No. 93.
Vijf en tachtigste Jaargang.
1883.
WOENSDAG
8 AUGUSTUS.
FEUILLETON.
a9) DE STER DER ANTHOGDS.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 8 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door
het geheele Rijk f 1,
De 3 nummers 0.06.
Prijs der gewone Advertentiën:
Van 1—5 regels 0,75; iedere regel meer f 0,15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMb. COS-
TER ZOON.
Erratum. In het artikel „Een aardbeving" voorko
mende in ons nummer van Zondag 5 Augustus 1.1.,
staat ten gevolge van een drukfout te lezen dat het
eiland Ischia na jaren lang onbewoond te zijn geble
ven opnieuw door Napoleon werd bevolkt.
Dit moet zijn door N a p o 1 i t a n e n. Het had
plaats eeuwen vóór Napoleon. Keizer Augustus had
er reeds een paleis.
Internationale Koloniale
en Uitvoerhandel-Tentoonstelling
te Amsterdam.
XXXIII.
Nederland.
XIV.
Van J. Laroye te 's Gravenhage zien wij kast
tafel en stoel in fransclien renaissance-stijl, wel wat
overladen met balnstertjesgelijk Gebr. v. Houtum
aan het ondereinde hunner wandbekleedsels als ter
bescherming hebben aangebrachtvan J. A. Helle
brand J. Az. te Leeuwarden een wat druk met
bladwerk gesmukte spiegelkastmet geheime maar
den vorm volstrekt niet verfraaiende zijkastjes en
een kleinere dito van ebbehoutdie wij evenmin
kunnen roemen van C. G. Kühn te Groningen 2
stoelen en een mahoniehouten antieke kasmet
raampjeswaarvan de kleine ruitjes in zink gevat
zijn. Behalve door Jansenv. Houtum en Bleesing
zijn door amsterdammers geleverd: door F. A. v.
Herpen een fraai geornementeerde renaissance boe
kenkas waaraan zijne stoomkracht wel niet veel
deel zal gehad hebbendoor J. H. Haag eenige
fraaie meubelen schrijftafel en buffetkas in blank
schrijftafelspiegelkas tafeltje en stoel in gebijtst
hout [het Kon." Paviljoen bevat ook een sierlijke
boekenkas van den lfjjarigen J. P. Haag, alsmede
eene schrijftafel van v. Hulzen] door Gebr. Vogel
een fraai in eikenbout gesneden buffetdoor J. A.
Hoffscbolze een dito van blank notenboutin een-
voudigen renaissance-stijl; door M. Schep een zuiver
bewerkte antieke kas van traaien vorm tafel en
stoelen door J. B. Hillen boekenkas kas schrijf
tafelarmstoel en tafeltje, wat zwaar van voor
komen maar bestemd voor kantoor-ameublement.
J. W. Bouhuysalmede in de hoofdstaddoet
zich kennen als bekwaam meubelbeeldhouwer door
2 standaarden voor bloempotten en een naaikussen.
Meubelen van ander gehalte dan de genoemde
zijn de houten americaansche stoelen van C. H.
Teurlincx Meijers te Oorschot, de bidstoeltjes
(in de kapel) van D. L v. Kent te Utrechtwaar
nevens zeer in aanmerking mogen komen de fineer-
zittingen en tramwayzittingen uit de machinale
stoelenfabriek van Joh. v. Hoof te Tilburg.
Ten slotte wijzen wij op 4 tafeltjes van J. Kamp
huis te Zwolle, van wortelboutingelegd met zilver
parelmoer ivoorkoper en fijn houtwaardoor zijn
afgebeeld bet Rijks wapen, de wapens van Neder
land en Waldeck-Pyrmontde prins van Oranje bij
Waterloo en 's Konings gekroond naamcijfer. Er
is ongelooflijk veel moeite aan ten koste gelegd
bet inlegwerk is keurig behandeld en toch voldoet
bet geheel weinig. Met regelmatige figuren zou de
vervaardiger meer eer hebben ingelegd dan met een
te paard rijdenden prins, die. zonder eenige omlijsting,
in een houtvlak schijnt verzonken te zijn.
Groot en kleiD.
Door M. Mengelberg te Utrecht is in de kapel
tentoongesteld bet door hem voor de r. c. kerk te
Jutfaas vervaardigd altaarin den stijl der 15e.
eeuw wonderfijn gebeeldhouwd en met kleuren en
goud getooid. Daarnevens beeft bij koperen kaar
senstandaards en gedreven koperen paneelen geplaatst.
Eng. de Fernelmont, beeldbouwer te 's Hertogen
bosch, beeft een der statiën van den kruisweg en
een groot aantal heiligenbeelden ingezondenge
kleurd en verguld als dit tegenwoordig, overeen
komstig den weder ingevoerden middeleeuwschen
kerkbouwgebruikelijk is. Ook verdient genoemd
te worden een goed in hout gesneden relief, de evan
gelist Johannes voorstellendevan J, H. Smit Dui
zendkunst te Amsterdam.
Fraai geschilderde en geteekende wapens zien
wij van J. E. v. Leeuwen te 's Gravenhage, wasch-
doeken van de Vogel v. Oalcar Co. te Zwolle
machinaal vervaardigde stroobulzen voor flesschen
van de fabriek „de Eekhof" van H. J. Dievelaar te
Diereneen met de lintzaag gesneden georneerd
adresbord der ornementzagerij van H. Blok en Zn.
te Amsterdameen mei'' de figuurzaag gesneden
pendulekas van L. A. J. Mulder aldaarglazenma
kers-diamanten van E. Broekhuysen te Amsterdam
fraaie houten schaven van E. H. Pijttersen te Sneek,
tuinbouwgereedschap van T. M. Blom te Haarlem
meekrapbereidingen van W. A. en J. J. Ochtman
te Zierikzee, witte was van F. de Haan firma Wed.
J. P. Manders te Veghel, een wentelbezem voor
straatreiniging van v. d. Zijl te Amsterdam 2 dui
kerpakken van A. Bikkers en Zoon te Rotterdam
vuurvaste smeltkroezen van J. Lankelma J. V.z. te
Purmerende, schuierwerk van verschillende fabri
kanten en nog betgeen wij onder de hulpmidde
len voor het onderwijs hadden kunnen plaatsen
vergrootingen van insecten en schimmelplanten
vervaardigd door P. Osterloh te Amsterdam, en van
bloemen en bloemdeelen (buitenlandscb fabricaat)
door J. Swildens aldaar ingezonden. Eindelijk
het werk cachetten, naamplaten enz. van 5 am-
sterdamsche graveurswaaronder van A. L. Snoek
ook stempels voor geperste initialen op brievenpapier
en van A. J. de Vries medaljes op de tentoonstel
ling die men van compositiemetaal ziet persen
van 5 „graveurs" zeiden wij minder juist, want
mej. D. de Vriesdie baar vak in ons bijzijn uit
oefent is natuurlijk graveuse.
Bijzondere belangstelling mogen wij vorderen voor
het bek met 3 doorgangen dat de scheiding uit
maakt tusscben de nederlandscbe en belgische af-
deelingen. Het is eene nabootsing in gipsdoor
F. Stoltzenberg te Roermondevan een allerprach
tigst in eikenbout gesneden en van koperen balusters
voorzien koorhek, dat zich, naar wij rneenen in
een der beide groote kerken te Enkhuizen bevindt.
In onze groep „bouw-artikelen" bebooren nog op
genomen te worden een zwart marmeren schoor
steenmantel van Ozinga en Vlaskamp, te Amster
dam en Dokkum alsmede dakvenster, goten bui
zen balusters en ornement van de Asser IJzer- en
Metaalgieterij, in de groep „scheepsbouw" 17 halve
modellen van stoomschepen, gebouwd door de Maat
schappij „de Schelde" te Vlissingen en in de groep
„leder-industrie" drijfriemen van A. Drost Zoon
te Haarlem. Voorts moeten wij nog verbeteren
dat door Petit en Fritzen te Aarle-Rixtel niet zijn
ingezonden 2 maar 5 klokken (er hangen n.l. onder
de 2 groote 3 kleine), en dat het gladde, geelbruine
carton van C. Kramer te Ootmarsum dient voor
pietborden in de boekdrukkerijen van welk artikel
bij de eenige fabrikant hier te lande is.
Wordt vervolgd.
ISuitenlanb.
BELGIE. De Kamer nam den 3 de twee eerste
paragrafen van art. I van het wetsontwerp betrekkelijk
de belasting op roerende goederen aan. De paragraaf,
waarbij eene belasting op de rente van staatspapieren
was voorgesteldwerd met groote meerderheid ver
worpen evenals het amendementom belasting te hef
fen van de coupons der door buitenlandsche maat
schappijen uitgegeven schuldbekentenissen. Ingetrokken
werd het artikel om de coupons van stedelijke schuld
bekentenissen te treffen. Het voorgestelde overgangs
recht op publieke en andere fondsen werd mede ver
worpen.
Het voorstel tot wijziging der wet op de personeele
belasting werd met de meerderheid van ééne stem
aangenomen.
Den 13 wordt te Antwerpen het standbeeld voor
Consciencewaarschijnlijk in zijne tegenwoordigheid
onthuld.
ENGELAND. Lagerhuis. Den 4 werden in
derde lezing aangenomen de schotsche pachtwet en he
Uit bet Hoogduitsch van ADOLF STRECKFUSS.
Hans had de zacht gesproken woorden gehoord en
begrepenhij wisselde een beteekenisvollen blik met
zijn broederging toen direct op grootmoeder af en
greep hare hand die zij in de zijne liet rusten ter
wijl zij hem voortdurend met strakke blikken aanzag.
„Ik heb mijn broeder verzochtmij voortestellen
aan de lieve familiewaarin hij zulke schoone uren
heeft doorgebracht. Zult gij mij mijn indringen ten
goede houden zeide hijde hand der oude dame
vasthoudende.
Grootmoeder lette niet op hetgeen hij sprak de
woorden klonken haar in de ooren, zonder dat zij die
begreep. „Ook zijne stem is hetzeide zij zacht.
„Zijn gelaatzijne houding Zoo zag hij er uit vóór
veertig jaren. Welk eene zeldzame gelijkenis 1"
„Hebt gij mijn vader vroeger gekend mevrouw F"
vroeg Hans die met moeite zijne ontroering meester
bleef, schijnbaar geheel kalm. „Ik gelijk zeer veel op
hem noch heden valt die gelijkenis in het oog, maar
allen die hem in zijne jeugd gekend hebben zeggen,
dat ik zijn volkomen evenbeeld ben uit den tijd dat
hij officier was."
„Hans, gij vergist u!" fluisterde Herman zijn broeder
toemaar de woorden waren eenmaal gesproken en
waren niet meer terugtenemengrootmoeder had ze
gehoord en begrepen.
„Roberts zoon! Hij is het, een echte Anthold!"
riep zij uit. „Maar hoe heb ik het dan F" ging zij
plotseling, laar oog op Herman richtende en dezen
met een dooru; ingenden vorschenden blik aanziende,
voort. „Indien deze een zoon van Robert is dan zijt
gij, zijn broeder, ook Roberts zoon. Waarachtig ja,
de schellen vallen mij van de oogen Die trekken zij
zijn van Elisabeth von OrningElisabeth was uwe
moederRobert is uw vader 1 Gij zijt een vrijheer
von Anthold
Zij was uit de leuningstoel opgesprongen hoog op
gericht stond zij tegenover Herman. „Gij hebt mij
misleid belogen ging zij met eene van inwendige
ontroering bevende stem voort. „Onder het masaer
van een burgelyken doctor Anthold zyt gij myn huia
binnengeslopenhebt beweerddat gij niet verwant
waart aan de vrijheeren von Anthold 1 Foeidat is
slecht van u! En ik heb zooveel achting voor u gehad!
In pijnlijke verlegenheid bleef Herman eenige oogen-
blikken zwijgend voor de oude vrouw staandie bij
de laatste woorden weder afgemat in haren leuningstoel
teruggezonken was. Wat zou hij op de aanklacht,
die niet geheel onredelijk was antwoorden Ook juf-
frouw Ebert zag hem met verwijtenden blik aan en
zelfs in Anna's oogen lag eene uitdrukking van de
hoogste verbazing meer dan van verwijt.^
„Gij doet mij onrecht, grootmoeder," antwoordde
hij. „Ik ben uw huis niet binnengeslopen het toeval
heeft er mij in gebrachteen gelukkig toeval dat mij
gunstig wasdaar ik zoo vriendelijk werd opgenomen.
Den titel van vrijheer heb ik afgelegd, toen ik besloot,
om mij hier in de stad als geneesheer te vestigen, die
past niet bij een burgerlijk beroep. Ik was en ben
verplicht om voor mijn onderhoud te werken ik heb
u immers reeds verteld grootmoeder dat de ster der
Antholds aan het tanen is, dat zelfs Warnitz ten
verkoop zal worden aangeboden. Ik mocht vader niettot
last blijven en moest zelf mijn brood verdienen zou
ik nu den pronkenden bij mijne geldelijke omstandig
heden zoo weinig passenden titel blijven voeren F Ik
heb hem afgelegd, ben een eenvoudig burger geworden
en ik denk als doeter Anthold mijne plicht vervuld te
hebben. Wilt gij mij daarvan een verwijt maken
grootmoeder? zal het toch wel onverschillig geweest
zijn, of ik van adelijken stam of burgerlijke afkomst ben."
Grootmoeder had hem met aandacht aangehoord
en toen hij ten einde was schudde zij misnoegd het
hoofd. „Wat gij daar zegt, is waar, en toch is het
niet geheel waar," antwoordde zij na een oogenblik
te hebben nagedacht. „Misleid hebt gij mij gij hebt
uwe familie verloochend toen gij mij verteldetdat
gij te F. waart geweesten daar informatiën omtrent
de Antholds hadt ingewonnen. Moest ik niet gelooren,
dat gij in het geheel niet tot die familie behoordet
Maar hierin hebt gij gelijk dat het mij onverschillig
isof gij een zoon van Robert van Anthold zijtof
een burgerlijk docterWat gaat mij dat aan F Wan
neer ik werkelijk die familie gekend heb dan is dat
vele vele jaren geleden. Wie denkt nu nog aan dien
ouden tijd F Hot was slechts overgroote zwakte die
mij overweldigdetoen half vergeten herinneringen
mijner jeugd bij mij werden opgewekt. Spreek er nooit
meer over 1"
„Waarom niet mevrouw F" viel Hans in. „Gij hebt
mijn vader gekend toen hij nog een jongeling was
gij neemt deel aan zijn lotwaarom zoudt gij mij bet
genoegen willen ontnemen om met u over mijn vader
te spreken en u van hem te vertellen F Mijn broeder
beeft mij medegedeeldhoezeer hij zich steeds bij u
heeft thuis gevoeld, hoe goed gij steeds voor hem gezorgd
hebtnu is de deelneming in onze familie een nieuwe
band die hem en door hem mij met u verbindt."
Grootmoeder beschouwde den jongen officier met
welgevallen haar misnoegen verdween geheel en Hans
zeer vriendelijk toeknikkende zeide zij
„Nu ja gij hebt gelijls. Men hoort wanneer men
oud wordtgaarne spreken van hen die men in de
jeugd gekend heeft en de belangstelling in uwe familie
is bij mij levendig gebleven. Ga naast mij zitten en
vertel mij eens van uwen vader en slot Warnitz en
van de oude bediendenmisschien leeft er van hen
nog een die ik vroeger gekend heb. Het is dwaas
heidom de herinneringen uit de jeugd te willen
onderdrukken zij komen toch steeds weder terugik
ALKIAARSCHË COURANT.