No. 66. Vijf en tachtigste Jaargang. 1883. FEUILLETON. WOENSDAG 6 JIINI. 12) 1>K STKIt BER ANTHOLDS. Prijs der gewone Advertentiën: ©fïiciëel (Scbecltc. Internationale Koloniale en Uitvoerhandel Tentoonstelling te Amsterdam. XI. aris sht: ALkHAARSCilE COURANT Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1, De 3 nummers 0-06. Van 15 regels 0,75; iedere regel meer f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. H C II UT T E B IJ. Je onderstaande personen worden verzocht zich ter ge- ente-secretarie aan te melden ALBERTUS MENSINK, GERRIT ANTHONIJ DE AAK, CORNELLS OVER, MARTINUS DE HAAS, AN RUITER. Lijst van brieven, waarvan de geadresseerden onhekend zijn verzonden gedurende de le. helft der maand Mei 1883: A. B. Wissing, Amsterdam; S. D. Maijer, Haarlem; H. A. Stokvisch Willemsoord. Van de hulpkantoren Rustenburg: I. C. Groot, Hoogwoud. Schoorldam: Nievloos, Muiden. Verzonden geweest naar Engeland: D. van Crevel, Londen. China. II "ven geliefd als de voorwerpen van porcelein zijn 'raaiedoozen, ingelegd met parelmoer, of overdekt fijn snijwerk, of gelakt met figuren op zwarten, „oden of vergulden grondde doozen mandjes vaasjes, kommen, damschijven, fiches, beeldjes, scheepjes, huizen en tuintjes van ivoor, de fijnge sneden houten portretlijstjes. Leelijk zijn daarentegen de houten beelden van dikbuikige en groothoofdige menschelijke monsters die misschien met den gods dienst in verband staan. Daartoe behooren wel de slanke vergulde met glinsterende metaalplaatjes of kristalletjes bezette Boeddabeeldjeswaarnevens meestal een soort van pajong, bestaande uit 3 boven elkander geplaatste, al kleiner wordende kroontjes, geplant is. Voor de godsvereering schijnen ook bestemd de iolcssale reukbrander, kandelaars en vazen van tin, ie wij aan het einde der chineesche afdeeling vin- n in bet middelste van een vijftal aardig gemeu- „1de vertrekjes. Van een tempel van Confusius met voorhoven zien wij een bouten model. Als groote voorwerpen van metaal en wel van brons ontmoeten wij draken, ooievaars en een klok, als kleinere van zilver een drink- of vruchten schaaldoosjes, servies en lepeltjes. De schilderkunst wordt behalve door het op schermen waaiers enz. voorkomende, vertegenwoor digd door enkele schilderijen waarvan de paneelen it porcelein of glas bestaan. Zij voldoen volstrekt I iet aan onze kunsteischen. Zonderling zijn ook de childerijen of liever kastjes met iandsckappen als ■et zoo heeten mag, vervaardigd van zwart gelakte takjesbladeren en geraamten van kleine dieren vastgehecht tegen een witten achtergrond. Als voortbrengselen uit het dieren- en plantenrijk, van landbouw en nijverheid vinden wij nog tijger en panterhuiden doozen met gekleurde en onge kleurde, gesponnen of tot koord bewerkte zijde, houtsoorten, vruchten en zaden, talrijke bussen met thee en flesschen met drankenreukwaren, weefsels van linnen zijde en damast, het laatste zoowel gekleurd als wit, geborduurde stoffen, grove kunst bloemen, pijlen, bogen, tasschen, trompetten, fluiten, bekkens en besnaarde muziekinstrumenten, een tel- doos kleine metalen pijpjes met houten roeren (ver moedelijk voor de opiumrookers), vliegers van taf in de gedaante van vogels en hekwerk van riet. Een legkast bevat ronde, in het midden vierkant doorboorde munten en voorts een aantal vreemde metalen voorwerpen, die eenigermate op bijteltjes, bijltjes en messen gelijken, liet zijn de munten die vóór 3000 jaren in China in gebruik waren. Zeer voldaan verlaten wij de belangrijke chinee sche afdeeling, die ons in staat gesteld heeft een blik te slaan op het leven van een der merkwaar digste volken. Uit China begeven wij ons naar P e r z i e dat slechts van daar of uit een der belgische zalen te bereiken is daar de toegang van de zijde der mid dengalerij is afgesloten door een engelsch buffet. Binnentredende verheelt men zich in een groot ta pijtenmagazijn te zijn: op den vloer, langs de liooge wanden tegen het onbegiaasde gedeelte van het dak, overal prachtige tapijten en daaronder van buiten gemeen groote afmeting. Is het oog aan deze omgeving gewend, dan bespeurt men, dat er op tafels en in kasten veel meer en veel schoons te zien is, dat de belangstellende bezoeker er overvloedige stof tot waarneming vindt. De vormen herinneren aan die van Britsch-Indieal komen zij daarmede niet steeds overeen. De geheele perzische afdeeling is geleverd door twee huizen de Perzische Ilandelsvereeniging J. C. P. Ilotz en Zoon, te Amsterdam, en de firma Ziegler en Co., te Tauris en Manchester. Vaak vindt men bij beide inzendingen dezelfde zakenmeermalen bij de eene ook wat de andere mist. Tegen den kleurigen achtergrond der tapijten merken wij het eerst op de groote schaal, de hooge en lage kannen, de borden en kommetjes van een grove porceleinsoortop delftsch gelijkende, met blauwe ornementen op witzwarte op blauwwitte op groenof wel geheel bont. Zij zijn vervaardigd van eene aardsoort, silladon genoemd, en zien er, althans wat de groote stukken betrefttamelijk Uit het Hoogduitsch van ADOLF SIRECKFUSS. XV. De dag na zijn bezoek bij den geheimraad ging snel voor Herman voorbij. Hj had zooveel te doendat hij niet tot kalm nadenken komen kon. De bezoeken bij zijne patiënten duurden langer dan gewoonlijk omdat hij voorschriften moest geven voor den volgenden dag, dien hij op Warnitz moest doorbrengen; het toeval wildedat hij juiBt op dezen dag iedere keer, dat hij thuis kwam, weder bij andere zieken werd gehaald, die van den jongen arts met lof hauden hooren spreken en nu voor de eerste maal zijne hulp inriepen. De uren vlogen dan ook voorbij en toen op den gewonen tijd de commissaris kwam had Herman nauwelijks gelegenheidom nog bet een en ander omtrent de voorgenomen reis aftespreken ook aan het schemer uurtje in de achterkamer kon hij niet deelnemen omdat hij nog een laatste ziekebezoek vóór zijn vertrek te maken had. Herman kwam eigenlijk eerst tot rust toen hij laat in den avond in de coupé zat en vermoeid in de kussens leunde om te kunnen slapen, had hij zich de weelde van een kaartje tweede klasse gegund. Door de inspanning van den dag afgemat, sliep hij dan spoedig in, en eerst, toen in den morgen de conduc teur het station F. afriep ontwaakte hij juist nog bijtijds om den trein te verlaten. De heerlijk Irisscbe morgen was zoo schoon, de lucht zoo verkwikkend, dat Herman er niet aan dacht, om aan het station een rijtuig naar Warnitz te nemen hij bad toch geen bagage bij zieh, behalve een licht reis- taschje. Het was geen inspanning maar een genoegen, eene verkwikking, om na den in den trein doorge- brachten nachtden korten afstand te voet afteleggen en bovendien gaf hem de wandeling tijd tot nadenken. Hij had gisteren in den maalstroom van verschillende bezigheden geen tijd gebad om zich een bepaald plan voor zijn optreden op Warnitz aftebanenen; dat moest bij nu inhalen toen hij op het bekende voetpad over het groene weilandvervolgens door het bosch en daarna weder over uitgestrekte weiden met langzame schreden naar Warnitz wandelde. Hoe zou hij tegenover zijn vader en broeder zijn on verwacht bezoek verklaren Zijn vader mocht hij van zijne werkelijke plannen niets mededeelen dit had hij den commissaris beloofd, en bij kalm nadenken scheen het hem zelfs gevaarlijk, om den zwakken man intewij- den in een plandoor welks uitvoering mogelijk oe verwachte erfenis voor de familie Anthold verloren ging. Drong Herman ook al met verontwaardiging de gedachte terug dat zijn vader het eens tegen de ongelukkige Sabine gepleegde onrecht kende, toch was hij niet ten volle van diens onwrikbaar rechtsgevoel overtuigd. Hij mocht hem niet aan eene verzoeking blootstellendie misschien zoo sterk was dat de door zulke groote gevaren bedreigde man haar misschien niet zou kunnen weerstaan. Herman moest zijn vader zeggen dat hij slechts voor een enkelen dag op Warnitz kwam om zich persoon lijk van den stand der feiten te overtuigen waarover Hans in zijne brieven niet dan onvoldoende inlich tingen gegeven had. Maar Hans Moest bij ook hem misleiden of mocht hij hem vertrouwen zijne hulp inroepen tot ontdekking van de waarheid? Dat Hans kern die hulp verleenen zoudaarvan was Herman overtuigd daarvoor stond het rechts- en eergevoel zijns broeders hem borgmaar dezelfde redenen die hem op den morgen van zijn vertrek van Warnitz be wogen hadden om over de treurige familieomstandig heden der Antholds tegenover zijn broeder te zwijgen oubakken oukoops uit. De zoodanige behooren dan ook tot wat men oudheden heetmaar worden nog vervaardigd en met het oude voorko men bedeeld, om de liefhebbers te verschalken. Misschien is dit eveneens het geval met de vele verglaasde tegels die vrij goed geschilderde voor stellingen uit het romantisch ridderleven vertoonen. Een groote bonte tegel moet zeer oud zijn en be vat in verheven letters de formule waarin de kern der mohamedaansche geloofsbelijdenis vervat is. Na deze voorwerpen trekken onze aandacht bron zen olifanten en pauwen met opstaande staarten laatstgenoemde geheel doorzichtig bewerkt en met kleine groene steentjes als zoovele oogen, bezet en de talrijke gefigureerde groote potten, vazen, kannenbokalen schenkblad, kandelaar, lantaren enz. van geel koper wat de potten betreft in vorm op onze snuifpotten en peperbussen gelijkende. liet schenkblad is met beeldjes versierd. Platte koperen kommen als omgekeerde rechters-baretten dienen voor bloempotten en zijn in de bovenhelft van den rand doorzichtig. Van hetzelfde met?al vinden wij ook een kameel, hanen en eendvogels, mede jour bearbeid en met blauwe kralen bezet behalve een paar der laatste waarvan het bovendeel als deksel beweeg baar is. Kleurlooze en blauwe bloemglazen hebben eene zonderlinge gedaantedie ons aan zwanenhalzen en aronskelken doet denken. Met de wapens is het betzelfde geval als met de porseleinen kommen en schalen en de koperen vazen, zij zijn oi zij heeten oud, want de perzische troepen bedienen zich van europeesche wapenen. Wat wij derhalve op dit gebied vinden behoort tot het ver leden, of dient tot de eigenaardige uitrusting eener lijfwacht of van hofbeambten zooals ook in Europa aan sommige boven de oude wapenrustingen niet in onbruik zijn geraakt. Helmen en rondschilden zien wij van gekleurd ijzer of van staal, en relief bewerkt of met koperen figuren ingelegd ook een helm met eene balsbedekking van ijzernet welk laatste wij ook vinden aan een armstuk. Andere armbekleedsels missen dat, ofzijn met bont overdekt. De wapens zijn een fraaie karabijn, gedama3ceerde zwaarden speerpuntenwaaronder een dubbele, en een bronzen morgenster, waarvan de knop een ge hoornde duivelskop is. Bij deze artikelen behoort ook een perzisch zadel met stijgbeugels. De weefsels van wol, zijde, brocaat en neteldoek en de kleederen (gewaden en chales) munten uit door pracht. Goud- en zilverborduursel op roodflu weel, of kleurig borduur-, veterband- en mozaïek werk wedijveren in schoonheid, van het laatste niet het minst de levendige kleedjes uit Reskt. Een deden zich ook nu weder gelden. In zijn binnenste streed de wenschom Hans tot zijn bondgenoot te maken om den voorrang met de vrees bet levendige eergevoel zijns broeders te kwetsen en hem zijn ver trouwen op de eer der Antholds te ontnomen. Hij kon tot geen besluit komenmaar spoedig werd hij daartoe gedwongen. Hij had het meer aangename, maar iets langere, niet door het dorp, maar door het park leidende voet pad gekozen toen hij nu in het park was stond plotseling bij eene kromming van den weg Hans voor hem. Hansdie zoo onverwacht zijn broeder ontmoette bleef stom van verbazing staan. ,,Gy) hier, Herman i Is het mogelijk riep hij bijna meer verschrikt dan verbaasd. „Wat voert u hierheen? Zijn er weder nieu we onheilen bijgekomen?" „Neen, Hans; het is reeds erg genoeg antwoordde Herman, wien het moeieliik viel, om zijne verlegen heid bij de plotselinge vraag te verbergen. „Misleid mij niet, Herman. Wat is er geschied, ik moet het weten Ik ben op het ergste voorbereid. Niet zonder gewichtige redenen hebt gij uwe patiënten in de steek gelatenen komt gij plotseling hierheen waar u zooals gij wel verwachten kunt, geen vriende lijke ontvangst wacht. Wat is er weder geschied?" „Niets! Ik kom, omdat ik met eigen oogen zien wilhoe Let met u en vader gaat. Slechts voor een er.kelen dag tot heden avond heb ik mij vrij gemaakt. Uwe brieven geven mij geen voldoende inlichtingen omtrent hetgeen hier geschiedtik had geen rust meer en moest mij persoonlijk overtuigen." „Dat was een ongelukkig besluitantwoordde Hans, zijn broeder nog altijd met een zeker wantrouwen aan ziende. „Gij kunt hier van geen nut zijn indien gij niet of een groote som gelds of een volmacht van dien ellendigen Treu medeneemt. Het noodlot schrijdt snel voort, en onze ongelukkige vader kan het a niet ver geven dat gij er de schuld van zijt."

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1883 | | pagina 1