No. 65.
Vijf en tachtigste Jaargang.
1883.
De kroning van den allcenheerscher.
FEUILLETON.
ZONDAG
3 JU MI.
BE STER DER ANTHOLDS.
Prijs der gewone Advertentiën
Dit nummer bestaal uit twee bladen.
EERSTE BLAD.
(jPflicicel (Bcbeelte.
Plaatselijke directe belasting.
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Dondsrdag- eji
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 8 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door
het geheele Bijk f 1,
De 8 nummers 0.06.
Van 15 regels ƒ0,75; iedere regel meer 0,15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HEBMs. C08-
TEB ZOON.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algemeene kennisdat het kohier der plaatselijke
directe belasting dezer gemeente, dienst 1883, den 30 Meij.l.
door Gedeputeerde Staten van Noord-Holland goedgekeurd,
heden ter invordering aan den gemeente-ontvanger is uitgereikt,
zijnde tevens dat kohier in afschrift gedurende 5 maanden
aanvang nemende 4 Juni 1883, ter gemeente-secretarie voor
een ieder ter lezing nedergelegd.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
2 Juni 1883. De Secretaris,
NU HOUT van der VEEN.
P O L I 0 I E.
<*-Ter terugbekoming is aan het Commissariaat van Policie
het volgende gevondene voorhandeneen kinderbreukbandje;
een duimstokeen sleuteleen doosjewaarin een rozenkrans;
een rood fluweel kinderbeursje met zilveren knipeen paar
witte handschoenen; een zwart boezelaar; een zwarte shawl
met franje; een hoeden- en pettenmaat; een blauw halskettingje;
een nikkel-armbandje; een gouden oorbelletje met bloedkoraal;
een zilveren priemeen blikken bus, vermoedelijk met olie ge
vuldreeds in het najaar van het vorige jaar onbeheerd ge
vonden
Onder Oudorp gevonden; een zilveren knipje met eenig geld
en een portemonnaie met eenige centen.
Den 27 Mei is Aleiander III Keizer van Bus-
land in de oude hoofdstad des Bijks gekroond en ge
zalfd volgens de oude gebruiken. In Maart 1881 volgde
hij zijn vader op, maar tot nog toe bleef de kroning
achterwege. Het vreeselijk uiteinde van den vorigen
Keizer en de onverflauwde pogingen der nihilisten om
het Keizerlijk Huis te treffen hadden de plechtigheid
steeds vertraagd thaos behoort zij reeds tot het ver
leden© en zij heeft geenerlei stoornis ondervonden.
In de menigvuldige berichten omtrent de kroning
ontmoette men slechts zelden de woorden „Keizer" en
„Keizerin maar zooveel te meer de titels „Czaar" en
„Czarin." Toch zijn zij sedert 1710 niet meer de
offieiëele titels van den beheerscher des rijks en zijner
gade. Aanvankelijk werden de Byzantynsche Keizer
en de Khan der Mongolen, die over Busland heersch-
ten, met den titel van Czaar genoemd, terwijl de vorsten
van Moskou den naam van Grootvorst droegen. Nadat
deze vorsten zich geheel onafhankelijk hadden gemaakt,
liet Iwan IIde verschrikkelijkezich in 1547 als
Czaar kronen en de Grieksche Patriarch te Konstan-
stinopel erkende op plechtige wijze zijn recht op dien
titel, die ongetwijfeld van het Grieksche Kaisar (Caesar)
afstamt. Met Peter den Groote begon voor Busland
een geheel nieuw tijdperk. Met onuitputtelijke geest
kracht en onverbiddelijke gestrengheid heeft deze ge
weldige hervormer Busland uit zijn oostersche afzonde
ring in aanraking gebracht met het westen met wes-
terscLe beschaving, westersche wettnschap en westersche
gebruiken. Zijn veroveringen deden Busland voorgoed
post vatten aan de Oostzee en de Zwarte Zee. HJj
vormde een leger en een vlootreisde door vreemde
landenbracht vreemdelingen in het „Heilige Bus
landgaf hun aanzien macht en bestuur, knoopte
handelsbetrekkingen aan deed schepen bouwen, kana
len graven en wegen aanleggen stichtte een nieuwe
hoofdstad in de nabijheid van de zeeen verliet het
oude Moskou. Hij beperkte zelfs de nationale kleeder
dracht en verbood de lange baarden. Hij maakte zich
tot het hoofd der Kerk stichtte de Heilige Synode
en nam den titel aan van Keizer aller Bussen. Zoo
werden de titeis van Czaar, Czariza, Czarewitsch (zoon
des Czaars) afgeschaften vervangen door die van
Keizer Keizerin (Imperator, Imperatriza) Grootvorst.
Alleen de troonopvolger bleef den titel van Czarewitsch
voeren. Toch is het Bussische volk tot op den hul
digen dag zijn beheerscher Czaar blijven noemen en
zijn de Czaar en de Czariza te Moskou, niet te Peters
burg gekroond.
Er is een nieuw Busland waarvan Petersburg de
hoofdstad is en een oud Busland waarvan de oude
hoofdstad Moskou het karakter blijft uitdrukken. Peter
zelf liep meer dan ooit gevaar, in zijn strijd tegen het
oude Busland regeering en leven te verliezenmaar
hij zegevierde en zette zijn hervormingswerk door met
woeste geestkracht en niets ontziendegewelddadige
onverzettelijkheid. De geest van het oude Busland is
echter blijven leven en doet zich in de laatste jaren
weer sterker gelden. „Naar huis," is de kreet, en die
beteekentterug van het westen terug uit de richting
van Peter den Grooteterug van Petersburg naar
Moskou zij het niet in werkelijkheiddan toch in
den geest. De moord van dan vorigen Keizer, de
aanslagen der nihilisten en de ondernemingen en de
voornemens van de mannen van de petroleum en het
dynamiet hebben er ongetwijfeld toe bijgedragen om dien
kreet meer ingang te doen vinden. Men zoekt steun-
sels voor het gezag men verlangt veiligheid, zekerheid
en orde en men meent daartoe den weg te vinden
in den terugkeer tot de nationale begrippen en ge
bruiken in de verwijdering van vreemde instellingen
en vreemdelingen. Er wordt reeds gewezen op eenige
teekenen die van deze terugkeer zouden getuigen. De
oud-Kussiscbe kleederdracht is weer in de mode geko
men de legerafdeelingen hebben hunne vaandels ver
wisseld met de oude heiligen-beelden in hoogere en
lagere scholen is de militaire tucht hersteld, en wordt
de wederinvoering van de uniforme kleeding voorspeld.
Men gaat ontegenzeggelijk te ver, wanneer men in de
kroningsplechtigheid te Moskou een blijk wil zien van de
gezindheid des Keizers om zich aan te sluiten bij de „na
tionale partij." Alle Bussische Keizers zijn op gelijke of
gelijksoortige wijze gekroond en gezalfd, en de tegenwoor
dige Keizer zon er niet aan gedacht hebben met dit
oude gebruik te brekenook al was hij de sterkste
tegenstander van de oud-Bussische richting maar niet
minder zeker is hetdat deze indrukwekkende plech
tigheid bijzonder geschikt is om den zoogenaamden
nationalen geest op te wekken en voedsel te geven aan
de zucht om de oude onbeperkte alleenheerschappij en
de oude Bussische Kerk onveranderd en onverzwakt
te handhaven. De Keizer toch wordt gekroond en ge
zalfd, als de drager van alle wereldlijke en geestelijke
macht. Het Journal de St. Petertbourg verkondigt den
volke „De nauwe banden tusschen het Bussische volk
en zijn Monarch bestaat hierin dat het volk den Kei
zer niet alleen als hoofd van den Staatmaar ook als
geestelijk opperhoofd beschouwt." Duidelijker is het
Dagblad van Moskou. „De Keizer" leest men daar
„door de genade Gods tot den vaderlijken troon ge
roepen is in deze stad gekomen om door een gods
dienstige handeling zijn autocratisch gezag in te wijden,
Busland zal levenzoolang de kroning haar dubbel
karakter behoudtpolitiek en godsdienstig. De Keizer
van Busland i3 niet slechts het hoofd des Bijks, maar
ook de beschermer der Grieksche Kerk die van alle
wereldlijke gezag afstand gedaan en zich aan de bescher
ming van den gezalfden des Heeren toevertrouwd heeft.
Laat ons bidden dat de Keizer slechts gehoor geve
aan de ingevingen zijns harten in plaats van het oor
te leenen aan de inblazingen uit den vreemde. Bus
land moet logisch en zich zelf getrouw blijven. Het
gevaarlijkste dat Busland zou kunnen doenis da
proefneming met verschillende stelsels. Alle begrippen
en denkbeelden op een anderen bodem ontstaan, kunnen
niet anders dan Buslands ontwikkeling belemmeren en
benadeelen. Het onderscheid tusschen het Westen en
Busland ligt voornamelijk in het feitdat daar alles
berust op betrekkingen en verhoudingen bij overeen
komst en hier geloof en kerk de grondslagen der
openbare orde zijn. Den volke de vrijheid den Keizer
de onverdeelde macht. Dit is het eenige stelsel dat
wij moeten volgen."
Den volke de vrijheid. Alzoo meer vrijheid van be
weging van denken en bj gevolg van gelooven, meer
vrijheid van onderlinge regeling van gemeenschappelijke
belangen en eigen bedrijf. Maar is dat vereenigbaar
met de onverdeelde macht des kiezers? Kan de Keizer
alle behoeften des volks kennen en meent hij in en-
geren en ruimeren kring op elk gebied de verhoudingen
en het bestuur zoodanig te kunnen regelen als in alle
streken van zijn onmetelijk gebied voor de verschillende
volken en rassen aan zijn schepter onderworpen het
wenschelijkst en heilzaamst is? Ziet hij niet in, dat hij,
trachtende en meenende dit te doen ten slotte niet
anders doet en kan doen dan het volk overleveren aan
zijn ambtenaren op wier handelingen hij niet kan toe
zien Bekrompen is hette meenen dat er slechts
Uit het Hoogduitsoh van ADOLF STBECKFUSS.
Tegen negen uur meldde de bediende dat het
avondeten gereed wasde geheimraad stond op en
bood Agnes den arm zoodat Herman wel gedwongen
was om Adèle den zijne te bieden en met haar den
langzaam vooruitgaande zich met moeite voortslepende
ouden heer door twee prachtig gemeubeleerde zalen
naar eene kleine met inderdaad vorstelijke pracht ge
tooide eetkamer te volgen.
De geheimraad had Herman op een eenvoudig kop
thee genoodigdwaarmede echter volstrekt niet het
souper overeenkwam dat hij zijn gast aanbood. Het
eene gerecht volgde op het anderede fijnste en duur
ste lekkernijen wisselden elkander afhet was als het
ware eene tentoonspreiding van een rijkdom die geen
geld ontzagen evenals de kostbare meubeleering
der eetzaal en de pracht van het zilveren tafelservies
Herman te onaangenamer aandeedomdat hij wist
dat dit alles wel eens het voorspel zou kunnen zijn
van een dreigenden ondergang.
De geheimraad deed het lucullische maal weinig eer
aan hij at bijna niets; ook de bij ieder gerecht afwis
selende wijnen wees hij terug hij nam alleen een glas
van een vurigen syearusiBchen wijn en ten slotte een
glas champagne zijne gasten drong hij echter met
eene aanhoudendheid, die Herman hoogst onaangenaam
wasom toe te tasten en te drinken terwijl hij nu
eens Agues dit gerechtdan eens Herman dien wijn
als zeer voortreffelijk en uit de beste bronnen aanbeval
en daarbij tevens deed uitkomen hoe duur de flesch
van dezen en genen wijn was, die nauwelijks zelfs meer
op vorstelijke tafels gevonden werd.
Ook op Adèle maakte blijkbaar het streven haars
vaders om met zijn rijkdom te pronken een hoogst
stuitenden indruk. Herman bemerkte wel hoe zij ie
dere keer, als de geheimraad eene opmerking ten beste
gaf over een uit verre streken ontboden lekkernij, ver
legen op haar bord neerzag en haar dan vaak bet
bloed van schaamte naar de wangen vloog; de geheim
raad bemerkte het niet of wilde het niet bemerken. Hij
bad aan tafel bijna alleen bet woord de vurige syra-
cusische had hem doen herleven hij scheen niet meer
zoo mat en loom als vóór tafel.
De gerechten volgden elkander snel ophet was
nog geen tien uur, toen de geheimraad de tafel ophief
en Agues naar de ontvangkamer teruggeleidde ook
Herman bood Agnes weder den arm, zij scheen echter
met opzet eenigzins te talmen; toen haar vader met Ag
nes reeds door de vleugeldeuren in de naaste kamer was,
zag zij tot Herman op en zeide zacb.t met bevende stem
„Mijn vader is heden ziekelijk opgewonden, baron. Hij
tracht zich goed te houden; maar voor mij kan hij het
niet verbergen. Hij heeft zeker eene of andere groote
onaangenaamheid in zaken misschien een zwaar ver
lies gehad hij spreekt in zulk een geval menig woord
dat hij liever ongezegd moest laten. Ik zou niet gaarne
wenschen baron dat gij hem en ons huis naar dezen
avond beoordeeldet."
Adèle had terwijl zij sprak, de oogen op den grond
gerichttoen Herman nu echter vroeg „Is er u dan
iets aan mijn oordeel gelegenmejufïrouw zag zij
snel op. Zij keek hem vast aan en antwoordde „Ja
Ik kan verdragen wanneer gij mijn vader en mij haat
maar nietdat gij ons veracht
„Mejufïrouw
„Antwoord mij niet met een dier nietszeggende ge
zelschapswoorden, met een dier verontschuldigingen, die
beleedigender zijndan zelfs de bijtendste spotdie
zoo vaak in uwe woorden ligt, wanneer gij tot mij
spreekt."
„Het is er ver van af, dat ik u zou willen beleedigen 1"
„En toch laat gij daartoe geen gelegenheid voorbij
gaan maar neenik wil u niet beschuldigenwaar
ik het mij zelf moest doen, dat ik mij in de opgewon
denheid van het oogenblik heb laten medesleepen tot
een scherp bitter beleedigend woord tegen u den
redder mijns levens
„Gij hebt mij beloofdom daarover niet meer te
spreken
„Kan ik bet woord terugdringen terwijl de herin
nering aan de daad mij onafgebroken bijblijft?"
Adèle kon niet verder gaan Jean die voor den
geheimraad en Agnes de vleugeldeuren had geopend
kwam terugmet een smeekenden schier vleienden
blik zag zij Herman aan en volgde daarop aan zijn arm
met snelle schreden haren vader naar de ontvangkamer.
Een vervelend uurdat allen aanwezigen ontzettend
lang vielverliep nog na het souper. Herman en A-
dèle namen weinig deel aan het gesprek de weinige
tusschen hen in de eetzaal gewisselde woorden hielden
beide te zeer bezigdan dat zij aan een alledaagseh
gesprek hunne oplettendheid konden schenken de ge
heimraad en Agnes moesten alleen het gesprek dus
gaande houden dat nu en dan door pijnlijke pauses
werd afgebroken omdat ook de oude heer niet altijd
de verstrooidheid meester was, die hem soms midden in
het gesprek overviel. Het was voor allen eene zeer
welkome boodschap, toen tegen elf uur het rijtuig van
den generaal voor het huis stil hield om de gravin
aftehalen.
De geheimraad betreurde het wel is waar zeer met
een vloed van beleefde woordendat ook Herman nu
reeds afscheid namdoch ook hij gevoelde zich door
het vertrek zijner gasten zeer verlichtwant hij had
dringende behoefteom zonder getuigen over ge
wichtige zaken natedenken. Hij drong daarom niet te
zeer op langer blyren aanwel echter verzocht hij
Herman dringendom zijn bezoek spoedig te herha
len en voegde daarbijdat hij hem steeds welkom
zou zijnen hij niet op eene uitnoodiging wachten