tl Al
m
No. 53.
Vijf en tachtigste Jaargang.
1883.
Tentoonstellingen.
FEUILLETON.
ZONDAG
6 MEI.
EERSTE BLAD.
!1) DE STER DER AIVTHOLDS.
*l
X
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
Prijs der gewone Advertentiën
#fficiëel (Ocbcellc.
4
I
ALKMAARSCHE COURANT
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door
het geheele Rijk f 1,
De 3 nummers 0.06.
t an 15 regels f 0,75; iedere regel meer f 0,15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HEEM», COS-
TER ZOON.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algemeene kennisdatwegens herstelling het
verkeer over de Halvemaansbrugonder de gemeente Oudokp,
van at 7 Mei 1883 tot nadere aankondiging zal gesloten zijn.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
1 Mei 1883. De Secretaris,
NUHOUT VAN DER VEEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter kennis van de ingezetenendat eenc derde supple-
toire begroting, dienst 1882, lieden den gemeenteraad aan
geboden gedurende de eerstvolgende veertien dagen op de
secretarie der gemeente ter lezing nedergelegd en in afschrift
verkrijgbaar is tegen betaling der kosten.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
1 Mei 1883. De Secretaris
NUHOUT VAN DER VEEN.
Op dec helderen zonnigen eersten dag der Mei
maand is de „internationale koloniale en uitvoerhandel-
tentoonstelling" door Z. M. den Koning geopend en
schoone welgeslaagde feesten zoowei "ais de aanblik
van de tentoonstelling zelvevoor zoover zij gereed
washebben een gunstigen indruk nagelaten. Voor
zoover zij gereed was. Wij hebben reeds gehoord,
hoeveel daaraan nog ontbreekt- maar wij kunnen ons
troosten met de gedachte dat een „wereldtentoonstel.
1Dg "ij hare opening slechts voor een gedeelte door
aanschouwing en voor het grootste deel door de ver-
oeelding laat zien wat zij worden zal. Zij is in wor
ding; er is genoeg in orde gebracht voor e'en plechtige
opening, de daarvoor bepaalde dag is aangebroken, en
zij moet^ op dien dag geopend wordenanders kwam
zij nooit gereed. Te Amsterdam kon de bezoeker in
het afzonderlijke gebouw voor de inzendingen uit Oost
en West-Indië reeds geheel door aanschouwing oor-
deelenen in dit Moorsch paleis ontving bij den
indruk dat deze tentoonstelling iets nieuwsiets oor
spronkelijks zal vertoonen voor zoover zij zich tot de
voortbrengselen uit andere werelddeelen bepaalt. Wat
de voorwerpen voor den „uitvoerhandel" betreft, zal
zij zich van andere groote tentoonstellingen niet onder
scheiden.
De wereldtentoonstellingen dagteekenen van het jaar
1851toen de eerste te Londen werd gehouden en
van geen tentoonstelling zijn de gevolgen belangrijker
geweest dan van deze. Voor de eerste maal konden
de voortbrengselen der nijverheid uit de gebeele be
schaafde wereld met elkander vergeleken worden; elke
natie kon daardoor zien wat haar ontbrak en ia 'welke
opzichten zij bij hare buren achterstond. Op velerlei
gebied heeft zich na uien tijd een krachtige wedijver
geopenbaard, die gunstige gevolgen heeft gehad. Wat
bij voorbeeld de kunst-nijverheid, bet gebied'vau gepaste,
doelmatige en schoone vormen en kleuren betreft,'
was de meerderheid van Frankrijk zonneklaar gebleken!
Engelandin welks hoofdstad deze overwinning was
behaaldheeft zich aanstonds beijverd om van de les
partij te trekken. Het bekende South-Kensington-
museum werd voor de nijverheid een schouwplaats van
de beste voortbrengselen van alle beschaafde volken op
dit gebied het kreeg vertakkingen door het geheele
land, en door de oprichting van talrijke industrie- en
teekenscholen trachtte men den werkman te leeren wat
hem voor de vervuiling zijner taak ontbrak. Niet
zonder gunstig gevolg. Elf jaren later, in 1862, werd
voor de tweede maal een wereldtentoonstelling te Lon
den geopend nadat Nieuw-York Munchen en Parijs
met meer of minder goeden uitslag de natiën tot dezen
kampstrijd des vredes hadden uitgelokten de geheele
wereld erkende den belangrijken vooruitgang der En-
gelsche kunstnijverheid. Frankrijk zelf werd bevreesd
voor een mededinger die in zoo korten tijd zulke
reuzenschreden had gedaan. Eenige industriëelen en
kunstliefhebbers begrepen dat er iets gedaan moest
worden om den voorrang te handhaven die tot no»
toe aan Frankrijk was toegekend. Niet alleen de
nationale eer, maar ook bet nationaal vermogen was
er mee gemoeid en zij richtten een vereeniging op
om voorbeelden en lessen te geven van uitnemende
bewerking en goeden smaak, die ondanas alle politieke
beroeringen en een verderfei ijken oorlog voor den vüj-
tigen kandigen leergierigen Franschman van groot
nut is geweest.
Ook voor een ander volk was deze tweede Londen-
sehe tentoonstelling een spoorslag tot nieuwe krachts
inspanning. Te Weeneu werd een museum van kunst
nijverheid, in verband met een daaraan verbonden
school, gelijk een bevoegd beoordeelaar het uitdrukt,
„de ïchtbron, die hare verkwikkende stralen door de
gebeele Oostenrijkscbe monarchie verspreidt." Het
teekenonoerwijS werd opnieuw geregeld, tal van in
dustrie-scholen verrezen in alle deelen des rijks beur-
zen voor minvermogende doch veel belovende leerlin
gen werden met milde hand verkrijgbaar gesteld het
regeerend stamhuis, de aristocratie en de meest ver
mogende particulieren steunden voortdurend door spe-
ciale opdrachten de onvermoeide pogingen der industri-
eelen, en de wereldtentoonstelling in 1873 te Weenen
gehouden heeft bewezen dat ook hier niet te vergeefs
is gearbeid.
Ook Nederland zal dit jaar een „wereldtentoonstel-
ïng in zijn hoofdstad voor landgenoot en vreemdeling
geopend houden. Het denkbeeld daartoe is niet van
ons uitgegaan. Een vreemdeling heeft bet geopperd
Uit het Hoogduitsch van ADOLF STRECKFUSS.
Weder zag de geheimraad op langer dan te voren
liet hij zijn blik op Hermans gelaat rusten de uit
drukking van vasteonwankelbare beslistheid die er
op te lezen stondboezemde hem achting in. Hij
gevoelde, dat er een wil tegenover den zijne stond die
even onbuigzaam was, een wil, waarmede hij rekening
moest houden, indien hij zijne plannen wilde doen sla
gen. Hij sloeg de oogen weder neder, dacht eenige secon-
®n zeide daarop met onveranderlijke kalmte
„Gij wilt tijd winnen. Ik doorzie uw plan en dat
uws vaders. In drie maanden ongeveer zal de erfenis
van den overste von Werneburg kunnen worden aan
vaard dan hoopt uw vader zijne wissels te kunnen
betalen. Tot zoolang wilt gij de beslissing verdagen
om mij optehouden maar dat zal u niet gelukken 1
Het is mij niet alleen om de betaling der wiesels te
doen ik heb andere plannen waarin ik mij niet zal
laten dwarsboomen door een wel behendig, maar toch
met behendig genoeg uitgedachte kunstgreep. Gij zijt
een man van verstand mijnheer de baroneen
man van wilskracht, niet zooals mijnheer uw vader
toegevend aarzelend en wijkende voor iederen invloed,'
g ij zult mij wel begrijpen wanneer ik u openhartig
mededeelwat ik beoog. Uw vader moest ik dreigen,
met u kan ik het misschien eens worden. Sedert jaren
is het mijn plan geweest, om de goederen der Antholds
direct ot indirect door een huwelijksband in mijn be
zit te brengen. Er heerschen omtrent mijn persoon
wegens eenige gewaagde zaken, in de hoogste kringen
vooroordeelen die veroorzaakt hebben dat mij den
eerBten christehjken bankier der hoofdstad eené on-
en is,te Amsterdam gekomen om zijn denkbeelden uit
een te zetten. Hij vond er gehoor, maar het kapitaal
voor de onderneming werd buitenslands bijeengebracht.
Door den moed der mannen die in Amsterdam zich
met de uitvoering en regeling belastten door den steun
van de Regeeringdoor de bijdrage van die tonnen
gouds uit de geldmiddelen van moederland en kolo
niën, door de medewerking van zoovele officiëele en
particuliere personendoor de aanvaarding van het
beschermheerschap en de opening van de tentoonstel
ling zelve door den Koning is zij ten slotte een na
tionale zaak geworden die voor land en volk van
groot belang kan zijn.
Nederland zal op eigen bodem de voortbrengselen
zijner nijverheid naast die van zijn buren ten toon stelllen
en aan de beoordeeliug van landgenoot en vreemde
ling overgeven. De vreemdelingen zullen ons in
grooter getale dan ooit te voren bezoeken meer dan
ooit met het doel om ons onze zeden en gebruiken
onze levenswijze, onze denkbeelden onzen handel en
onze nijverheid te beoordeelen. Door de geheele wereld
zal over ons gesproken worden. Hoe het oordeel over
bet algemeen zal zijn kan niemand voorspellen maar
boe bet moge zijn laat ons hopen dat wij het tot ons
eigen voordeel mogen gebruiken. Daartoe zal het
noodig wezen dat wij niet al te gevoelig zijn voor lof
oi blaam. Voor een klein volk is het misschien moei
lijker zich daarboven te verheffen dan voor een groote
natie, die zich bewust is dat men ten slotte haar toch
met over het hoofd zal zienmaar om de eene of
andere reden haar vriendschap of bondgenootschap zal
trachten te winnen. Omdat wij klein zijnzijn wij
somtijds te kinderlijk ingenomen met een woord van
waardeering of goedkeuring van den vreemdeling en
aan den anderen kant dikwijls te zeer geneigd om ons
verongelijkt en gekreukt te gevoelen. Toch zou het
verstandiger zijn, ons over een minder gunstig oordeel
niet te belgen. Is bet ongegrond, de vrucht misschien
van onbekendheid met den waren toestand, van opper
vlakkig onderzoek, gebrekkige inlichting of misverstand,
zooveel te beterverheugen wij ons in dat geval dat
het niet zoo isen stellen wij zoo noodig de onjuist
heid der beoordeeling kalm en duidelijk in het licht-
maar vragen wij ons vóór alles af, of bet oordeel mis'
schien niet juist isof er althans geen waarheid aan
ten grondslag ligt, ook al gaat zij gepaard met groote
onzijdigheid en overdrijving. Hier vooral is een vriend
dis ons onze feilen toontde ware vrienden al is
hij zelfs onze vriend niet, toch kunnen wij met zijn
opmerkingen ons voordeel doen en later door onze
daden toonen dat wij vooruit zijn gegaan of verkeer
delijk zijn beoordeeld. Dan alleen toch kan een inter
nationale tentoonstelling voor ons nuttig zijn als het
ons er werkelijk om te doen isook van anderen te
leeren. Wat de tentoonstellinghet bezoek van den
vreemdeling, zijn verkeer in ons midden en zijn oordeel
leerrijks voor ons, voor onze nijverheid, voor onzen
derscheiding is onthoudendie men mijn joodschen
concurrent heeft verleend. Julius Arnhem is tot den
adelstand verheven, ik Frederik Treu ben echter met
mijne aanvraag afgewezen. Mijn krediet lijdt daaronder.
Ik bekommer mij overigens weinig om ordeteekens of
titels maar ik heb een titel noodig voor mijne zaak
die strekt der wereld ten bewijzedat mijn huis met
dat van Juhus Arnhem op eene lijn staat. Ik heb
tegen vooroordeelen te kampen die slechts door het
vooroordeel kunnen worden overwonnen. Den eigenaar
der goederen der Antholds den schoonvader van baron
van Antholdzal men de brieven van adeldom niet
weigeren. Begrijpt gij nu mijnheer de baron waar
om ik zoozeer op het tot stand komen dezer verbinte-
nis aandring
„Volkomen ik heb tot nu toe niet gewetenwelke
waarde een titel aan de beurs heeft, en gevoel mij
hoogst gestreeld dat ook mijn persoon als aanhangsel
van een titel niet geheel zonder waarde is. Dat geeft
iemand altijd een zekeren trots.''
De geheimraad zag op maar het spottende lachje
dat om Hermans lippen lag, beviel hem niet, en den'
blik snel weder op zijne verlakte laarzen richtende,
ging hij, met zijne zware gouden horlogeketting spelende'
voort:
„Gij spot omdat gij de waarde van een titel niet
kentik ken haar echteren daarom is het mijn
streven geweest, om dien te verkrijgen: ik heb daarvoor
groote sommen opgeofferdgrootere dan zelfs uw
vader vermoedt. Ik heb in een tijd, waarin het
mij moeielijk vielom groote kapitalen uit mijne zaak
los te maken en vastteleggenlangzamerhand al de
hypotheken opgekocht, waarmede de goederen uwer
familie zijn bezwaard ik heb bovendien mijnheer uw
vader voor zijne speculaties een crediet geopenddat
zijn vermogen te boven gaat. Meent gij nu, dat ik
vele jaren lang met onvermoeide standvastigheid en
groote ofiers een goed overlegd plan heb nagestreefd
om in het oogenblik dat het eindelijk tot rijpheid, is
gekomen, er van at te zien. Voor zoo dwaas en goedig
zult gij mij wel niet houden, mijnheer de baron!"
„Neen daarvoor houd ik u geenszins mijnheer de
geheimraad. Het bedenken van zulk een plan sluit
ieder denkbeeld van goedheid uit," antwoordde Her
man zeer kalm, hoewel zijn oog met eene uitdrukking
der diepste verachting op den bankier rusttedie^
steeds met den blik op zijne laarzen gevestigd voort
ging
„Overmorgen vervallen de wissels, die ik van mijn
heer uw vader in mijn bezit hebovermorgen moet
bovendien ook eene opgezegde hypotheek van vier en
vijftig duizend gulden, eene vierde alzoobetaa'd
worden mijnheer de baron 1 Uw vader kan die even
min verschaffen als bij in staat is om de wissels te be
talen. Binnen drie maanden zal ik dus voordat mijn
heer uw vader de erfenis van den overste von Wer
neburg kan aanvaardende goederen mijn eigendom
kunnen noemen, daar bovendien uw vader onvoorzichtig
genoeg is geweest, om alles voor deze hypotheek te verbid
den. Ik heb goede relatiën en ik geef u de verzekering,
dat ik zoo snel mogelijk de zaak tot een einde kan
en zal brengen. Niet langer dan tot overmorgen dus
geef ik u tijd voor eene beslissende verklaring. Kan
ik overmorgen in de couranten de verloving mijner
dochter Adèle met baron Herman von Anthold bekend
maken en volgt daarop binnen veertien dagen de
bruiloftdan zal ik van alle maatregelen tegen mijn
heer uw vader afzien. Gij treedt in het bezit der
goederen Boven- en Beneden Lösenmijnheer uw
vader behoudt Warnitz, en ik zal voor de regeling
zijner schulden zorgen. Bij voorkeur wensch ik door
eene huwelijksverbintenis mijn doel te bereiken, gelukt
mij dit echter nietweigert gij mijn wil te volgen
dan moet ik tot gewelddadige middelen mijn toevlucht
nemen daar ik u niet dwingen kanom met mijne
dochter in het huwelijk te treden. Ik kom dan ten
minste in het bezit der goederenèn verbintenis èn
goederen zouden mij echter ontgaanindien ik mij
f*
•1
A