k
No. 117.
Vijf en tachtigste Jaargang.
1883.
WOENSDAG
3 OCTOBER.
FEUILLETON.
'I Een staatsgeheim.
Prijs der gewone Advertentiën
Internationale l4o9oniale
en Uitvoerhandel-Tentoonstelling;
te Amsterdam.
LVIII.
ALKJ
CO
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 8 maanden voor Alkmaar 0,80 franco door
het geheele Kijk 1,
De 3 nummers O 06.
Van 1—5 regels ƒ0,75; iedere regel meer ƒ0,15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
Duitsckland VI.
Tweede zaal links. (Vervolg.)
Ook in deze zaal vinden wij weder voorwerpen
tot het meubelvak behoorendezooals eene fraai
gebeeldhouwde schrijftafel (ongelukkig met een acb-
terschot van gemeen bout) van Gg. Spönnemann
te Neurenberg, eene menigte voorwerpen (bloemen
tafel, kastje, uurwerk, étagères, prent- en brief
dragers) van gesneden hout, van Horndarth Ker-
ner en Fr. Cbr. Holzberger te Erlangen, J. B. Rascber
en Leon Bergmann te Bamberg Hans Ulmer en
Herm. WaJdmann te Furth, ingelegde en gebeeld
houwde kistjes en lijstjes van J C. Ficbt te Neu
renberg, sierlijk gesneden bouten kistjes van Gebr.
Zippelius aldaarfraai geëxposeerde galerieën, gor-
dijnstokken en lijsten van Jos. Dobbelmann te Deutz.
Voorts lijsten van A. Werkmeister en A. Werkmeis
ter Jr. te Berlijn en vooral voor pbotografiën
van Aders Blumberg te Guben bij Berlijn. Voor
meubileering komen verder in aanmerking de spie
gelglazen (2 die elk 3,13 bij 1,33 meten) en de
deurplaten van E. Hellenthal Co. te Aken, de 3
tapijten van Rud. Baader te Berlijn, de geschilderde
gordijnen van H. G. Nanninga aldaar, de raam-
matten van Carl Bock te Blankenheim of de fraaier
beschilderde van de Hamburg-Berlijner Jalousiënfa-
briek, alsmede de behangselpapieren, ook met naboot
singen van marmer hout en brocaatvan Georg
Friedrich Braekebuscb te Lindenen het geschil
derde zeildoek van Goehring Boehme te Leipzig.
Ter versiering der vertrekken zal men vermoedelijk
de 3 uitstekende schilderijen in houtmozaïek van
Job, Adelhard te Neurenberg (gezichten in die zeer
oude stad) verkiezen boven de Rijn- en stadsge
zichten in kurk van J. F Borgfeldt te Berlijn, die,
hoe verdienstelijk overigens, in de nabootsing van
het geboomte te wenschen overlaten. Voor versie
ring beeft men overigens keuze onder de geslagen
en gegoten voorwerpen van koper en gebronsd ijzer
van E. G. Zimmermann te Hanauonder de
beelden van Venus en Charlemagne, de wapentro
peeën schilden en spiegels van den reeds vroeger
genoemden August Gerber te Keulen en onder de 3
rijke spiegels en console van Carl Röhlicb te Berlijn,
van beide fabrikanten alles gelijkende op brons
verguld koper of kleurloos metaalen toch slechts
van carton-pierrewaarvan ook de sierlijke zolder-
rosetten en lijsten van laatstgenoemde vervaardigd
zijn.
De porcelein-, glas-en aardewerk-industrie is tal
rijk vertegenwoordigd. Het porcelein van Lorenz
Hutscbenreutber te Selb meest tafelgoedis met
fijn en niet te overvloedig ornement in goud en
kleuren versierd gelijk dergelijk werk van v. Ro
mer Foedisch te Fraureuthdat bet echter wint
in zuiverheid van de grondstof. L. Lichtinger te
Munch en wijdt zich aan meer beschilderd werk en
toont daarvan schalen en met tin gemonteerde kan
nen bekers en glazen Eisen Co. te Neurenberg
aan desgelijks gemonteerde artikelen zonder schil
derwerk zoowel van glas als porcelein en Louis
Rembach te Eisenach aan in oudduitscben of clas-
sieken stijl beschilderde vazen en bekersterwijl
A. Lusner te Waldenburg (nevens zijne stempelper-
sen) proeven geeft van de overbrenging van pho-
tografiën op porcelein gelijk Hall, Huber en Jordan
te Neurenberg het doen van bet overdrukken van
chromolithografiën op glas.
Tot bet porcelein behooren ook de lampenkappen
met transparanten van L. Hermann te Ingenheim
niet als de vroegere met in blik gevatte plaatjes
maar uit een enkel stuk; tot de majolica's het bonte
aardewerk van Jokann Glatz te Villingen en tot
het poreuze aardewerk de koelkannen filters pot
ten enz. van Eugen Huelsmann te Altenbach. Het
duitsche „steengoed", z.g. blauw keulsch aardewerk,
vinden wij in menigte in oudduitschen vorm, vaak
met tin gemonteerdvan Reinhold Hanke en Marzi
Remy te Höliren Merkelbacb und Wiek te
Grenzhausen alles bij Coblentz. De inzendingen
van enkel glas waaronder punchkommen met gla
zen een hoofdrol spelen zijn die van Friedr. van
Ilauten te Bonn, veelal groen met ingebrand schil
derwerk en goud-ornement, van Carl Neumark te
Neurenberg, ongekleurd of groen, met en zonder
schilderwerk, van Moritz Wentzel te Breslau fraai
gegraveerd, en ten laatste de groote cilinders en bollen
(nevens grondstoffen en modellen der ovens) van
Cbr. Winkler Sohn te Fürth. De geëmailleerd
ijzeren en koperen naam- en cijferplaten van J. G.
Muller te Schöneberg mogen bij de thans besproken
groep melding vinden.
Het is een genot zich met kinderen in deze zaal
te bevinden, en hunne ingenomenheid te bemerken
met bet tentoongestelde speelgoed. De groote en
rijk gebeeldhouwde vitrine vaa F. Ad. Richter Cie.
te Rudolstadt bevat de bouwdoozen met werkelijke
bouwsteenen in 3 kleuren, die de vroegere, zoo spoe
dig morsig en onoogelijk wordende blokjes, vervan
gen. De steenen zijn zuiver en scherp van vorm
en laten zich gemakkelijk schoon maken, zoodat
wij hier met eene werkelijke verbetering te doen
hebben. Als fabrikanten van poppen, met hoofden
Het was natuurlijk dat het gevoel van haat ont
waakte waar tegenzin en vooroordeel voorzaten. „Zij
doet, alsof zij op den eersten rang behoorde," mom
pelde Hochfelden terwijl Kneist zijn tooneelkijker in
draaide, om Laura's gelaatstrekken scherper te kunnen
opnemen Stolpen wendde eerst het oog van haar af,
toen zij na Selma's verwijt ter zijde keek, maar slechts'
om uit het gelaat van deze op te maken, wat tusschen
beide was voorgevallen.
„Als eene koningin 1" zeide Kneist op een toon
die voor ironisch kon doorgaan of niet. „Zij schijnt
net de kleine Flitzer aan het kibbelen te zijn. Sel-
maatje gloeit als een pioenroos."
Selma's oogen bemerkten eerst Stolpen en daarna
zijne medgezellen. Zij kende alleen Kneist anders had
zij er zich zeker niet door gevleid gevoeld dat de drie
heeren hunne kijkers op haar richtten en had zij kun
nen gissen, dat de officier althans niet in eene stemming
wasom haar te bewonderen. Baron Kneist was eene
in den schouwburg bekende perso onlijkheid en had Seima
reeds vaker zijne buide getoond ja was haar zelfs een
maal m de garde-robe bij het omhangen van baar
mantel behulpzaam geweest. Zij wist echter, dat hij
een roue was die het hof maakte aan iedere aardige
zangeres of danseres, en zij voelde zich dan ook meer
-evleid door de opmerkzaamheid die de andere bee-
ren haar schenen te wijden.
Zij vergiste zich nietde knappe deftige heer, dia
recht,.zijde van baron Kneist gezeten had, schonk
hTl Gzondere oplettendheid misschien was
di fft0r. °P haar opmerkzaam gemaakt en ook
o ücier had zijn kijker op haar gericht. Selma nam
van porcelein, doen zicb kennen 0. F. Kling Co.
te Ohrdruf. Franz Schernm te Neurenberg verrukt
de jeugd door zijn koffiehuiskeuken 2 salons en
tuin met warandewaarin alle voorwerpen van de
gewone grondstoffen vervaardigd en slechts de ge-
kleede poppetjes te stijf zijn om aan een wereld
van lilliputters te denken; terwijl Conrad Schild
knecht Sohn en Gebr. Heinrich te Furth den
knapen kreten van bewondering doen uiten door
hunne fraai gevormde en gekleurde looden soldaat
jes. Wij kunnen slechts enkele uit de vele inzen
dingen van speelgoed noemen, en bepalen ons daarom
nog tot de blikken stoombootenrijtuigen, spoor-
en tramwagenskanonnen arren en brandspuiten
van Ludwig Lutz te Ellwangen de sciopticons en
voorwerpen daarvoor van J. A. Lobinger te
en de sciopticons en de zich tot den rang van mo
dellen verheffende locomotieven, stoomschepen en
machines van Jean Schoenner te Neurenberg. Voor
kindergebruik zijn ook bestemd de kinderwagens en
vouwstoeltjes van E. A. Naether te Zeitzde kin
derwagentjes, tafeltjes, vouwstoeltjes en vélocipèden
van Louis Schmetzer Co. te Rothenburg. Kinder
daggen hebben wij voorts te zoeken bij de groote
collectie illuminatie-ballons van Leberecht Thon te
Berlijn, en kindertrompetten en rinkelbellen in de
collectieve inzending van een 30tal fabrikanten te
Neurenberg, Furth, Erlangen en Schwabach Deze
inzending2 groote reeksen van kasten in bet
midden der zaal en nog eene kleinere ter zijde vul
lende omvat pijpen van meerschuim barnsteen en
hout, ivoren waaiers, porte-morinaiescolliers,
broches en knoppen voor wandelstokken hoornen
kammen, slavorken en lepels, schildpadden en
hoornen knoopenmet parelmoer ingelegde doosjes
en andere artikelen, brillen, pince-nez, fijn schuier
werk, nachtpitten, werkdoosjes, schaakspelen, com-
passen kranen, mandjes, ta3cbjes legkaarten en
vele andere met de hierboven reeds cenoemde
overeenkomende speelgoederen.
Eene fraaie inzending van schuiers ook met
borstels van staal, en kwasten is geleverd door Ed.
Flemming Co. te Schönheidevan kwasten en
penseelen door Martin Weigel te Neurenberg, van
bezems en schuiers van rijststroo door G. Kilian
te Bonn De voorwerpen van geschilderd bout
(Spa-werk) van G. A. Nol te Halle a. S de fijne
leder- en marokijn-artikelen van Paul Golmick und
Uennig te Berlijn en S. Horn te Offenbach en de
keurige bnevenwegers van laatstgenoemde verdienen
nog melding, alsook het beweeg- en sluilbaar ijzeren
traliewerk der vroeger genoemde Hamburg-Berlijner
Jalousiënfabriekdat bij warm weder vergunt de
ramen achter de neêrgelaten stores geopend te
de meest kokette houding aan die haar ten dienste
stond, zij leunde achterover in den hoek harer loge,
alsof hare medgezellin volstrekt niet bij haar behoorde'
en trok langzaam haar linker handschoen uitom een
grooten diamant te laten schitterendie de zachte
kleine ma r wat te ronde hand tooide.
„Zij werpt lokaas uit merkte Kneist sarkastisch
°P> geloof dat zij honderd vijfentwintig tot hon
derd vijftig duizend gulden weegt zonder te rekenen,
wat de oude bovendien nog bij elkander zal schrapen."
Selma's koketterie maakte op Hochfelden in het eer
ste oogenblik een onaangenamen indruk het had den
schijn alsof zij trotsch was op hare overwinning op
zijne familie, maar de woorden van Kneist veranderden
die stemming. Het jonge meisje wist ongetwijfeld niet,
dat hij de zoon der dame was tegenover wie zij zich
zoo aanmatigend gedragen had en was zij nu bovendien
rijk dan was hare handelwijze ook eerder te vergeven,
want de dames der reldaristocratie hadden zich in
bijna alle loges de beste plaatsen verschaft. Selma's
uiterlijk had voor den jongen olficier iets belangwek
kends wat bem deed verlangen om met haar kennis
te maken. Zijn toorn had zich toch ook reeds van den
beginne af aan tegen Laura gerichtsinds hij verno
men bad wie zij was. Een der heeren die de ioge
binnengetreden was nadat gravin Hochfelden die ver
laten had bad de dochter van den ondergeschikten
ambtenaar herkend en Hochfelden verzochttoen hij
dezen in den foyer had aangetroffen en het voorval
medegedeeld om de zaak verder aan hem overtelaten,
hij zou aan de gravin eene passende voldoening ver
schaffen daar de vader van het jonge meisje zijn directe
ondergeschikte was.
In de volgende pauze vroeg Hochfelden aan Kneist,
om met hem medetegaan naar den foyer. Hij had be
merkt dat Stolpen ook in deze pauze terstond na het
vallen van het scherm zijn kijker naar loge n°. 8 richtte
en tegen hem opvallend strak was, zoodat hij het
gevoel kreegalsof Stolpen de heftige wijzewaarop
hij zich over het voorval had uitgelaten afkeurde.
„Stolpen is van avond bizonder vervelend," begon
hij toen hij met Kneist de foyers betrad. „Hebt ''gij
eene afspraak met hem anders stel ik u voor hem
maar niet op te zoeken."
„Niets is mij aangenamer, Slolpen's gezicht maakt
my den wijn zuur."
„Mijn vader bouwt bergen op hem waarom begrijp
ik met. Ik vind het overigens zeer zonderlingdat hii
geen reden meende te hebben om mijne familie zijne
diensten aantebieden wanneer bij werkelijk het voorval
gezien heeft, maar hij vindt het misschien zeer gepast
dat mijne moeder voor de dochter van een klerk plaats
maakt. r
Kneist glimlachte op eene eigenaardige wijze. Ik
meng mij niet gaarne in dergelijke aangelegenheden,"
antwoordde hij „maar ik veroorloofde mij toch er op
te zinspelen dat hij het tegenover uwe moeder en
zuster verplicht was."
„Welnu? En wat antwoordde hij?"
„Hy snauwde mij zoo kort en ruw af, dat ik begon
te twytelen of hij wel in een nauwer betrekking tot
uwe lamilie staat of staan wil."
Hochfeldens gelaat werd purperrood. „Naar die
hooge eer zal bezwaarlijk iemand dingen," zeide hii
„het allerminst mijne familie."
„Ik geloof het gaarne," antwoordde Kneist, „maar ik
houd het er voor, dat mijnheer von Stolpen zeer ijdel is.
Het is mogelijk, dat hij eene zeer bizondere persoonlijk
heid is, daar mijnheer uw vader hem zoo welwillend
gezind is maar naar ik hoor, zijn zijne zaken zeer in
de war, zijn vader moet diep in schulden steken."
Fnts Hochfelden knikte toestemmend. „Mijn vader
weet dat", antwoordde hij „en ik geloof dat hij
juist daarom zoo met Kneist ingenomen is omdat
hy met zooveel fatsoen honger weet te lijden. Hebt
gij ooit gezien dat hij in eene fatsoenlijke restauratie
eet eu meer dan een halve flesch moeselwijn drinkt?
Hy zegt, dat de wijn hem naar het hoofd stijgt, maar