Allerlei. Jtigezonben &tukfccn. Slabs-ficrtcftlctt. Vervolg- van tie zitting van den Gemeenteraad van 14 Maart 1883. Het comité van belgische assuradeuren heeft onlangs eene circulaire aan de agenten der belgische maat schappijen gerichtwaarvan de naleving ook hier te lande aanbeveling verdient. Zij luidt aldus: „Daar de maatschappijen dikwijls lastig gevallen worden met aan vragen om schadeloosstelling ten gevolge van kleine ongelukken veroorzaakt door vuur, en die sommige verzekerden beschouwen als een begin van brand heeft het comité besloten deze eiscben tegen te werken die, hoewel niet gerechtigd, dikwijls ondersteund worden door agenten die zich geen voldoende rekenschap ge ven van den aa d der verbintenissen door de assura deuren aangegaan. Om u goed onze bedoeling te doen gevoelen, gelooven wij niet beter de grenslijn, die het begin van brand van een eenvoudig ongeluk scheidt vast te stellen dan door eenige voorbeelden aan te halen. Het vallen van een gloeiend stuk kool van een vonkdie een stuk linnen kleedingstuk een gordijn een tapijt beschadigt, het verschroeien of ver branden van voorwerpen die te dicht zijn geplaatst bij een haard of een licht, de nabijheid van een sigaar of pijp die schade teweegbrengt aaD kleedingstukken of meubelenmaken volstrekt geen begin van brand uit, maar zijn eenvoudige ongelukken die dikwijls in huishoudingen bij gebrek aan voorzorg, voorkomen en die niet tot het gebied der verzekering behooren. Daarentegen is een schoorsteenbrand wel degelijk een begin van brand er bestaat ook een begin van brand indien een zolder, beschotien een balk, meubels op zichtbare wijzen door het vuur zijn aangetast. Dit het voorgaande volgt dat de maatschappijen die tegen brandschade, en niet tegen kleine ongelukken, veroor zaakt door vuur verzekeren niet verantwoordelijk zijn voor schade teweeggebracht door ongelukken als de bovengenoemde en dat zij in één woord slechts de schadevoortspruitende uit een werkelijken brand behoeven te betalen. Wij hopen dat deze uiteenzet ting, zoo duidelijk en nauwkeurig mogelijk, voldoende zal zijn om H.H. agenten, ingeval van schade te doen beoordeelen of er recht of geen recht op vergoeding bestaaten wij rekenen er op, dat zij in voorkomende gevallen den verzekerden wel doen begrijpen dat zij geen recht hebben op eenige vergoeding welke ook. H.H. agenten mogen niet uit het oog verliezendat zij verplicht zijn de belangen v^n de door hen verte genwoordigde maatschappij te behartigen, en dat zij zieh niet moeten leenen om eisehen tot vergoeding van schade, die ontstaan zijn door de blijkbare onvoorzich tigheid der verzekerden aan te moedigen." Uif het verslag der zitting van den gemeenteraad van woensdag 14 Maart j. 1. verneem ik dat ingeko men was een adres van 176 ingezetenen waarin op grond der slechte kwaliteit van het gas, de dure bran ding en de reeds dertigjarige exploitatie door de Alk- maarsche Pijpgascompagnie, verzocht werd tot gemeente exploitatie te besluiten. Dat vele ingezetenen van meening zijn, dat gemeente exploitatie verkieselijk is boven die van een concessio naris, duid ik huu in 't minst niet ten kwade; ik respecteer ieders gevoelen mits de gronden daarvoor eerlijk eu waar zijn maar dat men om het verzoek schrift een schijn van kracht bij te zettende on eerlijkheid heeft gehad gebruik te maken van eene onbewezen beschuldiging, vind ik verachtelijk te meer als dergelijk stuk geteekend is door personen, van wie men te veel nauwgezetheid zou verwachten, om zonder eigen ondervinding of zonder het leveren van bewijzen dergelijke beschuldiging in het publiek te steunen. Dat dit niettemin heeft plaats gehad doet duidelijk de on edele strekking van het stuk uitkomen. Ik acht mij hier niet ter verdediging geroepen, doch beroep mij in zake de beschuldiging van slecht gas op de verslagen van den gemeente-deskundigewaarvan mij bekend is, dat de onderzoekingen tot geen ongun stig resultaat leidden. Klachten over te groot verbruik zijn ook een zwak argument die klachten zullen bij gemeente-exploitatie evenzoo blijven bestaan. Wat de klachten betreft tegen het monopolie mijner Maatschappij dat op zoo'n onbillijke wijze bekort is geworden en welks gevreebde voortduring zeker het hare heeft bijgedragen tot het opwekken der agitatie tegen mijne Maatschappij merk ik op dat het besluit van den gemeenteraad tot eigen exploitatie slechts verwirseling van monopolie in het leven roepten het te bezien zal staan welk monopolie het best zal blijken te bevallen. I. HOLTZ. De tentoonstelling van vet- en fokvee, waarvoor 129 nummers van de schoonste exemplaren waren ingezon den werd den 16 door den voorzitter van de afdeeling Alkmaar der Hoilandsche Maatschappij van Landbouw, in tegenwoordigheid van burgemeester en wethouders der gemeente keurmeestersinzenders en leden, met eene zeer opwekkende rede geopend. De voorloopige kennismaking met het ingezondene gaf hem het recht, deze vierde Paaschtentoonstelling als uitstekend geslaagd te mogen beschouwen en al kon de moeilijke toe stand waarin de landlieden verkeeren niet ontkend worden de bezichtiging van deze tentoonstelling moest den pessimist beschamen; waar zulk een keur van vee was ingezonden mocht men aan den roem van het hoiland sche vee niet twijfelen. Na dankbetuiging aan het gemeentebestuur voor zijnen krachtigen steun en voor de bijdragen van zoovele andereu, en voor de welwil lendheid waarmede de keurmeesters zich met de hen wachtende moeilijke taak hadden belastuitte de voor zitter den wensch en de verwachtingdat langzamer hand deze Paaschtentoonstelling, bij hare gunstige be kendheid in Nederland, ook in gansch Europa bekend zou worden en verklaarde hij haar geopend. Bij de latere uitreiking der bekroningen waarvan de li,st hieronder volgt wenschte de voorzitter de win ners geluk met het behaalde succesdat huD eene aansporing mocht zijn om op den ingeslagen weg voort te gaan ter veredeling van den hollandschen veestapel, opdat deze, in nog grootere mate dan reeds thans, eene buitengewone vermaardheid zou bekomen. Hij bracht dank aan de keurmeesters voor de voortreffelijke vervulling hunner taak en verklaarde dat, mochten verscheidene inzenders teleurstelling ondervinden om dat zij meenden dat ook hunne dieren eene bekroning waardig waren zulks alleen te wijten was aan de be perktheid van de geldmiddelen der afdeeling. A. Rundvee uitsluitend met hard voeder gemest. a. Vette Ossen [geboren in 1879, le prijs, J. van Leeuwen te Opmeer, geb. 1878; 2e C. Pottte Lim- men 3e D. Schenk, te Barsingerhorn bestuursprijs P. Smit Cz., te Schermerhorn. b. Vette Ossen, geboren in 1880, le prijs D. Rz. Kaan te Wieringerwaard 2e dezelfde 3e dezelfde. c. Vette Koeien (afgewisseld), le prijs Wed. A. Way- boer te Wieringerwaard; 2e Jb. Hofman, te Scber- meer; 3e J. L. T. Groneman te Wieringerwaard be- stuursprijzen J. Hofman te Schermeer, J. L. T. Gro neman en Jb. Geel, te Wieringerwaard, en P. Smit Wz., te Beemster, geb. 1879, d. Vette Koeien (niet afgewisseld), le prijs J. Buis Pz., te Schagen 2e J. J. Kaan te Wieringerwaard (Schot); 3e J. Heddes Jr., te Schagen (Schot). B. Rijstieren. a. Rijstieren van inlandsch rasgeboren in 1880 le prijs M. Laante Beemster2e S. de Jongh, te Oudorp 3e J. Binnewijzend te Akersloot. b. Rijstieren van inlandsch ras, geboren in 1881, le prijs K. Dekker, te Sebermerhorn; 2e J. Bakker Jz., te Wieringerwaard; 3e K. Bommezijte Oterfeek bestuursprjjzen D. Heyniste Alkmaar en W. Hout- kooper te Rustenburg. c. Pinkstieren geboren in 1882 le prijs R No men te Beemster; 2e H. Vijn te Twisk; 3e D.Jon- ges Cz., te Beemster; bestuursprijzen 0. Bleeker, te Beemster, en P. Slot Jz., te Twisk. C. Melkvee. a. Melkkoeien, gekalfd na 1 Januari 1883, le prijs Jb. Wit Jz., te Twisk; 2e D. Jongens Cz., te Beemster b. Melkkoeien (Twinter) geboren 1880, gekalfd na 1 Januari 1883, le prijs niet toegekend; 2e prijs A. Hed deste Schagen. c. Melkschotten gekalfd na 1 Januari 1882, le prijs J. Koopman, te Beemster; 2e A. Heddes, te Schagen d Melkvaarzf ngekalfd na 1 Januari 1883, le prijs D. Schilp te Beemster; 2e L. Visser te Beemster. e. Twee beste Kuispinten le prijs jhr. mr. P. van Foreest, te Heilo2e Douwe Jongens, te Beemster; bestuursprijs M. J. Koelman te Schagerbrug. Als een bewijs dat ofschoon de handel niet zoo levendig was als het vorige jaar, goede prijzen werden besteed, kan het volgende dienen Het ter opluistering ingezonden kalf van C. Kieft te Limmen geboren 5 November 1882 en wegende 230 pond is aan G. C. van Mastingn slager te Am sterdam verkocht >oor de belangrijke som van f 245. J. Spaan van Alkmaar verkocht 3 zijner jonge reuzen- konijnen voor 3 het stuk. Kerkvoogden der herv. gemeente hebben op het verzoek van den heer 1). v. d. Keilenbesloten, de merkwaardige, maar helaas niet meer in oorspronke- ljken toestand zijnde schilderij voorstellende de 7 werken van barmhartigheid en vervaardigd in 1504, in te zenden ter retrospectieve tentoonstelling van kunst, te Amsterdam te houden te gelijk met de internationale tentoonstelling. Van onderscheidene zijden melden onze corres pondenten dat in hunne woonplaats de schok van aardbeving in onze telegrammen vermeldwerd ge voeld. Ook hier ter stede werd hij door eenige inge zetenen waargenomen. Beraadslaging1 over liet rapport in zake de gemeente-verlichting. De Voorzitter deelt mede, dat de commissie eenparig wenscht, dat de beraadslagingen over deze zaak op meer bezadigden toon zullen worden gevoerd, dan in de medegedeelde beschouwingen van den heer C. W. Bruinvis doorstraalt. De heer Stoel heeft de heden aan de orde zijnde vraag, gemeentelijke exploitatie of exploitatie door derden met ernst, over wogen. Door de verplichte overneming der fabriek is de ge meenteraad thans genoodzaakt, omtrent die vraag eene beslissing te nemen. En nu is de slotsom zijner overwegingendat ge meentelijke exploitatie bezwarend en gevaarlijk is, Men weet niet, welke som daarmede gemoeid zal zijn. Overalwaar de gemeente eene handelsonderneming exploiteert, worden slechte zaken gemaakt. Dit kan ook niet anders want de gemeente- betaalt altijd meer dan een particulier. Dat gemeentelijke exploi tatie kostbaar isdaartoe haalt hij nog aan het heden door hem in de dagbladen gelezen berichtdat de raad der naburige ge meente Hoorn besloten heeft 150,0(10 aan de gasfabriek ten koste te leggen. Het gemeente-belang brengt mede de exploi tatie door derden te doen geschieden verpachting of aanbe steding is de voordeeligste weg. De gemeente leeft dan toe zicht, hetgeen een voordeel is, want bij gemeentelijke exploi tatie zijn uitvoering en toezicht in ééne hand vereenigd. Men voige den weg, te Amsterdam en Helder aangegeven, een weg, waarbij men zich goed bevinden zal. Hij zou de overgenomen gasfabriek in het openbaar bij inschrijving willen verpachten voor den tijd van 20 iaren (een termijn van 10 jaren aciit hij te kort) onder bepaling, dat van particulieren ten hoogste f 0,09 per stère gas mag worden geheven; dat de gemeente voor de straatverlichting betale, hetgeen zij thans betaalt, onder bijvoeging dat voor meerdere lantaarns naar evenredigheid zou worden bijgepastdat het gas voldoe aan de daarvoor gestelde en reeds aangegeven voorschriftendat voor het gebruik der gasfabriek betaald worde rente van het kapitaaldoor de ge meente als overnemingsprijs te voldoen. Hij stelt voor in het belang der gemeente in dien geest te besluiten. De heer C. W. Bruinvis zegt Ik moet nog bij enkele punten van het nu te behandelen rapport s'ilstaan toen ik de portefeuille met stukken ter lezing kreeg, had ik slechts tijd enkele opmerkingen neêr te schrijven. In hetgeen ik over de verbetering der gasbranders in een mijner stukken heb aangevoerd, heeft de commissie behendig een argu ment trachten te vinden voor gemeentelijke exploitatie. Ten onrechte: ik sprak van de branders hij particuliere gebruikers, niet over die in straatlantarens. Overal is de open vleermuis- vlam daarvoor regei en de verbeterde brander met door glas gedekte vlam kostbare en zeldzame uitzondering. Misschien telt den Haag er een drietal. Had de commissie nu zoodanige uitzondering voor de Steenenbrug en het Waagplein gewenscht, zij had die met meer kans op goed gevolg kunnen bedingen dan de dure zelfregistreerende manometers, die, nevens 12 andere, in verschillende gebouwen waar te nemen, gewone manometers", als ten mi ste overbodig konden aangemerkt worden. De commissie wil hare ontworpen exploitatierekening [ik heb reeds be'oogd hoezeer zij met opbrengst van cokes, teer en ammoniawater in de war was] als onaantastbaar beschouwd hebben, zoolang er niet eene andere exploitatierekening tegen over wordt gesteld. Dat is inderdaad eene zeer gemakkelijke manier van bewijzen, waarvan niemand dupe behoort te zijn. Op de commissie ligt de last van bewijs, en wel door over legging van de rapporten der deskundigen; andere personen hebben wij in deze niet te gelooven. De commissie beroept zich op de utrechtscbe gasfabriek en wel te eer, o ,ndat ook ik dit gedaan heb. Ondershands wil ik hier opmerken, dat, ik met die fabriek volstrekt niet ingenomen ben, en sprak ik in een mijner stukken over raadszittingen waarin over slecht licht der gemeentelijke fabrieken geklaagd werd, dan bedoelde ik o. a. Utrecht. Maar nu ons wederzijdsch beroep op die fabriek. Van mijne zijde was het eene concessie, dat ik voor de vermoedelijke opbrengst van cokes, teer en ammoniawater te rade ging bij eene fabriek in zoo groote ge meente als Utrecht. Maar tot berekening van de winsten der onderneming had de commissie beier gedaan, te rade te gaan in eene stad van de grootte van Alkmaar. De gemeenle Utrecht is 5 maal grooter dan Alkmaar, maar liet gasverbruik is er 10 maal grooter, en het is te begrijpen dat, op hoe grooter schaal eene zaak gedreven wordt, de winsten ongelijk hcoger moeten worden. Nu rekent de commissie ons echter voor, dat de dure straatverlichting te Utrecht gecompenseerd wordt door uitkee- ring voor het gebruik van gemeentegrond, en dat er bovendien nog grove winst overschiet. Zijn de omstandigheden inderdaad zoo gunstig, dan moet men niet vergeten, dat de fabriek reeds in 1562 is opgericht en in de eerste jaren van particulieren hief 13 cents per kub. el, dus nog heeft kunnen profiteeren van de vette jaren, waarop ik in een mijner stukken gewezen heb. jaren, waarvoor wij thans te Alkmaar reeds te ver gekomen zijn. Maar opmerkelijk is het ook, dat de utrechtscbe fabriek, die zooveel winst aan de gemeentekas bezorgt, nog niet anders heeft kunnen afdokken dan de kosten voor hare uitbreiding en verandering, en dat liet bedrag barer schuld, dat op 1 September 1862 groot was 618,076,56%, op 31 December 1880 geklom men was tot Z 629,145,77. En niet minder opmerkelijk is, wat ik in het vorige jaar in de dagbladen vond aangaande de in 1858, dus nog in de vette dagen, opgerichte stedelijke gasfa briek te Deventer, eene stad die meer'dan Utrecht Alkmaar in grootte nadert, n.l. dat de uitgaven der fabriek de inkomsten der straat- en particuliere verlichting met f 6770 te boven gingen. Ik stel mij geen partij voor de juistheid dezer opgaaf, maar ongelooflijk is zij niet,, na hetgeen ik reeds van de «be moedigende' resultaten van gemeentelijke exploitatie in mijne stukken heb medegedeeld. De commissie zegt, de gasfabriek heeft geene voorstellen ge daan, er is van haar geene aanbie ting. Het tegendeel is waar een en ander is vervat in haar schrijven van 4 December. Zij vereenint zich in hoofdzaak met, den veranderden vorm van het contract, maar zij weigert de zelfregistreerende toestellen, het eenzijdig onderzoek en den prijs van 9 centen, waarvoor zij stelt 10, met verhooging van cent voor elke verhooging van den steenkolenprijs met 10 t. h, Wat de weigering der toe stellen en van het eenzijdig onderzoek betreft, geef ik haar ge heel gelijk. De wijze, waarop de commissie hare onderhandeling ingesteld heelt, is allerminst geschikt geweest om de pijpgas compagnie te nopen, zich met gebonden handen aau de tegen partij over te geven, en was zij in dit opzicht met meer ver trouwen bejegend, wellicht ware zij op het punt van den prijs rekkelijker bevonden. Voor de particuliere verbruikers is niet temin een afslag met 1% cent een niet te versmaden voordeel. Tegen de verhooging in geval van rijzing der steenkolen mag de commissie geen bezwaar maken, omdat zij aan de waarschijn lijkheid eener verhooging met gelooft. Het groote verschil komt dus hierop neder, of de particulieren aan de pijpgascom pagnie 10, of aan eene gemeenlefabriek 9 centen zullen betalen. Is dit voor hen nadeelig verschil nu de moeite waard, dat men daarvoor zich al de uitgaven, de zorgen en de kwade kansen lener gemeentefabriek op den hals haalt? l)at heeft de raad alsuog te beslissen, al meent ook de commissie dat hare be slissing genoeg is en dat de raad zich daaraan zonder eigen oordeel behoort te onderwerpen. Wat ik uitgemaakt wensch te zien, is in overeenstemming met den wensch van den Voor zitter in de vorige vergadering; daarmede komen wij op zuiver terrein. De heer A. P. de Lange wenscht slechts ééne kleine opmer king te maken. De heer C. W. Bruinvis heeft in deze zaak de gewoonte, om uit een verslag eenige cijfers als opgaven te nemen, ten betoogedat de door hem voorgestane meening juist is, met weglating van hetgeen voor zijne redenering niet geschikt is Zoo heeft bij nu, bij zijne opgaven over de utrecht scbe gasfabriekeene kleinigheid vergetendie hii in het voor hem liggende verslag omtrent die fabriek gelezen heeft en thans even wil mededeelenzonder iets daarbij te voegen als over bodig. In dat verslag wordt vernield, dat van 1 September 1862 tot uit0. Dec. 1881 een bedrag van f 1,491,185,61 uit de ontvangsten der fabriek afgelost is. De heer C. W. Bruinvis antwoordt, dat het kwaad bij ge meentelijke exploitatie juist is het voortdurend vermeerderen der schuld. Nog dezer dagen werd te Utrecht weer tot eene belangrijke uitgaaf besloten. De heer Kraakman wil gaarne hulde brengen aan het door de commissie uitgebrachte rapport, maar kan de opmerking toch niet terughouden dat zij een oordeel uitspreekt over za ken dat van haar niet gevraagd is. De commissie ontving de opdracht, om den raad aan te bieden ontwerp-voorwaarden voor openbare aanbesteding en nu ignoreert zij heel eenvoudig het daartoe in de vorige vergadering genomen besluit. De commissie brengt de zaak op een geheel ander terrein. Het motief van het in de vorige vergadering genomen besluit was ditde meerderheid van den raad is tegen gemeentelijke ex ploitatie gestemd, doch men wil de voorwaarden kennen, bij exploitatie door derden door de gemeente te slellen, (nan welke exploitatie ontegenzeggelijk bezwaren verbonden zijn) om een oordeel te kunnen uitspreien. Waren die voorwaarden aangebodendan had ieder lid de daaraan verbonden moeielijkheden kunnen overzien. Het door den heer Stoel thans in hoofdtrekken aangegeven plan van verpachting is eigenlijk eene aanvulling van het in de vorige vergadering door den heer Vonk ingediende en met algemeene stemmen aangenomen voorstel. Alleen merkt hij op, dat Alk maar niet gelijk staat met Amsterdam en den Helder, zooals de heer Stoel meentwant hier moet de fabriek door de ge meente overgenomen worden. Aan het rapport der commissie ontbreekt het verpachtingscontract: de commissie heeft niet ge geven de van haar verlangde aanvulling, De vraagof open bare aanbesteding wenschelijk isdoet niets Ier zake, maar de raad kannu bet door hem verlangde niet gegeven isgeen besluit nemen. Hij zou daarom de stukken op nieuw naar de commissie willen terugzendenom alsnog te voldoen aan het verlangen, in het voorstel van den heer Vonk uitgedrukt en hij hoopt, dat de heer Vonk te dien aanzien hetzelfde gevoelen zal zijn toegedaan.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1883 | | pagina 6