No. 140.
Vijf en tachtigste Jaargang.
1883.
ZONDAG
25 NOVEMBER.
Na de Vergadering.
FEUILLETON.
M) JEen staatsgeheim.
EERSTE BLAD.
Prijs der gewone Advertentiën:
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
ALMAARSCHU COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Dondörd&g- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 8 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door
het geheele Rijk f 1,
De 3 nummers O 06.
Van 1—5 regels /0,75; iedere regel meer f 0,15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
De Alkmaarscbe Courant en de Amsterdammer*)
hebben het een ea ander medegedeeld aangaande het
geen de heeren v. d Stadt en Eortuyn 1.1. zondag aan
onze werklieden hebben voorgehouden. Onze werklie
den hebben blijk gegeven van gezond verstand van
voorzichtigheid door geene instemming te betuigen met
het gehoorde, door bet debat niet te willen voortzetten.
Het hollandsch karakter getrouw, hebben zij zich niet
laten medeslepen door hetgeen hun oppervlakkig misschien
aannemelijk klonk en zich er eens op willen beslapen.
Het door den heer v. d. Veen aangevoerde heeft hun
althans de overtuiging geschonken dat er tegen het
door de sociaal-democraten aangevoerde we! wat is in
te brengen dat mede hunne overweging verdient. Mis
schien is ook de toon der beide vreemdelingen bun
niet bevallen en waren de aangehaalde voorbeelden hun
te sterk gekleurd te overdreven. Als de sprekers
b.v. wezen op hetgeen een gevangene per dag meer
kost dan een lid van een werkmansgezin dan hebben
zij gewis bedacht dat in de kosten der gevangenen
ook beg-epen zijn die hunner bewaking (dikke muren
en oppassers), waaraan de eerlijke werkman geen be
hoefte heeft; en als zij wezen op de meerdere uitgaven
van den lande voor een student dan voor een school
kind dat voor het onderwijs van 20jarige jongelieden,
die zich aan een wetenschappelijk vak wijden gansch
andere en kostbaarder hulpmiddelen noodig zijn dan
voor het elementaire onderwijs dat voor alle toekom
stige burgers van den Staat voor schoolkinderen
noodzakelijk is.
Tot ons genoegen hebben de heeren v. d. S. en F.
zich er niet toe bepaald om de werklieden te wijzen op
betgeen zij minder dan meer bemiddelden genieten
hetgeen zij trouwens wel weten en te trachten
daarover hunne ontevredenheid en wangunst gaande
te maken en hen tegen maorgegoedenvooral tegen
hunne patroonsin te nemenzooals in de so
cialistische vergaderingen maar al te veel geschiedt
zij hebben ook een programma gegeven hunner eischen.
Dat is practisch en kan een grondslag tot gedachten-
wisseling aanbieden. Wij willen dan ook onze meening
over de punten van dat programma uiteenzetten en
verder buiten rekening laten de weinig malsche en
geen goed stichtende overwegingen en aantijgingen
die tot inleiding van dit programma moesten strekken.
De correspondent van dit blad heeft ons kennelijk niet be
grepen, toen hij ons verdeeling van het kapitaal als den wensch
van den werkman deed stellen. Wij hebben alleen gezegd,
dat de socialisten de goederen dezer wereld al zeer onrecht
vaardig verdeeld en het zaak achten daaraan een einde te
maken.
Maar vooraf nog wat over het streven der sociaal
democraten in het algemeen. Verklaren wij eerst den
naam dien zij aangenomen hebben. Democraten zijn
voorstanders van den grootst mogelijken invloed van
het volk op de regeering eigenlijk van regeering door
het volk of wel door zijne gekozenen van deelneming
aan de zaak der re^eering niet door de verstandigsteu
en meest bevoegden of de meeste kosten der Staats
huishouding dragenden uit het volk maar door ieder
die tot het volk behoort. Zij beschouwen het als een
natuurlijk rechtdat ieder die burger van een Staat
isevenveel invloed op de openbare aangelegenheden
kan uitoefenen van daar hun ijveren voor algemeen
stemrecht. Socialisten zijn zijdieniet door eigen
inspanningzelfverbetering en verheffingmaar door
wettelijke maatregelen de sociale (maatschappelijke) ver
houdingen die door den loop der tijden den ontwik
kelingsgang van eeuwen geworden zijn, willen wijzigen
en h. i. verbeterenzoodanigdat niemand tekort
komt in de vervulling zijner behoeften en ieder dien
overeenkomstig kan aanzitten aan de tafel des levens.
Sociaal-democraten zijn alzoo zij die deel verlangen
aan het bestuur des landsom de wetten zoo te kun
nen veranderen dat de goederen der wereld meer
billijk verdeeld worden en armoede en ellende niemands
deel behoeven te zijn tenzij hij bet zelf verkiest.
Het denkbeeld is niet kwaad maar de toepassing
ervan hoogst gewaagd de uitslag een groot vraagtee-
ken. Wie waarborgt ons dat zij die dit denkbeeld
koesteren en het ons komen verkondigende wijzen
zijn die de juiste middelen weten te kiezen om tot
het verlangde doel to komen? Hunne overdrijving,
hunne heftigheid hun afgeven op kapitaal en patroons,
het weinig steek houdende hunner argumenten geven
ons reien tot behoedzamen twijfel. Inderdaad de vragen
over de materiëele verbetering der maatschappij die
vele denkende hoofden de ekwaamste economisten
bezig houden kunnen maar t opgelost worden door
werklieden meestal van bept. Ac ontwikkeling en be
perkten gezichtskring zoodat zij slechts hoogstens hun
eigen belangen, niet die van anderen, zien en kennen,
veelmin in vergaderingen waarin de niet door studie
voorbereiden en in den regel door hunDen arbeid vervul
den een uurtje te zamen komen.
Gewaagd is liet, bestaande toestanden en den natuur
lijken loop der dingen te veranderen door wetten en
maatregelen waarvan de gevolgen niet vooraf te be
rekenen zijn en die wel eens erger konden blijken dan
de kwaal waartegen zij gericht worden. Zoo zou het
wellicht mogelijk zijn de loonen eenigermate te verhoo-
gen door bescherming van binnenlandsche nijverheid en
landbouw dat wil zeggen door het heffen van ho >ge
rechten bij den invoer van buitenlandsche artikelen; maar
zeer spoedig zou eene rijzing van den prijs van alle be
hoeften hiervan het gevolg zijn en de werkman voor
zijn verhoogd loon zich niets meer kunnen aanschaffen
dan te voren. Waar veel te verrichten is en waar handen
Het geschreeuw van den ongelukkige had Kurt uit
zijne sluimering gewekt. Het had echter ook, met de
verklarende woorden van Kleber, Stolpan doen huiveren
en hij beefde bij de gedachte dat hij zijn zoon weer
loos aan dat ruwe geweld overgaf.
Nog was het tijd om de misdaad onuitgevoerd te
laten de stemming van den geheimraad was voor Kurt
zoo gunstig mogelijkmaar zij had op den patient zei
ven daarentegen eene hoogst ongunstige uitwerking.
De zieke wist op welke plaats hij zich bevondde
arts had gedreigd en hij zag nu zijn vader binnentre
den die hem hier had gebrachtwaar op een wenk
van den geneesheer hem het dwangbuis kon worden
aangedaan
„Mijn zoon riep Stolpen ontzet maar Kurt hield
het gevoel van deelneming voor gehuicheld.
„Ik heb geen vader antwoordde hij, „ik eisch mijne
vrijheid of ik vergeet ook dat ik een vader gehad
heb en daag dengene voor het gerechtdie mij hier
heeft gebracht."
Het gebaar van afkeer en toorn waarmede Kurt
zijns vaders hand terugwees was bijna nog beleedigen-
derdan het harde woord. De zachtere uitdrukking
was uit het gelaat van den geheimraad verdwenen
zijn blik kreeg iets stekends, zijn gelaat werd vuurrood.
„Hij is werkelijk zeer ziek zeide Stolpen, zieh tot
den geneesheer wendende.
„Yijnheer von Stolpen, mijnheer uw vader komt met
de beste bedoelingen nam Kleber het woord. „Ieder
meent het goed met u. Alles wat gij verlangtzal
geschieden. Wie staat uwe vrijheid in den weg Dat
gij zwaar gewond zyt, is toch onze schuld niet en dat
een zieke het bed moet houden is toch geen gevan
genschap
„Ik verlang in mijne woning of in een ander ziekenhuis
gebracht te worden," zeide Kurt tot zijn vader, de woorden
van den geneesheer met geen antwoord verwaardigende,
„ik geef u mijn eerewoord, dat ik onder deze voorwaarde de
misdaad vergeven wildie jegens mij is gepleegd. Ik
verzeker u echter, dat, indien aan mijn verlangen niet
wordt voldaan ik zonder u te ontzien u zal aan
klagen wegens gewelddadige handelingen jegens mij
zoodra ik er toe in staat ben en dat geen bedreiging,
geen brutaal geweld mij zai terughouden gij kunt mij
vermoorden maar niet mijn wil buigen
„Ellendige 1" stoof Stolpen op maar de geneesheer
verzoobt hem, zich te matigen.
„De zieke moet met toegevendheid behandeld wor
den zeide hij „deze sombere gedachten moeten uwe
deelneming, niet uwen toorn opwekken. Dat zijn
koortsfantasiën, mijnheer uw zoon weet niet, wat hij zegt."
„Dat weet ik zeer goed riep Kurtschuimbek
kend van woede„en ik zal niet vergeten dat ik u
gewaarschuwd en geëischt heb, dat er nog een andere
docter wordt geraadpleegd. Ik zal u voor de rechtbank
herinneren dat ik u gezegd heb, wat de wet gebiedt."
„Gij windt u onnoodig op Ik zal zoovele genees-
heeren raadplegenals gij verkiestmaar ieder zal
zeggendat men zieken met wondkoorts niet zonder
gevaar vervoert. Het is eene idéé fixe van u om te
meenendat uwe vrijheid aan banden wordt gelegd
uwe wenschen zullen vervuld worden, indien het eenig-
zins mogelijk is, geeft dus een argwaan op, die uw
bloed in gisting brengt."
„Ik wensch secretaris Holm te spreken ik verzoek
u, dien te laten roepen."
Stolpen wilde een heftig antwoord gevenmaar
Kleber gaf hem een wenk.
„Het is niet goed voor u, om bezoeken te ontvangen,"
zeide hij, „maar ik zal aan uw verlangen voldoen, om
uwen argwaan wegtenemen en u gerust te stellen."
ontbreken zullen de loonen rijzenwaar gebrek aan
werk of overvloed van handen is zullen zij dalen dit
is een natuurlijke toestand waarin door geene wetten
eene bevredigende verandering te brengen is. Ons
oude Europa is men moge het betreuren over
bevolkter schijnen te veel handen te zijn voor den
beschikbaren arbeid. Yan socialistische zijde denkt men
hierin verbetering te kunnen brengen door verkorting
van den werktijd door vaststelling van zeker maximum
van werkuren per dag. Maar men ziet voorbij dat
loonsverlaging hiervan het gevolg zou worden omdat
de bepaling van het loon onafhankelijk is van den
wil van werkgevers en werklieden, en, evenzeer als de
prijs der levensmiddelen beheerscht wordt door de
wet van aanbcd en vraag. Pogingen tot opdrijving
van den prijs vau den arbeid kunnen evenmin een
duurzaam gevolg hebben als die tot opdrijving van den
prijs der levensbehoeften. Reeds meermalen werd door
werklieden het middel van werkstaking ge ezigd om
hunne patroons tot het betalen van hooger loon te
noodzaken. In enkele bijzondere gevallen, b.v. wan
neer de patroons op zware boeten gehouden waren
iets binnen een bepaalden tijd af te leveren mocbt
dit middel tijdelijk slagen maar in de meeste gevallen
verbozen de patroons die hunne waren met geringe
winst moeten omzettenhunne fabrieken te sluiten,
boven het werken zonder winst of met verlies of wel
tal van arbeidskrachten boden zich van elders aan om
de plaats te vervullen der werkstabenden die aldus
zich hun werk voor goed ontnomen zagen. Werksta
kingen hebben geleid tot verplaatsing en vernietiging
van takken van volksbestaan en daardoor tot vermin
dering van welvaart in sommige streken. De nijverheid
heeft dit met ieder gemeen dat zij de goedkoopste
markt voor hare behoefte d. i. arbeid zoekten
maakt men dien te duur, men zal hem elders vinden,
zoo niet in bet eigen dan in een ander laad.
De concurrentie zweept de fabr; kanten niet minder
dan de werklieden verkleint hnnne winsten en weer
houdt loonsverhooging. De ondernemingen aie be
duidende winsten afwerpen zijn te tellen ja de voor
beelden zijn hier te lande niet vreemd dat groote
zaken alleen aangehouden worden om de arbeiders niet
broodeloos te makenen de eigenaars zich zouden be-
voordeelen door over te gaan tot likwidatie. De so
ciaal-democraten zullen wel evenmin als wij een mid
del kennen om de concurrentie te weren ook niet
door wettelijke maatregelen, al zaten zij zeiven in het
Parlementja wij twijfelen zelfsof zij zieh van de
door hen gewenschte veranderingen in de wetgeving
wel al de heilrijke gevolgen durven beloven die zij
den werkman voorspiegelen. Om de punten van het
door de heeren v. d. S. en F. hier ontwikkelde pro
gramma te omhelzen behoeft men nog geen sociaal
democraat te zijn ook anderen ijveren daar wel meer
of minder voor, die op dezen naam geen prijs stellen.
Het programma ziet er dan ook nog al mak uit en de
De arts leidde den geheimraadwien het niet mo
gelijk was om langer zijn toorn in te houden, uit het
vertrek.
„Men moet den zieke met beloften troosten," fluisterde
hij„wanneer men hem kalm kan makendoor zijn
geduld voortdurend op de proef te stellen aan zijn
twijfel voedsel en hem geene zekerheid te geven dan
bereikt men beter zijn doel dan door bedreigingen.
Gij vergeet, dat hij ziek is, en men hem met toege
vendheid behandelen en ontzien moet."
Er lag in die huichelachtige taal iets, dat den ge
heimraad hoe verbitterd hij ook tegen Kurt was, deed
huiveren voor den man die dit gevoelde Stolpen nu,
zijn wil zou weten doortezetten een gewelddadig man
als de geheimraad houdt zich niet met listige beschou
wingen op.
„Ik wenschtedat graaf Horst hem het hoofd had
ingeslagen mompelde Stolpen „ik had dat beter
kunnen verdragen. Maar bij zelf wil niet anders
Het was voor Kleber te raden wat er in bet hart
van den ouden heer omging diens woorden klonken
alsof hij er berouw over had dat hij zijn zoon in Kle-
bers macht had gegeven.
„Mijnheer de geheimraad," zeide hij zoo luide alsof
hij wilde dat de op den gang werkzame opzichter
ieder woord zou verstaan „ik stem u gaarne toe dat
de dood minder verschrikkelijk is dan waanzin, maar
laat ons de hoop niet opgeven dat het met mijnbeer
uw zoon niet tot het ergste zal komen. Het zou mij
zeer aangenaam zijn wanneer gij met den gebeim-ge-
zondheidsraad Weruer, of met professor von Stein
zeer, spoedig eens hier wildet komen. Het kan mij
slechts welkom zijn om de meening van autoriteiten
te hooren.
Stolpen knikte toestemmend, hij lette nauwelijks op de
woorden uit eene cel drong een zacht smartelijk gekreun
tot zijn oor door, uit eene andere het schrille gelach van
een gek. Hij versnelde zijne schreden hij voelde zich
niet op zijn gemak in dit huis. Wordt vervolgd.