No. 25.
Vijf en tachtigste Jaargang.
1883.
FEUILLETON.
WOENSDAG
28 FEBRUARI.
WE STER DER ANTHOLDS.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door
Prijs der gewone Advertentiën
(Dföciëei (öcbeeltc.
Jacht- en Vischaeten.
Rationale Militie.
fiuitentAnfr.
ALKMAAttSCHE COURANT.
het geheele Rijk f 1,
De 3 nummers 0.06.
Van 15 regels 0,75; iedere regel meer ƒ0,15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOONJ
De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR maakt
bekenddat ter secretarie dier gemeente kosteloos verkrijgbaar
zijnblanco-aanvragen ter bekoming van jacht- en vischacten,
dienstjaar 1883J84.
Alkmaar, De Burgemeester voornoemd
21 Eebruari 1883. A. MACLAINE PONT.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algemeene kennis
dat de Militieraad in dit district zijne eerste zittingbe
stemd tot het onderzoeken der redenen van vrijstelling van
lotelingen dezer gemeente, zal houden ten raadhuize der ge
meente HOORN, op Maandag, 12 Maart e.k., des voor
middags ten 11% ure.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
23 Eebr. 1883. De Secretaris
NUHOUT VAN DER VEEN.
De BURGEMEESTER van ALKMAAR brengt ter alge
meene kennisdat hij op Donderdag1 Maart e.k., 's nam.
6 uur, ten raadhuize zitting zal houden tot het ontvangen der
getuigen voor de bewijzen van broederdienst en van eenigen zoon.
Alkmaar, De Burgemeester voornoemd
23 Eebruari 1883. A. MACLAINE PONT.
De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR gelast,
krachtens bekomen aanschrijvingden alhier gedomiciliëerden
verlofganger der Nationale Militie
BENJAMIN VAN EMDEN
van de le komp., Ie batt., 7e regiment infanterie, zich voor
zien van zijne kleeding- en uitrustingstukkenzakboekje en
verlofpas, aan te melden bij zijn korpte Amsterdam, op Don
derdag 8 Maart 1883, des namiddags voor 4 uur.
De opgeroepene heeft recht op een rijks daggeld van 25 cents,
benevens vrij transportonder overlegging van den verlofpas
ter gemeente-secretarie aan te vragen.
Alkmaar, De Burgemeester voornoemd
26 Eebruari 1883. A. MACLAINE PONT.
De lotelingen hieronder vermeld worden opmerkzaam gemaakt,
dat bij gemis van de noodige opgavende door hen aange
vraagde vrijstelling geen voortgang kan hebbenals
No. 7 ASJES, 119 ROECOELIT127 KRAAKMAN,
129 JONKER.
KENNISGEVING.
Het HOOFD van het Plaatselijk Bestuur te ALKMAAR
brengt, op grond van art. 1 der wet van 22 Mei 1845 (Staats
blad n°. 22) bij deze ter kennis van de ingezetenen der ge
meente, dat het kohier voor de belasting op het Personeel,
No. 7 en 8, beide over het dienstjaar 1882/83, en op 23 Eebruari
1883 door den Heer Provincialen Inspecteur der directe belas
tingen in Noordholland executoir verklaard, op heden aan den
Heer Ontvanger der Rijks directe belastingen binnen deze ge
meente ter invordering zij a overgegeven.
Ieder ingezeten, die daarbij belang heeft, wordt vermaand
op de voldoening van zijnen aanslag behoorlijk acht te geven,
ten einde alle gerechtelijke vervolgingen, welke uit nalatigheid
zouden voortvloeien, te voorkomen.
Alkmaar, Het Hoofd van het Bestuur voorn.,
26 Eebr. 1883. A. MACLAINE PONT.
PATENTEN.
De Patentenaangevraagd in de maanden November, De
cember en Januari j.l., kunnen gedurende de eerstvolgende 14
dagen ter gemeente-secretarie worden afgehaald.
BELGIE. Den 23 had in een dorp nabij Brussel
eene dynamiet-ontploffing plaats welke tot de gevan
genneming van twee personen leidde waarvan één
doodelijk gekwetst. Zij zijn genaamd Cyvoca en Metayer
en veroordeeld wegens de bekende woelingen te Mont-
ceaux-ies-Mines in Frankrijk. Uit in beslag genomen
papieren, meest in het russisch en italiaanscb gesteld,
schijnt te blijken dat er eene samenzweering bestaat,
die zoowel in Belgie als in andere europeesche staten
hare vertakkingen heeft. Den 24 werden herhaaldelijk
telegrammen in cijferschrift naar Weenen, Parijs,
Berlijn en Petersburg verzonden. Onderscheidene uit
gewekenen worden te Brussel nauwkeurig bewaakt.
DDITSCHLAND. De Norddeutsche Allgemeine Ztg.
maakt het schrijven van den kardinaal-staatssecretaris
Jacobini openbaar gedagteekend 19 Jan. 1.1. Hij doet
daarin uitkomen dat door den laatsten brief des Kei
zers toenadering gekomen is tusschen de wenschen van
den pauselijken stoel en de bedoelingen der regeering
te Berlijn. De Paus was geneigd toe te geven dat
bet onderzoek der voor de kerk nadeelige wetten
voorloopig tot enkele punten beperkt werd en dat het
toelaten der aangifte van te benoemen geestelijken aan
de regeering gelijken tred hield met de herziening der
Meiwetten. De Paus beval den kardinaal te verklaren,
dat den bisschoppen last gegeven zou worden tot aan
gifte ten aanzien van de titularissen in alle thans open
zijnde parochiën die daar volgens Kanonieke wetsvoor
schriften aangesteld moesten wordenzoodra aan de
Wetgevende Vergaderingen veer tellen gedaan waren,
voldoende om de vrije uitoefening der kerkelijke juris
dictie te waarborgen, alsmede de vrijheid der opleiding
van geestelijken. Zoodra die voorstellen wet geworden
waren zou de aangifte dan nog beperkt tot de niet
vervulde plaatsen, een voortdurend karakter verkrijgen
in den vorm welken men na gemeenschappelijk over
leg zou vaststellen.
Pbtjisbn. Huis van Afgevaardigden. Toen
den 23 tot de behandeling der artikelen van de be
grooting van eeredienst overgegaan werd, vroeg Windt-
horst, of de regeering, met bet oog op den watersnood
in de Rijnprovinciën voor die provinciën niet buiten
werking zou stellen de wet tot inhouding der jaar
wedden van de katholieke geestelijken, opdat zij weder
in staat gesteld zouden worden aldaar helpend op te
treden De minister weigerde op die vraag te antwoor
den, omdat een enkel lid van het huis het recht miste,
een antwoord te eischen en Windthorst een antwoord
meende te kunnen vorderen. Windthorst hernam
daarop dat de minister zich niet verwonderen moest,
als zulk eene houding der regeering aan de andere
zijde onwil uitlokte en deed toenemen. Onder den
indruk dezer woordenwisseling ging het huis tot den
24 uiteen.
FRANKRIJK. Bij besluiten van den 23 zijn
door intrekking van hun post de hertogen van Aumale,
Ohartres en Alen9on op nonactiviteit gesteld. De be
sluiten worden voorafgegaan door een rapport van ge
neraal Thibaudinminister van oorlog, waarin wordt
voorgesteld dezen maatregel te nemen omdat de open
bare meening onaangenaam getroffen is door de aan
wezigheid in het leger van officieren behoorende tot
familiëndie vroeger over Frankrijk regeerden. De
groote beginselen van militaire onderworpenheid en
eenheid van tucht zouden kunnen lijden door de aan
wezigheid aan het hoofd der troepen van officieren
door hunne geboorte in een bizonderen toestand geplaatst.
Het is algemeen bekenddat in de straten van Pa
rijs tal van kleine jongens eü meisjes gevonden wor
den die afkomstig zijn uit Italië en wier bezigheid
bestaat in bedelen. Hoe met dergelijke kinderen ge
handeld wordtblijkt duidelijk uit een dezer dagen
door den kantonrechter in het 18e arrondissement ge
wezen vonnis. Ozollibezitter van een wijnhuis te
Parijs had de gewoonte dergelijke kinderen uit Italië
te laten komen en ze dan in zijne dienst te laten be
delen. Zoo had hij eene overeenkomst gesloten met
een meisjeCalucci genaamd waarbij dat meisje zich
verbond 3 jaren bij hem te blijvenonverschillig in
welk land tegen f 47 in de zes maanden uit te be
talen na verloop der 3 jaren vergoeding van reis
kosten kost en inwoning en de wasch. Voorzien van
een muziekinstrument moest zij dan dagelijks giften
aan de voorbijgangers vragen, welke zij des avonds aan
Ozolli ter hand moest stellen. Na elf maanden lang
aldus geëxploiteerd te zijn was zij zoo afgematdat
zij hem verliet. Daar hij weigerde haar te betalen
sprak zij hem in rechten aan tot betaling van/76,12%,
zijnde het overeengekomen loon over 11 maanden, na
aftrek van f 5op rekening ontvangen. Ozolli er
kende, haar 75 schul lig te zijn, maar beweerde, dat
door het niet naleven der overeenkomst door Calueci
hij nog f 25 van haar te vorderen had daar zij hem
vergoeden moest de reiskosten, de haar verschafte klee
ding en de betaalde geneesmiddelen, ten bedragevan ƒ100.
De rechter sprak als zijn oordeel uitdat dergelijke
overeenkomsten als strijdig met de openbare orde en
de goede zeden, onbestaanbaar waren en dat dus geen
der partijen zich daarop kon beroepen maar veroor
deelde Ozolli tot betaling van 75 schadevergoeding
aan het meisje op grond dat hij haar uit Italië ge
haald had en zonder geld op straat had laten staan
dat hij in ieder geval verplicht was geweesthaar de
middelen te verschaffen om naar Italië te kunnen terug
keeren of een middel van bestaan te Parijs te vinden.
5)
Uit het Hoogduitsch van ADOLF STRECKFUSS.
Een verkwister was de baron nooit geweest. Hij
had wel op een grooten voet geleefd Warnitz en
en Lösen waren wel zeer elegant ja weelderig inge
richt de gastvrijheiddie er verleend werd vorderde
wel beduidende sommen, maar de opbrengsten der
grootevroeger geheel onbelaste goederen vergunden
nog wel grooter uitgaven.
Had de baron zich misschien, door zucht naar winst
gedreven om zijn reeds groot vermogen nog meer te ver-
grootenin gevaarlijke ondernemingen gestoken Zulk
eene oplossing van het raadsel was wellicht de waar
schijnlijkste en menige uiting van den baron sprak
daarvoor, evenals de omstandigheid, dat nu de geheim
raad Treu zijn gevaarlijkste en voornaamste schuld-
eischer was.
Treu was bekend als een koen gewetenloosgeluk
kig speculanthij was een vriend des barons uit diens
jeugd met wien hij steeds op gemeenzamen voet was
gebleven. Ni9ts was waarschijnlijkerdaD dat Treu
den vriend tot gewaagde ondernemingen had verleid en
dat de zwakke en naar winst hakende man de verlei
ding niet had kunnen weerstaan. Daarom liet het
zich ook verklarendat de baron in de laatste jaren
steeds met groote verbittering van den eenigen vriend
gesproken ja hem met de leelykste scheldnamen een
woekeraar enz. genoemd had terwijl hij nu plotseling
eene verbinding van zijn oudsten zoon met de dochter
van dien woekeraar verlangde.
Herman had zich in zooverre naar den wil zijns
vaders geschikt dat hij zijne weigerende beslissing drie
maanden had uitgesteld, maar hij had het ongaarne en
met verloochening van zijn rechtsgevoel gedaan. Hij
gevoelde zich gekrenktdat hij tegen zijn betere over
tuiging inom een verzoening met zijn vader te be
werken had toegegevenen hoe helderder het hem
bij rijper nadenken voor den geest stond dat Treu
waarschijnlijk de oorzaak van zijns vaders ongeluk was,
des te meer hinderde hem het denkbeeld een belofte
te hebben afgelegd die hem berouwde.
De baron was niet minder ontstemd. Wel had hij
het gewichtigste bereikthij had tijd gewonnen maar
tot welken prijs Hij had zich moeten verootmoedigen
voor zijn oudsten zoon tegen wien hij zijn vroegeren
tegenzin nooit geheel had kunnen overwinnen hij was
gedwongen geweest zijn onhoudbaren toestand bloot te
leggenen eindelijk had hij de tegen zijn adeltrots
indruischende vergunning moeten geven dat zijn zoon
het burgelijk ambt van geneesheer ging uitoefenen 1
Dat kon hij Herman niet vergeven en al gaf hij zijn
toorn niet in woorden luchtin zijn hart bleef die
bestaan.
Slechts voor het uiterlijke was tusschen vader en
zoon eene verzoening tot stand gekomen. Zjj waren
zoo geheel verschillend in al hunne levensbeschouwin
gen in hun geheele wezen dat er nauwelijks een
andere band tusschen hen bestond, dan die der bloed
verwantschap. Hunne zielen waren gescheiden dooreen
onoverkomelijke kloof, die nog grooter zou worden
nadat nauwelijks de schijnverzoening gesloten was.
De oude Dubois bracht op een zilveren presenteer
blad twee brieven die zooeven door den besteller wa
ren afgegeven hij bood het blad den baron aan toen
deze echter beide brieven wilde nemen zeide hij
„Vraag excuus, mijnheer de baron, de eene briefis
aan den baron Herman von Anthold geadresseerd."
„Een brief aan mij naar hier, naar Warnitz geadres
seerd F Dat moet eene vergissing zijn riep Herman
verbaasd.
„Neen, het adres is duidelijk," antwoordde de baron
die den brief van het blad had genomen en nauwkeurig
bekeek. „Eene fraaie en toch vaste, eene sierlijke,
kleine dameshand heeft het geschreven, het luidt: „Aan
den baron Herman von Anthold tijdelijk op het slot
Warnitz, bij het station F."
„Dat begrijp ik nietIk ken geen damedie een
recht zou hebbenom mij te schrijven."
„Het raadsel zal zich oplossenwanneer gij den
brief opent 1"
De baron gaf zijn zoon het nette couvert over. Nog
eens las Herman het adres het was zoo duidelijk, dat
iedere vergissing onmogelijk wasde brief was zonder
twijfel aan hem gericht. Hoofdschuddend opende hij
het en niet zonder zekere nieuwsgierigheid las hij den
briefdie met iederen regel zijne belangstelling meer
opwekte
„Mijn vader heeft mij gisteren eene mededeeling
gedaan die mij dwingtde perken der maatschappe
lijke gebruiken te buiten te gaan. Hoe ongepast en
onvrouwelijk het u ook schijnen mogedat ik mij
zonder omwegen tot u wendhet moet evenwel ge
schieden. Gij moet van mijzelf vernemenwelk een
diepen afschuw mij de plannen inboezemendie uw
vader en de mijne met ons beiden willen doorzetten.
Uw vader heeft u uit Italië teruggeroepen hij heeft
van u geëischtof zal van u eischen dat gij aanzoek
doet om mijne hand evenals mijn vader van mij heeft
gevorderd dat ik uit mijn schoon dorpje in de Harz,
waar ik zooveel gelukkigevreedzame dagen heb
doorgebrachtnaar D. terugkeerdeom uw bezoek
te ontvangen en met een blij „ja" uw aanzoek te be
antwoorden. Ik ken u niet; ik weet niet, of gij den af
keer begrijptdie mijne ziel vervult bij de gedachte
dat ik als willoos werktuig den plannen mijns vaders
dienstig zal moeten zijn 1 Ik ken u nieten wil u
niet leeren kennen. Indien gij een man van eer zijt,
dan zult gij na deze verklaring weigeren u tot werk
tuig van de plannen uws vaders te verlagen evenals
ik geweigerd heb mijn vader te gehoorzamenIk zal
mij nooitnooit laten dwingen mij over te geven aan