No. Hl Vijf en tachtigste Jaargang. 1883 WOENSDAG 19 SEPTEMBER. FEUILLETON, Jacques Moraml. Prijs der gewone Advertentiën ©fliciëel ©cbeclte. Internationale Koloniale en Uitvoerhandel-Tentoonstelling; te Amsterdam. kul ALMIA tllSCIIK COURANT Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 8 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Eijk f 1, De 3 nummers f O 06. Van 15 regels 0,75; iedere regel meer f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HEBMs. COS- TEE ZOON. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR, uit het door den commissaris van politie en den directeur der gemeente-reiniging uitgebrachte verslag van den toestand der mestfaalten ontdekt hebbendedat nog verscheidene ingezete nen voortgaan foecale stoffen te werpen op die mestfaalten herinneren dat bij artikel 1 der verordening op het verzame len van foecale stoffen bepaald is dat het met ingang van 15 Juli 1883 verboden is binnen de kom en de bij die veror dening aangewezen buurten verzamelingen van foecale stoffen hetzij vermengd of onvermengdte hebben of te honden. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 11 Sept. 1883. De Secretaris NUHOUT van der VEEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR herinnerennaar aanleiding van de door den gemeenteraad op 27 Juni 1883 vastgestelde politieverordening op het verzamelen van foecale stoffen, dat met ingang van 1 November 1883 het op halen van foecale stoffen bij avond zal eindigen, en dat voor het verzamelen en bewaren dier stoffen alleen tonnen gebruikt zullen mogen worden, die ingericht zijn overeenkomstig het bij de gemeente-reiniging in gebruik zijnde model. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 11 Sept. 1883. De Secretaris NUHOUT VAN DER VEEN. Onmiddelijk naast Oostenrijk is de weinig uitge breide afdeeling van het daarmede staatkundig ver bonden Hongarije geplaatst, waarin de firma Jacob und Joseph Kohn, die wij reeds in Rusland en Oostenrijk ontmoetten, hare gebogen meubelen op nieuw exposeertter zake barer fabriek te Gros Ugroes. Daarnevens zien wij een monumentaal front van allerkeurigst ingelegd houtvan Odöri Margel te Budapest dat meer bezichtiging verdient dan er aan ten deel valt. Ook verdienen opgemerkt te worden de pho- tografiën van hongaarsche volksdrachten van J. Rechnitzer te Neusatz. Fijne porceleinenmeestal in nabootsing van bet vroegere saksischevinden wij van Maurice de Fischer te Tata, vorken en messen en zakmesjes van staal en nieuwzilver, met heften van hertshoornof van met staal ingelegd ivoorschildpad en parelmoer, van Andres Tanczer te Papanglacé handschoenen van U. Hinterseer te Temesvar, fantaisie-artikelen met mos, gedroogde bloemen en vederen van Terez Kuszman te Kesmark; meel en hongaarsche tabakelk van een paar in zenders washonig boonen hennepzaad zonne bloemenolie, en bovenal heerlijke gedroogde pruimen Ja waarachtig het is zoo ik ben een leeglooper, een landlooper, een bedelaar geweest. Het schijnt mij nu wel hard toe dit te moeten zeggen maar het is niet anders. Meen echter niet dat ik vroeger niet iets meer en iets beters geweest ben dan een vagebond. Integendeel, ik had eene lieve en aardige vrouw, ik woonde in een klein net huisjeik was fabriekarbeider en had een goede verdienste. Maar zie toen werden de tijden slechter, met de zaken ging het slap de verdiensten werden minder. Mijn lot was toch nog veel beter, dan dat van duizenden mijner medearbeidersdoch daar dacht ik niet aan. Wel had ik genoeg om mij te voeden en te verwarmen maar dat was mij niet vol doende. Mijne vrouw, mijne lieve Anna kwijnde weg asn eene borstkwaal, en ik werd razend van nijdigheid, als ik aan al de gemakken en de verkwikkingen dachtdie ik haar wel woumaar niet kon bezorgen. Van meer dan eene zijde zijn wij aangezocht in ons feuilleton plaats te geven aan dit stukje dat in onze dagen, nu sommige woelgeesten ook in Nederland de arbeiders zoo gezegd tegen „het kapitaal", d. i. tegen alle bezittersin de eerste plaats tegen hunne meesters, trachten op te ruienmeerdere bekendheid verdient dan er nog aan ten deel gevallen is. Het werd uit het fransch vertaald door dr. J. M. Vorstman te Enschede, die het eene bijdrage noemt tot oplossing van den strijd tusschen kapitaal en arbeid, en alzoo opgenomen onder de bapkjesuitgegeven door de Vereeniging tot ver spreiding van stichtelijke blaadjes. Mogen de geschriften dezer vereeniging in den regel zekere kleur dragen, die een deel onzer lezers niet aangenaam is, „Jacques Mo- rand kan door allen zonder vrees voor ergernis gelezen worden. uit Macedonië van Marko Weyden te Budapest bitterwater en pastieljes van de Hunyadi- en Mat- tbias-Corvinus-bronnen en hongaarsche wijnen, spi ritus en likeuren van een tiental firma'sonder wier inzendingen die van Ignaz Flandorffer te Oe- denburg in het oog valt door een traai gesneden buffet met vaten die van Ignaz Pruckler te Buda pest door de geschilderde afbeeldingen van kelders en vullingslocaal op het voetstuk der in een kas gestapelde flesschen, en die van den Centralen Wijn kelder in de hongaarsche hoofdstad door het buffet, dat de gelegenheid geeft met de voorhanden wijnen kennis te maken. Twee groote Rijken en een kleinere Staatmaar ter tentoonstelling niet voor hen wijkende, Duitsch- land Frankrijk en Belgie wachten nog onze be spreking gelijk de galerij der schoone kunsten en de retrospektieve tentoonstelling. Wat laatstge noemde betreft schiet de tijd ons ongetwijfeld te kort. Voor zoover onze lezers ook lezers zijn van het N. v. d. D.kan ons stilzwijgen geen reden tot klagen opleverenzij hebben over de prachtige verzameling van voorwerpen van vroegere kunst en nijverheid de zaakrijke artikels van den heer D. v. d. Keilen Jr. (een deskundige bij uitnemend heid) kunnen nagaan en zich daardoornaar wij hopenbewogen gevoelddit ondei'deel onzer we reldtentoonstelling niet onbezocht te laten. Hoe het zijde tijd der sluiting kan niet verre meer zijnen letten wij er opdat Duitschland Frank rijk en Belgie in het hoofdgebouw de helft en in de machine-galerij meer dan de helft der gansche ruimte innemendan zullen wij ons nog meer dan tot nu toe moeten bekorten en ons tot het merk waardigste moeten bepalen. Wij vangen aan met Duitschland, dat een deel der hoofdgalerij en 7 zalen vulten zich dus kloek gedragen heeft tegenover de geringe medewerking der Rijksregeering, die slechts 48000 mark voor de deelneming aan de tentoonstelling heeft verstrekt. Hoofdgalerij Ter zijde van de in het midden geplaatste groote inzendingen van piano's van J. Blüthner te Leipzig en Ernst Kaps te Dresdenen naast een torenuur werk met wijzerplaat en slagklok van E. Korfhage te Buerzien wij een hoog gebeeldhouwd front ter vertegenwoording der „Freiherlich v. Tucher'sche Brauerei" te Neurenberg. Omlaag is het een kelder met rijk beslagen deuren, waarin een groot vat, daarboven een cartouche met afbeelding der fabriek, tusschen de gekleurde beelden van 2 stevige brou wersknechts en omhoog een geveltop met wapen Op zekeren dag nu had ik iets te verrichten aan het station van den spoorweg en daar zag ik de vrouw van mijn patroon in een zeer fraai rijtuig gezeten door zachte kussens gesteund en gewikkeld in een man tel van tont. Mevrouw Laurent was, evenals mijne lieve Anna, teringachtig; ze was even mager en bleek; maar zij g>ng nu naar het Zuiden, om daar zon en warmte te zoeken en daar zou zij wel wie weet het? hare gezondheid terugkrijgen. O die mantel van bont Ik wou dat ik haar dien van de schouders had kunnen rukken om er mijne Anna in te wikkelen 1 Waarom had die vrouw alles, en mijne arme kleine zieke niets Vloekende kwam ik thuis. Anna was niet bang voor den dood maar zij zag er wel geducht tegen op, mij alleen te moeten achterlaten in zulk een staat van opwinding en verbittering als waarin zij wel zag dat ik mij bevond. Eens op een avond toen ik thuis kwam, vond ik haar veel bleeker dan gewoonlijk. Ik bad haar een sinaas appel meegebrachtmaar zij kon er niets van gebruiken. Toen ging ik naast haar zitten en r.am hare door schijnende hand in de mijne. „Jacques," zei ze met een nauwelijks hoorbare stem, „ik ga sterven. Zeg mij zoudt gij niet uw best willen doen om braaf te zijn en ook in God te gelooven Hierover heb ik niet met je kunnen praten, maar ik heb voor je gebeden. O God is zoo goed, dat weet iken ik ga nu naar hem toe." Ik kon die woorden niet met kalmte aanhooren neen dat kon ik niet. Gods goedheid Een mooie goedheid Mijne Anna sterft terwijl die andere vrouw beter zal worden omdat ja omdat haar man veel geld heeft. En met welk recht vraag ik is die mijn heer Laurent rijk terwijl ik arm ben Is dat geen schreeuwende onrechtvaardigheid? Waarachtig! er is wel reden toe om over Gods goedheid te praten Ik bukte om Anna te omhelzen en zoo een ant woord te ontwijken. Helaas hare lippen waren koud, hare handen als ijs. Maar zij gaf toch nog een teeken in renaissanee-stijl. Eene breede galerij met 2 door gangen sluit hier de hoofdgalerij af; zij is geheel gebouwd van lange stukken vlakhoek-t- en gootvormig, vierkant of rond gegoten ijzer, van het Actiën-Gesellschaft Burbacher-Hütte bij Saarbrücken, en kan aan elke zijde langs een trap van 30 treden bestegen worden hetgeen veroorlooft van een hoog standpunt een blik in de zalen te slaan. De ope ningen doorgegaan zijndebevinden wij ons in Duitschlands met de Rijkswapens getooide eerezaal, waar Vulcanus schijnt te regeeren en de beroemde Friedrich Kruppvan Essende eerste en grootste plaats inneemt met zijn reusachtigen achtersteven voor het oorlogstoomschip Kortenaer, zijn anker, ketelfrontschroetas kanon wielen wielbanden assen en veeren voor spoorwegrijtuigen, 3 paardjes met berggeschut beladen walschmachine en ertsen. Om zijne inzending geschaard vindt men die van zijne plaatsgenooten Schulz Knaudt Co.stoom ketels en buizen van gegolfd ijzer't welk niet alleen de ketelsteen beter loslaatmaar ook veel sterker is dan vlak ijzero. a. blijkens de door watergebrek sterk ingebogen maar heel gebleven stoomketeldie nog bijna 2 weken na het ongeval op een stoomschip in gebruik is geblevenvan het Actiën Verein Duisburger Hütte, kolossale kruk-as voor het stoomschip Donau der Norddeutsche Lloyd, 2 ankers en model van een werktuig tot het boren van mijnschachten van het Actiën Gesellschaft vormals J. 0. Harkort te Duisburg model van een spoorwegbrug en photografiën van vervaardigde bruggen (o. a. bij Kuilenburg en bij Soerabaya), sluisdeuren torens kappen en goederenwagens van het Actiën Verein Gutehoffnuugslmtte te Ober- hausen scheeps-stoommachine van 250 p.k. voor dubbele schroef, kruk-as, schroefvinnen, kroonraderen van bessemer staal kettingenmodel van een zelfwerkend tipwerktuig tot het lossen van waggons; ertsen, stoomboot-modellen, afbeeldingen van een scheepsdokeen achtersteven, bruggen en kappen; van v. d. Zijpen Carlier te Deutz waggon-wielen en assen van C. Steinhaus Co. te Kabel divers ijzerwerk voor spoorwegrijtuigen van L. Poensgen te Dusseldorp ijzerschermopgehangen aan 2 tot het gewelf rijkende zuilenen van eenige anderen kabelsdraad en puntdraad van gegalvaniseerd staal. De onder de ijzeren galerij geplaatste an tieke meubelen met geperst leder, van J. D. Hey- mann te Hamburg, verdienen wel een kijkje. Aan het einde der hoofdgalerij kan men zich verfrisschen aan dortmunder kloosterbier of aan Rijn- en Moe- selwijnhet laatste voor een schilderachtig met een erkertje en wijngaardranken versierd oudduitsch huisje. Wordt vervolgd. van leven haar lief gezicht zocht het mijne, toen wer den hare groote oogen stijf en haar hart hield op te klompen. Zij was dood. En nu zou ik weer aan het werk gaanl Maar waarom dan toch? Yeel liever ging ik naar de herbergen, naar de koffiehuizen waar volksredenaars flink de waarheid zei den omtrent zulke rijkaards wier vrouwen leven en gezond zijn terwijl de onze sterven. Daar heb ik geleerd dat de maatschappij verplicht is mij te onderhouden en dat wanneer de een zich dood werkt, terwijl de ander niets uitvoertdit alleen gebeurt omdat wij gek genoeg zijn wij die de sterksten en de talrijksten zijn, gek genoeg om niet ons aandeel te nemen en eenvoudig te eischen dat alles gelijkelijk worde verdeeld. Zoo'n maatschappelijke afrekening dat is het doel. Dan heeft iedereen geld dan kan iedereen mantels krijgen van bont. Het was intusschen nu al zeker, ik verkoos niet nog langer te wei ken om de hoeren Laurent en dergelijken al rijker en rijker te maken. Wanneer de maatschappij mij niet alles geven wil of kan wat mij toekomtlaat ze dan ten minste beginnen met mij den kost te geven, en als ze ook dat weigertdan zal ik haar er wel toe dwingen. Ik wil ook wel eens leegloopen wandelen in het zonnetje zitten en twaalf uren lang slapen. Ik had nog een beetje geld en daarvoor kocht ik mij een revolver. Moest ik de maatschappij niet bij den kraag pakken en haar het pistool op de borst zetten, als zij geen rede wou verstaan En zoo verliet ik de stad en begon buiten onder de boeren rond te loopen. Op gebiedenden toon vroeg ik hier en daar om eten op het warmste van den dag strekte ik mij uit in hot mollige grasik liep de schuren binnen en sliep 's nachts in het hooi. En als iemand maar eventjes den schjjn aannam van mij te willen wegjagen, dan haalde ik gauw miju revolver voor den dag. Niet dat ik plan had iemand dood te schieten, volstrekt niet, het was maar een dreigement. Wat had ik er echter een ondeugend pleizier invrouwen en kinderen te

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1883 | | pagina 1