No. 133. Vijf en tachtigste Jaargang. 1883. V R IJ D A G 9 NOVEMBER. FEUILLETON, 10) Een staatsgeheim* Prijs der gewone Advertentiën (Dfficiêel ©ebcelte. 2e Groote Koemarkt op Woensdag 21 November 1883. Groote Paardenmarkt, op Woensdag 14 November 1883. ISnitetiIanb. ALKHAARSCHË CO"«AM Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 8 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1, De 3 nummers 0 06. Van 15 regels 0,75; iedere regel meer f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COb- TER ZOON. De schutter JAN VENS, 1. w. Zvandam, wordt verzocht ziek ter gemeente-secretarie aan te melden. BELGIE. Ia de vergadering van den raad der gemeente Brussel van den 5 is door het raadslid Allard voorgesteld een post op de gemeente-begroo ting met f 5000 te verminderen op grond dat het vertalen van een groot aantal administratieve be scheiden uit het fransch in het vlaamsch zeer goed gestaakt kon worden. Bij de toelichting van dit voorstel deed hij een hevigen aanval op de vlaamsche taal en de vlaamsche beweging. Eene vlaamsche taal bestond eigenlijk niet en buiten Conscience evenmin eene vlaamsche literatuur; wetenschappelijke werken in bet vlaamsch bestonden er niet en daar men met deze taal niet met fatsoen voor den dag had kunnen komen had men het nederlandsch uitgevonden. Het was anti-sociaal en anti-nationaal in dezen tijd van elec- triciteit en telefoon nu feitelijk meer de grenzen wegvielen eene nieuwe taal bij de andere euro- peesche talen te willen voegen. De geheele vlaamsche beweging was volgens hem kunstmatig en strekte om de belgen als volk te vernietigen. Overal stonden de vlaamsche ouders er op aan hunne kinderen onderwijs in het fransch te geven. De burgemeester Buis en nog een lid kwamen sterk daartegen op. Het kon aan het volk slechts tot voordeel strekken indien zij meer dan ééne taal verstond. Hun geliefkoosd denkbeeld was dat de vlamen fransch en de franschen vlaamsch zouden leeren. Dat vlaamsche ouders onderwijs in het fransch voor hunne kinderen verlangden bewees niet dat zij hunne taal verzaakten maar sprak van zelf, daar men zonder fransch in Belgie niets bereiken kon. Ten slotte werd vóór de stemming uitdrukkelijk van weerskanten gezegd dat zij als een verzet moest worden beschouwd tecen hetgeen door de eene partij genoemd werd de rechtmatige eischen der vlamen en door de andere partij de buitensporigheden der vlaamsche be weging. Met 14 tegen 12 stemmen werd de post verworpen. Daarna is de verdere behandeling der be grooting tot den 8 uitgesteld. ENGELAND. Minister Courtney verdedigde den 2 in eene toespraak aan een feestmaal van liberalen te Plymouth de buitenlandsche staatkunde der regeering, door welkenaar zijne meening het land gered was uit de groote moeielijkheden, waarin lord Beaconsfield's staatkunde het gebracht had. Over de Transvaal spre kende zeide hij o. a „men spreekt veel van onze vernedering op den Majuba-be g maar onze wezenlijke schande is dat wij niet vroeger met de Transvaal ge handeld hebben, zooalR wij ten slotte gedaan hebben." Hij geloofde dat er geene rust in Zuid-Africa komen zou tenzij de regeering zich hield aan de beginselen vóór lord Beaconsfield's staatkunde gevolgd Engeland moest zijne stelling in Zuid-Af iea beperken en verkla ren dat het buiten die grenzen niet gaan wilde. In aen avond van denzelfden dag hield dr. Clarke secre taris van de commissie voor ie onal hankelijkheid der Transvaal te Londen op eene bijeenkomst eene rede over de transvaalsche overeenkomst. De transvaalsche afgevaardigden Smith en du Toit waren tegenwoordig, doch Paul Kruger was ongestele. Hij betoogde, dat voor de overeenkomst het oude ve drag van do Zand-rivier moest worden in de plaats ge teld. Dr. Jorissen voerde ook het woord en zeide o. a., datals hij geen Neder lander was hij er trotsch op zou zijn een Boer te wezen. Hij had ettelijke jare.i eene hooge betrekking in de Transvaal bekleed zijl ontslag was bet gevolg van een misverstand (gelach). Hij was in staat geweest het karakter, den geest het aart en de gevoelens der Transvalers gade te slaan en hij aarzelde niet te ver klaren dat de Boeren de welwillendheid der engelschen verdienden en te wenschen dat het engelsche volk de transvaalsche afgevaardigden zou steunen in de moeielijke taakdie zij in Engeland te volbrengen hadden. Hij verpandde zijn woord van eer, dat de Boeren de inlanders even goed behandelden als de engelschen deden. (E ne stem riep: „zij verminkten onze doode soldaten dat heb ik zelf gezien"). De in landers zeide hij ten slottehadden in de Boeren betere vrienden dan in de I/ereeniging tot bescherming der inlanders de staatkunde dezer vereeniging was verderfelijk voor hen. De nieuw benoemde lord-wvor van Londen, de heer Fowler, had onlangs op de tot hem gerichte uitnoodiging, om de transvaalsche afgevaardigden uit te noodigen tot bijwoning van het door hem bij de aanvaarding zijner betrekking te geven feestmaalin zeer heftige en voor dè transvalers ongunstige bewoordingen ge antwoord. O. a. beweerde hijdat zij eenige kinderen levend verbrand hadden. Dr. Clarke hierboven reeds genoemd beeft van den lord-mayor de intrekking of het bewijs dier beschuldiging verlangd. Volgens hem is die beschuldiging ontleend aan een naamloos stuk in een bladde Cape Argaswaarvan de schrijver wegens laster vervolgd wordt. Tot lord rector van de hoogeschool te Edinburg in plaats van lord Roseberry is gekozen de leider der conservatieve partij Northcotemet 1035 st., tegen 983 st. op den heer Trevelyan, minister voor Ierland, door minister Gladstone aan de studenten aanbevolen. Professor Blaekiedie zich teruggetrokken hadbe kwam nog 230 st. In den vroegen morgen van den 3 brak op de werf der heeren Lines Brothers, kooplieden in brandhout, in het noorden van Londen een brand uit die een ontzettenden omvang kreeg. In een loods ontstond brand, waarvan de brandweer binnen twee uren meester was doch inmiddels had zij niet kunnen beletten, dat eene in de nabijheid staande houtmyt 250 voet lang, 60 a 70 voet breed en wel 70 voet hoog omgeven door tal van andere houtmyten, vlam gevat had. Alle spuiten uit Londen die gemist konden worden wer den ontbodenzoodat eindelijk zelfs 20 stoombrand- spuiten in werking waren. Alles werd aangewend om het aansteken der andere myten te verhinderen en met buitengewone krachtsinspanning gelukte zulks een twaalftal in de nabijheid gelegen huizen konden echter niet gespaard blijven. Den gloed zag men twee mijlen ver en de hitte was onbeschrijvelijk groot. Den 4, 5 en 6 duurde de brand steeds voort en men rekende den 6, dat er nog wel 24 uren verioopen zouden eer men den brand geheel meester zou zijn. Men weet niet dat menschen omgekomen zijn en een ontploffing in eene in de nabijheid gelegen gasfabriek werd door doeltreffende maatregelen voorkomen. De afgevaardigden der Transvaal hadden den 7, des namiddags, een onderhoud met lord Derby en den heer Hercules Robinson. FRANKRIJK. De begrootingscommissie heeft na verhoor der ministers Ferry en Tirard, met 9 tegen 8 stemmen besloten eene buitengewone begrooting voor openbaar onderwijs vast te stellen en verder bepaald dat de 30 miljoen, door den minister van openbaar on derwijs aangevraagdgevonden zullen worden uit de leening van 150 miljoen waarop bij het ontwerpen der begrooting voor 1884 gerekend was en welke leeniDg daartoe niet verhoogd behoefde te worden. De ministers van openbare werken en oorlog kunnen hunne uitga ven met 132% miljoen dekken en dan blijven 17% miljoen over, waarvan 15 miljoen guldens beschikbaar zullen worden gesteld tot schoolbouw. Het door de regeering voor Tonkin aan te vragen krediet zal naar men zegtf 4,500,000 bedragen. Ter eere van de buitenlandsche afgevaardigden naar het arbeiderscongres is tot afscheid een maaltijd en een bal in Belleville gegeven dat bijgewoond werd door 350 personen waaronder vrouwen en kinderen. Kamer. Den 5 diende bisschop Freppel op art. 139 der gemeentewet een amendement involgens hetwelk gemeenten, die niet bezaten eene woning voor het vrij gebruik van den pastoor den kapelaan of andere dienaren van door den Staat onderhouden eerediensten verplicht zouden zijn voor eene woning vergoeding te geven. Bij het voorgedragen artikel was aan de ge meente de vrijheid gelaten hoe zij wenschte te hande len. Zij kon de ondersteuning weigeren maar ook handhaven. Na beraadslaging werd het amendement verworpen. De aanmatiging van den ondergeschikte om tegen over hem zulk een toon te voeren alsof er eene grens was waar iedere invloed zelfs iedere macht van den chef ophieldvertoornde den trotschenhoogmoedi- gen man in hooge mate. „Secretaris Holm antwoordde de geheimraad „ik zie uit de gansche manier waarop gij uwen chef te woord staatdat gij veel den schouwburg of de ver gaderingen der likeralen bezoekten dat in uw hoofd illusies zijn gevormd die met uwe werkelijke positie niet overeenstemmen. Ik zal er eens over denken of het niet wenscbelijk zou zijn, om u naar een provin ciestadje te zendenop eene kleine plaats zult gij behoed worden voor de onaangenaamheid dat uwe dochter in kringen verkeertwaar zij niet behoort „Mijnheer de geheimraadantwoordde Holm met bevende stem„ik ben mij geen nalatigheid in de dienst bewustwaarvoor mij op billijken grond eene strafverplaatsing zou kunnen worden opgelegd ik zou dus mijn beklag moeten indienen." De blik van den geheimraad kreeg iets stekends. „Secretaris Holm antwoordde Stolpen „ik zeide dat ik het in overweging zoude nemen nietdat ik reeds beslist had. Maar het is zeer kenmerkend voor uwe opvatting der disciplinedat gij in plaats van mij dankbaar te zijn voor mijne nog steeds welmeenende opmerkingu op het reglement beroept. Gij moet met u zelf zeer ingenomen zijn wanneer gij u ver beeldt dat uw chef op uwen arbeid niets zoudt heb ben aan snerkenwanneer hij met het oog daarop dien onderzocht. Wie zich op de bescherming der wet beroept, in plaats van te trachten de wel willendheid zijns chef te verdienen die geeft tot de strengste beoor deeling aanleiding en ik zal die voortaan bij u in acht nemen. De geheimraad was daarop naar de kanselarij gegaan en had zich de boeken en stukken doen voorleggen die Holm bijhield en pleegde te behandelen. Ofschoon hij weinige uren geleden Holm zelf gelast had, dadelijk met het nieuwe werk te beginnen keurde bij het nu in scherpe woorden af, dat de secretaris niet eerst zijne stukken etc. had geordend, het sprak van zelf, dat hij daarvoor wel den tijd had kunnen nemen en hij brak eene verontschuldiging van den secretaris af met het heftige autwoerddat hij van iedere tegen spraak verschoond wenschte te blijven en hij Holm voor dit weerspannig gedrag een berisping zou toedienen. Zulk een straf kwam in de gedragslijsten ontnam den ambtenaar het uitzicht op eene toelage aan het einde van het jaar en het was nauwelijks mogelijk, om met eenig goed gevolg daartegen een klacht intebrengen. Het gevoel van onmacht tegenover hoogmoedige aanmatiging had Holm vaak ondervonden, heden werd dit echter nog verhoogd door de ontzettend neerdruk kende en verbitterende gedachtedat hij niet alleen het lot zijner ambtgenooten deelde maar de geheim raad ongetwijfeld het er voortaan op zon aanleggen om hem in het bizonder te verootmoedigen en te kwet sen. Hij moest zwijgen maar de maat liep overhet kookte in hem en hij nam het besluit, om den weg van klachten te bewandelen, er mocht dan van komen, wat er wilde. In deze wanhopige stemming was hij thuisgekomen en hij zeide bij zich zeivendat hij alvorens eene klacht intedienen den geheimraad iedere gelegenheid moest ontnemen om uit zijn bizonder leven gevolg trekkingen te maken die een ongunstig licht op zijn karakter zouden kunnen werpen. Het viel hem gemakkelijkom den minister het be wijs te leveren dat zijne dochter slechts aan eene uit noodiging had gevolg gegeven en hij dus niet zoo aanmatigend was, als Stolpen meende hij was er zeker van, dat, wanneer hij het hem verzocht, Robert morgen de stad zou verlatenen elders werk zon zoekendan kon men hem niet meer met recht beschuldigen, dat hij het staatkundige drijven zijns zoons bevorderde wat eindelijk Kurt von Stolpen betrof, ook zonder aanspo ring van de zijde van den geheimraad had bij niet ge duld dat zijne dochter zich door dwaze en ijdele hoop zou laten misleiden. Maar het stond anders. Kurt gaf volstrekt niet den indruk van een lichtzinnig mensch die een galant avontuur begintzonder aan de gevo'gen te denken de jonge man sprak in ieder geval de waarheidtoen hij de hem verdacht makende beschuldiging zijns vaders weerlegde hij deed Laura een openhartigeervol aan bodhij mocht een antwoord vorderen, waarbij Holm zich op zijn geweten zou moeten afvragen, of hij „neen" mocht zeggen. Hoe ongehoord de gedachte ook wasdat de zoon zijns hoogmoedigen chefs juist nu om de hand zijner dochter vroeg des te streelender scheen die van het oogenblik af, waarop Holm de overtuiging kreeg, dat Kurt zich bewust was van de ernst en den omvang van zijn besluiten dat Robertdie den voornamen lieden anders niet zeer genegen wasen nu Kurts party koos dit deed alles af. „Baron nam hij eindelijk het woord, „vergeef mij, maar ik was op zoo iets onverwachts niet voorbereid mijnheer uw vader stelde de zaak anders voor. Indien het werkelijk uw wel overwogen voornemen is, om mijne dochter uwe hand aan te bieden dan zou ik er niet anders dan trotsch op zijnen zou het niet mijne zaak zijn om al de moeielijkheden op te sommen die u in den weg kunnen komen. Maar ik moet u bekennen dat ik mij helaas gedwongen zieom mijn beklag intedienen over de behandelingdie ik van uwen vader ondervonden heb, misschien ga ik daardoor mijn ongeluk tegemoet, maar mijne eer eischt zulk eene stap. Mijnheer uw vader zal daardoor nog meer jegens u verbitterd worden."

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1883 | | pagina 1