No. 85. Vijf en tachtigste Jaargang. 1883. F E U i L L E T 0 N. V RIJ I) A G 20 JULI. 61) IIE STER DER ANTHOIDS. Prijs der gewone Advertentiën ©fficiëel (Öebeclte. i* u I» 11 c a t i e. iSniteuïftnb i. kim li s<: in; co! sur. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 8 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1, De 3 nummers 0.06. Van 15 regels 0,75; iedere regel meer f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. De COMMISSARIS des KONINGS in Noordholla.nd Brengt ter kennis van belanghebbenden, dut wegens het verwisselen van sluisdeuren in de schutsluis Willem 111 aan het Noordhollandsch kanaal tegenover Amsterdam, op 19 Juli e. k. en de beide volgende dagen met die sluis niet zal wor den geschut, en dat gedurende die dagen alleen wordt ge schut met de schutsluis Willem I. Haarlem De Commissaris des Konings voornoemd 17 Juli 1883. SCHOREIi. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algemeene kennis, dat overeenkomstig art. 17 der wet van 14 Sept. 1866 (Stbl. No. 138) door,; hen is herzien en heden vastgesteld de lijst, bevattende de namen der inwoners, die in aanmerking komen voor het verleenen van inkwartiering en onderhoud van militairen en paarden, welke lijst aangeplakt en ter inzage voor een ieder is nedergelegd ter gemeente secretarie gedurende 14 dagen na heden. Bezwaren tegen die lijst kunnen schriftelijk worden ingediend binnen ééne maand na heden. Burgemeester en Wethouders voornoemd. Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 18 Juli 1883. De Secretaris, NU HO UT van der VEEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter kennis van de ingezetenendat de gemeente- rekening, dienst 1882, met alle daarbij bekoorende bescheiden, den 11 dezer aan den gemeenteraad aangeboden, op de gemeente secretarie voor een ieder ter lezing nedergelegd en tegen be taling der kosten in afschrift verkrijgbaar is. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 18 Juli 18S3. De Secretaris, NUHOUT VAN DER VEEN. KENNISGEVING. Het HOOED van het Plaatselijk Bestuur t,e ALKMAAR brengt, op grond van art. 1 der wet van 22 Mei 1845 (Staats blad n°. 22), bij deze ter kennis van de ingezetenen der ge meente, dat het kohier No. 3 voor de belasting op het Perso neel, dienst 1883/84, voor de wijken E en E, op 16 Juli 1883 door den Provincialen Inspecteur der directe belastingen in NoordhollaDd executoir verklaard, op heden aan den Ontvanger der Rijks directe belastingen binnen deze gemeente ter invor dering is overgegeven. Ieder ingezeten, die daarbij belang heeft, wordt vermaand op de voldoening van zijnen aanslag behoorlijk acht te geven ten einde alle gerechtelijke vervolgingen, welke uit nalatig heid zouden voortvloeien te voorkomen. AlkmaarHet Hoofd van het Bestuur voornd., 18 Juli 1SS3. A. MACL\INE PONT. BELGIB. Den 17 ving in de Kamer de beraad slaging over de nieuwe belastingen aan. De minister van financiën deelde mede, dat de regeering de nieuwe belasting op de koffie introk en dat zij wel genegen was, wat de tabak betreft, tot een vergelijk te bomen. De luitenant generaal Brialmonteen officier zeer bekend als militair ingenieur en schrijver van ver scheidene werken had sedert eenigen tijd nog al van zich doen spreken in Belgie Oostenrijk en Rumenie. Thans is hij bij wijze van straf op non-activiteit gesteld. Hij schijnt door Koning Karei van Rumenie uitgenoo- digd te zijn om eenige weken bij hem te komen door brengen ten einde een verdedigingsstelsel voor dat land vast te stellenwaartoe hij reeds vroeger de bouwstoffen verzameld had. Tot deze tweede reis naar Rumenie schijnt hij geene vergunning te hebben kun nen verkrijgen en toch had hij zich derwaarts hegeven. De oostenrijkeche bladen beklaagden er zich overdat een belgisch generaal met het ontwerpen van een ver dedigingsplan belast was, dat tegen Oostenrijk of Rus land dienst zou kunnen doen en vroegen of Belgie op die wijze wel bleef binnen de aan een onzijdig ver klaard land gestelde perken. ENGELAND Volgens de Times bracht de Porte aan de engeische regeering nadrukkelijk in berinnering, dat zonder hare goedkeuring geene verandering mocht worden gebracht in den staat van zaken betreffende het Suez-kanaal. Volgens de Standard zou de oppositiemocht de regeering de gesloten overeenkomst betreffende het Suez-kanaal intrekken eene motie van wantrouwen indienen. Den 14 \ielen te Londen en elders zeer zware donderbuiendie van hagel vergezeld gingen en veel schade veroorzaakten. De bladen gaan voort met de bestrijding der Suez- Kanaal-overeenkomst. Aan de verschillende te dien aanzien geleverde beschouwingen wordt o.a. ontleend de beweering, dat de winsten, die dit kanaal afwerpt, zoo groot zijn dat de maatschappij reeds lang had kunnen overgaan tot verlaging der tollen en dat de eisch om nog 58 jaar 5 per ton te heffen zeer onbillijk is. Hoogerhuis. De minister van binnenlandsche zaken deelde den 17 mede, dat sedert Engeland groo teren invloed in Egypte had verkregen, vier ontwerpen aan de regeering waren aangeboden ten doel heb bende betere gemeenschap met de Middellandsche en Roode Zee. De regeering trad in onderhandeling met de Lesseps die eene sterke stelling inneemtdaar hij gelooft, het uitsluitend recht op het kanaal door de landengte van Suez te hebben en eigenaar der vrucht dragende onderneming te zijn. Het vorige engeische ministerie moet van de stelling zijn uitgegaan dat de Lesseps het uitsluitend recht op het Suez kanaal bezat, toen z j de aandeelen daarvan kochten deze meening wordt beaamd door twee bevoegde ambtenaren bij het ministerie van buitenlandsche zaken, door de rechtsge leerde raadgevers der kroon en door de hoogste rechts geleerde autoriteit. Bovendien werd dit gevoelen door het gezond verstand aanbevolen. Overigens is aan de Lesseps geen voorrecht toegekend. De regeering heeft echter gedurende den ganschen loop der onderhande lingen niet in het minste of geringste aan deze aan spraken toegegeven. Doch zelfs, al ware Engeland de veroveraar van Egypte ook dan nog zou het ministerie, overeenkomstig de gebruiken der hedendaagsche be schaving noch de egyptische regeering gedwongen noch iets onrechtmatigs of onwettigs tegen de egypti sche maatschappij ondernomen hebben. De regeering gelooftdat het verkregene liet uiterste is wat bedon gen kon worden. Zij achtte het daarom billijk de toe stemming van het Parlement te vragen. Lord Salisbury kwam op tegen de bewering, dat de houding van bet vorige ministerie de overeenkomst rechtvaardigdedeze was uitsluitend gegrond op de overeenkomst van 1854, welke niet geldig was. Het was de vraag of de firman van 1866, van een staatkundig en internationaal standpunt beschouwd, aldus kon worden opgevat, en of de Onder-Koning en de Sultan het recht hadden tot het treffen eener schikking welke aan den wereldhandel den weg versperde. De Sultan zou door dergelijke overeenkomst niet den Bosporus en de Dar- danellen kunnen versperren. Lord Selborne merkte op, dat de Bosporus en de Dardanellen natuurlijke waterwegen waren het Suez- kanaal daareutegen een kunstmatig vaarwater. Lagerhuis. Den 16 verklaarde minister Glad stone in antwoord op eene vraag van Nortbcote dat hij de beraadslaging over de artikelen der beide wetten betreffende den rechtstoestand der pachters alleen kon laten afbreken door de begrooting van uitgaven. Vóór het einde dier beraadslaging kon dus geen tijdstip worden bepaald voor de beraadslaging over de Suez- kanaal-overeenkomst. Verder deelde hij mede, dat de regeeriug geene nadere berichten had omtrent Mada gascar. Minister Eitzmaurice deelde mede, dat te Cairo drie of vier van cholera verdachte ziektegevallen waren voorgekomen dat echter alle voorzorgsmaatregelen ge nomen en de troepen nog gezond, doch gereed waren, om, indien het coodig mocht zijn, een kamp te betrekken. De consul Malet bad bericht dat zeven europeesche geneesheeren en zes van europeesche diploma's voorziene egyptische artsen naar de besmette streken waren ge zonden. FRANKRIJK. In den avond van den 14 waren te Parijs verlicht het Trocaderohet Nijverheidspaleis en de tuin. De aanblik dier verlichting moet tooveraeh- tig geweest zijn. 150 personen waren noodig om haar aan te steken. 180,000 gasvlammen en 30000 ge kleurde ballons verspreidden hare lichtstralen en wer den bovendien nog gesteund door electriseh licht. Op het veld van Mars werd een vuurwerk afgestoken o.a. een bouquet van 11000 pijlen. Door dien reus- achtigen pijlenbuudel werd het licht der verlichting in den omtrek zelfs voor een oogenblik verduisterd. De president der republiek en de ministers zijn niet tegenwoordig geweest bij de onthulling van het stand- Uit het Hoogduitseh van ADOLF STRECKFÜSS. Met somber gefronste wenkbrauwen had Herman de lange rede van den geheimraad aangehoord, tegen zijn wil maakte zij een diepen indruk op hem waaraan hij zich niet onttrekken kon. Hij geloofde den valschen man niet, bij doorzag zijne bedoeling, om tijd te win nen, hij wist, dat slechts jammerlijke vrees voor zijn op handen zijnde val zijn drijfveer, dat ieder vrien delijk woord een leugen wasdat de hartelooze vader nooit aan het geluk zijner dochter gedacht en steeds slechts zijne eigen eerzuchtige speculatiën op het oog gehad had. Hij gevoelde een innigen afkeer jegens den huichelaar, maar niettemin kon hij aan den in vloed der goed berekende woorden geen weerstand bieden hij was besloten geweestom openhartig met Richthausen over de zaak te sprekenzijne oudere rechten tegenover dezen te verdedigen hem te zeg gen, dat hij zelf Adèle lief had en overtuigd was dat zijne liefde beantwoord werd hij bad den ijdelen jon gen man willen waarschuwen voor de bedriegehjke beloften van den geheimraadmaar dat voornemen wankelde. Al was ieder woerd dat de huichelaar ge sproken hadook een leugen hierin had hij toch gelijk het zou eene onedele wraak zijn om hem aan de vernietiging prijs te geven en hem de laatste hoop op redding afcesnijden. „Wat verlangt gij van mij?" vroeg hij, somber naar den grond ziende. „Mag ik nu nadat ik vast beslo ten ben, om mijne rechten te doen geldenRichthau sen in de waan laten dat ik zijn medeminnaar niet ben Het zou verraad zijn aan het vertrouwen dat hij mij schenkt." Met angstige spanning wachtte de geheimraad op Herman's beslissing na Herman's woorden schitterden zijne oogen van vreugde snel sloeg hij ze echter weer neder, want Herman moest niet vermoeden hoezeer hij zich over zijne overwinning verheugde. „Neen baron antwoordde hij met kalme vriendelijkheid „ik verlang niets dat uwer onwaardig is geen mis bruik van vertrouwen. Meent gij mijnheer Richthau sen te moeten zeggen dat gij mij de hand mijner dochter gevraagd hebtdan moogt ge bem ook tege lijkertijd zeggendat ik u verklaard hebdat mijne dochter zelf over haar lot. beslissen moetik haar geen dwang wil aandoennoch ten gunste van mijnheer Richthausen noch van u. Het is toch niet de eerste maal dat twee vrienden tegelijkertijd naar de hand van een schoon meisje dingen. Zeg hem openhartig en eerlijkdat gij zijn medeminnaar zijtgeen plicht echter kan u gebieden om verder te gaan en hem intewijden in de bovendien reeds zonderlinge en duis tere verhoudingwaarin ik tot u en uwen vader sta. Wilt gij mij beloven, dat gij mijnheer Richthausen niet tegen mij zult trachten intenemen Ik herhaal u daarentegen de plechtige verzekering dat ik nooit zal trachten ook maar den geringsten dwang op mijne dochter uitteoefenen." De geheimraad stak Herman de hand toe. Tegen zijn wil en aarzelend sloeg Herman toehij had er op hetzelfde oogenblik reeds berouw over, maar zijn woord was gegeven hij kon niet meer terug. „Ik dank u baron", zeide de geheimraad Herman's hand hartelijk drukkende „gij hebt mij een zware zorg van het hart genomen en tevens eene blijde boop voor de toekomst bij mij opgewekt. Met behulp van mijn heer Richthausen zal ik den storm die mij bedreigt te boven komen. Ik heb slechts eene korte tijdruimte van 8 tot 14 dagen noodigdan ben ik weder vrij dan nu kan ik het u zeggen ik mocht het niet eerder doen om u niet te doen meenendat ik u door valsche beloften trachtte te verlokken dan zal het mij ook mogelijk worden om de verpande hypothe ken op de goederen uws vaders weder in mijne handen te brengen. Ik beloof u niets maar ik hoop Doch nu genoegwij zijn het nu eens geworden en met eeu verheugd hart kan ik u nu verzoeken om naar het gezelschap terug te gaan. Geef mij uw arm baron, laat mij op u mogen steunen. Ik ben zeer oud en zwak geworden in de laatste weinige dagen en ons inspan nend gesprek heeft mij aangegrepen; zonder uwe hulp zou ik nauwelijks in staat zijn, om naar het salon te gaan." Hij sprak de waarheid bij was binnen weinige dagen een bulpelooze zwakke grijsaard geworden zijn arm rustte zwaar op dien van Herman en toch bon hij niet dan met moeite voortgaan en uitgeput door de inspanning van den korten weg naar het salon zonk hij, diep ademhalendein zijn leuningstoelzijn gewone plaats naast de sopha. Met zwakke stem verzocht hij Herman en Richthausen om plaats te nemen en het hem niet kwalijk te nemen indien hij het gesprek slechts zwijgend volgde en liet zich weder achterover in zijn stoel vallen zich slechts nu en dan met een enkel woord in het gesprek mengendewaarin Richt hausen zich moeite gaf, om al zijn vernuft en bemin nelijkheid tegenover de dames te doen schitteren. XXI. „God zij dankdat wij eindelijk buiten zijn Zoo ongezellig als van avond heb ik het er nog nooit ge vonden." Richthausen uitte die woorden. Hij had zich gehaast, om Hermans voorbeeld te volgen en eveneens afscheid genomen, toen Jean was komen zeggen, dat de equipage van gravin Redigau voor was. Hij placht anders gaarne langer te blijven, maar van avond gevoelde hij zich niet op zijn gemak, en hij wenschte ook met He^s, p. vat. nog een vertrouwelijk woord te spreken <ks zestiende vaten hij zich niet overhalenofschoon de geört 55,50 a 58,50, zeer dringend uitnoodigde, om nog een u- Hij bracht met Herman Agnes naar haf'' - Kofi.eJ1 C2?.? dat wegreed, gaf hij zijn hart lucht. a 130 K»lfv'aarzen 120, nucht. Kalveren f 4 'lapen f 24 a 28 weide

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1883 | | pagina 1