SmTïï
Hf
I I
Üf J
- V
IjU
t jlilllJI Hij
ii
IjinnenlanD.
r ,„Jm1
Deze schipbreuk is volgens nadere berichten te wijten
aan nalatigheid van den loods. Deze heeft bekend
zijn post te hebben verlaten om zich gedurende 20
minuten in de rookhut te gaan warmen. Bij zijne terug
komst bemerkte hij dat het schip van den koers geraakt
en in het midden der klippen verzeild was. Toen
stootte het schip op eene rots en bekwam het eene
groote scheur in de eene zijdewaardoor het water
binnenstroomde. De gezagvoerder der City wordt gezegd
schijnt krankzinnig te zijn geworden.
STATEN-GENERAAL.
Eerste Kamer.
In het antwoord op de algemeene beschouwingen over
de staatsbegrooting voor 1884 verklaart de regeering
met genoegen de gezindheid eener afdeelingsmeerderbeid,
waar algen eene staatkundige beschouwingen gehouden
waren, te hebben vernomen, namelijk, oru met haar mede
te werken tot bevordering van 's lands welzijn. Zij kondigt
het naderend einde aan van de werkzaamheden tot herzie
ning der Grondwet en ontkent, dat onderwerpen van wet
geving veel gevorderd zouden zijn bij niet-herziening der
Grondwet. Tot aanvulling van de aan de Tweede Kamer
gegeven inlichtingen wordt medegedeeld, dat de gouver
neur-generaal van Neerl. Indië bij nader telegram tijdsbe
paling van zijn vertrek uit Indie had gevraagd en dat zijn
verzoekschrift niets tegen de inwilliging van het verzoek
bevatte. Zij verdedigt zich tegen het verwijt, dat zij aan
vankelijk niet genoeg bezuiniging in de staatsbegrooting
had gebracht. Van de verlangde afschaffing van bet depar
tement van waterstaat enz verwacht zij grooten om
slag en geringe bezuiniging. Onder de thans bestaande
verdeeling van arbeid komen de zaken beter tot baar
recht. Zij betwijfelt, of samensmelting van de departe
menten van marine en oorlog belangrijke besparing zou
geven Afdoende vermindering van uitgaven, door terug
koming op organieke wetten, waarbij groote en kost
bare werken voorgeschreven zijn, wordt alleen bereikbaar
ten koste van gewichtige algemeene of plaatselijke be
langen. Tegen nieuwe uitbreiding der staatsbemoeiing
zal zij zooveel mogelijk waken. Het middel, om door
verkoop van indische en nederlandsche staatsspoorwe
gen tot verbetering van den toestand der geldmiddelen
te geraken acht zij zonder bekendheid met de voor
waarden moeilijk voor beslissing vatbaar daargelaten
de staatkundige zijde van het vraagstuk.
Den 23 ving de beraadslaging over de staats
begrooting aan. De heer van Royen verklaart tegen
alle hoofdstukken van uitgaven te zullen stemmen
daar de begrooting sluit met een tekort, aan te vullen
door het scheppen van vlottende schuld en geene uit
gaven kunnen worden toegestaan, zoolang geene nieuwe
middelen van inkomst zijn aangewezen. Bij de onze
kerheid of de 2e Kamer versterking der middelen
zal toestaan zou de le. Kamer posten goedkeuren
zonder zekerheid te hebben, of zij betaald kunnen wor
den. Zoo de le. van de 2e. Kamer de onmisbare ver
sterking der middelen niet kan verkrijgen, blijft slechts
verwerping der staatsbegrooting over. De heer Fran-
Ben van de Putte keurt het optreden dezer regeering
tigt en gij dan zulk eene aanklacht jegens een bloed
verwant zult hebben gedaan zonder vooraf bij dezen
zalf te hebben onderzocht of hij schuldig is."
Kneist zag den minister verblufd aan. Indien deze niet
bijna met sombere ernst had gesproken, zou hij gemeend
hebben dat Hochfelden schertste. In alle ministeriëele
kanselarijen heerschte de grootste ontsteltenis over het
verraadde geneele ambtenaarswereld ging gebukt on
der het feit, dat de schuldige nog niet gevonden werd
en dus de verdenking op allen rusttede minister
president zag zijne positie aan het wankeleu gebracht
de geheele politie was in de weer en Hochfelden had
op het aanbod van baron Kneistom den sluier van
het geheim op te heffengeen ander antwoord dan dit,
dat bijna als eene berisping klonk
„Excellentie antwoordde Kneist, „afgezien daarvan,
dat ik het mij niet tot eene eer reken met iemand
verwant te zijn, die uw staatkundige tegenstander is,
en den door zijn zoon onteerdon naam geheel met
schande bedektken ik geen banden des bloeds
wanneer ik mijn plicht jegens den staat moet vervullen."
„Dat klinkt zeer fraai, maar de staatsambtenaar heeft
nooit de plichtom voor spion te spelen."
„Excellentie
„Gij hebt gespionneerd. Ik oordeel slechts naar
hetgeen gij zelf gezegd hebten daaruit blijkt, dat gij
den wensch koesterdetiets ongunstigs van den geheim
raad en diens zoon te hoorendat gij mevrouw von
Stolpen en juffrouw Flitzer hebt uitgehoord dat gij
de persoonlijke zaak die tot de ziekte van den jongen
Stolpen heeft aanleiding gegeven met het onderzoek
van den verrader in verband brengt. Gij grondt uwe
aanklacht op mededeelingen van twee dames, van wie
de eene de echtgenoote van den door u beschuldigde
isvan wie ik echter niet kan gelooven dat zij met
opzet iets ongunstigs van haar echtgenoot zal zeggen
de andere kan bezwaarlijk desbewusthaar vader ge
compromitteerd hebben gij maakt misbruik naar het
schijnt van een u geschonken vertrouwenen uwe
getuigen zullen waarschijnlijk niet voor het gerecht
hunne mededeelingen herhalen."
De woorden des ministers waren niet slechts zoo
harddat Kneist van schaamte bloosde maar zij over
tuigden hem ook dat de koele opvattiDg van Hoch
felden de juiste was mevrouw Stolpen en juffrouw
Flitzer waren geen getuigenop wier gezag men eene
beschuldiging zon kunnen inbrengen. Deze erkentenis
prikkelde den jongen man echter juist tot tegenspraak, hij
gevoelde dat hij zijn eigen eer niet beter verdedigen
kondan door het bewijs te leverendat hij zich niet
bedrogen bad.
„Het is verre van mij antwoordde hij „van een
mij geschonken vertrouwen misbruik te maken daar
tegen zou mijn eergevoel in opstand komen. Onvoorzich
tige uitlatingen der beide dames hebben bij mij, zonder
dat ik spionneerde eene verdenking opgewektwelke
af, dat hij nooit gerechtvaardigd heeft geacht. Zij kon
op geen steun rekenen. Alleen verklaarde zij zich met
de le Kamer eensdenkend over bezuiniging en verster
king der middelen. Wat de bezuiniging betreft, blijkt er
uit de regeeringsdaden dat het haar daarmede geen
ernst is geweest en wat de versterking der middelen
aangaat de eenig mogelijke tijd, om belastingplannen
gereed te krijgen, heeft zij laten voorbijgaan. Krachtig
beleid had zij kunnen toonen door dadelijk de intrek
king van art. 45 der onderwijswet voor te stellen. Voor
standers der openbare school zouden baar daarin zelfs
gesteund hebben. Kan hij vooralsnog het aangegeven
middelafstemming der begrooting, niet aanbevelen
zelfs niet die van fiuanciën omdat de minister van
binnenl. zaken eigenlijk de verantwoordelijke man voor
de financiëele staatkunde is, hij is voor elk bedaard
en goed overlegd middeldat van deze Kamer uitgaat,
om tot herstel der geldmiddelen te dwingen. Verder
had hij gewenschtdat de benoeming van den gouver
neur-generaal 8 dagen uitgesteld was, tot na het uiteen
gaan der Kamer, al juicht hij haar zelve ook toe als een
ware triumf voor de liberale koloniale staatkunde, waar
van de benoemde de getrouwe, bekwame en standvas
tige verdediger was. Minister Heemskerk gedurende
20 jaren de besliste bestrijder dier staatkunde, zoo in
als buiten de Kamer, verklaart zich homogeen eerst
met den minister Bloemen Waanders en nu met den
tegenstander van Rees. Dit is beginselloosheid. Hij
vraagthoe heeft men een gouverneur generaal kunnen
benoemen zonder afdoend overleg in do eerste plaats
met den minister van koloniën en welke was de naaste
aanleiding tot het ontslag van den heer 's Jacob?
De heer de Sitter stemt in bezinsel in met den heer
van Royen, doch zal niet tegen alle hoofdstukken stemmen.
De heer Visser van Hazerswoudo die meer gelet wil
hebben op zuinig beheer dan op besnoeiing van uit
gaven is zeer tevreden met een eindcijfer, niet hooger
dan het tegenwoordige, 's Rijks middelen moeten echter
versterkt norden de regeeringsplannen zijn eene prach
tige verzamelingwaaruit hij gaarne eene keus zou
willen doen. Hij is tegen verbooging van inkomende
rechten, vóór de klasenbelasting beter genaamd in
komstenbelasting, ook omdat de patentbelasting daarin
opgaat en rekening gehouden wordt met de reeds be
taalde grondlasten.
De heer van Akerlaken, zich verheugende over de aan
gebrachte bezuinigingen en voorstander van een eenvoudig
en zuinig beheer, waarschuwt vooral tegen suppletoire be
grootingen. Tegenover elke uitgaaf moet steeds eene be
hoorlijke aanwijzing van middelen staan. Hij is bepaald
tegenstander vaD het stelsel van vlottende schuld. Veran
dering van het belastingstelsel en versterking der middeleu
blijft noodigal wordt vooral op het personeel der
landsambtenaren zooveel mogelijk bezuinigd. Hij hoopt,
dat de noodige eenstemmigheid gevonden moge worden,
om die maatregelen tot stand te brengen en dat par
tijzucht en staatkundige verdeeldheid daaraan vreemd
mogen blijven. In de benoeming van den gouverneur-
generaal ziet hij het bewijs dat de regeering zich stelt
boven de partijen.
De heer van Limburg Stirum zal tegen enkele hoofd
stukken stemmen nu deze regeering opgetreden on-
ik het voor plicht hield, aan uwe Excellentie medete-
deelen ik kon wel is waar niet vermoedendat
mijn dienstijver mishagen zou
„Ik zal mijnheer von Kneistviel hem de minister
in de rede „van uwe mededeeling nota nemen daar
gij mij herhaaltdat gij daaraan een ambtelijk karakter
wilt gegeven zienik had het rechtu mijne beden
kingen bloot te leggen, daar het mij twijfelachtig scheen,
of gij in ernst eene mededeeling ambtelijk zoudt willen
noemenwelke gij in bet boudoir eener dame hebt
opgedaan."
Kneist voelde zich nogmaals geslagenhij kleurde
verlegen maar hij kon er niet toe komen om nu nog
zijne aanklacht in te trekkenal scheen het ook dat
de zaak Hochfelden zeer onwelkom was. Heiena's
blik had hem echter verraden dat hij een harer har-
tewensehen had vervuld.
„Ik za! het onderzoek doen instellen ging de mi
nister voorttoen Kneist tegen zijne verwachting zich
niet bedacht, „ik moet u echter gelasten, over de zaak
het stilzwijgen te bewaren het onderzoek kan slechts
succes hebben, wanneer de aangeklaagden niets ver
moeden. Vinden zij gelegenheid zich voortebereiden
dan ben ik overtuigd dat de zaak dan zeer zeker met
eene aanklacht wegens laster tegen u eindigen zal."
Baron Kneist kon na deze woorden heengaan. Hij
bedroog zich niettoen hij tot zijne verrassing had op
gemerkt dat Hochfelden zeer ongaarne zijne mede
deeling als ambtelijk had willen opnemen maar wat
hem raadselachtig scheen, lag voor de hand.
Graaf Hochfelden had de zedelijke overtuiging dat
geen ander dan Stolpen het verraad had gepleegd, maar
hij was er ook zeBer van dat Stolpen voldoende voor
zichtigheid in acht genomen had om voor ontdekking
gevrijwaard te zijn. Hetgeen tegen Stolpen ondernomen
werddat zou men hem Hochfelden, ten laste leggen,
en kon Stolpen's schuld niet bewezen wordendan
wierp de geheimraad den minister zeker voor de voeten,
dat hij dit lage wapen gesmeed hadom een reeds
overwonnen tegenstander te vernietigen. De omstan
digheid dat Kneist zijne aanklacht aan de dames had
medegedeeld maakte de zaak voor Hochfelden slechts
te moeilijker, de minister wistdat zijne vrouw en
dochter, ondanks allen verbodde zaak toeh niet ge
heim zouden houden.
Voor de regeering was het intusschen volkomen on
verschillig geworden of de verrader al of niet ontdekt
werdhet was alleen nog maar de vraagom een
ambtenaar, die zijne plicht verzaakt had, uit de dienst
te verwijderener was geen twijfel meer aan of het
kabinet van kende het verdrag geheel en al.
Maar ook dat had zijne bekentenis verloren. In tijden,
die op staatkundig gebied minder bewogen waren ge
weest hadden uit deze intrigue voor het ministerie
groote moeielijkheden kunnen ontstaan, nu echter was
Hochfelden in staat een schitterend bewijs te leveren,
der de leus van bezuiniging zich daaraan niet gehou
den heelt.
De heer van Swinderen zet uiteendat het met een
goed financieel beheer strijdt, tot dekking van het tekort
op de gewone uitgaven van één jaar eene nieuwe be
lasting in te voerenook met het oog op de kosten
en bezwarenaan de invoering van iedere belasting
eigenaardig verbonden.
Da heer van Naamen meent, dat de heer Heemskerk
minister van financiën had moeten zijn in dit ministerie,
waarvan de hoofdtaak is herstel van den financiëelen toe
stand. Hij keurt af het beginsel van leeningen tot grootere
bedragen dan strikt noodig is en wil geene bestaande
belastingen afschaffen, voordat nieuwe aangenomen zijn.
Voor de spoorwegen zou zonder nadeel voor de toe
komst geleend kunnen worden. Hij is voor eene klas
sen belasting, met behoud van andere directe belastin
gen. Hij wenscht geene accijnsen in te voerenin
plaats van accijnsen die afgeschaft worden.
De heer van Lijnden van Sandenburg dringt aan op
de indiening, zoo spoedig mogelijk, van een definitief
plan tot belastingregeling, om de behandeling der
tijdelijke noodwetten te voorkomen daar het hoog tijd
wordt in het tekort te voorzien.
De minister van binnenl. zaken ziet geen heil in
afstemming der staatsbegrooting. Dit middel kan in
ieder geval niet leiden tot bezuiniging waar de nood
zakelijkheid der uitgaven blijft bestaan. Niemand meer
dan de regeering betreurt de hooge som der vlottende
schuld maar de wetten geven vrijheid van dit middel
gebruik te maken. Daardoor is zij echter niet ont
slagen van het opzoeken van andere bronnen van
inkomst. Dese re eering is eerst opgetreden
toen de liberalen bleken onmachtig te zijn een minis
terie samen te stellen. Wel overwoog zij, of zij steun
zou vinden maar zekerheid daaromtrent is in ons land
nooit te krijgen. Men moest het er op wagenwant
er moest eene regeeriüg zijn. De regeering stond bij
haar optreden niet voor eene bezuingingskoorts, al is
zij vast voornemens den weg van bezuiniging op te
gaan. Nieuwe belastingeu zijn hier niet, zooals in Bel
gië met den franschen slag intevoeren. Hij geeft niet
toedat niet spoedig genoeg voorstellen tot tijdelijke
versterking der middelen ingediend zijn. De aanvanke
lijk voorgestelde verandering in bet belastingstelsel i«
niet als noodwet voorgesteldmaar als een eerste
schrede op een nieuwen weg. Hij heeft zich verwon
derd over den tegenstand tegen het voorstel op het
personeeldat werkelijk in het belang der gemeenten
was. Afschaffing van het ministerie van waterstaat zou
slechts aanleiding geven tot een onbeduidende bezuini
ging terwijl hij ook geen voorstander is van een
groot aantal schraal bezoldigde ambtenaren. Het
ontslag van den heer 's Jacob is verleend op zijn
geheel vrijwillig gedaan verzoek, niet om gezonds-
heidsredenendoch na gedachten wisseling met de
regeering. De regeering vond in de Billitonzaak
geen voldoende reden, om bij hem tot ontslag nemen aan
te dringen. Omtrent de benoeming van den heer van
Rees heeft telegrafisch overleg plaats gehad met den
nieuwen minister van koloniën. Het landsbelang
vorderde de benoeming van een krachtig en voortvarend
dat het slechts te doen was geweest om een schijn
verdrag, tot afwending van mogelijke gebeurtenissen
die op geen enkel punt de regeering van be
troffen hij verklaarde dat zijn souverein het zwaard
zou trekken voor dezelfde zaakdie het kabinet van
tot de zijne maakte.
De geheimraad von Stolpen had zich zeer verrekend,
toen hij op den val van Hochfelden had gehoopt, ook
de partij van Stolpen verklaarde met de staatkunde
van graaf Hochfelden intestemmenHochfelden had
met een beslissenden zet zijn tegenstander ontwapend
en zich van de sympathie van het land verzekerd.
Gaasch Duitschland werd in de Junidagen van het
jaar 1866 met bliksemsnelheid in een oorlogstooneel
veranderd. De gebeurtenissen op staatkundig gebied
wisselden elkander met snelheid af. Vandaag geloofde
Stolpen nog dat het ministerie Hochfelden zich geen
dag langer staande zou kunnen houden weinige uren
later toen hij van Scbönweide naar de residentie terug
keerde hoorde hijdat het volk den vorst eene ovatie
brachtomdat de regeering eene democratische staat
kunde volgde.
Stolpen had Schönweide eerst verlatennadat de
uit de residentie geroepen docter Kurt had onderzocht
en de hoop uitgesproken dat de krachtige natuur van
den zieke zegevieren zon, ofschoon de behandeling, die
hem ten deel was gevallen misdadig kon genoemd
worden. De geneesheer had tot voorwaarde gesteld
dat iedere mogelijke wensch van den zieke moest
vervuld wordendaar het volstrekt noodzakelijk was
kalmeerend op diens stemming te werken. Met be
zwaard hart had Stolpen Kleber moeten verklaren, dat
hij goedvond dat Laura Holm Kurt verpleegde, wan
neer laatstgenoemde het verlangde. De geheimraad
voelde, dat men hem hoofdzakelijk voor Kurts toestand
verantwoordelijk stelde. Hij kon niet verwachten
dat zijne handelwijze geheim bleef. Hij werd bij zijn
terugkomst in de residentie overtuigd, dat hij geen
uitzicht meer hadom beschermd door eene hooge
positie vijandelijken aanvallen het hoofd te kunnen
bieden hij zag zich aan den rand van een afgrond
het laatstewat hem nog staande had doen blijven
de uiterlijke eer kon nu een ieder die vernam hoe
hij zijn zoon behandeld hadbekladden. Hij was de
wanhoop nabij toen hem de raad Kölier werd aange
diend, die hem over ambtszaken verlangde te spreken.
Kölier was de rechterhand van Hochfelden. Wat
kon de man in dienstzaken van hem verlangenhy
had toch zijn ontslag en had de kanselarij en de acten
reeds aan zijn opvolger overgegeven
Het vermoeden, dat hem niets goeds boven het
hoofd hing deed den trotschen man sidderen maar
Hochfelden zond hem dien bode hij haatte niemand
bitterder dan den minister, en hij verzamelde al zijne
krachtenom een mogeljjken aanval zoo trotsch en
snijdend mogelijk afteslaan. IPtordt vervolgd.