f3l
No. 112.
Vijf en tachtigste Jaargang.
1883.
FEUILLETÖN,
Jacques Moranil.
VRIJDAG
21 SEPTEMBER.
f*
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 8 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door
het geheele Rijk f 1,
De 3 nummers f 0.06.
Prijs der gewone Advertentiën
Van 15 regels 0,75; iedere regel meer f 0,15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
©fficiëel (Bcb cel Ie.
De PATENTEN aangevraagd in Juni en Juli 1883 alhier,
benevens eenige SUPPLETIE PATENTEN van kooplieden
c. s. te Alkmaar handelende of hun beroep uitoefenende, kun
nen ter gemeente-secretarie worden afgehaald van af Vrijdag 21
September tot en met Vrijdag 5 October 1883.
JOHANNES VAN DEURSEN en JACOBUS COULE
HAOEworden verzocht zich ter gemeente-secretarie aan te
melden.
Internationale Koloniale
en Uitvoerhandel-Tentoonstelling
te Amsterdam.
LIV.
Duits cR land II.
Eerste zaal rechts.
Wij vinden hier eerstens uitmuntende droge
verven van Gebr. Heyl Go. te Charlotten-
burg en H. Simson te Keulen in groote kas
ten van W. Sattler te Schweinfurt in eene
vitrine van gebogen glasvan Louis Muller te
Wesel e. a.; aardverven van Schroeder Stadelmann
te Oberlahnstein zwarte verf en filtreerkool in een
fraai kastje van J. G. Zumstein te Dürkheim ul
tramarijn, met nabootsing der ovens voor de berei
ding ervan in houtvan J. P. Piedboeuf te Dus-
seldorp. Onder de talrijke inzendingen van chemi
caliën merken wij op die van E. Merck te Darm
stadt wegens de groote boeveelheden alcaloïden
die van het Actiën Gesellschaft fur chemische In
dustrie te Schalkewegens een kroon van geel
bloedloogzoutvan Beit Philip te Hamburg en
Stassfurt die ook kamfer raffineeren en van de
Vereinigte Chemische Fabriken zu Leopoldshall we
gens fraai aanzien en uitgebreidheidalsook de
kinazouten van Boehringer Geyer te Stutgard
C. F. Böhringer Sohne te Manheim en de che
mische fabriek te Brunswijk. Apothekers kunnen
zich hieraan verkneukelenalsook aan de groote
kas vol toestellen potten en flesschen met inge
brande namen van v. Ponget te Berlijn of aan de
aetherische oliën van E. Sachsse Co, te Leipzig;
vermoedelijk minder aan de groote kas vol engel-
scbe pepermuntjujubes zoute drop pastieljes en
pillen van allerlei aard en in verbazende hoeveel
heid, van Karl Engelhard te Frankfort. Met meer
onverdeeld genoegen zullen de dames het oog slaan
op de beide étalages van Jean Marie Farina te
Keulenop de gothische van zijnen mede eau de
cologne produceerenden stadgenoot Ferd. Mülkens
en op de in sierlijke karafjes in fraaie kas vervatte
parfumeriën van Willi. Rieger te Frankfort. Zij
zullen ook wel een oog hebben voor de stijfsel van
E. Hoffmann und Co. te Salzuflenwiens hooge
rijk gesneden en vergulde! met het fabrieksmerk
een beerop 4 schilden prijkende vitrinevervaar
digd door J. H. Schafer Go. te Bremen opmer
king verdient. Als proeven van fraaie vitrines voor
geringe artikelen wijzen wij op die van H. Under-
berg te Rheinberg voor Bonekamp-elixir, van G.
A. Glafey te Neurenberg voor nachtpitjes schoen
smeer en koperpoetsgoedvan Aug. Leonhardi te
Dresden voor inkt, van Eduard Beyer te Chemnitz
voor inkt en vloeibare lijm, en vooral op de hooge
driekante voor gekleurde drukinkten van Frey
Senig te Leipzig. Een der rijkste vitrines bergt de
bonbonschocoladesuikerwaren en biscuits van
de bekende Gebr. Stollwerck te Keulen B. Spren-
gel Co. te Hanover hebben hunne chocolade en
marsepijn fraaie vormen weten te geven en er een
boek bloemenbeeldjes en zelfs olifanten van ver
vaardigd. A. v. Niessen te Dantzig heeft zijne li
keuren op een sierlijk spiegelbuffethet Actiën
Gesellschaft ,,Breslauer Spiritus-Fabrik" bij zijne
karaffen een model der fabriek geplaatstterwijl
Seidel Co. te Breslau hun spirituslikeuren
sappen azijnen en mosterd ten toon stellen in tot
een toren boven elkander geplaatste flesschen por-
celeinen en aarden potten, zelfs van chineeschen en
egyptischen vorm. Nieuwsgierigen naar de veel be
sproken erwtenworst dienen wij misschien met bet
wel wat lang adres van een der inzendersde
„Aelteste Erbwürst und Leguminosen Praserven
Fabrik, A Schörke Co., zu Görlitz"; maar inge
legde vruchten leveren smakelijker gezicht opals
zij zoo keurig en in zoo fraaie vitrine zijn tentoon
gesteld als die van Willi. Laaff te Mainz.
Aan het einde der zaalwaar ook het glasschil
derwerk in ouden stijl van vJh. de Bouché te Mun-
chen plaats verkreegvinden wij de inzendingen
van bier en wijn. Wat bier betreft (het buffet is
van de brouwerij zum Pschorr te Munchen) vallen
vooral in het oog de monumentale uitstallingen van
Peter Overbeck te DortmundH. Henninger te
Erlangen (zeskant omgeven van heerlijk graan
mout en hop) en van de Bayrische Actiën Bier-
brauerei te Afschaffenburgdie boven hare 4 ge
beeldhouwde vaten prijkt met een schrijven van
Bismarck dat hij geen beter bier gedronken heeft
dan het bockbier dezer fabrieken van de wijn-in
zendingen de monumentale van Gebr. Simon te
Wiesbaden en die van S. Eber te Haardt en V. W.
Labroisse te Neustadt a. d. Haardt, van elkander
gescheiden door een zeer groot, fraai met drinkende
middeleeuwscbe krijgslieden tusschen wijnranken
gebeeldhouwd wijnvat. Onder de tabaksfabrikaten
onderscheiden zich de fraai uitgestalde sigaretten
van turksche tabak van J. Przedecki te Breslau en
de aardig geschikte sigaren van Stern Herzberger
te Lorsch. Wij vragen nog een blik voor het uit
blokken cerisine gebouwd monument van A. Bier-
mann und Go. te Halle a. S., de witte met beeldjes
en bloemen beschilderde en de gekleurde waskaarsen
van B. Weinstein te Hamburgde metalen giet
vormen van Anton Reiche te Dresden en de vaas
van gestapelde lucifersdoosjes van het Actiën Ge
sellschaft Union te Augsburgen stappen de inzen
dingen van leder en marokijn voorbij.
Tweede zaal rechts.
Wij betreden hier het gonzende rijk der naai
machines in groot aantal aanwezig van G. M.
Pfaff te Kaiserslautern Frister Rossmann te
Berlijn, en Adam Opel te Russelsheim, en in kleiner
van Seidel Naumann te Dresden, Biesolt Locke
te MeissenGrimmeNatalis Co. te Brunswijk
en Gebr. Nothmann te Berlijn. Eerstgenoemde
firma geeft bij bare prijscourant een gratis lot voor
eene naaimachine (ons viel nummer 2Ü277 te beurt
de tweede heeft achter hare machines een winkel vol
machinaal naai-, stik- en borduurwerk geplaatst, waar
onder bet kleurig costuum van eene boerin van Rixt-
wick opmerking verdient. Een groote photografie stelt
de binnenplaats der fabriek met het daarop ge
schaarde personeel800 mannen en vrouwen, voor.
Na de naaimachines volgen de chemischephy-
sisclie en pharmaceutische instrumenten van E.
Leypolds Nachfolger te Keulen 6 kassen vol van
Franz Schmidt Haensch te Berlijn spectraal- en
polarisatie-apparaten en microskopenvan Tertel
Sohn te Munchen optische instrumentenvan
dr. Carl Zeiss te Jena microskopen van Heinrich
Boecker te Wetzlar microskopische praeparaten, van
Keiser Schmidt en G. Wehrte Berlijn, toestel
len voor telegrafie en telephonievan G. Jetter te
Tuttlingen chirurgische instrumenten en van Hub.
Andr. Teusch te Ehrenfeld verbandmiddelen.
Modellen vinden wij van gas- en lijkovens van
Friedr. Siemens te Dresden van rijst- en meelfa
brieken van M. Martin te Bitterfeld eener com-
pleete spiritusfabriek met alle werktuigen, alsmede
van destilleer- en rectificeertoestellen van Venuleth
Ellenberger te Darmstadt, en van gebouwen met
boutcement-daken van 0. F. Weber te Leipzig.
In het midden der zaal zijn geplaatst het timmer
mans- en houtdraaiersgereedschapvooral fraaie
schaven, van Julius Taeuber te Zeitz en Wilh.
Braun te Plochingende 4 zeer nette luxe-rijtuigen
van Gottfried Lindner te Halle a. S., het van zuiver
smeedwerk voorzien voorstel van een rijtuig en de
modellen van duitsche postwagens van Robert Lub-
Slot.
Verbaasd keek ik haar aan.
„En wat die gelijkheid betreft," zoo ging zij voort
„ja wij zijn gelijk omdat wij allen kinderen van God
zijnbroeders en zustersgeroepen tot dezelfde be
steraming. Maar ik zie de gelijkheid ook enkel en
alleen daarinen ik begrijp niet boe zij die het be
staan van God en van de ziel loochenen nog van ge
lijkheid spreken kunnen. Hebt gij dezelfde verstande
lijke vermogens, dezelfde jicbaamski achten als uw
buurman Immers neen gij zijt dus of gij wilt of niet,
volstrekt niet gelijk, en gij zult ook nimmer gelijk
worden. Toen ik naar school ging heb ik de fabel
van den wolf en het lam geleerd. Gij kent die ook
zeker wel niet waar? Welnu zoo is immers het leven,
de wolven happen altijd de lammeren op. Hoe wilt
gij dan dat kracht en zwakheid bekwaamheid en
middelmatigheid het evenver in de wereld zullen bren
gen Wat men ook doen moge, altoos zal er wel in
deze wereld ongelijkheid van toestand overblijven in
overeenstemming met de ongelijkheid der menschelijke
vermogens."
Ik moest een oogenblik nadenken. Eindelijk vond ik
een antwoord,
„Gj zijt een geleerde," zei ik. „Maar zeg mj nu
eensdaar gij zoo vasthoudt aan uwen goeden God
waarom geeft Hij dan niet aan alle menschen dezelfde
hoeveelheid kracht en verstand opdat zij hetzelfde
doel zouden kunnen bereiken
„Ik ben geen geleerde, en het is er ver af, dat ik alles
begrijpen zuu. Éen ding kan ik u dan ook maar zeg
gen en dat is dithet levensdoel, dat volgens u schijnt
te bestaan in genot en bezit, is voor mij heel iets anders.
Voor mij is dat doel hierin gelegen niet dat we rijk
worden en machtig maar dat we goed en braaf wor
den en alleen het goede liefhebben, en als gij een
Christen waart, dan zon ik er bijvoegen, dat wij vol
maakt worden gelijk de hemelsche Vader volmaakt is.
De moeielijke weg van strijdarbeid en lijden voert
ons veel zekerder den goeden kant op dan een weg
die al te gemakkelijk is. Gij ziet dusdat zij die
een moeilijk leven hebben, in zekeren zin bevoorrechte
personen kunnen zijn veel meer dan deze of gene, die
een millioen rijk is en dien gij om zijnen rijkdom
benijdt."
Ik deed maar geen poging om te antwoorden, want
zij had mij al te zeer in verwarring gebracht.
„En nu," voegde zij er op licht bewogen toon bij
„wilt gij nu niet gelooven dat God u liefheeft en er
naar verlangt dat gij goed wordt, en u ook de middelen
daartoe aanbiedt Zeg, zoudt gij niet liever werken dan
bedelen
Bedelen Dat woord joeg mij een kleur van schaamte
op het gezicht. Wat? Ja, bet was waar, ik was een
bedelaar en niets anders. Ik had mij voorgedaan als
een beklagenswaardig slachtoffer van het wreede noodlot
en van eene op onrecht gebouwde maatschappij. En bij
slot van rekening was ik niets, dan een ellendige bedelaar.
Ik moeht er niet meör van booren, en op eens keerde
ik mij zonder iets te peggen om, sloeg een voetpad aan
mijne rechterhand in, en verdween achter het huis.
Zonder dat ik er erg in had liep ik door tot aan
den kant van een Vijvei'die zich op een honderd el
afstands van de hofstede bevond. Daar liet ik mij neer
vallen, meer dan dat ik zitten ging. En wat zag ik nu,
toen ik even een schuwen blik in het water wierp
Een gemeenen kereleen bedelaar, smerig haveloos
een afzichtelijken ventepn vagebond zonder huis en
hof, een van die landloopcrs die op het punt schijnen
te staan van iemand het leven of de beurs af te eischen.
En die bedelaar, die vagebond, die landlooper, dat was
ik zelf, ik Jacques Morand, ik, vroeger zoo netjes, zoo
precies zoo ijverig werkzaam ik de man van de lieve
en bleebe Anna
Anna Hare laatste woorden kwamen mij nu weer
te binnen „Wilt gij niet uw best doen om braaf te
zijn En zie dat jonge meisje met die bruine oogen
en met dat vriendelijke gezichtje had mij hetzelfde ge
zegd, Onder de dikke laag van valsche redeneeringen,
die in mijn geest waren opgehooptwas er toch nog
een heel klein beetje gezond verstand en reinheid van
hart overgebleven. Nu keek ik mij zelf eens goed in
't gezicht, en ik schaamde mij over mijzelven, over dien
vagebond dien smerigen bedelaar. Toen stond ik op
hard stampte ik met den voet op den grond, ais om het
stof van dat zoo vernederend verleden van mij af te
schudden. Daar ik nu toch op het oogenblik niets an
ders kon doen begon ik maar met hetgeen mogelijk
was. Ik had daar water bij de hand, en daarmee maakte
ik mij schoon. Toen begaf ik mij op weg en liep
terug naar het dorp, dat ik eenige uren geleden was
doorgekomen. Ik paste wel op dat ik niet te dicht
bij de hofstede kwam. Zou ik mij nog eens aan dat
jonge meisje als een vagebond vertoonen Dat nooit 1
dat had ik voor geen geld kunnen doen.
Onderweg dacht ik over hare woorden na. Daar is
toch wel iets waars in zei ik tot mijzelf. Waarachtig!
mijnheer Laurent is zonder een cent begonnen hij
heeft zich door eigen geestkracht en vlijt opgewerkt
tot de hoogte waarop hij zich nu bevindt. Hein zjjn
de gebraden vogels toch ook maar niet in den mond
komen vliegen hij heeft vroeger hard moeten werken.
Meteen keek ik naar mijne stevige armen.
Ik zou mijnheer Laurent met een knip voor zijn
neus kunnen omver gooien, dacht ik. Wat ben ik toch
veel sterker dan hij Maar, en zie dat is het onder
scheid hij heeft heel wat meer verstand dan ik. Het
kon dus niet anders hij moest het daarom ook wel veel
verder brengen dan ik. En zou hij nu altoos gelukkig
zijn? Dat meisje van de hofstede zeidat dit lang niet
MKIHAARSCHE COURANT