DonderdagNov., 15e. Ifjst. Ns. 3800, 3803 en 17508 ƒ1000Ns. 6017, 7909, 8372 10639, 18097 en 18740 f 400, Ns. 3494, 8661, 13434, 18303, 20621 en 20662 f 200, Ns. 190, 2460, 2937, 6855 en 8774 100. &tab*~2Sjetricfiien. Door de directie der stoomvaartmaatschappij „Nederland" is tot commandant van het stoomschip „Voorwaarts" benoemd de heer N. Jalsing alhier. Den 29 had de in het café marktzicht aange kondigde tweede voorstelling plaats van Philip Eoth. De verwondering wekkende proeven van vastheid van geheugen en zekerheid van berekening deden het be treuren, dat slechts een zeer klein publiek haar bijwoonde. Den 31 werden in een, bij een turfschipper in huur gebruikt pakhuisaan den Limmerhoekop 3 plaatsen glimmende kolen in de turf ontdekt. De eigenaar van het gebouw en zijne vrouw zijn door de policie na direct onderzoek in verhoor genomen. Gedurende de aangevangen winterdienst der Holl. Spoorwegmaatschappij vertrekken van hier de treinen naar Amsterdam via Haarlem te 7.19, 10.39 2.40 3.30 en 8.29 met uitzondering van die van 3.30 te Uitgeest correspondeerende met de treinen langs de Zaan naar Amsterdam en bovendien des maandags te 5.15 een trein over Uitgeest naar Amsterdam en naar Haarlem en naar den Helder te 8.6 11.27 6.14 en 10.7alsmede op vrijdag en zaterdag te 2.50. GEMEENTERAAD. No. 12. Zitting van 31 October 1883. Voorzitter de burgemeester A. Maclaine Pont. Tegenwoordig aanvankelijk 13, later 14 leden. De Voorzitter opent de vergadering, waarna 1. de notulen der vorige vergadering worden gelezen en goedgekeurd. Zijn medegedeeld de sedert die vergadering ingekomen stukken. 2. Brief van Ged. Staten, ten geleide van het goedgekeurde raadsbesluit van 2fi September 1883 tot voldoening van f 119,06 uit den post voor onvoorziene uitgaven op de gemeente- begrooting voor 1883 voor verplegingskosten van krankzinnigen over 1882. Van Burg. en Weth. 3. Brief ten geleide van bet op 11 Oct. opgemaakte proces verbaal van opneming der kas en boeken van den gemeente ontvanger. Nos. 2 en 3 voor kennisgeving aangenomen. 4. Verzoek om machtiging tot het herstellen der brug, ge legen tusschen de Wognumsche buurt en den Geestmolen, waar van het onderhoud voor rekening der gemeente Alkmaar komt, en tot het herstellen van twee duikers in den Hoeverweg, die bij het land van M. Swaan en die bij het land van P. Groen daar volgens mededeeling van Dijkgraaf en Heemraden van de Egmondermeer die herstellingen dringend noodzakelijk zijn. De gemeente-architect acht die herstellingen mede noodig, en raamt de kosten der brug op f 90 en van iederen duiker op f 70 voor welke uitgaaf op de gemeente-begrooting voor 1883 geene gelden beschikbaar zijn gesteld. Gesteld in handen der vaste commissie van bijstand in be trekking tot het beheer en onderhoud der plaatselijke werken en eigendommen om bericht en raad. 5. Voordracht voor een onderwijzer aan de openbare bur gerschool daar de in de vorige vergadering benoemde onder wijzer P. Agterberg zijne benoeming niet aangenomen heeft. Daarop zijn geplaatst A. Schwab te Deventer, J. H. Ver kerk te Koudekerk en D. Colthof te Doesburg. Aangehouden, ten einde bij het aan de orde zijn der benoe mingen te beslissen, of tot deze benoeming, waarbij nog al haast iszal worden overgegaan. 6. Verslag van den cursus tot opleiding van hoofdonderwij zers en hoofdonderwijzeressen te Alkmaar. Van 1 Maart tot 31 Mei waren er 26 deelnemers voor allen of meer dan twee vakken en 7 deelnemers voor niet meer dan 2 vakken. Van 1 Juni tot 31 Augustus waren die cijfers 22 en 7 en van 1 Sep tember 25 en 7. De ontvang bedroeg f 598,75 de uitgaaf f 595,48 alzoo batig saldo f 3,27. De volgende wijzigingen worden wenschelijk geacht. Het cursusjaar te laten loopen van 1 Sept. tot 31 Aug. Het onderwijs te geven in een tweejarigen cursus. De lessen te verdeelen als volgtUren Uren 1 jaar. 2 jaar. ned. taal en letterkunde 2 1 rekenen1 1 wiskunde1 1 nat. aardrijkskunde 1 wisk. 1 kennis der natuur1 1 opvoeding en onderwijskunde 2 1 teekenen1 1 Daardoor zou het aantal lesuren voor hendie den geheelen cursus volgen, op 8 gebracht en zouden niet meer dan vier lessen achtereen gegeven worden. Thans worden zes lessen achtereen gegeven. Het aantal lesuren klimt daardoor van 12 tot 16 waardoor de kosten met ongeveer f 360,verhoogd zullen worden. Die meerdere uitgaven zullen dan alleen gedekt kun nen worden, wanneer de gemeente de jaarlijksche subsidie ver- hoogt. Daar het rijk 30°/o vergoedtzou de hoogere uitgaaf f 250,bedragen. Voör kennisgeving aangenomen. 7. Verzoek van Dijksen en Wuis alhier, om vergunning tot het leggen eener buis van 8 ned. duimen diameter van de Houtvaart langs den wegbehoorende aan de Spoorwegmaat schappij tot in de put op het terrein hunner fabriek, welke buis uitsluitend zal dienen tot doorlating van water voor de voeding der stoomketels. Gesteld in handen van Burg. en Weth om bericht en raad. 8. "Verzoek van 12 ingezetenen, wonende of met hunne per ceelen uitkomende aan de Ramen om nog eene lantaarn in het midden dier straat te plaatsen ter verbetering der verlich ting aldaar. Ter secretarie nedergelegd, on» daarop bij een eventuëele uit breiding der gemeente-verlichting zooveel acht te slaan, als de raad vermeent te behooren. 9- Verzoek van G. Bossert Rz., horologiemaker alhier, om em voor 50 achtereenvolgende jaren concessie te verleenen tot net ste len van electrische uurwerken binnen Alkmaar, om zoo mogelijk den middelbaren tijd op verschillende plaatsen te kun nen waarnemen, waarvoor het noodig is, geleiddraden over de straten te spannen of zoo zulks op enkele plaatsen moeielijk kan geschieden, daarvoor onder den grond geleiddraden te brachtn°°i jte A?ltCrd?m de telephoondraden zijn aange- N or St.a,ndaardklokJ zal voor'oopig gesteld worden Mient, 2b' ter,wyi hij bereid is, op 2 plaatsen in gemeente-gebou- te6 onTerhouden.met g g V°°r t6 maken eü trekking1 int wnueü der vast° commissie van bijstand in be en ei gen d om men °nderhoud der P'aatselijke werken 10. Verzoek van den president en den secretaris der te Alk maar gevestigde afdeeling der Nederlandsche vereeniging tot be vordering van Zondagsrust (met het oog op art. 9 der grondwet persoonlijk en niet uit naam van meerderen), welke vereeniging zich ten doelt stelt te bewerken, dat de Zondag voor zoo velen moge lijk een rustdag kan zijn, om hetzij door eigen gezag, hetzij door eene desbetreffende uitnoodiging aan het dagelijksch bestuur of aan het hoofd der gemeente zooveel mogelijk te verhinderen, dat de openlijke veehandel bij gelegenheid der groote veemark ten op Zondag worde gehouden of althans te verbieden, dat op dien dag de naar hunne meening geheel overbodige aan hangselen van marktschreeuwers en dergelijken de rust niet slechts buiten, doch ook binnen 's huis verstoren. Herinnerende aan het verzoekschrift in November 1882 aan den raad inge diend door 60 ingezetenen, dat ter secretarie werd nedergelegd, zonder tot bespreking aanleiding te hebben gegeven, merken zij op dat, hoezeer erkennende, dat moeielijkheden om verande ring te brengen in een misbruik, betwelk reeds zoo lang bestond en betrekking heeft op een instelling, die zoo van nabij de belangen der stad en velen barer neringdoenden raakt, zij niet temin oordeelen, dat althans de overweging, boe wegneming of vermindering van dat misbruik kan plaats vinden, allezins de aandacht van den raad waardig is. Allendie het maatschap pelijk leven des volks met belangstelling gade hebben geslagen, zijn eenstemmig in hunne overtuiging omtrent de wenschelijk- heiddat na de rustelooze wekelijksche werkzaamheid en in spanning een dag van rust en ontspanning intreedt, die gewijd kan zijn aan het familieleven en daardoor kan, strekken tot be vordering van het huiselijk geluk. Deze overtuiging heeft de regeering reeds geleid tot het regelen der dienstverrichtingen op zoodanige wijzedat de ambtenaren en beambten voor zooveel mogelijk van een „vrijen Zondag" gebruik kunnen maken. Zij meenen, dat dit gevoelen ook door den raad zal worden gedeeldwaar het geldt de bijna algeheele onttrek king van den aan de najaars veemarkt voorafgaanden Zondag aan zijne bestemming als rustdag en dat de raad gaarne zal medewerken om zijne autoriteit in bedoelde richting te doen gelden. In 't bizonder vestigen zij de aandacht op het feit, dat niet slechts de bewuste veemarkt feitelijk op den daaraan voorafgaanden Zondag wordt gehoudendoch dat op dien dag ook worden toegelaten althans niet geweerdde marskramers, marktschreeuwers en dergeljke aanhangsels van eene markt, die door hun luidruchtig geschreeuw, trompetgeschal en dergelijken de aandacht op hun persoon of hunne waren vestigen. De Voorzitter stelt voor, dit adres ter secretarie neder te leggen. De heer Goede wenscht aan het verlangen der verzoekers te voldoen en de markt geheel terug te brengen tot den Maan dag dat zeer goed kan geschieden. De heer C. W. Bruinvis ziet bezwaar wat betreft den handel in veedoch geen bezwaar in het weglaten van kramers enz. De heer Helling merkt op, dat de handel in veeniet inéén dag kan afloopen. Hij ziet daarin zooveel bezwaar niet, omdat het slechts ééns in het jaar plaats heeft. De heer Vonk meentdat zeer goed geweigerd kan worden het verkoopen van kramerijen op Zondag. De Voorzitter verklaart bereid te zijn, dien verkoop te ver bieden wanneer de raad zijn verlangen daartoe te kennen geeft. De heeren 3. O. Koorn en Kraakman zien in die ver schillende kraampjes zooveel bezwaar niet. Bovendien acht laatstgenoemde het niet wenschelijk zoo rauwelijks verandering te brengen in een toestand die jaren lang bestaat en waarbij zoovele belangen betrokken zijn. De Voorzitter gelooft, dat in ieder geval in dit jaar geene verandering kan plaats hebbenomdat dan vooruit aankondi ging van een en ander had moeten geschieden. De heer Verhoeff gelooft ook, dar deze zaak niet zoo dadelijk behandeld kan worden. Het is toch moeielijk om in een oud- historisehen toestand verandering te brengen. Zoo iets moet bedaard en nauwkeurig nagegaan en overwogen worden. Hij stelt voor, die behandeling tot later aan te houden Met algemeene stemmen wordt daarop de behandeling aan gehouden en het verzoekschrift ter lezing voor de leden gelegd. 11. Verzoek van de bewoners van de Singel tusschen de Bergerpoort en het Texelsehe hek, om verbetering te brengen in den toestand van den weg aldaar, door dien weg te bestra ten of des najaars voldoende met grind te bedekken of het voetpad langs hunne woningen van gemeentewege te verbeteren, daar de rijweg bij regenachtig weder voor voetgangers onbe gaanbaar is en niet verbetert, door dat de voor de cellulaire ge vangenis beuoodigde materialen langs dien weg vervoerd zullen worden, terwijl het voetpad langs de huizen zeer slecht en 's avonds bijna onbegaanbaar is. Op voorstel van den Voorzitter wordt besloten het in de vorige vergadering genomen besluit tot het dadelijk maken van een bestraat paardenpad in de Doodlaan in te trekken en dat pad in dezen weg te makennu de aannemer de steenen enz. daar langs vervoertwaardoor tevens aan het verzoek dezer bewoners te gemoet gekomen wordt. Zijn in behandeling genomen de volgende voor de leden ter lezing gelegen hebbende stukken. Van de commissie van financiën. 12. Rapport op de rekening van het mannen- en vrouwen gasthuis over 1882 sluitende in ontvang op f 5900,80in uitgaaf op 5321,42%, met een batig saldo van f 579,37%. De commissie stelt voor, de rekening onveranderd goed te keuren. Aangenomen. 13. Rapport op de begrooting voor het mannen- en vrou wen-gasthuis voor 1884, in ontvang en uitgaaf sluitende op f 6176,87%. De commissie stelt voor, die begrooting onver anderd goed te keuren en te verleenen de door regenten aan gevraagde subsidie uit de gemeentekas, ten bedrage van/1200. Aangenomen. Van Burgemeester en Wethouders. 14. Voorstel om in de gemeente-begrooting voor 1883 van den post voor onvoorziene uitgaven f 1281,34 af te schrijven en over te schrijven op volgnummer 62 uitkeering aan het rijk van het aandeel in de kwade postendaar dat aandeel over de diensten 1880 en 188°/, f 4281,34, bedraagt, waarvoor op de gemeente-begrooting slechts f 3000 uitgetrokken is. Aangenomen. 15. Rapport op het door J. Otter aan Gedeputeerde Sta ten gericht en in handen van den gemeenteraad om be richt en raad gesteld verzoekschrift, houdende bezwaren tegen zijnen aanslag in de plaatselijke directe belasting over de jaren 1879 tot en met 1883. Daar in dal bezwaarschrift geen enkel argument wordt aangevoerddat niet reeds aange voerd is in zijn bezwaarschrift aan den raad, waarop den 26 September 1.1. afwijzend beschikt werd, zoo stellen Burg. en Weth. voor, aan Gedeputeerde Staten mede te deelen de gronden, waarop die afwijzende beschikking berustte, onder bijvoeging dat de gemeenteraad van oordeel blijft, dat afwij zend op zijn verzoek beschikt moet worden. Zonder beraadslaging aangenomen. Van de vorige vergadering. 16. Verzoek van de heeren Jos. de Kuijper, koopman te Rotterdam en Jhr. J. H. van Reigersberg Versluys, thans directeur der Gooische stoomtramwegmaatschappij te Watergraafs meer om den termijn voor het in exploitatie brengen van den stoomtram tusschen Alkmaar en Oosthuizen in de vergunning van 6 September 1881 bepaald op twee jaren, met één jaar te verlengen en alzoo te stellen op 6 September 1884. De Voorzitter stelt voor, dit verzoek in te willigen. Bij de bespreking over dit voorstel verklaarden de heeren Kraakman en Bosman eenen korteren termijn te willen stellen, daar waarschijnlijk andere plannen en concessie-aanvragen terug ge houden werden, zoolang deze concessie van kracht was en in ieder geval verlenging kon worden verleendwanneer de verzoekers aantoonden, zooals zij thans niet gedaan hadden, dat er gegron de redenen bestonden voor het tot stand komen dezer onderne ming. De aanvragers konden in een dergelijk besluit aanleiding vinden om de verwezenlijking hunner plannen zooveel mogelijk te bespoedigen. De heer Kraakman stelde voor, den termijn tot 6 Maart 1884, dus met zes maandente verlengen. De heer Verhoeff wenschte het verzoek in te willigen. De heer Bosman stelde voor verlenging met 8 maanden, toen de Voorzitter opmerkte, dat nu reeds bijna twee maanden van dien termijn verloopen waren. De heer Kraakman vereenigde zich met dat voorstel, waarna het met algemeene stemmen aangenomen werd. Van Burg. en Weth. 17- Het rapport omtrent de sloot langs het Baanpad, waaromtrent door de vaste commissie van bijstand in betrekking tot het beheer en onderhoud der plaatselijke werken en eigendommen een rapport was uitgebracht. Die commissie, die meermalen den toestand dezer sloot reeds besprak, verklaart daarbij het wenschelijk te achtenna kennisneming der verschillende aangeboden stukken, haar gevoelen omtrent deze zaak kenbaar te maken. Dat die sloot niet in den tegen- woordigen staat kan blijven, zal ieder, die haar in den afge- loopen zomer zaggereedelijk toestemmen. Dit vaststaande rijst van zelf de vraagwelke verbetering zal het minst kost baar en het meest afdoende zijn. Twee wegen ter verkrijging dier verbetering staan opende eene isdemping der sloot en de andere, behoud der sloot door het maken eener schoeiing langs de zijde van het Baanpad zoodra de sloot in eigendom aan de gemeente is overgegaanwelke overgang in ieder ge val zeer aanbevelenswaardig is. Demping der sloot vordert volgens opgave van den gemeente-architect f 1584, een cijfer, naar de meening der commissie voor vermindering vatbaar wanneer zij in verband wordt gebracht met de in het volgende jaar plaats hebbende uitdieping van het laatste deel der Hoorn- sche vaart enz. Eene schoeiing kost volgens opgave van dien zelfden gemeente-ambtenaar wel f 1133, doch vordert, behalve niet onbelangrijk jaarlijksch onderhoud, binnen een betrekke lijk kort aantai jaren geheele vernieuwing. Bovendien moet de sloot in dat geval behoorlijk uitgediept wordenwaarvoor de gemeente-architect niets uittrekt, eene jaarlijks wederkeerende uitgaaf, wil de gemeente hebben, dat de sloot niet weder in denzelfden toestand geraakt, waarin zij thans verkeert. De bewoners van de perceelen aan het Baanpad en aan de daarop uitkomende straat hebben toch de gewoonte, al hun vuilnis in die sloot te werpeneene handelingdie zeker strenge af keuring verdient, doch zelfs bij aanhoudend toezicht moeilijk voorkomen kan worden. Men zal dus voortdurend een onreine en daardoor voor de gezondheid schadelijke sloot hou den, die veel meer aan onderhoud zal kosten dan het pad, dat bij demping verkregen wordt. Die demping vordert ook geen belang rijke uitgaven omdat geen enkel gemeentebelang het leggen van een riool vordert en aan de personenaan wie vergunning is verleend tot het afvoeren van hun vuil- en hemelwater naar deze sloot, toegestaan kan worden, voor hunne rekening dat water aftevoeren naar de Singelgrachtzoo zij zulks mochten verlangen. Zij geeft om die redenen aan demping de voorkeur en stelt voor, daartoe te besluitenwaardoor in een onhoud- baren toestand een afdoende verbetering op de minst kostbare wijze zal worden verkregen. Over dit rapport wordt eene langdurige beraadslaging ge voerd. De heeren J. C. Koorn, Kraakman en de Voorzitter bestreden de demping, die door de heeren Bosman, Bruinvis de Lange en Preijer verdedigd werd. De tegenstanders zagen bezwaar in den afvoer van vuil water, (in welk bezwaar door den heer Vonk gedeeld werd) en in de afscheiding van het aangrenzende terreinachtten de door het polderbestuur ge stelde voorwaarden voor den afstand der sloot te bezwarend voor de gemeente en meendendat het polderbestuur genood zaakt kon worden tot het behoorlijk schoon en diephouden dezer sloot, krachtens de bepalingen der politieverordeningen, zoo de gemeente tot beschoeiing overging. De heer Kraakman stelde voor, het rapport te verwerpen en daarna Burg. en Weth. uit te noodigen, met het polderbestuur in onderhandeling te treden over het maken en het onderhou den eener schoeiing en het diephouden dier sloot. Het rapport wordt ten slotte aangenomen met 9 tegen 5 stemmen van de heeren T. L. Koorn, Vonk, J. C. Koorn, Kraakman en den Voorzitter. Staande de beraadslaging, kwam de heer A. P. de Lange ter vergadering. 18. Rapport op het verzoek van N. Stam, om vergunning tot het van gemeentewege geven van gelegenheid tot het af voeren van vuil water uit elf zijner perceelen aan de Liefdelaan. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming met algemeene stemmen het door Burg. en Weth. voorgestelde af wijzende antwoord aangenomen. 19. Is overgegaan tot het benoemen van: a. een onderwijzer aan de openbare school voor on vermogenden. Op de voordracht is geplaatst de eenige sollicitant A. Wijn te Alkmaar. <Met 14 stemmen benoemd A. Wijn b. een onderwijzer aan de openbare burgerschool uit de onder nr. 5 vermelde voordracht. Benoemd A. Schwab te Deventer met 12 stemmen. Ver kerk bekwam 1 stem, terwijl 1 stem was uitgebracht op een niet op de voordracht geplaatst persoon. 20. Deelt de Voorzitter mede, dat Burg. en Weth. van den minister vnn waterstaat, handel en nijverheid het volgende ant woord ontvingen op hun verzoek, om verandering te brengen in het overstappen der reizigers te Uitgeest. In antwoord op uw schrijven van 29 Augustus j.l., No. 698, heb ik de eer te kennen te geven, dat het ingestelde onderzoek heeft aangetoonddat de door bestuurders der Hollandsche IJzeren Spoorwegmaatschappij sedert den aanvang van den zomerdienst aangenomen regeling, om de treinen tusschen Hel derAlkmaarHaarlem en Amsterdam zoodanig te doen samen stellen, dat de reizigers van en naar Amsterdam te Uitgeest van trein moeten verwisselen door redenenaan den omvang van het verkeer en de belangen der exploitatie ontleendge rechtvaardigd is. In het door u medegedeelde vind ik derhalve geen aanlei ding om aan te dringen op wederinvoering eener regeling, die blijkens mededeeling van bestuurders der Maatschappij" niet onbelangrijke nadeelen voor de exploitatie heeft opgeleverd. Na eenige bespreking tusschen de heeren Goede, Kraakman, Bosman en den Voorzitter worden Burg. en Weth. gemach tigd zich op nieuw te dien aanzien tot den minister te wen den en o. a. te herinneren, dat jaren lang dat overstappen niet plaats had en datzoo deze maatregel gehandhaafd moet blij ven, het station te Uitgeest overdekt en behoorlijk verlicht zal moeten wordenopdat de reizigers niet aan weer en wind blootgesteld blijven en des avonds ongelukken krijgen door de daar heerschende duisternis. 21. Wordt op voorstel van den Voorzitter de vergadering tot des avonds te zes uren geschorst ter behandeling van het rapport der sectiën omtrent de gemeent.e-begrooting voor 1884. In die avondzitting, waarbij de heer Verhoeff niet tegenwoor dig was en de heer Preijer eerst later ter vergadering kwam, worden de volgende hoofd besluiten genomen. De door den gemeente-architect ontworpen teekening van het Waaggebouw met memorie van toelichting, hoe de herstel ling zal plaats hebben, wordt voor de leden ter lezing gelegd. Met 10 tegen 2 stemmen van de heeren T. L. Koorn en Kraakman worden Burg. en Weth. gemachtigd, zieh tot den Minister van Financiën te wenden met het verzoek, gedurende den verbouw voor rijks rekening een ander lokaal in het Waag gebouw tot telegraafkantoor in te richten. De vernieuwing der Boterstraat wordt aangenomen met 8 tegen 4 stemmen van de heeren Vonk, Helling, J. C. Koorn

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1883 | | pagina 3