houden zonder gevaar van nachtelijke inklimming. ken kiosk in deze zaal stelt ons in de gelegenheid, kennis te maken met het smakelijk bier der v. Tu- chersche brouwerij. Wordt vervolgd. Buitcnlanb. Bittuenlaub. DUIlSCHLAJv D. Den 28 werd het Germania-ge- denkteeken (in N°. 111 dezer courant reeds beschre- ven), opgericht ter herinnering aan de eendrachtige zegevierende beweging van het duitsche volk en aan het herstel van het duitsche rijk 1870—1871 door den Keizer op een der hoogten van het Niederwald onthuld. Op de tot hem gerichte toespraken antwoordde ds Keizer in hoofdzaak het volgendewanneer de Voorzienigheid haren wil op aarde wil doen kennen, kiest zij daartoe haren tijd en hare werktuigen. 1870/71 was daarvoor het geschikte tijdperk. De Almachtige voerde de duitsche wapenen van overwinning tot over winning miljoenen harten dankten God daarvoor in hun hart en brachten Hem lof, omdat Hij ons waar dig achtte, Zijnen wil uit te voeren. Ook voor het verste nageslacht wil Duitschland aan dit gevoel van dankbaarheid duurzame uiting geven. Met dat doel is dit gedenkteeken opgericht. Ik wijd het in met de woorden mijns vadersden gesneuvelden ter gedach tenisden levenden tot dankbaarheid, den komende geslachten tot navolging. Dat geve God Daarna ont blootte de Keizer het hoofd en reikte aan de hem omringende duitsche vorsten de band terwijl het om hulsel viel van het gedenkteekenonder het gebul der van het geschut en het zingen van „Die Wacht am Rbein." Aan den door den Keizer te Wiesbaden gegeven feestmaaltijd werd deelgenomen door alle vorstelijke gasten, de burgemeesters van Hamburg, Bremen en Lubeek de aanwezige ridders der orde van den Zwar ten Adelaar, den bevelvoerenden generaal, de ministers, de leden van den Bondsraad de voorzitters en onder voorzitters van den Rijksdag en de Lden van de com missie voor het gedenkteeken. De Koning van Saksen dronk de gezondheid van den Keizer, aan wiens roem rijk bestuur men niet slechts de eenheid van Duitsch land maar ook de vrede in eigen boezem en die met het buitenland verschuldigd was. De Keizer betuigde zijn dank en dronk niet alleen de gezondheid van den Koning van Saksen maar die van alle bondsvorsten die tot het verkrijgen van Duitschland s eenheid hadden bijgedragen. Wiesbaden was des avonds schitterend verlichtde Keizer en de Vorsten woonden de voorstelling in den schouwburg bij. ENGELAND. O'Donnell is naar de assises verwezen onder beschuldiging van moord op den verklikker Carey gepleegd. Carey's vrouw getuigde dat O'Don nell na het plegen van den moord haar gezegd had dat hij uitgezonden was, om die daad te volvoeren. De Times acht het dringend noodzakelijk dat het verblijf der engelsehe troepen in Egypte verlengd wordt, ter voorkoming dat de Porte slaagt in hare pogin gen om den verloren invloed te herwinnen en ter verkrijgingdat in Egypte tot stand komtwat dit rijk zelf niet in staat is tot stand te brengen. De bladen uiten hunne verontwaardiging over de beleedigingen den Koning van Spanje aangedaan en toonen aan dat de fransehen op die wijze gevaar loo- pen van zich de vijandschap van Duitschland op den hals te halen. Alleen de Daily Newsofschoon de beleeding zelve ook afkeurende voegt daarbij dat zonder twijfel de reis van Koning Alphonsus naar Duitschland in verband stond met het opnemen van Spanje in het verbond der mogendheden van Midden- Europa. Ieeland. De landbezitter Crotty werd den 27 in het graafschap Mayo door sluipmoordenaars dood ge schoten. FRANKRIJK. De kiezers van het 10e arrondisse ment van Parijs richtten een schrijven tot hunnen ver tegenwoordiger, den voorzitter der Kamer, om hem uit te noodigenmede te werken tot de onmiddellijke bijeenroeping der Kamer, ter voorkoming van de ge volgen der naar hunne meening avontuurlijke staat kunde der regeering in zake Tonkin. De Temps meldtdat China den geheelen linker- ik wil er op zweren dat hij het uit zuinigheid doet en thuis droog brood eet. Hij is gierig." Kneist lachte. „Hij is een neef van mij antwoordde hij „en ik moest eigenlijk zijn lof zingen. Maar dat is mij onmogelijk. Ik voel geen symphatie voor zulk een staalkaart van vervelende deugden en wat het ergste is ik ben daarenboven in dat opzicht zoo ongeloovig als Thomas. Stolpen is niet spaarzaam, waar het geldt, om uiterlijk den gentleman te spelen hij kleedt zich goed, bezoekt geregeld den schouwburgen komt slechts in eerste localen. Hij weet zeer goed dat ouders van dochtersdie niet van middelen ontbloot zijnveel waarde hechten aan ue soliditeit van een man en acht zijne eigen persoonlijkheid in het geheel niet gering hij is erg bang, haar beneden de waarde prijs te geven." Hochfeldens blik kreeg iets stekende. Indien de woorden van Kneist er op berekend waren, om hem tegen Stolpen op te zettendan had deze zijn doel zeer goed bereikt. „Wat bekommeren wij ons om den zot!" riep Erits. „Laat ons van iets anders praten. Elitzer is een aar dig meisje." „Dat is zij. Stolpen houdt het er wel voor, dat haar uiterlijk iets onbeschaamds heeft, hij schijnt hare vriendin te bewonderen maar het schijnt mij toe, alsof de kleine zich over hare burgerlijke gezellin schaamt. De oude Elitzer doet ook geldzaken behalve zijn eigenlijk beroep, en wanneer gij de kleine het bof wilt maken behoeft gij den oude slechts goede renten betalen om zeker te zijn van uw succes." Wordt vervolgd. oever der roode rivier verlangt, benevens een onzijdige strook grond hetgeen gelijk staat met het opgeven van alle bezittingen aan de Delta door Frankrijk. De minister van marine ontving de bevestiging van het bericht, dat de „Zwarte Vlaggen" den 15 hunne stellingen voor Sontay opgegeven hadden. Twee ba taljons zouden eene verkenning doen op de beide oe vers der rivier tot aan Sontay. De door een afdeeling mariniers bewaakte fransche vertegenwoordiger te Hué bewerktedat twee ministers naar Tonkin zouden gaan om te zorgen voor de ontbinding der anamatische troepen die zich nog niet onderworpen hadden. De République fran9aise maakt eene verklaring open baar die haar toegezonden was door invloedrijke per sonen uit de spaansche kringen te Parijs waaronder leden van den Senaat uit Barcelona en Madrid. Daarin wordt gezegd dat de reis van Spanje's Koning naar Duitschland de staatkundige gedragslijn van dat rijk welke blijk geeft van levendige ingenomenheid voor Frankrijk, volstrekt niet aan banden kan leggen. Spanje's Koning wenscht een vorst te blijven, die de grondwet naleeft. Hij verlangt geene verbonden te sluiten, waarmede men niet ingenomen zou zijn. Het staat vastdat er geen verbond gesloten is noch geslo ten zou wordenomdat de verantwoordelijkheid daarvoor op het ministerie zou rusten. Persoonlijke uitingen des Komngs stellen de onderteekenaars in staat, ten stelligste te verzekeren, dat de Koning geen enkele verbintenis aanging. De internationale vereeniging in het belang van den vrede en van het onderwerpen der geschillen tussehen verschillende staten aan scheidsrechters heeft aan het fransche volk een adres gericht, waarin aangedrongen wordt op het onderwerpen der hangende geschillen met China aan een onpartijdig scheidsrechter, bij voorbeeld den President der Vereenigde Staten. Den 29 werd ministerraad gehouden onder voorzit terschap van Grévy, waarbij alle ministers tegenwoordig waren, uitgezonderd den minister van oorlog die ziek was. Nadat de minister van marine mede'deelingen bad gedaan omtrent de krijgsverrichtingen in Tonkin en de minister-president en de minister van buitenland- sche zaken omtrent de onderhandelingen met China werd besloten de Kamers tegen den 23 bijeen te roepen en naar Toulon het bevel uit te vaardigen tot het zenden van 3 compagniën elk van 150 man, naar Tonkin. Don 29 kwam dos namiddags kwart vóór viöron do Koning van Spanje, vergezeld van kolonel Lichtenstein, adjudant van president Grévy, die hem te gemoet was' gereisdaan het met vlaggengroen en de wapen schilden van Frankrijk Spanje en Parijs versierde stationsgebouw te Parijs aan waar eene vrij opgewon den menigte van ongeveer 10000 menschen verzameld was. De eerewachtdie den Koning zou vergezellen bestond uit een bataljon linietroepen en een eskadron kurassiers. In de zaal van het stationsgebouw waren voor de ontvangst van den Koning o. a. tegenwoordig, de spaansche gezant met zijne hoofdambtenaren dé fransche gezant te Madridvoor deze gelegenheid overgekomen en de gouverneur van Parijs. Te halfvier kwam president Grévy in het zwart gekleed en voor zien van het grootkruis van het legioen van eer en de versierselen van de orde van het gulden vlies verge zeld van de ministers en generaal Pittié. Bij 'de aan komst van den Koning roffelden de trommen, dreunde het kanon der Invaliden en weerklonk het spaansche volkslied. President Grévy reikte den Koning de hand en stelde hem eerst den minister van buitenlandsche zaken en daarna de overige ministers en den gouver neur van Parijs voor. De Koning deed zijnerzijds het zelfde ten aanzien van den spaanschen minister Yega de Armyo. De geheele ontvangst duurde slechts eemge minuten. Daarop nam de Koning met den franschen minister van buitenlandsche zakenden spaanschen gezant en den heer Mollardden persoondie de gezanten steeds voorsteltin het eerstePresident Grévy in het tweede, de ministers enz. in de volgende rijtuigen plaats. Zoodra zij zich vertoonden ging er van alle kanten een luid geschreeuw, gesis en gefluit op en de menigte trachtte door de kurassiers heen te breken. De rijtuigen reden in vollen draf langs de troepen, die de wapenen presenteerden door de Lafayettestraat door de zwart van hoofden en gebaren makende menigte op de trottoirs, aan de vensters, tot in de boomen van den Magenta boulevard en op de daken toe. Bij de kerk van Yincentius de Paulo brak het volk door de gelederen van de militairen en omstuwde de rijtuigen. „Weg met den uhlaan 1" riep men „Leve Spanje leve Frankrijk leve de Republiek 1" Eens werden de rijtuigen van den Koning en den President gescheiden. Een kurassier tuimelde in het gedrang van zijn paard en moest in eene apotheek gedragen worden. Van het Montholon-plein af hielden de vijandige vertooningen op en de Koning bereikte ongehinderd de woning van den spaanschen gezantwaar eene sterke macht troepen en gendarmes de orde handhaafden. Toen hij echter tegen 6 uren een bezoek bracht aan het Elysée waren daar, ondanks den regen weder honderden personen bijeen, die uit alle macht hem uitfloten. Hetzelfde geschiedde bij zijn terugkeer. Des avonds ontving hij ue gezanten. Volgens een Parijschen berichtgever der Kölnische Zeitung gaven twee groepen spaansche journalisten het sein tot de ongeregeldheden aan het stationsgebouw. De drukte was zoo grootdat men van het spaansche volkslied dat gespeeld werd niets hooren kon. Ook geeft hij te kennen dat Grévy met opzet in een ander rijtuig dan de Koning plaats nam daar hij zich in het openbaar met hem niet wilde vertoonen. Sommigen beweren dat de President hem niet had willen af halen maar daartoe gedwongen was door den minister president die met ontslag dreigde. Er was sprakedat de Koning na het gebeurde on- middelijk weder vertrekken zou, doch hij moet aan hen, die hem dit rieden gezegd hebben dat hij de onge regeldheden niet voor het werk van de parijsche be volking maar van eenige verdoolde lieden hield. Den 30 woonde de Koning in de Clotilde-kerk de mis bij. Hij liet vragen naar den toestand van den gevallen kurassier, verklarendedat hij, mocht de man overlijdende zorg voor zijne betrekkingen op zich nam. De jachtwelke te Rambouillet zou gehouden worden werd wegens het slechte weder afgezegd. By het aan den Koning door den President gebrachte bezoek bood hij zijne verontschuldigingen aan in den naam van Frankrijk, dat niet verward mocht worden met de aanleggers der vijandige vertooningen. De President verzocht den Koning, Frankrijk een nieuw bewijs te willen geven van zijne welwillendheid door eene uitnoodiging voor een feestmaal op het Elysée aan te nemen waaraan al de leden van het Gouvernement zouden deelnemen en waar hij kennis zou kunnen nemen van de werkelijke gevoelens van Frankrijk te zijnen aanzien. De Koning antwoorddedat hij te Parys was gekomen bezield met ingenomenheid jegens Frank rijk en dat hij daarvan een nieuw bewijs wilde leveren door die uitnoodiging aan te nemen. Aan dat feestmaaldat te half acht begon was de Koning van Spanje gezeten tussehen mevrouw Grévy en mevrouw Wilson. Al de ministers, uitgezonderd de minister van oorlog, waren tegenwoordig. President Grevy droeg de Orde van het Gulden Vlies en al de genoodigde franschen waren met spaansche ridder orden versierd. Van 9 uur tot half tien spraken de Koning en de heeren Grévy en Ferry, op dezelfde sofa gezetenmet elkander. De President drong er sterk op aan dat de Koning nog een dag zou blijven. Den 1 des morgens te 8.45 vertrok de Koning, zon der dat er iets bizonders voorviel. De dagbladen spreken hunne verontwaardiging uit over het gedrag der bevolking op den 29. De Répu blique zegtdie vertooning was een groote fout, want daardoor is te kort gedaan aan de plichten der gast vrijheid. Wij zijn helaas 1 in den ons gespannen strik geloopen. Het Journal des Débats betreurt het, dat het gezond verstand des volks de berekeningen der staatkunde niet verijdeld heeftdie er belang bij had bet zijne kalmte te doen verliezen. De Soleil zegt: De beleedigingen, door een gedeelte der parijsche be volking den Koning van Spanje aangedaan zijn een nieuwe troef in het spel van prins Bismarck. De Parlement uit de hoop, dat Spanje begrijpen zaldat f rankrijk niet medeplichtig is aan de beleedigingen zijnen Koning aangedaan. RUSLAND. Volgens den Petersburger berichtgever der Köln. Zeitung heeft de kamerheer Grekoff? zich tijdens de afwezigheid van de Keizerin dood geschoten in een logement, omdat hij leed aan een ongeneeslijke kwaalen niet omdat hij op heeterdaad in het paleis betrapt werd op het neerleggen van nihilistische ge schriften op de tafel der Keizerin. Ter wegneming van den ongunstigen indrukdoor het artikel van het Dagblad van St. Petersburg over Bulgarije te weeg gebrachtwordt te Petersburg op den voorgrond gesteld, dat Rusland's staatkunde ten aanzien van Bulgarije volkomen vredelievend is en blijft. Het gerucht, dat Rusland aan andere kandidaten voor den bulgaarschen troon zou denken is geheel uit de lucht gegrepen. Het verlangt slechts de rust en vrede van Bulgarije. W el zou het liever gezien hebben dat de Vorst zich aan het overeengekomen programma ge- aouden hadmaar het zal toch volkomen tevreden zijn wanneer het aan de leiders der partijen te Sofia gelukken mag langs een anderen weg bet land voor goed van telkens terugkeerende moeielijkheden te be vrijden. STATEN-GENERAAL. Tweede Kamer. De heer Rutgers v. Rozenburg heeft een wetsvoorstel ingediend tot aanvulling der wet van 29 Juli 1881 (ka naal AmsterdamMerwede), zoodanig dat art. 1 voor taan zal luiden „Voor rekening van den Staat wordt een kanaal aangelegd breed in den bodem ten minste 20 el'en en diep ten minste 3,1 ellen onder den water- spiegelgemeen liggende met Amstellands boezem, van den S. Anthoniedijk onder Diemen tot benoorden den Leidschen Rijn bij Utrecht, en loopende van het Noord zeekanaal bij de Stads-Rietlanden te Amsterdam met eene ombuiging ten westen langs Utrecht, langs Vrees wijk en Vianen tot in de Merwede bij Gorinchem." De begrootingen wegens den arbeid der gevan genen en voor de Rijks-gestichten Ommerschans en Veenhuizen voor 1884 zijn ingediend. De eerste beloopt f 273,085, de laatste f 722,574, zijnde 105,532 meer dan voor 1883, grootendeels omdat 100,000 is uit getrokken voor eene afdoende herstelling der gebouwen te Veenhuizen, indien de Rijkswerkinrichting aldaar, bij aanneming van het wetsontwerp op de gestichten waarin gevangenisstraf of hechtenis wordt ondergaan gevestigd blijft. De heer Bichon v. IJselmonde heeft, wegens den ongunstigen staat zijner gezondheid ontslag genomen als lid der Kamer. De vestingbegrooting voor 1884 beloopt 1,994,600. Door de regeering is ingediend een wetsontwerp tot versterking van 's Rijks middelen door: 1°. herstel der invoerrechten op granen en hout, tot gelijk bedrag als vroeger 2°. verhooging van het invoerrecht op thee tot f 40, 3". verhooging van den accijns op het gedes tilleerd van 57 tot f 60 per vat 4°. tijdelijke hef fing van 20 opcenten op de personeele belasting en van 12 opcenten op het recht van successie. Later volgt een ontwerp om in plaats van 4/» slechts 8/i aan de gemeenten uit te keeren. Te Renkum zijn den 22 door 2 knapen leerlin gen der christelijke school67 ruiten der herv. kerk ingeworpen. Te Assendelft is den 25 een l%jarig kind van P. Bakker, terwijl de moeder een boodschap deed in het water geraakt en verdronken. In den avond van den 26 is een urker schipper, bij het uitwerpen van zijn anker in het kanaal nabij Zaandam over boord gevallen en verdronken. De rechtbank te Winschoten heeft den 2Ï de

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1883 | | pagina 2