No. 119. Vijf en tachtigste Jaargang. 1883. ZONDAG 7 OCTOBER. Bedenkelijk straatrumoer. FEUILLETON. Een staatsgeheim. EERSTE BLAD. Prijs der gewone Advertentiën Dit nummer bestaat uit twee bladen en eene advertentie van het werk: „HOFDIJK, ALCMARIA VICTRIX." Buitettlanb. ALKMAARSCHE («HUM. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 8 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Kijk f 1, De 3 nummers 0.06. Van 15 regels 0,75; iedere regel meer f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. Parijs heeft weer eens alle hoven en alle dagbladen in Europa in beweging gebracht. De Koning van Spanje, bij gelegenheid van zijn bezoek aan den Keizer van Duitschland benoemd tot eere-chef van het 15de regiment Ublanenbrengt ook een bezoek aan Frank rijk komt te Parijs en wordt or plechtig ontvangen door den President der Republiek en het Ministerie maar door het volk uitgejouwd. De aanleiding tot het gebeurde ligt voor de hand. Een Pruisisch Uhlaan is in Frankrijk wel de minst gewilde gast, dien men zien kan voorstellen, en tot overmaat van ramp ligt het 15de regiment Uhlanen in Straatsburg. Toch is deze beleediging van den Spaanschen Koning in strijd met alle gebruiken en gewoonten onder beschaafde volken, een ongehoorde lompheid en te gelijk een bewijs van jammerlijke onwetendheid en oppervlakkigheid, van volkomen gemis aan zelfbeheersching en zoo niet van gebrek aan vaderlandsliefde dan toch van gebrek aan inzicht omtrent hetgeen het belang des lands eischt. Het Fransche volk, anders met recht geroemd wegens zijn beleefdheid en goede vormen heeft zich bij deze gelegenheid bij uitstek ruw en ongemanierd getoond. Wat toch is het geval? Het is van algemeene bekendheid, dat de benoeming tot chef van een regiment in Duitschland een gewone beleefdheid is jegens vorstelijke personen. De Keizers van Rusland en van Oosfenrijk-Honganje, de Koningen van Italiëvan Nederland van België, van Rumenië, van Beieren, van Saksen, de Prins van Wales, de Hertogen van Edinburg en van Connaught, de Kroon prins van Oostenrijk-Hongarije de Prins van Hessen Prins Amadeus van Savoie verkeeren in hetzelfde geval als de Koning van Spanje. Ook zij dragen den titel van chef van een of ander Duitsch re giment even bereidwillig als de onderscheidingsteeke nen der hooge Duitsche ridderorden, die hun zijn ge schonken. Nu is ongetwijfeld deze beleefdheidsvorm al zeer zonderling en oneigenaardig, 't Is waar, het zijn eeretitels en anders nieten niemand denkt er aan de zaak ernstig op te nemen maar toch het klinkt vreemd dat de eene vorst een rang heet te bekleeden in het leger van den ander. Wanneer het houden van een legertje niets anders was dan een on schuldigeschoon altijd tamelijk dure liefhebberij van de gekroonde hoofden uitsluitend bestemd om parade te maken en den luister van het hof te verhoogen kon het er door; maar het leger heeft een gansch andereeen zeer ernstigeeen vreeselijke taak te vervullen. Morgen kan het dood en verwoesting bren gen onder het volk en in het landwaarvan de Koning een eereplaats inneemt onder zijn aanvoer ders. Bij den oorlog tusschen Pruisen en Oostenrijk in 1866 was dit inderdaad het geval. De zaak is te ernstig voor een loutere plichtpleging en een ge wonen beleefdheidsvorm. Maar deze beleefdheids vorm bestaat nu eenmaal en is als zoodanig bekend. De Koning van Spanje die op deze gebruikelijke ma nier door den Duitschen Keizer met onderscheiding was behandeld, bracht daarenboven ook aan Frankrijk een beleefdheidsbezoekhij kwam te Parijs de hand drukken van den President der Republiek, en al mocht de ontvangstomdat men te recht of ten onrechte in hem een vriend van Duitschland zag zelfs uitermate koel zijn geweestop een beleefde ontvangst had hij alle aanspraak. Of moest niet juist in zijn bezoek aan Parijs een bewijs worden gezieD dat hij niet als een eenzijdig Pruisen-vriend aangemerkt wenschte te worden? Dit alles wisten sommige dagbladschrijvers te Parijs zeer goed, maar het heeft hen niet belet het volk tegen den „Uhlaan" op te hitsen. Ziedaar wel een der ellendigste en gevaarlijkste uitwerkselen van een lichtzinnige en gewetenlooze pers. Dat het Parijsehe volk gemakkelijk opgeruid kon worden tegen een Koningdie zooeven een vriendschapsbezoek bij den Duitschen Keizer had afgelegdvan wien men verze kerde, dat hij was toegetreden tot het bondgenootschap tusschen Duitschland Oostenrijk Hongarije en Italië en die was benoemd tot chef van een Uhlanen-regiment, dat in het op Frankrijk verovetde Straatsburg in gar nizoen ligt dat kan ieder begrijpen. Op dit punt is en blijft het Fransche volk uiterst gevoelighet kan het verlies van Metz en Straatsburg niet vergeten. En toen de Koning zich vertoonde en bier en daar een stem hem onder gesis en gefluit begroette als den Uhlaan, toen kon het wel niet andersof onder het licht ont vlambare aldus voorbereide Parijsehe straatpubliek moest weldra het uitjouwen, sissen en fluiten algemeen worden. Dat echter een geheel onkundige, onnaden kende door partijzucht verblinde of wel opzettelijk rumoer makende en tweedracht stichtende pers aldus te werk gaat en bij het volk gehoor en vertrouwen vindtis inderdaad een hoogst bedenkelijk verschijnsel. Het getuigt van een volslagen gemis van inzicht in den werkelijken toestand of van gebrek aan vaderlands liefde bij deze leiders waarschijnlijk zoowel van het een als het ander. Zijn deze mannen zoo onwetend zoo dwaas zoo vol bespottelijken eigenwaandat zij zouden meenen dat Frankrijk als het slechts wilde alleen en zonder hulp en steun van vrienden en bondgenootenwraak zou kunnen nemen van de ontzettende nederlagen die het heeft geleden en bet verloren grondgebied zou kunnen heroveren En als dat niet het geval ishebben zij dan geen vaderlandsliefde genoeg om zich te bedwingen en althans onzijdige regeeringen en volken niet te kren ken en te verbitteren Of kan het ooit in het belang van Frankrijk zijnelke gelegenheid aan te grijpen om niet alleen Duitschland maar ook andera mogend- beden die van eenige vriendschappelijke gezindheid jegens Duitschland worden verdachtte hoonen Ge steld eens dat de Duitsche Keizer of de gehate Rijks kanselier er op uit is om Spanje voor zijn politiek te winnen en van Frankrijk te verwijderen, dan zegt toch het eenvoudigstemeest alledaagsche gezond verstand dat het in Frankrijke belang isden Spaanschen Ko ning nu hij ook Parijs bezoekt een gunstigen indruk te geven van Frankrijke hoofdstad van de Fransche Regeering en het Fransche volk en al het mogelijke te doen om den Duitschen invloed tegen te gaan en den vreemden gast voor zich in te nemen en te winnen. Nu heeft het Parijsehe straatrumoer daarentegen het hoofd der Republiek zoover gebracht dat hij niet an ders heeft kunnen doen dan verontschuldigingen uiten voor de onbeleefde ontvangst In nog bedenkelijker licht verschijnt dit beleedigend straatrumoer, wanneer men geloof moet hechten aan de beweringen van sommige Fransche bladen dat op positie tegen de Regeering en verdeeldheden onder de bewindslieden, tusschen den President en de Ministers, daarbij hun invloed hebben doen gelden dat de Pre sident der Republiek zijns ondanks en als gedwongen door het Ministerie den Koning is gaan begroeten en de Minister van Oorlog opzettelijk is weggebleven. Mocht blijken dat dit inderdaad het geval is dan is Frankrijk op een gevaarlijken weg dan verkeert het Republikeinsch Bewind in uiterst haehelijken toestand, en is de toekomst werkelijk duister. BELGIE. Te Brussel is een socialistisch blad in beslag genomeu wegens een voor deD Koning van Spanje beleedigend artikel. 2000 Werklieden in een der steenkolenmijnen van Bergen in Henegouwen staakten den arbeid. DUITSCHLAND. Aan de statistieke opgaven om trent de ontwikkeling der rekruten van het leger wor den de volgende cijfers ontleend. Noch lezennoch schrijven konden in 1876 2.37°/0, in 1877 2.12°/ in 1878 1.73°/0in 1879 1.80°/o, in 1880 1.57°/0, in 1881 1.59°/0, in 1882 1.54°/0 en in 1883 I.32°/0 der lichting. Het ongunstigst was de verhouding in Posen 11.81°/ ,- daarentegen zeer gunstig in Elzas-Lotharingen name lijk 1.290/o. De nationaal-liberalen zijn zeer teleurgesteld over de geleden nederlaag bij de verkiezing van een lid voor den Rijksdag in plaats van von Bennigsen, haren aan voerder die ontslag nam omdat hij wanhoopte aan de verwezenlijking van de door hem voorgestane be grippen. Aller blikken richtten zich op Laura en den offi cier. Het meerendeel keurde wel de brutaliteit af, waar mede de jonge man eene scène scheen te willen maken, maar niemand wilde zich in de zaak mengen Selraa haastte zich toen zij zagdat de honende woorden slechts tegen Laura waren gericht, om uit hare nabijheid te komen. Laura stond een oogenblik geheel verbluft, alsof zij nog twijfeldedat de hoon werkelijk haar gold, maar de officier wees reebt op haar. Haar gelaat gloeide van schaamte en toorn zij richtte hare slanke gestalte hoog op hare oogen vlamden. Eod oogenblik scheen zij nog te verwachtendat iemand hare party ;iou opnemen, toen dit echter niet geschiedde en Hoch- felden zoowel als Kneistdie tot haar doorgedrongen waren, haar verachtelijk uitdagend van het hoofd°tot de voeten opnamen, riep zij „I8 men hier dan niet veilig voor lompe beleedigingen „Oho juffrouw antwoordde Kneistterwijl Frits een politieagent wenkte. „Ik verlang dat de naam dezer persoon zal worden opgeschrevenzeide Fritsdie op dit oogenblik be merkte dat Stolpen snel kwam aanloopentot den agent. Hij was in eene gemoedestemming, waarin hij nauwelijks wistwat hij deed de verachtelijke blik waarmede Laura hem had gemeten, had hem tot blinde woede gedreven. "Gij vergeet u zelf, graaf," klonk nu Stolpens stem. „la neem deze jonge dame onder mijne bescherming." Met die woorden trad hij tusschen Laura en den graaf. Laura stond op het punt van te vallennu naaide zij ruimer adem. Frits Hochfelden had ook Stolpen willen prikkelen, maar zulk een optreden had hij niet verwacht. Hoe toornig hij ook was toch gevoelde hij dat hij zich te veel had bloot gegeven en degene van wien" hij het minst eene openlijke vijandige houding had verwacht trad met die koele beslistheid tegenover hem op die nooit zijn invloed mist. Frits waagde niet, om zich tegen Stolpen te vsr- zetten bij zag en voeldedat Stolpens optreden al- gemeenen bijval vondhij knarste op de tanden van machtelooze woede maar hij moest toegeven. „Dan zal ik mij aan u houden antwoordde hij met trillende stem. Stolpen antwoordde slechts met eene lichte buiging. Hij bood Laura den arm en bekommerde zich niet om het onderdrukte honende gelach, dat Frits hem nazond, hij geleidde het aan alle Jeden sidderende meisje uit het gedrang naar eene kleedkamer. Het was hoog tijd dat Laura hulp vond dat men haar een glas water gaf en haar de slapen wasehte. Haar borst had zich krampachtig samengetrokken nu brak zij in een luid geween uit en dat gaf haar 'ver lichting. Selma wastoen zij haar rijtuig bereikt had toch zoo beleefd geweestom haar knecht te gelasten, naar juffrouw Holm uittezien enwanneer hij die vond haar naar hare woning te brengen. Stolpen zag, hoe dit aanbod Lauradie zich nog niet geheel hersteld had pijnlijk aandeed dat zij aarzeldeom het aan- tenemen en hij verzocht haarom den knecht weg- tezenden en zelf diens opdracht te mogen op zich nemen. De blikdie Laura op Stolpen richtte, verried eerst verrassing, dankbaarheid, vreugde, maar die uitdruk king verdween spoedig voor eene zekere onrust. „Neen," riep zij snel besloten en al hare krachten bijeenroe pende „ik dank u van heeler harte. Ik zal alleen naar huis gaan wendde zij zich tot den knecht„ik ben freule Flitzer dankbaar voor de zorg die zij zich mijnentwege getroost. En gij richtte zij daarop we der het woord tot Stolpen nadat de knecht zich ver wijderd had „gij zult het beste loon voor uwe edele daad in haar zelve vinden wanneer gij mij nu aan mij zelf overlaat. Meer mag ik van u niet aannemen, wat gij voor mij gedaan hebt, mag ieder meisje van een man van eer eischen. Ik zou niet willen, dat gij om mijnentwille misschien in onaangenaamheden geraaktet." „Indien gij mijn hulp afslaat moet ik uit eer bied voor uw wil gehoorzamen." „Gij verstaat mij verkeerd," viel zij hem in de rede en een warme gloed straalde haar uit de oogen. „Ik geloof, dat de beleediging, die men mij heeft aangedaan, met opzet geschied isdat zij een wraak was voor een voorvalwaaraan ik mij onschuldig gevoel. Mijn vader zal mij tegen verdere vervolging beschermen voor het oogenblik zal ik, dank zij uw goedheid, wel niets meer te vreezen hebben." „En wanneer ik nu als getuige van uwe onschuld aan een pijnlijk tooneelmij gerechtigd achtte om u mijne diensten aantebieden Indien ik dat als een soort van plicht beschouwde waarvan alleen uw verbod mij kan afbrengen?" „Gij weetwat de vermoedelijke oorzaak van de handelwijze des officiers is vroeg zij hoog blozend. „Ik weet alles ik vreesde voor eene overijlde daad van den jongen man maar kwam helaas te laatom het tooneel te voorkomenik wachtte op u in den foyer." Laura sloeg de oogen neder, een stroom van ver schillende gewaarwordingen vervulde haar het hart. Het was dus geen toevaldat in hare nabijheid een man van eer was geweestwien het gedrag van den officier vertoorndedeze gentleman wist wat er ge beurd was, hij wilde hare partij nemen, ofschoon zij als medeplichtige beschouwd werd aan de beleediging, eene zeker hooggeplaatste dame aangedaan zijn aanbod be- teekende meer dan eene galanterie. „Ik ben u zooveel dank schuldig," stotterde zij, „dat ik juist daarom uw aanbod moet afslaan. Ik ben de dochter van een ondergeschikt ambtenaar de schijn

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1883 | | pagina 1