iSimtcuIattb.
fluweelzijde en krip waaronder een krans van
meer dan 2 ellen middellijn.
De zaal uit de hoofdgalerij binnenkomende bevinden
wij ons in een modemagazijn, met kasten langs de wan
den en nog 3 vitrines in bet midden, de collectieve in
zending van „la Chambre syndicale de la confection
et de la couture pour les dames et enfants" te Parijs.
Het getal opgestelde dames-costumes van eenvou
dige tot de kostbaarstebeloopt wel een GOtal
waarvan er 7 van Revillon frèresin de middelste
vitrinemet bont zijn getooid. Kindercostumes
ontbreken evenmin als allerlei afzonderlijke kleeding-
stukken.
Uit bet eerste treden wij in een tweede magazijn,
een met een tapijt bevloerd vierkant tusschen win
kelkasten met decoratieve in- en uitgangen, waar
nevens groote gipsbeeldende jaargetijden voorstel
lende prijken en waarboven cartouches ons verkon
digen dat wij ons bier bevinden op bet tijdelijk
gebied der firma Jules Jaluzot Cie.eigenaars
der groote magazijnen „du Printemps." Ook hier
weder als zoo-even costumes en voorts de artikelen,
in de zoo algemeen verspreide geïllustreerde prijs
couranten der firma in afdeelingen gerangschikt
kanten, guimpes soldes, fichus coiffures en jabots,
kindergoed geborduurde doopgewaden en sloopen
zakdoeken servetgoeddag- en nachthemden (hoe
omslachtig broeken, flanellen vesten, parapluies
en parasolsenz. enz.
Verder in de zaal vinden wij nog meerdere dames-
costumeswaaronder 4 rijke van L. Alexandre te
Parijs, en eenige niet minder rijke met mantels en
jaquetten van pelterijenbenevens moffenmutsen
en andere bont-artikelen van J. B. Grebert-Borgnis
aldaar.
Heeren-costumes ontbreken in de franscbe afdee-
ling volkomen. Alleen zien wij van bet huis Ger-
beaud enkele rokken jassen en broeken waarvan
bet passementwerk op den voorgrond treedt, zooals
bet groot tenue van een nederlandscb artillerie-offi
cier en van een inlandscb officier der saphis aan
den Senegaleen uniform van een kapitein der
tirailleurs in Algiers en bovenalschitterend van
goud een rok van een nederlandscb ambassadeur
Na de geïmiteerd indische sjaals van E. Bréant
te Parijs en het gekleurd en gewerkt fluweel
van René Selosse te Amiens genoemd te hebben
stappen wij been over de talrijke inzendingen van
zijden-, vilten- en stroohoeden petten en uniform
petten passement en tressen, laarzen, schoenen en
handschoenen, overhemden, boorden, manchetten, bre
tels, cols, dasjes, corsetten, kraagjes, kanten, japonnen,
kinderkleeren, kunstbloemen, bontwerk, kousen en an
dere georeide goederen, wollen doeken, laken, merinos,
cachemire, mousseline, beeren-stoffen, serge, damast,
fluweelin kleuren geweven en gedrukte katoen
enz.en tevens over de parapluiesparasols en
wandelstokken. Hoe de wol voor de weverijen me
chanisch gekamd en steeds reiner en meer spinbaar
wordt, zien wij in de proeven daarvan van Léon
Allart Cie. te Roubaixen desgelijkswat het
op hem uitoefendeindien het hem overweldigende
gevoel van liefde hem niet tegelijkertijd de gelegenheid
had aangeboden om een drukkende last met geweld
van zich af te schudden. Zijn gevoel van recht deed hem
als Laura's beschermer optreden, en de omstandigheden,
waarmede hij te rekenen had dwongen hem tot een
snelbeslist besluit. Wilde hij tegenover Laura woord
houden dan moest bij als volkomen daartoe gerechtigd
voor haar in de bres springen.
Hij was besloten om zoover als het hem mogelijk
wastoegevend te zijn in de twist met Frits Hoch-
felden het allerminst wilde hij met den zoon zijns
beschermers met Heiena's broeder vechten terwijl hij
zich bovendien reeds meermalen als beslist vijand van
tweegevechten had doen kennen. Toen dus de verwachte
secondant kwam verklaarde hij dezendat hij den
levendigen wensch koesterdeom de zaak zoo spoedig
mogelijk bij te leggen. Hij zeide volkomen goed te
begrijpen dat graaf Frits Hochfelden aan eene harts
tochtelijke opgewondenheid had toegegevenmaar deze
zijn oordeel wel wijzigen zou, wanneer bij, Stolpen, ver
zekerde dat juffrouw Holm geheel onschuldig aan de
handelwijze van juffrouw Flitzer wasdat zij het ge
beurde zeer betreurdeen hij Stolpenzich voor
juffrouw Holm borg stelde.
Frits Hochfelden en Kneiat hadden den atgeloopen
avond in het koffiehuis officieren van het regiment
waarbij Frits diende aangetroffen het voorval was op
zeer hartstochtelijke wijze besprokenieder kende of
meende de verhouding te kennen waarin Kurt tot de
familie Hochfelden stond en de secondanteen zekere
graaf Horst, was het volkomen met Frits eens geweest,
toen deze verklaarde dat hij Kurt tot een gevecht met
pistolen zou dwingen ingeval deze bezwaar mocht ma
ken om de uitdaging aantenemen.
Graaf Horst had dus niet alleen volmacht, maar was
ook persoonlijk geneigd om Kurt op alle mogelijke
wijzen uittetarten en deze stemming was nog niet
weinig verhoogd door een voorval in het koffiehuis.
Terwijl de heeren tamelijk luide en ongegeneerd in een
wel is waar afzonderlijk vertrek hunne meeningen ten
beste gavenhadden zij er niet op geletdat in het
zijvertrek gasten op hun gesprek opmerkzaam werden.
De deur bleef een tijdlang openstaan, do heeren noem
den de namen van hendie bij het voorgevallene be
trokken warenscholden op de toenemende onbe
schaamdheid van het canaille en de aanmatiging der
geldmannen enz. zij deden, alsof zij alleen in het
locaal waren,
In de nabijheid der deur naar het gereserveerde
vertrek zaten echter twee gasten bij een flesch rijnwijn,
dienadat zij opmerkzaam geworden waren, een steeds
levendiger belangstelling verrieden, om iets naders van
vlas betreftvan Jules Delattre père et fils te Rijsel.
Wij spraken nog niet van de gesponnen garens
en het daarvan vervaardigd koord van wol, katoen
en rameh. Ter eere van het bekende huis noemen
wij alleen de witte en gekleurde garens en het bor-
duurkatoen van Dollfus-Mieg Cie. te Belforten
wegens bet fraaie voorkomen (over de sterkte oor-
deelen wij niet) bet katoenen touw en kabeltouw
van L. Hubinet te Glageon. Jute- en henneptouw
is overigens van andere fabrikanten te vinden. Even
min als van garen het werd laatstelijk wel wat
dik maakten wij nog gewag van de voor de kleer
makers even onmisbare knoopen, en noemen daarom
de porceleinen in alle kleuren van F. Bapterrosses te
Briare, die ook groote kralen van dezelfde stof
vervaardigtin schitteringtoch niet in degelijk
heid overtroffen door de gekleurde glasparels van
0. Magis te Parijs. Om met de artikelen tot klee
ding en opsiering te eindigen wijzen wij nog op
de gekapte washoofden van H. de Bysterveld te
Parijsdie meer voor de bekwaamheid van den
kapper dan voor de bevalligheid der tegenwoordige
dameskapsels getuigen.
Meubelstoffen en tapijten zijn bier weder, even
als in de vorige zaal, te vinden. Van Agache fils
te Rijsel 3 compartimenten vol meubelstoffen, tafel-
kleeden, ledekantgordijnen en portières, van Legrand
frères te Parijs 2 vol meubelstoffen en tafelkleeden,
in fluweel-Florentingedrukt en geborduurd laken
alsook misgewaden en andere kleeden met naboot
sing van goud- en zilver-borduurwerk fraai van
teekening en kleuren en zeer geschikt voor kolo
niale of kleine kerkgemeenten. Kleinere maar niet
minder fraaie inzendingen zijn die van R. Brocard,
mede te Parijs brocaat met allerlei stoffen opge
werkt, o. a. eene dame, die voeder voor de vogels
strooit, voorstellende, en van L. J. Dumet te Tours,
zijden meubelstoffen zijnde nabootsingen der oude
brocarts en lampas der 16e., 17e. en 18e. eeuwen.
Meubelstoffen zoowel als tapijten zonden Elipo^-
Flipo et Wattini te Parijs wat bun tapijtwerk be
treft smyrnasch Thierry Mieg Cie. aldaar, waarbij
nagebootste gobelinsen vooral Louis Dupont et
Hervé reeds in de vorige zaal aangetroffen, derge
lijk werktrijpfluweel met kleuren, prachtige meu
belstoffen een groot smyrnaascb tapijt en nog 5
stalen van tapijtwerk. H. Rombeau Cuvelier frères
te Tourcoing eindelijk toonen een vak vol groote
tapijten en stalen van doorniksche bewerking.
Van meubilair treffen wij hier nog aan kassen,
schrijftafel enz. voor magazijnen en kantoren van
A. Voillereau, een slaapkamer-ameublement van de
Soc. anon. du Vieux Chêne, en eenvoudige dito van
gewascbt en geverfd houtalsmede ijzeren ledekan
ten en wiegen van J. de Laterrièreallen te Parijs.
In deze aanj kleeding en huisraad gewijde zaal
zijn vreemd genoegook opgehangen kaarten en
grafische voorstellingen betreffende Frankrijken
dadelijke photografische reproductiën van bouwplan
nen enz. op zink en op papier, ingezonden door het
ministerie van openbare werken. Wordt vervolgd.
het gesprek te hooren dat den ouderen zoowel als
den jongeren man heftig scheen optewinden.
De oudere heer is onzen lezers bekend. Het was
de expediteur Flitzer hij was hetdie den wijn be
steld bad en nu zijn jongen medgezel tot drinken aan
spoorde. De laatste was een jonge man die eene
onmiskenbare gelijkenis in zijne trekken met Laura
Holm als diens broeder bestempelde en wiens gansche
verschijning zoowel in de uitdrukking van het gelaat,
als in zijne kleeding en houding iets ongegeneerds
geniaals en aanmatigends had. De handen van Robert
Holm verrieden dat hij in ijzer en staal werkte dat
hij na volbrachten arbeid slechts de kiel had uitgewor
pen en zich slechts vluchtig gereinigd had. Ook zijne
kleeding paste niet voor het fijne koffiehuismaar in
Roberts gansche verschijning lag eene zekere coquette-
rie met de vraagof arbeid schande is en of iemand
zou wagen om hem minachtend aan te zien.
Robert Holm was een talentvolbegaafd man. Hij
had reeds een goeden naam als mechanicus ofschoon
hij nog niet voor zich zelf werktemaar hij was ook
redenaar in de arbeidersverenigingen en kiezersverga
deringen. De achting voor zijn vader, bij wien hij
woonde hield hem er nog van terug om openlijk als
volksleider optetreden en zijne stellingen te ontvouwen,
maar zijne denkbeelden waren onder de handwerkslie
den genoegzaam bekend; menig werkgever ergerde zich
daaraan en schroomde, hem in zijne werkplaatsen eene
vaste betrekking te geven.
Robert hield rekening met de positie zijns vaders
en hij bleef voor diens smeeken en beroep op zijne
kinderlijke liefde niet doof, maar hij haalde de schou
ders op en dacht bij zich zeiven dat het omverwerpen
van do tegenwoordige toestanden ook wel het juk zou
verbreken waarin zijn vader zijn gevoel van eigenwaarde
en mannelijken moed verloren had en verbeeldde zich,
dat deze heimelijk dacht als hij maar er niet voor
durfde uitkomen. Robert zorgde steeds, om botsingen
met de politie te vermijden maar stelde zich daaren
tegen in nauwe betrekking met de hoofden der bewe
ging wel bracht hij daarmede een offerdoor afstand
te doen van het genoegen om vaker als redenaar be
wonderd te worden maar hij smaakte in vergoeding
daarvan de voldoeningdat de heeren der liberale
persdoctoren en parlementsleden zich met hem in
betrekking stelden.
Robert had een verbeterd kunstslot uitgevonden hij
had het reeht tot gebruik zijner uitvinding voor eene
niet onbeduidende som aan een koninglijk slotenmaker
verkochtmaar zich voorbehouden om haar ook voor
eigen rekening toetepassen.
Op die wijze was hij met Flitzer bekend geworden
bij had voor dezen een slot aan zijn brandkast veran-
Den 17 is op de Brasemermeer bij Aalsmeer, ten
gevolge van den stormwind een diepgeladen bagger
praam gezonken en de opvarende een jongmensch
van 26 jaren in weerwil dat andere baggerlieden
poogden hem te redden verdronken. In den daarop
volgenden nacht is te Renkum een huis grootendeels
ingestort te Muiderberg het badhuis, te Doniawerstal
een lijnzaadmolen en op den dijk te Jerseke een stee-
nen loods tegen den grond geslagenterwijl te Nij-
huizum bij VForkura de in het vorige jaar na brand
herbouwde boerenplaats van de wed. J. Vallenga door
het inslaan van den bliksem werd in de asch gelegd.
3 Personen d:e het vee trachtten te redden uit een
onder Blokzijl aan de zee gelegen weilandwerden
door het hevig opgestuwde water met het vee
een prooi der golven. Te Pernis liepen de buiten
polders onderte Bergen op Zoom stond het water
tot aan de huizen en werden de tenten en kramen
op de Markt door den wind gedeeltelijk omvergewor
pen. Te Nieuwsluis heeft de sluiswachter, die verge
ten had de deuren van de sluis dicht te maken waar
door de polder onder water, kwam zich het leven
benomen eene weduwe met 8 kinderen nalatende. Te
Callantsoog strandde, met verlies van mast en verdere
schade aan tuig en want, een egmonder bomschuit van
den reeder C. de Grootstuurman D. Prins. In den
morgen van den 18 is ten gevolge van het door den
storm opgezweepte water, de dam aan de zijde der Kolk
te Rotterdam, voor de werken van het plan Cdoor
gebroken en dat werk met vreeselijk geweld overstroomd,
waardoor belangrijke schade is veroorzaakt. Bij Falga,
achter Huisduinenverlieten de 7 opvarenden van den
in nood verkeerenden spaanschen schoener Rasche,
ran Bilbao den 11 in ballast van Cuxliaven naar Lon
den vertrokken het schip met eigen boot, maar door
het omslaan der boot zijn allen verdronken. Fan den
zeedijk van den Ternaarderpolder werd de nieuw
aangebrachte grond over 300 ellen lengte en 6 ellen
breedte weggeslagende Westkapelsche zeedijk werd
zwaar beschadigd de dijk van den in 1882 aangewon
nen Zimmermanspolder bij Rilland bekwam een gat van
130 ellen, en deze polder liep ten gevolge daarvan on
der, waarbij een man is omgekomen, 's Namiddags is
de schuur, in gebruik bij den landbouwers, v. d.Veen
te Veenklooster met al het daarin aanwezige hooi en
graan ten gevolge van het inslaan van den bliksem
afgebrand alles was verzekerd. 2 Lieden, op bet veld
bij Dronrijp werkzaam werden door den bliksem ge
troffen een hunner, vader van een gezin, bleef op
de plaats deed de ander verkeerde in hopeloozen toe
stand. Hier en daar in Friesland werd het vee op het
land door den bliksem doodgeslagen.
De gemeenteraad van Rotterdam heeft den 18
tegen het afwijzend advies van B. en W., met 25 te
gen 12 stemmen het nader aanbod van de Nieuwe
Rotterdamsche Gasfabriek om deze voor 730,000 te
gen 1 Mei 1884 te koopen aangenomen na met 21
tegen 18 stemmen te hebben verworpen eene motie
om de nadere adressen betreffende de gaskwestie om
prae-advies aan B. en W. te zenden.
derd, nadat de expediteur daarvoor te vergeefs den ko
ninglijken slotenmaker ontboden had, daar deze te zeer
met ander werk overladen was. Het maakte indruk
op Flitzer, dat zulk een jong man als Holm reeds
eene uitvinding had gedaan en toen hij van diens
staatkundige werkzaamheid hoordewerd Robert voor
hem een voorwerp van bewondering.
Flitzer had het verstaan om geld te maken, hy was
een rijk man maar hij was toch niet in aanzien bij de
menschen hij mocht doen wat hij wilde hij was en
bleef de expediteur Flitzer, wien zijne oude makkers met
„je'' aanspraken, alsof hij nog eenvoudig vrachtrijder was,
wien voorname heeren nauwelijks in de voorkamer lie
ten wanneer zij hem een of andere opdracht hadden
te doen. De groote woning, de weelderige inboedel,
hielpen evenmin als het houden van eqnipages en een
groote stoet van bediendenniemand nam den hoed
dieper voor hem af. Hij zou zich gaarne een voorna
men omgang hebben verschaft, maar hij wist niet, hoe
hij dat zou aanleggen hij had nu al zijne hoop geves
tigd op een ridderorde of den titel van handelsraad
daarvan verwachtte hjj allesmaar al zeiden de men
schen ook dat men voor geld alles krijgen kon toch
scheen dat niet altijd juistzijne pogingen ten minste
om het beoogde doel te bereiken, mislukten tot nog toe.
Toen leerde hij de kamerdienaar van den gezant,
vankennen en deze- wist raad. Hij vertelde hem,
dat zijn meester voor belangrijke mededeelingen booge
prijzen betaalde en het daarbij op eene ridderorde vol
strekt niet aankwam.
Flitzer had als expediteur overal verbindingen, hij
kwam in de hotels der gezanten op de ministeriën
in de paleizen der groeten en in zijn omgang met de
mindere ambtenaren en de lakeien hoorde hij veel,
wat hij aan eeu ambtenaar ter kanselarij van het
gezantschap van mededeelen kon. Tuen hij nu eens
toevallig van den jongen slotenmaker verteldedie
ofschoon eenvoudig werkmanmet de lieden der op
positie op gemeenzamen voet omging werd de amb
tenaar opmerkzaam en zeide dat het van veel belang
wasom onder de hand een en ander uit te vorschen
van het drijven der democratische partijen dat Flit
zer belangrijke diensten kon bewijzen door te trach
ten het vertrouwen van den jongen man te winnen
en hiervan zonder dat iemand er eenig vermoeden vau
had gebruik te maken.
Flitzer liet zich dit niet tweemaal zeggen. Robert
Holm was te argeloosom van een man uit het volk,
die zich in de hoogte had gewerkten nu tegenover
hem zich als beschermer van de handwerksstand voor
deed verraad te veronderstellen Flitzer betaalde ook
belangrijke sommen als bijdragen voor de kassen ten
behoeve van werkstakingen en werkliedonvereenigingen.
Wordt vervolgd.