No. 126. Vijf en tachtigste Jaargang. 1883. WOENSDAG 24 O C T O B E R. FEUILLETON. 1!)Een staatsgeheim. Prijs der gewone Advertentiën Dit nummer bestaal uit twee bladen. EERSTE BLAD. (*3ebccÜc Nummeren der gebouwen. De eigenaar van het gebouw is ver plicht dit merk ten allen tijde in vol doenden staat te onderhouden. Groote Veemarkten te Alkmaar, op Maandag 5 November en Woensdag 21 November 1883 en Groote Paardenmarkt, op Woensdag 14 November 1883. Internationale Koloniale en Uitvoerhandel-Tentoonstelling te Amsterdam. LXVII. ALKMiVAItSCHE COD Deze Oourant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 8 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1, De 3 nummers O 06. Van 15 regels /0,75; iedere regel meer f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR herinneren bij deze aan de verordening op het numm eren der gebouwen, van 22 October 1879 (gemeenteblad No. 80, 4e serie), onder meer inhoudende Alle gebouwen worden onmiddellijk ter zijde van- of boven den hoofdingang gemerkt met de in zwarte olieverf op een lichten grond geschilderde letter van de wijk- en het ordenummer van bet perceelter grootte van ten minste 4 centimeters. Overtreding dezer bepalingen wordt gestraft met eene geld boete van f 1,50, onverminderd de bevoegdheid van Burge meester en Wethouders, om de nummering, met inachtneming van art. 180 der gemeentewet, ten koste van den nalatige te doen uitvoeren. Verder geven zij kennis, dat eerstdaags zal worden nagegaan of alle pereeelen behoorlijk van wijk en nummer zijn voorzien. Burgemeester en Wethouders voornoemd Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 19 Oct. 1883. De Secretaris, NUHOUT VAN DER VEEN. SOLLICITANTEN naar de betrekking van onderwijzer aan de openbare school voor onvermogenden te ALKMAAR, op f 650, jaarwedde, worden verzocht zich onder overlegging van stukken vóór 22 October 1883 aan te melden bij het ge meentebestuur. De volgende per.-onen worden verzocht zich ter secretarie dezer gemeente aantemelden Marijtje Bakker, 1. w. gemeente Schagen; Paulas Marius van Driest, 4 Maart 1882 gek van Nijmegen; Hermanus van Gijsen6 Maart 1883 gek. van Oudorp; Margaretha Harwijne, 5 October 1882 gek. van Rot terdam; Hendrikje van der Hulst, 2 Januari 1883 <*ek. van Avereest; Cornelia Christina Maria Koeman, 5 Juli 1882 gek van Amsterdam Corneüs Anthonius Oleff, 27 Februari 1883 gek. van Leiden; Pieter Pool, 15 December 1881 gek. van Nieuwe Niedorp; Maria Steeman, 28 Juni 1881 gek. van Castricum; Maartje Stoop. 20 Juni 1883 gek. van Callantsoo"" Pieter Ursem, 28 Mei 1883 gek. van Oudorp; Hille Martha van de Werken, 6 Januari 1881 gek. van Amsterdam; A H T. A. Wessel, 13 April 1882 gek. van Amsterdam; Abram Wonder, 5 April 1882 gek. van Zuid- en Noordschermer- Huibert Wennekes11 Juni 1883 gek. van Tiel; Cornells Zee man 15 October 1882 gek. van Schagen. F r a n k r ij k. VIII. Iweede zaal rechts (Vervolg). Groote en rijke verzamelingen zijn ook die van het Maison Krieger en L. E. A. Beurdeley te Pa rijs elk 3 vakken beslaande. Het eerste heeft zijne ruimte betimmerd met pilasters, waartusschen zich omhoog bogen welven, gevnld met schilderwerk, en kleinere ter plaatsing van voorwerpen van por- celein en bronsen die de in vakken met geschil derd ornement verdeelde zoldering dragen. Een groote boog overspant de schoorsteenbetimmering waarnevens ijzeren wapentropeeën pronken. Tusschen de pilasters staan 2 kloek gebeeldhouwde kasten elders dergelijke tafel, schrijftafel en stoelen, terwijl schilderijen en portières de decoratie van dit antiek salon voltooien. Afzonderlijk is nog een rijk ver gulde psyche van hetzelfde huis geplaatst. Beurdeley doet ons tal van meubelen zien in den stijl van Lodewijk XIV, XV en XVI, geheel in blank hout gesneden of geheel verguld met marmeren bladen, of in hetzij mahonie- hetzij ebbenhout met verguld ornement. Het aantal zijner kastjestafels en ta feltjes, trumeauschrijftafel, vuurscherm, staande en wandklokken is zeer grootwaarbij komen een lichtkroon in een lantaarn, candelabres pendules en haardversieringen het een zoowel als het ander van denzelfden fabrikantdie zoowel artistieke meu belen als bronzen voorwerpen vervaardigt, Schmit PiolletGuéret jeuneVeuve Paul Sormani et fils en Joseph Merlini getuigen ons verder van de groote hoogte der parijsche meubelmakerij. De eer sten toonenin 2 vakken 2 ledekantenhet een met prachtig gebeeldhouwd voorstukhoofdgestel en hemeleu met draperiën van gebloemd rood fluweel, het ander met fraai snijwerk om de met bloemen op goudgrond beschilderde velden en een met koorden aan stangen hangend tentdak; voorts een uitmuntend gebeeldhouwde renaissance-kas, eene garderobe met 3 spiegeldeurenleunstoel en 2 ge heel bekleede sopha's. Van Guéret vinden wij eene dergelijke garderobe, een lit d'ange, tafeltjes, nachtkastjes, stoelen en buffet van mahoniehout met verguld ornement, het ledekant overhuifd en de stoelen bekleed met lichtblauw zijde damast; voorts een bonheur du jour in ebbenhout, een staand horologie met inlegwerkeen uurwerk in met beelden gesneden hout en 2 dito lichtdragers (pages) op piëdestallenelk van 1 lamp en 8 kaar sen- Veuve Sormani et fils, wederom te gelijk bronswerkers, doen ons meubelen in den stijl van de 3 Lodewijken zien, in glad hout met verguld of ingelegd koper-ornement en ook met goudkleurig beschilderde paneelen, alsmede een klok en branches, stijl Lodewijk XIV, terwijl een gobelin tot achter grond van het geheel strekt. Merloni eindelijk doet ons verbaasd staan over zijne wonderfijn en rijk mét beelden en ornementen van ivoor ingelegde meu belen van ebbenhouteen ledekant, garderobe, kas, stoel en bedtafeltjes, waarnevens nog eene tafel van zwart en bruin hout en ivooreen bureautje van wortelhout met koper en een pseudo-japausche kas. Louis Majorelle te Nancy vervaardigt zoowel meubelen als* fijn aardewerkwaarbij de fran- sche modellen uit den tijd van Lodewijk XIV, XV en XVI en de chineesche en japansche hem meestal tot voorbeeld dienen. Zoo vinden wij een kas, een bureautje en een tafeltje met verguldsel, snijwerken schilderwerkeen venetiaanschen spiegeleen klok en vergulde console stijl-Louis XIV een japansch gesneden en gelakte étagère, een japansche kist met vergulde gehoogde figuren op rooden grond en fraai be slag, 5 of G groote japansche bronskleurige bekers met vergulde bloemen omstrengeld, 2 chineesche faience candelabres (opstaande luipaarden)2 groote faience schalen met kruisvaarders en Judith met het hoofd van Holofernus beschilderdvazen pullen enz Bovendien eene partij hier en daar met zachte kleu ren beschilderd aardewerk, meest serviesgoed, z.g. faience de Lorraine ou de Luneville. Nog rest ons in deze zaal de groote3 vakken vullende inzending van F. Oossa te Parijsgeen fabrikant maar verkooper van allerlei voorwerpen van weelde: lampen, candelabres, lichtkroonen venetiaansche en vergulde spiegels kasten tafels zuilen van marmer en met fluweel bekleed, pendules, beeldenbusten groepen en vazen van brons porceleinmarmer en terra-cottaartikelen van gepolijst koper en vernikkeld metaal enz te veel om te noemen maar alles rijk en schoon. Bij de meubelen vinden wij den naam van A. Joveneau bij de lampen dien van H. Cauchy bij de marmer- werken dien van A. Carrier-Belleuse bij de terra cotta's dien van G. Ckineaubij de bronzen de namen van Houlet, J. Turin en E. Tassel, eindelijk bij een bloemvaas op drievoet, zwart marmer met ornement van brons en koperdien van Boyer fils frères In den doorgang naar de Eerste zaal links mogen wij niet verzuimen een blik te slaan op de „couronnes artistiques" van Trubert-Heurtaux te Parijskransen en guirlandes van kunstbloemen „Lieve Amanda zeide bij„gij zijt te opgewon den dan dat ik aan uwe woorden ten volle geloof kan hechten. Vooreerst heb ik u reeds gezegd dat ik in het voorval van gisteren geene beleediging van uwe persoon vinden kan hoogstens een gebrek aan opvoeding en goede manieren bij degenen die haar goed recht tegenover u hebben doen gelden." „Haar goed recht 1" mompelde Amanda, verontwaar digd opziende. „Ja Amanda wie zijn kaartje betaald heeft wil er gebruik van maken. Van wien hebt gij vernomen, dat assessor von Stolpen in een dier meisjes belang stelt „Van Frits. Hij wag juist hier om Helena en mij te zeggen dat hij de beleedigde eer zijner zuster bad willen wreken maar dat Stolpen zijne uitdaging ho nend afgewezen bad en bij nu zijn rijzweep had ge haald om hem te tuchtigen." „Amanda riep Hochfelden wien nu het bloed naar het hoofd steeg, toornig en verschrikt, „in plaats van den waanzinnige terug te houden hebt gij hem mis schien nog aangespoord bovendien »Ik zou mijn zoon niet meer herkennen wanneer zijn bloed na zulk eene beleediging nog kalm bleef. Hij is soldaat. Gij zijt er aan gewoon, om u in de ka mer beleedigingen te Jaten aanleunen „Amandabedenk wat gij zegt Ik zou zelf mijn zoon de pistool in de hand geven wanneer er sprake van ivns om zijne eer te verdedigen maar ik meende, dat voordat hij zich geroepen kon achten om voor uwe eer en die van Helena optekomen hij mij daarover had behooren ie spreken. Indien gij wat kalmer waart, moest gij inzien dat Frits niet anders dan Helena kan compromitteeren. Is Stolpen Heiena's verloofde? Heeft hij ook nog maar slechts aanzoek gedaan Is hij niet ge heel vrij om te doen wat hij wil Ik geef toe, dat wij reden hadden om een aanzoek om Helena's hand van hem te verwachten, maar wij zouden ons toch slechts zeiven bloot stellen wanneer wij ons over het uitblij- ven daarvan gekwetst toonden! Ik vrees zeer," ging de graaf voort, toen hij zag, dat zijne woorden indriiè maakten „dat Frits in zijn onnadenkende hartstochte lijke opgewondenheid Stolpen heeft uitgetart. Ik heb reeds lang bemerktdat Frits Stolpen niet lijden kan. Ik kan ook nu nog niet van Kurt Stolpen gelooven dat hij tegenover u of Helena beleedigend gehandeld heeft, hij heeft in onze familie niets dan vriendschap genoten. Indien hij partij heeft gekozen voor het meisje, dat zich onbeleefd jegens u gedragen heeftdan is hij daartoe uitgetart." „Hij heeft Frits latenjzeggen, dat Laura Holm zijn verloofde is." „Onmogelijk „De secondant heeft bet antwoord woordelijk zoo ge bracht. Mijnheer von Stolpen weigerde de uitdaging aantenemen omdat hij veronderstelde dat Frits eene dame beleedigd had die hij niet kende." „Ha Frits heeft het jonge meisje dus beleedigd 1 Laat ons dan geen oordeel veilen, Amanda, voordat wij beter op de hoogte zijn. De geheimraad von Stolpen moet van dat alles nog niets wetenanders zou mj zijn gedrag volkomen onbegrijpelijk zjn." De minister liep in de kamer op en neer, steeds heftiger werd de aandoening, die hij aanvankelijk had onderdrukt. Het was zijn lievelingswensch geweest Helena en Kurt vereenigd te zien, hij had voor andere hin derpalen gevreesd, zulk een afloop had hij niet verwacht. „M at zegt Helena vroeg hij Amanda na eene poos. „Hoe is zij onder die ontgoocheling Amanda scheen door die vraag bijna beleedigd. „Welk ander gevoelantwoordde zij„kon die handelwijze bj haar opwekken dan dat van grenzelooze verachting en voldoeningdat zij er altijd aan getwijfeld heeft of de man hare genegenheid waardig was." Hochfelden zag zijne vrouw aan op eene wijze die het haar moeielijk maakte om zijn blik te verdragen. „Des te beter," zeide hij, „dan zal haar deze onder vinding het leven niet verbitteren. Maar ik had meer hart bij baar verondersteld." Hij wendde zich bij die woorden af, zijne stem klonk hard. Amanda hoorde de zucht niet, die uit het diepst van zijn hart opwelde. VI. Kurt von Stolpen kon na de ontmoeting met Frits Hochfelden eene uitdaging van diens zijde verwachten; hij had zich dus op zijn bureau laten verontschuldigen, ten einde deze zaak spoedig te kunnen regelen, voordat zijn vader iets daarvan vernam. Zijne positie tegenover de familie des ministers moest volkomen zuiver worden, opdat iedere poging zijns vaders om iets aan het ge' beurde te veranderen te laat zou komen. Kurt koesterde veel achting voor den minister, wien hij niet slechts als een welwillend beschermer, maar als een tweeden vader vereerde. Niets was hem onaange namer geweestdan dat zijn vader aanhoudend bij hem aandrong om Helena het hof te maken en achter zijn rug tegen zijn zin voor hem aanzoek deed. Hij kon nu eenmaal geen warmer gevoel voor Helena koeste ren hij had geen sympathie voor hare hoogmoedige moeder en haar overmoedigen broeder, het werd hem met iederen dag duidelijker, dat hij in de familie eene valsche rol speelde en hij zich terugtrekken moest maar de omstandigheden maakten het hem onmogelijk.' Zijn vader was eerste secretaris des ministers en zocht op bijna indringende wijze een meer gemeenzaam ver keer. Hochfelden was ook Kurts chef en diens uit- noodiging mocht de ondergeschikte niet afslaan. Kurt had zich misschien minder snel laten mede- sleepen door de betooveringdie Laura's verschiirvDg

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1883 | | pagina 1