No. 124. Vijf en tachtigste Jaargang. 1883. FEUILLETON. a>Een staatsgeheim. VRIJDAG 19 OCTOBER. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 8 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door het geheele Rijk f 1, Prijs der gewone Advertentiën ©fficiëel ©ebeelte. Groote Veemarkten te Alkmaar, op Maandag 5 November en Woensdag 21 November 1883 en Groote Paardenmarkt, op Woensdag 14 November 1883. Internationale Koloniale en Uitvoerhandel-Tentoonstelling te Amsterdam. LXVII. ALK1AARSCHE COURANT. De 3 nummers 006. Van 15 regels /0,75; iedere regel meer f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algemeene kennisdat zij in hunne vergadering van den 16 dezer ingewilligd hebben het verzoek van JAN BUSCHom vergunning tot het vestigen eener brood bakkerij in het perceel aan den Westerweg, wijk E, No. 285. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 17 Oct. 1883. De Secretaris, NU HOUT VAN DER VEEN. SOLLICITANTEN naar de betrekking van onderwijzer aan de openbare school voor onvermoqenden te ALKMAAR, op f 650,— jaarwedde worden verzocht zich onder overlegging van stukken vódr 22 October 1888 aan te melden bij het ge meentebestuur. De volgende personen worden verzocht zich ter secretarie dezer gemeente aanteraelden Marijlje Bakker1. w. gemeente Schagen; Leonard van Beers, 1. w. gemeente Monnickendam Dirk Luitzins Dekker, 21 Januari 1882 gekomen van Leeu- warderadeelPaulus Marius van Driest, 4 Maart 1882 gek. van Nijmegen; Johanna Maria Elfrink, 26 Mei 1883 gek. van Deventer; Hermanus van Gijsen6 Maart 1883 gek. van OudorpMargaretha Harwijne, 5 October 1882 gek. van Rot terdam; Hendrikje van der Hulst, 2 Januari 1883 gek. van AvereestGrietje Theunis Jansma, 27 April 1883 gek. van Haarlem; Cornelia Christina Maria Koeman, 5 Juli 1882 gek. van Amsterdam; Johannes Molenaar, 10 Januari 1883 gek. van 's Gravenhage; Cornelis Anthonius Oleff, 27 Eebruari 1883 gek. van Leiden; Pieter Pool, 15 December 1881 gek. van Nieuwe Niedcrp; Neeltje Peijs 12 Mei 1882 gek. van Ber gen; Pieter Pleiter 6 Eebruari 1883 gek. van Oudorp; Maria Steeman, 28 Juni 1881 gek. van CastricumMaartje Stoop, 20 Juni 1883 gek. van Callantsoog; Geertje Storm, 20 Augus tus 1883 gek. van Haarlem; Hermanus Storm, 18 Augustus 1883 gek. van 's Gravenhage; Pieter Ursem28 Mei 1883 gek. van Oudorp; Hille Martha van de Werken, 6 Januari 1881 gek. van Amsterdam; A. H. T. A. Wessel, 13 April 1882 gek. van Amsterdam; Abram Wonder, 5 April 1882 gek. van Zuid- en Noordschermer; Johan Heinrich August Wulfert, 1 April 1882 gek. van Amsterdam; Huibert Wennekes, 11 Juni 1883 gek. van Tiel; Cornelis Zeeman, 15 October 1882 gek. van Schagen. F r a n k r ij k. VI. Derde zaal links (Vervolg). Onder de vele inzendingen van kammen en fijne schuiers munten uit die van A. Dupont te Parijs die even als anderen het dure ivoor 'vangt door het celulloïd. Na de kachels, fori' J- pa- rapluie-standaards en deurkrukken van i toucher Cie. te Fumay genoemd te hebben moeten wij nog melding maken van de slijpsteenen, tegels enz., roode zuil en vaas van de Soc. anon. la Magnésie te Parijs. Voor het overige bevat deze al een „jeu du roule" (eene uitkomst voor de zich vervelende matrozen die de fransche afdeeling bewaken), bas cules, ijzeren tuinstoelen verwarmings- en ventila- tietoestellen vuurvaste steenen en kroezen lich tende artikelen borstelwerk plumeaux schuur papier, glazenmakers-diamanten kinderpoppen rookpijpjesniet fluweel bekleede doozenlijsten enz.portemonnaies en andere artikelen. Heeft de derde zaal links met haren zeer ver scheiden inhoud ons lang bezig gehoudenover de Derde zaal rechts kunnen wij korter zijn. Het voorste gedeelte wordt ingenomen door de collectieve inzending der lyon- sche zijde-fabrikantenin gelijke vitrines, waarvan er 16 in een aan de hoeken afgestompt vierkant en nog 4 dubbele in de binnenruimte zijn geplaatst te zamen de producten van 31 huizen bevattende. Twee daarvan stellen alleen strengen zijde, anderen het weefsel daarvan maar verscheidene ook kant krip, tule, grenadine en fluweel ten toon. Voor leeken zijn ongetwijfeld het schoonst de gebloemde en de geciseleerde dat is met fluweelachtig orne ment prijkende zijden weefsels van Berard Fer- rand en de brocaten van F- Espiard en Charmetant Challiol. Cb. Rebour te S. Etienne en Lyon heeft afzonderlijk geëxposeerd en eene groote kas met gebloemde en geciseleerde zijde gevuld. Van de lakenfabrikanten te Elbeuf en die te Se dan vinden wij mede gezamenlijke inzendingen en van een fabrikant te Tourcoing diverse wollen stoffen voor heerenkleeding. E. Davenière te S. Pierre les Calais pronkt met 2 dames-costumes geheel van kantAd. Harinkouck te Roubaix met prachtige meubelstoffengelijk ook Courrouble té Carrette die er pluche behangselsen F. Vanoutryve Cie. te Roubaix die er een klein tapijt aan toevoegt. Louis Dupont Hervé te Bohain toonen ook een klein en in een der doorgangen een groot smyrnasch tapijt, Lorthiois frères te Tourcoing vullen 2 compartimenten met 6 groote tapijten en eene massa patronen (trijpfluweelsuper-wilton carpeting en fldraads brusseisch), Edouard Tresca te Parijs doet tapijten voor wand- en zolderbekleeding zien, die tot het genre der gobelins behooren. Tot dergelijk doel en tot vloerbedekking dienen ook de geschilderde ondoordringbare zeilen van linoleum en lincrusta- waltonvan de Compagnie nationale de linoleum, Stolpen was buiten zich zeiven zijn trots vatte de zaak op haar ergst op hij zeide datwanneer de secretaris Holm zijne dochter op die wijze had opge voed daardoor het bewijs geleverd was dat hij met de heftigste vijanden van den staat heulde. De minister schudde het hoofd. „Halt riep hij, MGij gaat te verkinderen worden vaak anders dan wij wenschen juist omdat mijne gemalin de belee- digde isomdat ik het bestaan van den secretaris in handen hebkan ik niet aannemen dat het meisje geweten heeftwie voor haar plaats maakte, en moeten wij het er voor houden, dat zij vasthield aan haar recht, hetgeen haar kaartje haar verleende. Het werpt wel geen gunstig licht op een matig bezoldigd ambtenaar, wan neer zijne dochter in den schouwburg de duurste plaats inneemt, en zij niet zooveel opvoeding heeft, om tegen over oudere dames beleefd te zijn. Ik heb u om een persoonlijk gesprek verzochtbeste Stolpen omdat ik wensch dat gij de zaak zoo mogelijk met Holm onder ling afdoet het moet worden vermeden dat de cou ranten iets daarvan vernemen of er misschien munt uit slaan om de rechten der mindere ambtenaren te verdedigen. Ik weet, dat gij daarmede tegen uwe begin selen handelt maar ik zou het als eene persoonlijke dienst beschouwen." De stemming des ministers was voor Stolpens plan nen uiterst gunstig. „Excellentie antwoordde hij „ik kan aan uw ver langen gemakkelijker voldoen dan gij vermoedt. Ik kan niet ontkennen dat mij de toegevendheid die gij van mij verlangtnaar ik vreesals zwakheid door de ambtenaren zal worden aangemerktdaar zij mijne inzichten kennen maar ik ben toch besloten om de staatsdienst te verlaten. Hochfelden zag op. Hij scheen minder verrast dan pijnlijk aangedaanhij verwachtte openbaringendie hem ten deele bekend warenen waarbij misschien voedsel werd gegeven aan verwachtingen die hij niet bevredigen kon. Het verraste hem dus zeer, toen Stolpen in plaats van te erkennen dat zijne schulden hem te zeer be gonnen te drukken er volstrekt niet aan scheen te denken om in dit opzicht hulp van hem te vragen. „Ik heb in de staatsdienst mijn vermogen opgeofferd," zeide Stolpen „ik heb bij bet wisselen der staatkun dige overtuigingen bij machthebbende personen geen uitzichtom hooge posten te bereikenwaarvan de bezoldiging mjj schadeloos zou stellen voor de offers, die ik aan het ophouden van de uiterlijke waardigheid van den staatsambtenaar heb gebracht, ik bezit niet meer de middelen om een en ander uit eigen zak te betalen. Misschien vind ik ondersteuning bij mijn pogen om op andere wijze nuttig te zijn. Ik heb, God zij dank, voor de toekomst van mijn zoon niet meer te zorgen. Al vrees ik ook dat het gemis van alle vermogen mijn zoon aanleiding geeft om aan zoete verwachtin gen geen voedsel te geven toch zal men hem naar ik hoop de door mij aan den Staat bewezen diensten, ten goede doen komen. Dat is het eenigewat ik hem kan nalaten." Graaf Hochfelden glimlachte op eene eigenaardige wijzetoen Stolpen op de zoete verwachtingen zijns zoons zinspeelde. „Uw zoon antwoordde hij „heeft geen bizondere bescherming noodig om carrière te maken en naar ik hem beoordeelen kan zou hij die ook niet aanne men. Hij zal eohter anderen niet zonder grond voor zoo dwaas houdendat zij de waarde van een man naar toevallige uiterlijke omstandigheden zouden be oordeelen." De minister stond na die woorden opwelke op A. Hutchinson Cie. te Parijs een degelijk en sierlijk materiaal, waarvan echter de fabrikant zich nog maar niet wagen moest aan zoo groote tableaux als° wij er hier een paar zien. Het wasdoek van Davoust Cie. aldaar is met eenvoudiger schilder werk tevreden en laat niets te wenschen over. Keeren wij terug tot de afdeeling „kleeding, linnengoed enz.", dan vergt de 3 vakken innemende uitstalling van J. Casse fils te Eives-Lille onze aandachtvooral wegens het daarin voorkomende o-rijs-wit damastwaaronder bloemstukken en een groot, recht artistiek zeegezicht met vaartuigen voorts zien wij van hen tafellakens met opengewerkte en met gekleurde randen, ander servetgoed, vitrages, eflen en gebloemd fluweelfluweelen kleedjes, por- tières enz. Opmerking verdienen ook het passe- mentwerk met kralen van L. Langlois en Trichard Heyschde inwendig vergulde glasparels van Businger, en de artikelen voor tapisseriewerk (met kleurenzon van wol) van Poiret frères et neveu allen te Parijs. Gesponnen zijde en wol, laken, duffel, flanel, kam- garen, ratiné en floconné, damast en linnen, fluweel en kant is ook van andere firma's voorhanden dan de reeds genoemde, en voorts katoen, zeildoek, hand schoenen band en koord. Tot het laatste naderen de electrische en telegraafkabels en de inzending van Saint frères te Parijsbindgaren touw en kabeltouwnevens jute zeildoek voor ameublement. Aanwending van met kleurige bloemen geborduurd en opgelegd fluweel tot bekleeding van tafeltjes, stoe len, étagères, spiegellijsten enz. zien wij van Ilipp. Jolifié en van Olair-Leproustbeiden te Parijs. De laatste vult daarmede en met portières en vergul de meubelen 2 compartimenten en nog een derde met vouwstoelen, kamerschutten en portières, waar voor een met gekleurde bloemen bewerkt weefsel van jute is gebezigd. Ook van Y'euve Meissounier te Parijs zien wij in een doorgang sierlijke artikelen (stoel, kussens, kleedjes enz.) met geborduurd flu weel en zijdenevens kunstmandewerk. Het eigenlijke meubelmakersvak is ook in deze zaal weder door enkele inzendingen vertegenwoordigd t. w.rijk gebeeldhouwde kasstoelen en paneelen van Joseph Miano te Parijsstoelen met zittingen en ruggen van geperstook verguld leder van Jean Simon Fleury aldaar, stoelen van eenvoudigen vorm met matten zittingen, het bout glad, verguld ofmet bloemen beschilderd en met parelmoer ingelegd, van Bernard van Veerssen Cie. te Sommedieue voorts draaibare boekenrekken, jassenhangersschil derijlijsten en voorwerpen van bindrotting. Ticeede zaal rechts. Onmiddelijk achter elkander staan hier 3 kiosken een toon werden uitgesproken alsof de spreker het onderhoud als geëindigd beschouwde. Deze onhandige manier, om een reeds pijnlijk geworden onderwerp aan te roeren, verdiende eene korte terechtwijzing; het moest op den minister den indruk maken alsof Stolpen hem in zekeren zin wilde uithooren of het gemis van ver mogen van zijn zoon geen hinderpaal voor diens ver wachtingen zou zijn, nadat hij even te voren had gezegd, dat hij zijn kapitaal in staatsdienst had opgeofferd. Deze indruk werd nog versterktomdat de voornaam ste belanghebbendeKurtnog volstrekt niet de ver wachtingen had te kennen gegeven waarop zijn vader zinspeelde. De toon des ministers was kortaf, maar in zijne woorden lag de belofte dat hij Kurt von Stolpen de hand zijner dochter niet weigeren zou. Hiermede werd nu ook eene verklaring van Kurt noodzakelijk en de gansche houding des ministers verried dat hij nu ver wachtte dat eindelijk de zaak die Stolpen zoo onhan dig op het tapijt had gebrachtwerd afgedaan. De geheimraad nam afscheid, en er lag niets vleiends in den blik die Hochfelden hem nazond. De omstan digheid reeds dat Hochfelden geen woord van spijt over Stolpens besluit, om zijn ontslag te nemen, had geuit zou onder andere omstandigheden een ouden staatsdienaar hebben moeten kwetsen. Maar afgezien daarvandat de minister, ofschoon geenszins de ultra reactionaire inzichten van Stolpen doelende gevoelde, dat zijne eigen positie reeds door de liberale partij ge schokt was en het hem slechts welkom kon zijn dat personen, die aan de oppositie billijke reden tot klachten gaven uit de regeering aftraden was Hochfelden ook niet vrij van den argwaan dat Stolpen met rassche schreden zijn geldelijken ondergang naderde. Hochfelden had het eervoller gevonden wanneer de geheimraad hem de waarheid had bekend zoodat hij hem openhartig had kunnen zeggendat hij de middelen niet bezat, om hem te helpen, en ook niet; van plan was, om de voor zijne dochter bestemde

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1883 | | pagina 1