks conflicten en
crisissen. De heeren Say en Waddington verklaarden
genoemd voorstel te verwerpen omdat zij niet wilden,
dat men aan de Eepubliek de willekeurige maatregelen
van het Keizerrijk kon verwijten. De minister van
justitie bestreed nadrukkelijk de beweringen van den
heer Say en verzocht het ontwerp, als eene verklaring
van het recht der regeering om gevaarlijke perso
nen te verwijderen, goed te keuren. De algemeene be
raadslagingen werden gesloten en met 140 tegen 139
stemmen besloten tot de behandeling der artikelen over
te gaan. Art. 1 en 2 werden beide verworpen met
142 tegen 137 stemmen. De voorzitter wilde over
eenkomstig het reglementhet ontwerp in zijn geheel
in stemming brengen, doch na het wisselen van eenige
opmerkingen werd op voorstel van den heer Buffet
geene nieuwe stemming gehouden.
Den 17 is ook het wetsontwerp tot goedkeuring van de
op 6 Mei 1882 te 's Gravenhage vastgestelde overeen
komst tot regeling van de policie op de visscherij in
de Noordzee aangenomen.
Kamer van Afgevaardigden. 10 Leden hebben een
wetsvoorstel ingediend tot het openen van een crediet
van 100,000 francs aan den minister van financiën, om
een aantal werklieden in de gelegenheid te stellen, de
tentoonstelling te Amsterdam te bezoeken. Bij den ee-
mnmefSad Va" Parü8 18 een dergelijke aanvraag a
iUUUO fr., ingekomen voor het zenden van 20 werk
lieden.
zouden tienduizend thaler helpen Een droppel op een
verhitten steen."
„Maar het kapitaaldat mijn grootvader mij heeft
nagelaten viel Hans in.
„Kan niet worden aangetast 1" antwoordde de baron.
„Uw grootvader heeft het geld bij testament zoo vast
gelegd dat gijzoolang uwe ouders leven er niet
over kunt beschikken. Hij zag wellicht vooruit, welk
lot mij eens zou treffen. Hij wilde bet u onmogelijk
makenom uwen vader te belpen. Zijn testament is
onveranderlijk. Gij kunt mij niet helpen goede Hans
ik we9t datindien gij het kondetgij het ook zoudt
doen en geen offer u daartoe te groot zou zijn. De be
slissing over mijn lot ligt echter in Hermans hand."
„Wat verlangt gij van mij vroeg deze.
„Geen offer 1" antwoordde de baron. „Door mij te
redden, zult gij uw eigen levensgeluk grondvesten.
Het wordt tijddat gij uw rusteloos zwervend leven
opgeeften een eigen haard krijgt. De beide goederen
zijn groot genoeg om een flink landheer volop arbeid
te geven. Het slot Lösen is ook voor een baron
Anthold een waardig verblijf, zelfs de inrichting is van
dien aard dat gij er met eere eene jonge vrouw in
kunt brengen
„Ah, nu begin ik u te begrijpen viel Herman hem
met donker gelaat in de rede. „Gij verlangt, dat ik
huwen zal. Natuurlijk een rijk, een zeer rijk meisje.
De schoondochter moet met haar huwelijksgift de schul
den van baron van Anthold betalenOngetwijfeld hebt
gij mij ook van de moeite onthevenom er zelve een
te zoeken
De baron geraakte door deze woorden blijkbaar in
groote verlegèfi-beidhij durfde zijn zoon niet in het
GEOOT-BEITTANJE en IEELAND. Ter gele
genheid van de opening der |Parlementszitting heeft
in Trafalgar-square te Londen eene Bradlaugh-ma-
nifestatie plaats gehad. Eene verbazende menigte was
daar te zamen gekomen. De heer Bradlaugh werd
met geestdrift toegejuicht en gaf te kennen dat hij
het lot van het door den heer Mundella te Sheffield
toegezegde ontwerp op den parlementairen eed wilde
afwachten. Hij verzocht zijne kiezers, hem daartoe
vergunning te verleenen. De aanwezigen namen eene
resolutie aan houdendedat de regeering verplicht
is den driemaal gekozen Bradlaugh als Parlementslid
toe te laten. Toen de heer Bradlaugh in het Lager
huis de aankondiging van bedoeld ontwerp door lord
Hartington vernomen had en teruggekeerd was, begroette
de menigte hem met een aan razernij grenzend gejuich.
Daar geb'eken isdat het vleesch van zeer jonge
runderen ongeschikt voor menschenvoedsel is, heeft de
gezondheidsraad te Londen bekend gemaaktdat kal
veren jonger dan 3 weken of lichter dan 48 ponden
op de markten aldaar in beslag genomen zullen worden.
De mogendheden hebben het plan-Barrère, betreffende
de regeling der Donau-kwestie, aangenomen. Eusland
heeft bewilligd in het voorstel om scheepvaartbepalin-
gen voor de Kilia-monding vast te stellen welke vol
komen gelijk zijn aan die voor de Sulina-monding.
Den 17 heeft James Carey, lid van den gemeente
raad te Dublin en betrokken in het ierscbe moordcom
plot aan het hof medegedeeld dat 250 ieren bij het
lot gekozen zijn en zich onder eede en op straffe des
doods verbonden hebben aan alle bevelen van het
geheim genootschap te gehoorzamen. De voormalige
onderkoning Cowper, de heeren Forster en Burke
waren door het laatstgenoemde ter dood veroordeeld.
De wapenen welke voor de moorden gebruikt wer
den waren uit Londen gezonden. De moordenaars
handelden op bevelen welke hun per dépêche uit Lon
den gegeven werden. Hij herkende al de gevangenen,
op 2 naals leden van het moordverbond. De heer
Forster werd dagen achtereen achtervolgdmet het
doel hem te vermoorden. Volgens de verzekering van
Carey waren hij en andere leden van den bond van
meeningdat de gelden voor bet bedrijven der moor
den door de Land-league werden toegezonden tijdens
de aanslagen op Cavendish en Burke. Het hoofd der
samenzwering te Dublin was een geheimzinnig persoon,
die bij de saamgezworenen slechts onder nommer 1 be
kend was en stellig veel geld bezat. Bij het verhaa.
betreffende den moord verklaarde Carey, dat Brady
den aamval op Burke deed en toen Cavendish hem
met zijne parapluie sloeg Brady ook Cavendish ver
moordde. Na deze laatste gruweldaad volbracht te
hebben keerde hij zicb om en Burke op den grond
ziende liggen, sneed hij hem den bals af. Deze ver
klaringen van Carey bevestigen volkomen die der andere
getuigen. Terwijl Carey sprak waren de gevangenen
aan een buitengewonen schrik ten prooi.
Mevrouw Byrne de vrouw van den secretaris van
de „Land and Labour League" van Groot-Brittanje
die volgens Carey de bij de moorden gebruikte messen
van Londen naar Dublin heeft overgebracht, is den 18
in hechtenis genomen.
Parlement, Den 15 is de zitting geopend. In de troon
rede werd inzonderheid uitgeweid over Egypteen o.a.
daarover gezegd dat reeds aan de aan den Sultan en de
mogendheden gedane belofte voldaan was, van aan hunne
vriendschappelijke overweging te onderwerpen de maat
regelen, welke de regeering het geschiktst voorkomen,
om de duurzaamheid der regeering van den Onderkoning,
den voorspoed en het geluk des egyptischen volks de
veiligheid van het Suez-kanaalden vrede in het Oos
ten en in Europa te verzekeren. In den toestand van
Ierland werd voortdurende verbetering geconstateerd
al maakte het bestaan van geheime genootschappen te
Dublin bestendige waakzaamheid noodig. Ontwerpen
werden aangekondigd tot verbetering van het onderwijs
gelaat zien, toen bij op vriendelijken toon antwoordde
„Zekerbeste Herman zeker Ik ben zoo gelukkig
geweest, er een te vinden, en u de band van een
even bekoorlijk, als beschaafd en beminnelijk, een even
geestig als
„Schatrijk meisje en zoo voorts!" viel Herman zijn
vader in de rede. „"Waarom geeft gij u zooveel moeite,
om al hare andere eigenschappen in het licht te stellen,
zij hebben toch voor u waarschijnlijk geen beteekenis.
Een rijk meisje hebt gij voor mij uitgezocht daarop
komt het alleen aan Wie is dan de dame die zich
door haar rijkdom een man en den titel van barones
wil koopen Ik neem natuurlijk aandat gij van de
toestemming van het even schoone als beminnelijke, even
geestige als schatrijke meisje zeker zijt
„Gij krenkt mij door uwe spot, Herman Heb ik
niet mijn plicht als vader vervuld, door voor uwe toe
komst te zorgen P"
„Alleen voor mijne toekomst? Heeft niet waarschijn
lijk de overweging dat de rijkdom der schoondochter
den'dreigenden ondergang zal voorkomen, een weinig in
vloed op uw besluit gehad?"
„Herman gij beleedigt vader
De verwijtende woorden zijns broeders riepen slechts
een spottend lachje op Hermans lippen. 'Geloof het
niet, Hans," antwoordde hij kalm, „vader gevoelt zich
niet zoo gemakkelijk beleedigd hij weetdat ik nooit
van mooie frases heb gehouden. Wij zullen het best
en liet spoedigst ons doel bereiken, wanneer ik zonder
eenigen omhaal hoorwat ik weten moet. Dus zonder
verdere woorden den naam vader
„Adele Treu Wordt vervolgd.
in Wales en van het strafrecht van de wetten op
bankroeten en patenten en van de kieswet, alsmede
tot het tegengaan van kwade practijken bij de verkie
zingen tot hervorming van het gemeentebestuur van
Londen tot het voorkomen van overstroomingenbe
treffende de policie in Schotland de schotsche univer
siteiten en eindelijk tot schadeloosstelling aan de
pachters in Engeland en Schotland voor de door hen
aangebrachte verbeteringen ten bate van den landbouw.
De diplomatieke briefwisseling over de egyptische
aangelegenheden is aan het Parlement medegedeeld.
ïeruit blijkt o.a., dat lord Dufferiu het tijdstip voor
eene wederinvoering der Kamer van Notabelen onge
schikt acht en de instelling wenscht van een Eaad van
ate bestaande uit 30 vertegenwoordigers der pro
vinciën en steden op dezelfde wijze als het gouverne
ment van Indie en dat sedert 30 September bet on
derhoud der engelscbe troepen die verminderd worden
naarmate de organisatie der inlandsche krijgsmacht
vordertten laste komt van de egyptische redering
tot een maximum van 720,000 p. st. 's jaars.
Hoogerhuis. Den 15 is het adres van antwoord op de
troonrede aangenomen.
Lagerhuis. Den 15 verklaarde de minister Hieks
Beach dat hij weldra de aandacht van het Huis zal
vestigen op de overeenkomst met de Transvaal en te
dien aanzien een voorstel zou doen. Bij de behande
ling van het adres van antwoord verdedigde lord Har
tington de regeering tegen de critiek van den heer
Northcote en stelde de heer Lawson een amendement
voor, volgens hetwelk de regeering geen voldoenden
grond bad opgegeven voor de aanwending van engel
scbe troepen in Egypte. Het berichtdat het iersche
Parlementslid Healy, wegens opruiende taal in hechte
nis genomenniet verschijnen kon lokte van de zijde
van den heer Parnell bet voorstel uit om eene commissie
van enquete te benoemen. Het werd met eene groote
meerderheid verworpen.
Den 16 verklaarde de heer Hicks-Beach op eene
vraag van den heer Ashley, dat de Transvaal nog niet
de 50,000 p. st. voldaan heeft, waarvan de betaling tegen
het einde van 1882 moest geschieden. Tot eene nieuwe
aanmaning is Jast gegeven. De commissie belast het
onderzoek der indienstneming van inlanders heeft geen
voortgang met hare taak kunnen maken ten gevolge
van het uitbreken van vijandelijkheden onder de in
boorlingen. Uit de over te leggen stukken zal blijken,
wat de regeering gedaan heeft tegen het in bezit nemen
van sommige aan inlandscbe hoofden behoorende streken.
Na lange discussie werd met 179 tegen 144 stemmen
verworpen eene door den heer Balfour op het amende
ment van den heer Lawson voorgestelde wijziging de
regeering wel ondersteuning toezeggende voor" hare
maatregelen tot eene bevredigende oplossing van het
egyptische vraagstuk maar met betuiging van leedwe
zen dat vroeger hiertoe de noodige stappen niet zijn
gedaanzonder dat krijgsoperatiën noodig waren. Het
amendement zelf werd zonder hoofdelijke stemming
verworpen. Verscheidene wetsontwerpen werden inge
diend waaronder een op de octrooien van uitvinding
en de fabrieksmerken. Het voorstel tot indiening van
bet wetsontwerp op den parlementairen eed werd van
verschillende zijden zelfs met 3 voorstellen tot verda
ging der werkzaamheden bestreden.
OOSTENKIJK-HONGAEIJE. In Oostenrijk hebben
de directe en indirecte belastingen in 1882 10,184,921 li.
meer opgebracht dan in 1881.
Den 16 heeft de minister-president in het oostenrijk-
sche Huis van Afgevaardigden geantwoord op een inter
pellatie betreffende het verbod van openbare uitventing
van het N. W. Tagblatt en de Vorstadtzeitung. Dit
verbod was noodig geworden door de hardnekkigheid,
waarmede deze bladen aanstoot gaven en bet zedelijk
gevoel der bevolking in ruime kringen kwetsten door
eene kwaadstichtende voorstelling der gebeurtenissen
op het gebied van bet openbare en particuliere leven.
Te Arad, in Hongarije, is de schouwburg afgebrand,
gelukkig zonder verlies van menschenlevens.
In Hongarije is wederom eene postkar door roovers
aangevallen namelijk in het bosch van Brezowitza bij
Sissek. De postiljon en zijn militair escorte vond men
vermoord in het bosch liggen ec de brieven met gelds
waarde 15,000) waren verdwenen. 3 Der 5 roovers,
boeren uit den omtrek, zijn gevat en hebben bekend,
des nachts den weg bij eene brug versperd en den pos
tiljon en den gendarmedie afstegen om te zien wat
er haperde met een paar slagen omgebracht te hebben.
SPANJE. Onder de deur der jezuietenkerk te Ali
cante zijn ontplofbare stoffen geworpen die echter bij
het losbarsten geene onheilen hebben veroorzaakt.
TUEKIJE. Den 9 heeft te Konstantinopel een
student in de godgeleerdheid den priester, die in de
moskee van Sultan Achmet het gebruikelijk gebed voor
den Sultan zou voorlezen met een zwaard het hoofd
gekliefd uitroepende „watge wilt bidden voor een
man die zijn land ten verderve voertDe ontstelde
menigte deed geene poging om den moordenaar, die
kalm den tempel verliette grijpen. Later is hij door
de policie gearresteerd.
EGYPTE. Het ontwerp der nieuwe constitutie is
ter goedkeuring naar Engeland opgezonden.
Den 15 is het laatste detachement der naar Soedan
bestemde troepen uit Cairo vertrokken.
Sultan pacha en 5 notabelen hebben aan den engel-
schen consul-generaal te Cairo een door den voorzitter
der kamerde notabelen de gedelegeerden der 12
provinciën en de voornaamste handelaren der hoofstad
onderteekend adres overhandigd bestemd om met de
geschenken der egyptische natie aan lord Wolseley
lord Aleesfer (admiraal Seymour) en sir Drury Lowe
gezonden te worden.
De krijgsraad te Alexandrie heeft 13 bedouïnen, be
schuldigd van den moord op professor Palmer, veroor
deeld 5 ter dood en de anderen tot verschillende ge
vangenisstraffen. 5 Anderen zullen ter dood woordeeld
worden wanneer zij in hechtenis geraken.