No. 118.
Vijf en tachtigste Jaargang.
1883.
FEUILLETON.
5) Een staatsgeheim.
VRIJDAG
5 OCTOBER.
Prijs der gewone Advertentiën
©fficiëel 0cbccÜe.
SCHOUW.
Internationale S4o!»niale
en Uitvoerhandel-Tentoonstelling
te Amsterdam.
LIX.
ALK1IA.4RSCHE COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag», Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 8 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door
het geheele llijk f 1,
De 3 nummers O 06.
Van 1—5 regels f 0,75; iedere regel meer f 0,15.
Qroote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
Burgemeester en Wethouders van Alkmaar
herinnerennaar aanleiding van de door den ge
meenteraad op 27 Juni 1883 vastgestelde politie
verordening op het verzamelen van foecale stoffen,
dat met ingang van 1 November 1883 het ophalen
van foecale stoffen bij avond zal eindigen en dat
voor het verzamelen en bewaren dier stoffen alleen
tonnen gebruikt zullen mogen wordendie inge
richt zijn overeenkomstig het bij de gemeente-rei
niging in gebruik zijnde model.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
A, MACLAINE PONT.
Alkmaar De Secretaris
1 Oct. 1883. NUHOUT VAN DER VEEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen, onder herinnering aan de verplichtingen, aan eigenaren
of gebruikers van slooten opgelegd bij de politie-verordening
op de gebouwenstratenpleinenwegen en wateren van
14 December 1881, j
ter algeineene kennis: dat op Woensdag,
18 Januari 1882 5
17 October aanstaande, door den opzichter van den Hout en
de plantsoenen zal worden gehouden de jaarlijkscbe SCHOUW
over de vaarten en slooten in deze gemeente.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
1 Oct. 1883. De Secretaris,
NUHOUT VAN DER VEEN.
Duitse h land VII.
Een beduidend gedeelte der zaal van de Vereenigde
Staten is ongebruikt gebleven en even als zooveel
terrein in die republiek ingenomen door de voor
hun vaderland te talrijke duitschers. Wij doopen
deze veroverde ruimte de
B 'jzaal
en vinden daarin de meubelmakerij flink vertegen
woordigd. Rijk is de inzending van Ferdinand Vogts
Co. te Berlijn vereenigd met die der lijstenma
kers Vogts Wmzmann aldaar. Hiervan munt bij
zonder uit eene uitstekend gebeeldhouwde secretaire
waarvan het binnenwerk van olijvenhout sierlijk is
ingelegd. Een kas van met koper ingelegd ebbe-
hout heeft een deur van gedreven brons. De zil
verkas even als de tafel ebbehout met verguld
kon voor hare bestemming wel wat minder hout
in het front hebben. De stoelen zijn geheel ver
guld ot van ebbehout met versiering van notenhout
en nikkelde prentdrager is keurig gesneden en
het geheel toont, dat de fabrikanten gewoon zijn
voor vorstelijke hoven te werken. De lijsten om de
spiegels en het portret van den duitschen kroon
prins beantwoorden aan den luister der meubelen.
Meer inleg- dan snijwerk onderscheidt het meubilair,
tafel, stoelen, kassen en lezenaar, van Georg Schöttle
te Stuttgart, die ook parketzolder en vloer, alsmede
een houten lichtkroon te zien geeft. De India
Faser Compagnie te Berlijn pronkt met meubelen
dievoor zoo ver zij in renaissance-stijl zijn be
werkt vlakke ornementen op gepikten ondergrond
vertoonen; en toont voorts rustbedden met gemak
kelijk verstelbare hoofdkussens. Van Hoppe Krusch-
witz te Zeitz zien wij een fraai gevormd renaissance-
buffet van geelhout en daarachter onberispelijke
proeven van beeldhouwwerk in ebbehoutvan R.
Frankenberg te Nordhausen een hooge kast van
denzelfden maar minder gelukkigen stijl, dan Gebr.
Bethmann aldaar fraaie schrijftafel van noten- en
kas van ebbehout, van Chr. Gatermann te Duisburg
een antieke kas met bronzen paneelen en een rust
bank met hooggelijst achterschot, van Walch Sohne
te Berchtesgaden tafels, stoelen en lijsten van ge
heel besneden meest zwart hout. Volledige slaap
kamer-ameublementen zijn er niet minder dan drie:
van Hess Rom te Berlijn (van wie ook lenaissance-
buffetten en stoelen met lederen en matten zittingen
en ruggen) eenvoudig en degelijk van noten- met
paneelen van wortelhoutvan Gebr. Weinmann
aldaar fraai gebeeldhouwd van slechts hier en daar
door een bruin lijstje afgewisseld wit houtzoo
blank dat men het oppervlakkig voor geverfd zou
aanzien, en van Levins Wwe und Co. in dezelfde
stad werkelijk licht geverfd. De laatste firma ver
vaardigtblijkens de aanwezige buffetten, schrijf
tafel, tafels en stoelen, ook fraai gesneden meubelen.
Een paar flinke schuiftafels zijn geleverd door Ru-
scheweyk Schmidt te Langenölseen tafel met
inlegbladen door J. Heymann te Hamburg een
niet te prijzen biljart, tevens eettafel, door J. Neu-
husen te Berlijntafels en stoelen met de eigen
aardige beiersche houten ruggen door Jos. Erhard
te Partenkirchen, geraamten van stoelen en canape's
door Kritzmann Wienke te Elberfeldstoelen
en rustbanken van gebogen hout door het Saechsische
Holzindustrie Gesellschaft te Rabenaugoedkoope
stoelen door A. Oscar Jaeger te Weinheim, luier- en
vouwstoelen door Paul Koppel te Dresden en Ferd.
Menkel Co. te Barmen, een driewieler met ruime
matten zitting en rug door J. Schöberl te Munchen.
De inzending van A. Bembe te MainzKeulen
en Mergentheim van kostbare meubelen in oud-
duitschen stijl, spiegel, drijfwerken en pronkstukken
gelijkt op eene verzameling antiquiteiten, waaronder
ook opmerkelijk zijn een geslagen ijzeren lantaarn
en een lichtkroon van een hertengeweiaan welks
wortel een wapenschild is bevestigd waaruit een
gekleurd vrouwenbeeld in antieke kleeding oprijst.
Wat lichtkronen en lantarens aangaat, vinden wij
nog eene groote collectie in een doorgang, van het
Actiën Gesellschaft fur Fabrik von Bronzewaaren
und Zinkguss te Berlijn waaronder een zeer fraaie
koperen vestibule-lantaarn en ook onze oude vormen
van kerk- en kaarskronenvoorts candelabres
spiegellijsteninktkokers enz., veelal van verko
perd zink.
In de nabijheid zien wij ook fraaie meubelstoffen
en brocaten van Adler During te Chemnitz en
elders het gesponnen paardenhaar van F. S. Fehrer
te Kitzingenhetwelk ons tot de meubelmakers
terugvoert, of liever tot de vele makers van parket
vloeren en beschotten onder wier werk dat van F.
H. Schmidt te AltonaCarl Sterkei te Ravensburg
en A. Jaendges te Crefeld het meeste uitmunt; dat
van Gebr. Maier Loewi te Regensburg behaagt min
der omdat het eenkleurig is.
Na een blik op de halfverheven groote buste des
Keizers in krans met krooncarton-pierre van
Gerber te Keulen, reeds vroeger genoemd, begeven
wij ons naar de 2, langs de 3 laatst besproken zalen
zich uitstrekkende galerijen, die te zamen 4 in elkan
der loopende
Muziekzalen
vormen. Door ruim 60 inzenders zijn hier niet
minder dan 142 piano's en harmoniums tentoonge
steld zoodatmet inbegrip der 13 van Bluethner
en Kaps en nog 2 van Schiedmayer Soehne te
Stuttgart in de hoofdgalerijDuitschland niet minder
dan 157 stuks ingezonden heeft. Uitwendig zijn
het veelal prachtige meubelen en doorgaans wordt
er een bespeeld, om de bezoekers ia staat te stellen
over den toon te oordeelen. Voorts vindt men een
orchestrion (van Frati Co. te Berlijn)harmoni
ca's, mondorgelsstrijk-instrumenten, citers, metalen
tongen voor orgels en harmonica'ssnaren enz.,
terwijl eene inzending van orgelpijpen en het binnen
werk eener speeldoos nog verdwaald is naar de
vroeger bezochte tweede zaal links. Wij zijn te
zeer leek op muzikaal gebied om ten opzichte dezer
afdeeling van eenige ingenomenheid of afkeuring te
doen blijkenen verwijzen belangstellenden in de
namen van het 80tal inzenders naar den catalogus.
Wordt vervolgd.
De jongelieden keerden daar er reeds voor het derde
bedrijf' werd gebeld naar bunne plaatsen in het orkest
terug. Frits Hochfelden raakte in bet voorbijgaan Stol
pen vrij onzacht met zijn sabelzonder zich over zijne
onhandigheid te verontschuldigen. Stolpen zag om hij
was te argeloosom aan eeue opzettelijk gebrek aan
beleefdheid of aan eene beleediging te denken maar
het gelaat van den officier had iets onmiskenbaars uit
dagends. Stolpen gevoelde instinctmatigdat Frits
Hochfelden twist met hem zocht, maar hij had geen
lustom aan dien wensch te voldoen. Hij deed als
of hij het niet bemerkt had en wijdde zijne geheele
opmerkzaamheid aan de voorstellingdoor de boos
aardige glimlachj}m Kneist's lippen echter werd hij in
zijn argwaan versterkt.
Zoodra de vooistelling was geëindigd, verliet Stol
pen zijnen huren een vluchtigen groet toewerpende
zijn plaats voordat iemand nog was opgestaan. Frits
had gedurende de voorstelling niet kunnen nalaten
om Kneist eenige opmerkingen over de „dochter van
den klerk" toetefluisteren o.a. dat deze verdiende dat
men haar bij het einde der voorstelling aan de politie
overleverde enz., en de blikken, die hij daarbij op Stolpen
had geworpen zeiden dezen dat hij hem door die
praatjes meende te prikkelen.
Zulk een argwaan kon alleen opkomen, waar hij eene
wonde plek trof, en dit was werkelijk het geval. Een
mam op haar opmerkzaam gewordenwas Stolpen's
blik meer en meer door Laura's verschijning geboeid
hij had een gevoelalsof hij uit hare trekken de ge
schiedenis van een hart laswelks raadsels hem betoo-
verden. Hoe kwam dit meisje, dat met zulk een leven-
dig gevoel de voorstelling volgde en door hare geheele
houding verried dat zij zich als een kind door hare
indrukken liet beheerschenin gezelschap van hare
driesteopgesmukte kokette medgezellin in een loge
eersten rangZij had zich niet aanmatigend op die
plaats gedrongen 1 Stolpen had hare angst, hare schaamte
bij de scène met de voorname dames gezien. De bijna
zichtbaar vijandige houding die hare medgezellin nu
tegenover haar had aangenomenscheen haar daar
entegen niet verlegen te maken tegenover dit gedrag
legde zij oen zeldzamen trots aan den dag.
Had zij een voorgevoel, dat de toorn der beleedigden
juist haar tot offer had gekozen en deed alleen de
machtige indruk der voorstelling haar vergeten hetgeen
gebeurd was of vertrouwde zij er op dat hare on
schuld aan het voorgevallene moest worden erkend
Hoe verachtelijker en scherper Hochfelden zich over
de „dochter van den klerk" uitliet, des te levendiger
werd Stolpen's sympathie voor het schoone meisje. HÜ
had een gevoel alsof zijne eer hem geboodom de
hulpelooze bijtestaan daar het toeval hem getuige had
doen zijn van het gebeurde en van hare onschuld daar
aan. Het was een plan van den geheimraad von Stol
pen dat Kurt naar de hand zou dingen van de doch
ter des ministersde oude graaf Hochfelden scheen
daarmede ingenomen. Helena zag Kurt ook gaarne
en voelde zich in den familiekring van den graaf bijna
thuismaar hij gevoelde geen bizondere lust, noch om
in eene inniger verhouding tot Helena te komen noch
om zijne vrijheid optegeven.
Kurt zou misschien Heiena's goede eigenschappen
meer hebben gewaardeerd indien hij niet vertrouwelijk
met haar omging, wanneer men, het hem moeielijker
had gemaakt om haar te naderen. Het bevorderde
bovendien zijne neiging niet, dat hij wist, welke be
doelingen zijn vader met dit huwelijksplan had en dat
hij schroomde om daarvan het werktuig te ziju. Daar
om hield en gevoelde hij zich tegenover Helena nog
volkomen vrij terwijl achter zijn rug en tegen zijn
wil bet gerucht werd uitgestrooid dat hij reeds zoo
goed als verloofd was met Helena en Frits Hoch
felden die deze partij geenszins bizonder gunstig voor
zijne zuster vond werd voortdurend slechter tegenover
hem gestemd hoe langer hij aarzelde om met een
openlijk aanzoek voor den dag te komen. De geheim
raad werd eveneens ongeduldig en de aandrang om
tot een besluit te komen waarmede hy zich nog niet
had verzoend had bet gevolg dat bet plan voor Kurt
de laatste aantrekkelijkheid verloor en hij nu zelfs de
gelegenheid had waargenomen om zeer duidelijk te
verklaren dat hij zich nog in geen enkel opzicht ge
bonden achtte. De gansche houding van den officier
prikkelde hem om de partij voor de „dochter van den
klerk" optenemen. Hij had besloten om in geen ge
val te dulden dat Frits het jonge meisje het met of
zonder de politie lastig maakte.
III.
Laura had in een grootere pauze eenige woorden
tot Selma gerichtom het pijnlijke der positie eenig-
zins te verzachten maar zij had nauwelijks antwoord
gekregen. Het meesterlijke spel der spelers had in bi
zonder aangrijpende tooneelen zulk een onwederstaan-
baren invloed dat het meereudeel van hen die met
de ontroering van minder geblaseerde naturen den spot
hadden gedreven, medegesleept werden tot stormachtige
toejuichingen en de tranen niet konden weerhouden.
Laura voelde zich in zeker opzicht gerechtvaardigd
maar Selma scheen onverzoenlijk en hoe gaarne Laura
haar ook haren hartelijken dank had betuigd voor het
genotdat hare vriendin haar verschaft hadbij de
houding die Selma tegenover haar aannam werd dit
haar onmogelijk.
Selma had het opgemerkt, dat Stolpen zijne blikken
niet op haarmaar op hare medgezellin richtteen
deze ontgoocheling vervulde haar bijna met haat tegen
over Laura. Wat was er haar aan gelegen, dat baron