No. 68.
Vijf en tachtigste Jaargang.
1883.
12 Juni 1883.
FEUILLETON.
ZONDAG
10 JUNI.
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
EERSTE BLAD.
M) RE STER DER ANTHOIRS.
Prijs der gewone Advertentiën
ALR1IAARSCHE COURANT
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 8 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door
het geheele Rijk f 1,
De 3 nummers 0 06.
Van 15 regels 0,75; iedere regel meer f 0,15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
De kiezers die geroepen zijn om door hunne keuze
over de zamenstelling der helft van de Tweede Kamer
en daarmede over de politieke richting van de naaste
toekomst te beslissen mogen zich ditmaal meer dan
anders rekenschap geven van den duren plicht, die op
hen rusten zich overtuigd houden dat het vaderland
verwacht en eischtdat ieder man zijn pligt zal doen.
Ieder man. Dat niemand zal te huis blijven uit laauw-
heid, niemand uit onverschilligheid, niemand uit mindere
ingenomenheid met den candidaat zijner partij.
Want het is geene verdienste naar de stembus te
gaan als 't hoofd warm en 't hart vol is als groote
politieke beginselen op bet spel staan als ingenomen
heid met den persoon of den arbeid van den candidaat
den gang naar het stembureau ligt maakt. Als er
groote openbare werken moeten worden aangelegd in
het districtwaar de stembus geopend is als de be
slissing der wetgevende macht wordt gevraagd over
principiëele strijdvragen als het geldt, een man in de
Kamer te brengen die zich groote populariteit heeft
weten te verschaffen door arbeid en leven dan blijft
niemand, die de bevoegdheid om te kiezen heeft, te huis.
Maar die plichtsbetrachting kost niet veel en niet
wel zoude men doen zich daarop te verheffen.
De kracht eener partij vertoont zich in donkere dagen,
zooals wij thans beleven. Dan blijkt, of de kiezer om
der wille van de hoogere eischen van het partijverband,
bereid is eigene voorkeur, eigene denkbeelden op te
offeren aan 't algemeen.
Want de parlementaire regeeringsvorm eischt van den
kiezer wat zij van de leden van ieder bestuur vordert
vrijwillige onderwerping van den wil der minderheid
aan die van de meerderheid.
Deze overtuiging leeft zeer krachtig in de anti-revo
lutionaire en de katholieke partijen. De kiezerdie
zich bij die richtingen heeft aangesloten, vraagt niet naar
kans van slagen, vraagt niet naar persoonlijke voorkeur.
Yoor hem is het inleveren van zijn stembriefje, getui
genis geven voor zijne partij
't Is waardat dit aan deze kiezers gemakkelijker
valtdan aan onze liberale vrienden.
Want hunne staatsleer gaat uit van het beginsel van
gezag, voor hen is onderwerping de eerste plicht. Onder
werping aan de Kerk voor den katholiek, onderwerping
aan de „ordonnantiën Godszooals de synode van
Dordt ze formuleerten eene orthodoxe theologie ze
verklaart, voor den protestant.
Voor beide partijen is de eendracht bij de stembus
gemakkelijk verkregen. Die eendracht is het gevolg van
een bevel.
Onze beginselen, die eigen oordeel, eigene vrijheid
en eigen recht op den voorgrond stellen, maken dat de
eenstemmigheid in onze partij slechts kan worden ver
kregen door opofferingen, die wij van elkander mogen
vragen, maar die niemand kan eischen.
Het vaderland heeft recht, die opoffering van eigen
wil te vragen. Ons geweten alleen recht om te beslis
sen, of wij die opoffering mogen en kunnen doen.
Want opofferingen zijn noodig. Laat ons daaromtrent
de waarheid niet verbergen. De liberale partij heeft
geen programma, zooals de anti-revolutionaire van Dr.
Kuyper ten geschenke heeft gekregen. Zoodra zij een
vast en afgerond programma bezat, zoude zij ophouden
liberaal te zijn, zoude zij datgene verliezen, wat juist
haar karakter uitmaakt, het streven naar vooruitgang.
Ons programma verandert dagelijks, omdat de wereld
vooruit snelt, om dat dagelijks nieuwe behoeften om
vervulling vragen, dagelijks nieuwe eischen gesteld wor
den aan den Staat en aan hen, die dezen regeeren.
Wij zijn niet op alle punten eenig en eensgezind,
omdat wij „ons zelf" blijven, niemand onzer zijne indi
vidualiteit gevangen geeft aan de partij.
De tegenpartij heeft geen recht om met onze on-
eenigheid den spot te drijven, noch daaruit voordeel te
trekken.
Want tegenover haar staan wij als één man, omdat
onze beginselen onvereenigbaar zijn met de hare.
Onze verschillen zijn verschillen van tijd, van oppor
tuniteit, van voorrang van het eene onderwerp boven
het andere, verschillen in één woord van uitvoering,
niet meer.
Onze tegenpartij weet dat, wij zelf vergeten het soms.
De tegenpartij bouwt noch rekent op de verdeeldheid
der liberalen in ernstigen strijd, maar waar zij wel op
bouwt en op rekent is op onze laauwheid, zij hoopt, dat
onverschilligheid voor den uitslag zich van ons zal
meester maken, zij ziet verlangend "it naar de kans,
die eene steeds stemmende minderheid heeft, om een
gedeeltelijk tehuis blijvende meerderheid te verrassen.
Blijft niet tehuis en stemt.
Stemt zoo gij liberaal zijt, en vrijheid wilt, vóór den
afcredenden afgevaardigde. Stemt hem om zijne be
kwaamheid stemt hem om zijne persoonlijkheid, de
waardigheid van zijn karakter, en de door hem aan den
Staat bewezen diensten, maar indien eenig kiezer van
onze partij voor zich aan een afgevaardigde eischen mocht
stellen, die de heer Mr. J. L. DE BRUYN-KOPS
kan noch mag bevredigen, hij stemme hem om der wille
van de partij en hare beginselen.
Men kan niet neutraal zijn. De wijze, waarop ons
kiesstelsel is ingericht, maakt dit niet mogelijk.
De kiezer die tehuis blijft, vermindert het getal stem
men, dat de volstrekte meerderheid "uitmaakt, en maakt
dat de tegenpartij met kleiner getal stemmen haren
candidaat kan verkozen zien.
Kan de partij, die deu heer W. BOS tegenover den af
tredenden vertegenwoordiger plaatst in dit district, over
een zeker getal stemmen beschikken, bijvoorbeeld vijf
honderd billetten met zijn naam doen invullen, dan
heeft de liberale partij het in hare handen door trouwe
opkomst zijne verkiezing onmogelijk te maken.
Zoolang de anti-revolutionaire party een eigen can
didaat stelt zijn hare kansen zeer slecht, het getal
stemmen, waarover die partij kan beschikken is betrek
kelijk zeer gering. Vereenigd kunnen zij slechts de zege
behalen, indien velen der onzen tehuis blijven.
Daarom neutraal zijn is onmogelijk; de liberaal, die
DE BRUIN-KOPS niet stemt, tehuis blijft, of zijne
stem uitbrengt op iemand, die zijne persoonlijke sym-
pathiën heeft, maar niet is candidaat gesteld, werkt fei
telijk voor de verkiezing van den heer BOS.
Kan dat zijn wil zijn, mag dat zijne bedoeling wezen?
De vraag zoo gesteld beantwoordt zich zelf.
Stelt de candidaten naast elkander, en vergelijkt hunne
geschiktheid en bekwaamheid
De Centrale Kiesvereeniging heeft gedurende haar
langdurig bestaan zich steeds onthouden van alles wat
naar personaliteit riekt.
Ditmaal is haar die houding gemakkelijk, want voor
den persoon van den Burgemeester van Oudorp kan ook
de tegenstander achting hebben.
Maar waarschijnlijk zou wal de heer BOS de eerste
zijn om te erkennen, dat hij de uitgebreide kennis op
het gebied van staatsrecht en staathuishoudkunde mist
van den man, wiens plaats hij wil innemen, en niemand
kan ontkennen, dat evenmin als iemand zonder de noo-
dige kennis en ervaring in eenig maatschappelijk beroep
slagen kan, zoo ook de staatsman, wil hij met eere zijn
moeijelijke plaats vervullen, meer moet weten, hooger
inzicht behoort te hebben, ernstiger studiën moet hebben
gemaakt, dan die welke voldoende zijn om in kleiner kring
een achtbaar maar niet veel eischend ambt te vervullen.
Bovendien, moeten wij Nederlanders dan volstrekt den
wfiS °P i °P welke bet naburige Belgie eendracht
en vrede verloren heelt? Moet dan werkelijk de gods
dienstige kleur de politiek beheerschen, tot dat wij
eindelijk na korte jaren misschien, want de teekenen
des tijds zijn dreigend niet langer als zonen van één
vaderland naast elkander zullen staan, maar tegenover
elkaar als leden van strijdende en verdeelde kerkge
nootschappen?
Voor die ramp beware ons de Hemel
De liberale partij heeft in de naaste toekomst veel
te doen. Vooreerst moet zij behouden, wat verkregen is.
Zij die steeds voorwaarts drijvenzij voor wie de
partij als zoodanig niet snel genoeg vooruit gaat, mogen
om zich heen zien. Hoeveel hebben niet de anti-revo
lutionairen in de laatste jaren gewonnen Zal zy niet
de schoolwet en de verhouding tusschen Kerk en Staat
naar haar goedvinden regelen misschien binnen zeer
korten tijd, indien wij liberalen, kibbelende over de
vraag, wat thans het eerst en het meest noodig gedaan
moet wordendoor verdeeldheid de reeds verkregen
schatten onverdedigd laten
Uit het Hoogduitsch van ADOLE STRECKEUSS.
XVI.
Zoo vervelendals Herman gemeend hadverliep
de dag toch niet. Twaalf volle uren doortebrengen in
de kleine staddie geen enkele bezienswaardigheid
aanboodwaar Herman geen enkel mensch kende
scheen hem schier ondoenlijk toe toen hij overeen
komstig de afspraak van Warnitz naar F. wandelde
hij moest zich echter in zijn lot schikken want in het
dorp Warnitz kon hij niet blijven zonder opzien te
verwekken. Het bericht van zijn oponthoud aldaar
moest spoedig door een daglooner of knecht naar het
slot worden overgebrachtom daar tot vermoedens
aanleiding te geven die zelfs gevaarlijk zouden kunnen
worden voor het gelukken zijner plannen.
Er was niets aan te veranderen Herman moest het
dorp verlaten en naar E. wandelenom hier een lan
gen dag met niets doen doortebrengen. Hij kon niet
eens een groote wandeling in de omstreken doen, want
de in den vroegen morgen wolkenlooze hemel was be
trokken, een koude wind was opgestoken, die de grauwe,
laaghangende wolken voor zich uitjoeg en op de zan
dige door de hitte der laatste dagen uitgedroogde
wegen het stof hoog deed opstuiven. Het was een on
vriendelijk ieelijk weder geworden ging de wind lig
gen dan dreigde er regen te komen. Aan eene wan
deling was niet te denken.
In de koffiekamer van de „Roode Leeuw," de beste
herberg to E., stond Herman door het venster naar
het marktplein te kijken waarover de wind grijze stof
wolken voortjoeg. De bron in het midden van het
te-
plein een verweerde steenen visch uit welks wijdge
opende bek een waterstraal in een bassin vielwas
het eenige voorwerp, dat belangstelling wekte; om zich
bezig te houden monsterde Herman de vrouwen die
naar de bron kwamen om hunne emmers te vullen
en tevens van de gunstige gelegenheid gebruik maak
ten om eenige oogenblikken te blijven praten zij
brachten ten minste eenig leven in den troosteloozen
aanblik, die het verlaten, door smakeloozeonaanzienlijke
huizen omringde marktplein bood.
De bron was blijkbaar de verzamelplaats voor de
vrouwen der lagere standen van E., in zekeren zin
de sociëteit van het plaatsje hier kwamen de meiden
en vrouwen der werklieden bijeen en werden nieuw
tjes vertelddie de kleine wereld waarin zy leefden
in beroering brachten hier werd naar hartelust over
de buren gespot en geredeneerd. Met iederen emmer
water werd een schat van nieuwtjes mede naar huis
gedrageniedere ledige emmer, die naar de bron
kwam, was met babbelpraatjes gevuld, hij bevatte alles,
wat de draagster zelf wisten zijn inhoud werd uitge
stort in het groote bassinom begeerig door anderen
met het water te worden uitgeschept en medegenomen.
Zelfs de gure winddie de stof bij grove wolken
opjoegvermocht de waterdraagsters van hun lieve
lingsbezigheid niet aftehoudenzij draaiden zich wel
nu en dan om wanneer een plotselinge windvlaag hun
een stofwolk in het gezicht joeg en wachtten, totdat zij
voorbij wasmaar begonnen dan ook weder opnieuw
te babbelen al was de emmer reeds lang gevuld. Twee
of drie hunner bleven aanhoudend praten met eene
oude vrouw, die zich op een der tot den steenen visch
leidende treden zoo geplaatst had dat zij eenigermate
voor den wind beschut was. De oude vormde het mid
delpunt der sociëteitzij was voortdurend door meisjes
en vrouwen omringd ging de eene met gevulden em
mer naar huisdan werd zij dadelijk door een andere
nieuwaangekomene afgelost.
„De oude draak had veertig jaar geleden wel niet
gedroomd, dat zij eens hier op de markt aan de bron
zou zitten en in ruil voor hare sehandaalverhalen van
de meiden centen zou aannemen! Ja, die oude aan de
bron, daar, beste mijnheer Wanneer gij die oudein
lompen gehulde bedelaarster zietzult gij zeker niet
gelooven dat zij vele jaren geleden een wonderschoon
jong meisje is geweesten toenmaals een belangryke
rol in ons klein nest heeft gespeeld Maar het is zoo!
Alle jonge lieden uit E. waren op deschoone Lise van
den docter verliefden ik maakte geen uitzondering
op den regel. Ieder van ons had haar gaarne docter
Treu afhandig gemaakt."
De dikke waard was naar Herman bij het venster
gekomen het zich tot zijn plicht rekenendeom den
gastdie zich blijkbaar verveeldebezig te houden
wellicht dreef hem ook de nieuwsgierigheid om een
gesprek te beginnen met den vreemdeling die te voet
gekomen was een ontbijt had besteld en nu na
dat dit afgeloopen was, volstrekt geen aanstalten
maakte om de herberg weder te verlaten. Er kwamen
anders slechts handelsreizigers in de „Roode Leeuw,"
maar voor die soort van gasten was tijd geldzij
droegen altijd een pakje met monsters bij zich, om
na het ontbijt de weinige kooplieden van het stadje te
bezoeken. Geen van hen bleef ooit lang aan het ven
ster staan en werkeloos naar het marktplein kijken.
Het was den waard niet euvel te duiden dat hij er
zich het hoofd mede brakwie de vreemdeling toch
wel mocht zijn en wat hij eigenlijk te E. kwam doen.
Misschien zou hij het door een gesprek met hem
aanteknoopen kunnen uitvinden.
Herman vond het aanvankelijk niet zeer aangenaam,
dat de waard hem aansprak; hij wenschte met den praat
zieken ouden man geen gesprek te beginnen toen hij
echter den naam „Treu" hoorde, keerde hij zich snel om:
„Lise van den docter noemdet gij de oude vrouw
vroeg hij. „Was zij verwant met docter Treu, van wien
gij spreekt
„IS eenneen! Zjj was slechts zijne huishoudster.