No. 181.
Vijf en tachtigste Jaargang.
1883,
VRIJDAG
21 DECEMBER.
Oude centen.
FEUILLETON.
84) Een staatsgeheim.
Prijs der gewone Advertentiën
©ffictëel föcbeelte.
ünitettlAttb.
imitUISMIt: Oil RAM.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door
het geheele Rijk f 1,
De 3 nummers O 06.
Van 15 regels 0,75; iedere regel meer f 0,15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR brengt
ter algemeene kennis, dat de OUDE KOPEREN CENTEN
EN HALVE CENTEN OP 31 DECEMBER 1883 BUITEN
OMLOOP GESTELD WORDEN en dat de uiterste termijn,
binnen welken die centen van rijkswege tegen gangbare munt
worden ingewisseld, bepaald is op 31 Januari 1884, bestaande
tot en met dien dag gelegenheid aan de kantoren van de be
taalmeesters en de ontvangers en commies-ontvangers der di
recte belastingeninvoerrechten en accijnsenom die oude
centen en halve centen in te wisselen. Hij noodigt de ingezete
nen uit, zich voor nadeel te vrijwaren, door bij tijds die inwis
seling te doen plaats hebben.
Alkmaar, De Burgemeester van Alkmaar,
18 Dec. 1883. A. MACLAINE PONT.
Lijst van brieven, waarvan de geadresseerden onbekend zijn,
verzonden gedurende de 1e helft der maand November 1883:
G. Roggroen BarsingerhornWitOverveen.
Van de hulpkantoren
Bergen: C. van Dok Amsterdam.
Zuidseharwoude: Teunis van Kleef
Briefkaarten:
J. Welzenaar, St. Pancras; Veltkamp, Schagen.
Verzonden geweest naar America:
2 aan J. Baan, Michigan; J. Warnaar, Minesota; G. H.
Dunnewold, Toledo.
BELGIE. Bij de aangenomen wet op het legercon-
tingect is de vrijstelling van geestelijken van den mi
litairen dienst afgeschaft.
DeD 17 had in den gemeenteraad te Brussel de
reeds aangekondigde interpellatie plaats over het ge
sprek van den burgemeester met verschillende verslag
gevers der bladen over den brand in het paleis der
natie. Met algemeene stemmen werd eene motie aan
genomen houdende dat uit de stellige verklaringen
des burgemeesters gebleken was dat het niet in zijne
bedoeling had gelegen de verantwoordelijkheid voor
het onvoldoende der brandbluschmiddelen op den ge
meenteraad te doen rusten.
DUITSCHLAND. In het groothertogdom Baden is
een ontwerp tot invoering eener inkomstenbelasting in
gediend. Daarin is o. a. de bepaling opgenomen dat,
indien bij den dood van een belastingschuldige blijkt
dat hij te weinig belasting heeft betaaldde erfgena
men het dubbele moeten betalen van hetgeen over de
laatste 5 jaren te kort is betaald.
Pruisen. Huis van Afgevaardigden. Op
voorstel van het lid Rickert is het fonds groot f 2700,
dat steeds op de begrooting van het ministerie van bin-
nenlandsche zaken ter beschikking van den minister
werd gesteldom daaruit buitengewone belooningen
toe te kennen geschrapt als blijk van wantrouwen in
den minister von Puttkamer. Een voorstel om veran
dering te brengen in den tegen woordigen toestand van
het politiebestuur, volgens welken van de 190 gemeen
ten die meer dan 10000 inwoners tellen 20 van den
Staat voor het politiewezen eene bijdrage van 6,000,000
ontvangenwerd naar de uit de gemeenten gekozen
commissie verzonden.
DENEMARKEN. Den 15 is aan den Koning een
door 106000 personen onderteekend adres aangeboden,
waarin de houding der linkerzijde in zake haar verzet
tegen de maatregelen voor 's lands verdediging streng
afgekeurd wordt. De Koning betuigde zijnen dank en
verzocht den aanbieders niet te verflauwen in de po
gingen om te verkrijgen, wat in het1 belang van's lands
verdediging noodzakelijk is.
ENGELAND. De politie te Londen ontving uit
Amerika het berichtdat verscheidene personen be-
hoorende tot de vereeniging der onoverwinnelijken
Nieuw-York verlieten en op leis zijn gegaan naar En
geland. In verband daarmede zijn voorzorgsmaatrege
len genomen ter bescherming van minister Gladstone
die zich op zijn buitengood Hawarden bevindt. Het
stedelijk bestuur te Londen ontving volgens sommige, la
ter weder tegengesproken berichten, 2 br/oven waarin
gedreigd wordt met het plan om de London-brug- en
de gevangenis van Newgate in de lucht te laten vlie
gen. Beide punten worden thans sterk bewaakt.
De regeering heeft overeenkomstig het verzoek van
de groote meerderheid der Basoeto's besloten, bet toe
zicht over Basoetoland weder op zich te nemen.
FRANKRIJK. De twee in hechtenis gebleven deel
nemers aan de ongeregeldheden op het beursplein zijn
tot 8 dagen gevangenis veroordeeld.
Den 14 overleden twee leden der fransche academie,
Victor de Laprade dichter, 71en Henri Martin
schrijverbekend door zijn werk Geschieden is
van Erankrijk, 73jaren oud. Laatstgenoemde was
tevens Senaatslid. De gemeenteraad van Parijsdie
juist vergaderd wastoen de tijding vernomen werd
van het overlijden van Henri Martin besloot om aan
eene straat zijnen naam te geven terwijl de Kamer
op voorstel der regeering 5000 beschikbaar stelde
om hem op staatskosten te begraven met welk voor
stel de Senaat zich mede vereenigde met 182 tegen 22
stemmen.
Generaal Campenon, minister van oorlog, heeft aan
de commissie der Kamer voor het Tonkinkrodiet o. a.
verklaarddat 15000 men voldoende waren om de
delta schoon te vegen. Hij kwam krachtig op tegen
de geruchten van oneenigheid tusschen hem en zijce
ambtgenooten. Met 8 stemmen keurde de commissie
het krediet goed terwijl 2 leden zich onthielden.
De commissiedie de stembiljetten van de verkie
zing in het arrondissement Lodève nader onderzocht
heeftverklaart den heer Galtier ook verkozen en wel
met 7069 stemmen tegen 7036 op den heer Leroy
Beauüeu. De vroegere cijfers waren 7142 en 7069.
S e n a at. De minister-president Ferry bood den 18
een wetsontwerp aan tot het leggen van een kabel
tusschen Saigon en Tonkin.
Het ontwerp betreffende de nieuwe kredieten voor
Tonkin kwam den 18 reeds in en werd naar eene
commissie verzonden, die dadelijk bijeenkwam en zich
met algemeene stemmen voor de aanneming verklaarde.
Kamer. Den 17 werd een buitengewoon krediet
van 1% miljoen guldens voor de posterijen en de tele
graaf en van 55 miljoen voor het ministerie van oorlog
toegestaan. Een krediet van l'U miljoen voor spoorwe
gen en forten in Senegal werd met 234 tegen 197
stemmen verworpen. Een der bestrijders toonde o. a.
aan, dat in 4 jaren 17% miljoen uitgegeven en 2000
man verloren waren om 35 mijlen van een spoorweg
aan te leggen die waarschijnlijk nutteloos is.
Den 18, bij de behandeling der kredietaanvraag voor
Tonkinantwoordde de minister-president Ferry op
eeDe vraag van den heer Lockroy, dat die nieuwe aan
vraag der regeering een natuurlijk gevolg was van de
op den 10 door de Kamer aangenomen motie van orde.
Hij beschuldigde zekere partij van den toeleg om het
in hare dagbladen voor te stellenals ware de Repu
bliek onmachtig hare ondernemingen tot een goed einde
te brengen. De nieuwe versterkingen waren toereikend,
en hij gaf de verzekering dat de regeering het berei
ken van haar doel krachtig zou doorzetten zonder
daarom de door de Kamer gestelde grenzen te over
schrijden. (Toejuiching). De gouverneur van Hué stond
in onderhandeling *net Frankrijk's vertegenwoordiger.
Admiraal Oourbet rukte tegen Sontay op. Men moest
de regeering in de uitvoering van haar veldtochtsplan
niet belemmeren (Ramoer). Mocht- de Kamer een mi
nisterie wenschen dat gedwee zich aan elke interpel
latie onderwierp dan moest zij een ander J-iezen. Hij
verzekerde, dat in de staatkunde van het fcninisterie
volstrekt geene verandering was gekomen. (Toejuiching).
De heer Perrin was tegen het verleenen van nieuwe
kredieten en gaf in overweging om de al te
vrijgevigheid in koloniale zaken wat te beperken.' uis-
schop Freppel meende dat de Kamer wel niet anders
doen kon dan de door de regeering gevraagde sommen
toe staan. Immers een toegeven aan China's eischen
en dientengevolge de ontruiming van Tonkin zou de
ondergang zijn van Frankrijk's aanzien. Deze woorden
werden luide toegejuicht. De verschillende artikelen
werden vervolgens goedgekeurd en daarna het geheele
voorstel aangenomen met 312 tegen 180 stemmen.
ITALIË. Naar aanleiding van de beraadslaging
over het hoofdstak openbaar onderwijs in de Kamer
werd door minister Depretis de vraag gesteld, of de
regeering het vertrouwen der Kamer bezat. Den 18
werd die vraag bevestigend beantwoord mat 158 tegen
6 stemmen 82 leden bleven buiten stemming.
De duitEche kroonprins word bij zijn aankomst te
Genua te balf 12 des morgens met groote plechtig
Toen hij thuis kwam, deelde de oppasser hem mede,
dat de zieke van nummer achtnadat hij te vergeefs
beproeld had den waker door bedreigingen en belof
ten te bewegen hem te helpen vluchten dezen bij de
keel had gegrepen om hem te verwurgen. De waker
had hem gemakkelijk overmand maar daarbij was het
verband losgegaanzoodat de zieke veel bloed had
verloren.
Kleber had het nog niet gewaagd tegen Kurt ge
bruik te maken van de dwangmiddelen die eerst bij
verklaarde krankzinnigen gerechtvaardigd zijn. Nu
schold hij den oppasser uitdat men den zieke het
dwangbuis niet aangetrokken en eene scherpe douche
toegediend had. Hij was in eene stemming, waarin
het hem bevrediging schonk aan iemand zijne woede
te kunnen koelen.
„Uw aarzelen is de schuld van alles," zeide hij tot
zich zeiven „uw personeel zal ook beginnen te twijfe-
felen wanneer gij den man nog ontziet. Behandel hem
als een gek en het gebabbel zal ophouden."
Kurt was gelukkig zoo uitgeput, dat hij den docter,
die op dit oogenblik tot alles in staat was niet kon
prikkelen, om hem nog strenger te behandelen. Hij
gevoelde nauwelijks wat er met hem gescheidde, toen
men hem het dwangbuis aandeed hij hoorde niet, hoe
Kleber den oppasser beval voortaan den zieke met
alle gestrengheid te behandelen.
XVII.
Ongeveer terzelfder tijddat het tooneel tusschen
Helmbolz en den docter had plaats gehad, was de avond-
trein uit de residentie te Schönweide aangekomen. Een
dicht gesluierde dame was uitgestapt was ijlings over
het perron tot buiten het schijnsel der weinige gas
pitten geloopen en wasvoordat de trein zich weder
in beweging zettereeds in de duisternis van het
plantsoen verdwenen.
Laura Holm, zij was de vreemdelinge, haalde eerst
ruimer adem toen het haar gelukt was ongezien of
liever niet opgemerkt door de beambten van het station
de hoofdstraat der villakolonie te bereiken, nu wist zij
verder geen weg. Afgezien daarvan dat de straat niet
verlicht was zoover strekten de inkomsten der kleine
gemeente niet had zij ook geen vermoeden in
welk gedeelte van het plaatsje Helmbolz woonde zij
had er ook niet naar durven vragen vreezende mis
schien een nieuwsgierige aantesprekendie haar met
verdere onbescheiden vragen zou lastig vallen.
Zoo ging zij dan op goed geluk af een eind weegs
verder. Er brandde slechts in weinige huizen licht, de
meesten waren onbewoond. Had zij gevreesd nieuws
gierigen te zullen ontmoeten nu ondervond zij echter
het tegendeelzij zag noch hoorde iemand, zij bevond
zich reeds in eene omgeving waar onvoltooide huizen
met open vakken afwisselden en daarachter strekte
zich het veld uit. Zij werd min of meer beangst. Wan
neer zij eens een dronken man ontmoette, of misschien
nog iets ergers
Zij wilde omkeeren om weder terugtegaan toen zij
tusschen twee halfvoltooide gebouwen op eenigen afstand
een huis zag, waarvan verscheidene vensters verlicht
waren. Zij richtte hare schreden dien kant uit, het was
er nog niet te laat voor, om het onmogelijk te maken,
dat zij hier of daar een dienstmeisje vond dat aan de
huisdeur stond of met haren vrijer aan het tuinbek
stond te praten. Zij had onderweg twee winkels ge
zien die nog open waren maar er niet durven bin
nengaan daar in beiden verscheidene personen bij
een waren.
Daar hoorde zij plotseling mannenschreden achter
zich naderen. Het was te Iaat, om zich te verbergen,
maar zij had niets te vreezen de man ging voorbij
zonder op haar te letten. Zij verzamelde al haar moed
en wilde juist den vreemdeling aanspreken toen deze
voor de tuindeur van een groot huis bleef staan en in
zijne zak naar den sleutel zocht.
De man had den kraag van zijn jas hoog opgeslagen,
nu wendde hij het hoofd om zij zag een wittezorg
vuldig onderhouden snor, en juichend riep zij„Mijn
heer de betaalmeester
Helmbolz zag verrast om.
„Ik ben hetmijnheer Helmholzfluisterde zij.
„Laura Holm." Helmholz keek Laura in het gelaat
alsof hij zich wilde overtuigen, of hij goed hoorde. Niets
kon hem dan ook meer onverwacht komendan het
meisje voor zich te zien, van wie heden gesproken was
en daarenboven nog laat in den avond zonder dat zij
haar bezoek vooraf gemeld had.
„Waarachtig, gij zijt het riep hij uit, „maar waar
komt gij vandaan?"
„Laat mij maar binnen. Of mag ik niet
De vraag was door zijn aarzelen gerechtvaardigd. Hij
meende nog te droomen. Nu opende hij het hek en
snelde vooruitom de huisdeur opentemaken.
„Vergeef mij," zeide hij, „maar het is zoo onver
wacht Ida en moeder zijn waarschijnlijk reeds te bed."
De onderstelling van Helmholz was bijna juistme
vrouw Helmholz stond op het punt zich ter ruste te
begeven zij wachtte gewoonlijk de thuiskomst van haar
man uit de sociëteit niet af, maar heden kwam hij
vroeger dan anders.
Ida kwam op het geroep haar vaders, spoedig aan-
loopen. Zij was zeer verheugd hare liefste vriendin
die zij in langen tijd niet had gezien bij zich te heb
ben maar in nieuwsgierige spanning verwachtten alle
leden van het gezin de verklaring van dit ongewone
bezoek.
Helmholz alleen scheen de reden te raden, maar het
er nog niet geheel met zich zelf over eens te zijn.
Laura ontdeed zich van haar bagage. In dp^ waan,