No. 12 Zes en tachtigste Jaargang. 1884. ZONDAG FEUILLETON. 4?) Een staatsgeheim. 27 J A N U A K I. EERSTE BLAD. Prijs der gewone Advertentiën Dit nummer bestaat uit twee bladen. (Officieel ©cbcelte. OUDE CENTEN kunnen tot en met 31 Januari 1884 den arr. betaalmeester of den ontvanger van 's rijks directe be lastingen ingewisseld worden. Een ieder wachte zich voor schade! HONDENBELASTING. Met 1 Februari 1884 worden de honden, niet van den penning voor 1884 voorzien, die op den openbaren weg aangetroffen wordenovereenkomstig de verordening ter beschikking der politie gesteld. BuitcuUtib. SinnenlAnb. UMIVAKSUIt: COURANT. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 8 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1, De 3 nummers O 06. Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HBRMs. COS- TER ZOON. BELGIE. De Chronique behelst een uitvoerig ar tikel over de borgstelliug voor de concessie tot den aanleg van een spoorweg tusschen Rotterdam en Mun ster, waarin de meening uitgesproken wordtdat het in den grond eerlijke Nederland die borgstelling niet sal inhouden. Voorts wordt gezegd, dat het voor Ne derland van het grootste belang is den goeden roep zijner eerlijkheid ongedeerd te houden en dat overigens de diplomatie zich met de zaak bezighoudt en wel zal zorg dragendat er geene verbittering bij in het spel kome. DUITSCHLAND. De Keizer is licht verkouden en hoewel volgens de laatst9 berichten zijne verkoudheid veel verminderd is zoo is toch het opera-bal tot den 5 Eebruari uitgesteld. ENGELAND. De storm richtte op verschillende plaatsen zware schade aan. Te Brevy werden o.a. 3 personen gedood en 6 gekwetst door het vallen van een stoomschoorsteen door het vak eener labriek. FRANKRIJK. Van de II leden der commissie, die belast zijn met het onderzoek van het wetsvoorstel Laisant tot kostelooze teruggave san alle in de bank van leening te Parijs beneden 10 beleende panden zijn 6 tegen dat voorstel. Vier leden opperen ernstige bedenkingen en één wil niet, dat Parijs alleen zoo be voordeeld wordt. Werd deze maatregel op geheel Frank rijk toegepastdan zouden f 25,000,000 noodig zijn. Kamer. Met 270 tegen 186 stemmen is uitge maakt dat er geen aanleiding bestaat tot het verlee- nen van machtiging om tegen het lid Talandier be schuldigd van aanhitsing tot moord in een dagblad eene rechtsvervolging intestelien. Den 24 vroeg de heer Baudry d'Asson een krediet van f 10,000,000 aan ten behoeve van de werklieden die zonder werk zijn. Dadelijke behandeling van dat voorstel werd verworpen. Senaat. Den 24 werd het door de regeering voor gestelde cijfer van het krediet voor het schoolfonds met 177 tegen 34 stemmen aangenomen. OOSTENRIJK-HONGARIJE. De bankier Eisert te Weenen is aan de gevolgen van den op hem ge- pleegden moordaanslag overleden. De toestand van zijn andere kiüd is ook hopeloos. In den ochtend van den 25 is te Floridsdorfin de nabijheid van Weenen een agent van politie op de openbare straat door een revolverschot van 't leven beroofd. De moordenaarnaar het schijnt een hands werkman is terstond gevat. Bij onderzoek bleek, dat hij nog een dynamiet-granaateen revolver en een vergiftigden dolk bij zich droeg. Hij weigerde inlich tingen te verstrekken. SPANJE. Het ontslag van den heer Camacho als gouverneur der bank en dat van den heer Fewaties als directeur-generaal voor de openbare schuld is aan genomen. De minister van marine heeft aan de bevelhebbers in do zee-departementen een schrijven gerichtwaarin hun wordt aanbevolenhet materieel der marine te verbeteren overeenkomstig den vooruitgang der heden- daagsche wetenschappenopdat de jnarine hare taak de verdediging van Spanje's belangen en onafhan kelijkheid kunne vervullen. EGYPTE. Generaal Gordon kwam den 24 des avonds te Cairo aan en had een onderhoud met den heer Baring. De ministerraad besloot een schrijven te richten aan de mogendheden die aan de samenstelling der inter nationale rechtbanken deel namen, waarbij haar voor gesteld wordtde commissie tot regeling der proces orde weder te doen bijeen kernen. VEREENIGDE STATEN. De Senaat heeft aan de commissie voor de buitenlandsche zaken opgedragen wettelijke maatregelen voor te bereiden ter bescherming der amerikaansche belangen tegenover die landen welke den invoer van amerikaanseh vleesch verbieden of beperken. CHINA. In de richting van Bac-NiDh werd eene sterke verkenning gedaan. De vijand werd ontmoet die vuurde zonder nadeel te veroorzaken. Men rekende op sterken tegenstand. STATEN-GENERAAL. Eerste Kamer. Den 24 werden de algemeene beschouwingen over de staatsbegrooting voortgezet. De heer Pijls vreestdat men weldra voor eene 3e leening zal staan als men voortgaat de uitgaven op te stapelenzonder de inkomsten te vermeerderen, Er moet dus een andere weg gevolgd worden en daar hij van bezuiniging niet veel verwacht, wenscht hij de hef fing eener belasting op sommige artikelen, en wel op diewelke belast kunnen worden zonder nadeel voor den handel. Zoo heeft de regeering reeds een zeer laag recht op granen voorgesteld en wil zij de tabak en koffie met een niet te hoog recht belasten. Het vrijhandelstelsel heeft ongetwijfeld zijne goede zijde doch onbeperkt toegepastgaat het evenwel mank. Daardoor bevinden z ch vele provinciën in een moeielij- ken toestand. Op die bezwaren vestigt hij de aandacht. Verbetering is dringend noodig en de regeering moet daaraan de hand slaan al draagt zij van een en ander niet de schuld. Door de belasting-hervorming tot stand te brengenzal zij een gewichtigen arbeid verricht hebben. De heer de Bruyn, opkomende tegen de door den heer v. d. Putte gemaakte splitsing van het land in 2 kerkelijke partijen en kalme afdoening van zaken meer in bet welbegrepen belang des lands achtende, beschouwt het finaneiëele vraagstuk wel ais de hoo'fdzaak, maar acht het tijdstip ter behandeling daarvan ongeschikt. Het bespreken van nog met voorgestelde belastingen is nutteloos. Enkele opmerkingen wil hij maken ten aanzien van de gevolgen van het gehuldigde vrijhandelstelsel. Door de afschaffing der differentiëele rechten met slechts ééne stem meer derheid is onze handel zeer benadeelddie in suiker zelfs naar Engeland verplaatst. Afschaffiog der gemeen telijke accijnsen is eene ware weldaad geweest. Accijn- sen door bet rijk te hellen zijn echter licht te dragen, bijv. op koffie en tabak (een weelde-artikel), De tegen die heffing aangevoerde bezwaren weerlegt bij. De heer Blijdenstein komt op tegen terugkeer tot de heffing van beschermende rechten vooral op land bouw voortbrengselen De heer Stork verwerpt de meening, alsof de nijver heid in Overijssel op staatsbemoeiing gesteld zou zijn. Zij kan de bescherming missen. Hij toont door feiten aan, dat in Drenthe en Noord'orabantmet name te Tilburg de nijverheid niet kwijnt blijkens de vele uren, zelfs door kinderen aan den fabrieksarbeid besteed. Verder beveelt hij der regeering aan, meer gebruik te maken van bijzondere bouwmeesters bij deu aanleg van openbare werken omdat zij goedkooper werken. De minister van binnenl. zaken kan niet begrijpen hoe men begrootingen kan afstemmen om bezwaren tegen nog niet eens ingediende voorstellen en hoe men verbruiks-belastingen in verband kan brengen met het „Ik heb met de staatsdienst niets meer te maken," zeide hij tot den raad, reeds bij het binnenkomen. „Ik neem geen aanbiedingen aan die van minister Hoch- felden komenen beantwoord geen vragen." „Ieder staatsambtenaarmijnheer de geheimraad," antwourdde Köller, „is verplicht, ook wanneer hij bui ten dienst isinlichtingen over vroegere ambtelijke daden te geven, zelfs staat hij nog aan ,een disciplinair onderzoek bloot, wanneer dat noodig mocht blijken. Zijne Excellentie wil alles aanwenden om dit tegen over een oudgediend ambtenaar te vermijden, ofschoon tegen u eene aanklacht is ingebrachtdaarom laat Zijne Excellentie u verzoekenmij eenige vragen te beantwoorden en hij hooptde tegen u ingebrachte beschuldigingen te kunnen ontzenuwen." Stolpen greep met de hand naar de leuning van een stoelom zich staande te houden het duizelde hem voor de oogen zijn boos geweten zag een vreeselijk spooksel opkomen was zijn verraad ontdekt Maar neendat was niet mogelijk. Zelfs wanneer Flitzer de aanklager was, dan kon hij zijne schuld ontkennen Flitzer had geen getuigen, het woord eens edelmans stond tegenover dat van iemand wiens ge boorte in het duister lag. „Gij ziet mij sidderen zeide hij met bevende stem, „maar de schande van zulk eene bedreiging is het nietdio mij schoktmaar mijn zoon ligt in groot ge vaar op het ziekbed anders zou de verachting waarmede ik de veronderstelling van den minister be antwoorden zou, kalmer koeler zijn. Zeg Zijne Excel lentie dat ik hem verzoek, die fraaie woorden natela- ten de minister zou, wanneer hij een onderzoek tegen mij kon instellen, het ongetwijfeld doen," „Gij verkeert in eene groote dwaling, mijnheer de geheimraad. De minister neemt zelfs eene zware ver antwoordelijkheid op zichwanneer hij den nu door hem voorgestelden weg inslaatmaar hij waagt het omdat hij van uwe onschuld overtuigd is." „Mijnbeer Köllerik beoordeel het karakter van mijnheer den minister anders. In ieder geval is het steeds mijn beginsel geweestom afwijkingen van den wettelijk voorgeschreven vorm niet te dulden. Ik wil slechts ambtelijke met Zijne Excellentie te doen hebben." „Dan dwingt gij mij mijnheer de geheimraad met eene ambtelijke verklaring te beginnen en u mede te deelen dat een staatsambtenaar de aanklacht tegen u heeft ingebracht, dat gij het verdrag met de regeering van door bemiddeling van den expediteur Flit zer en den secretaris Holm aan het kabinet van verraden hebt en dat men zelfs spreekt van eene be taling van dat verraad. Gij vergeeft mij mijnbeer de geheimraad maar gij verlangdet, dat ik zou handelen, zonder u te ontzien." Het gelaat van Stolpen had eene aschgrauwe kleur gekregen. Hij scheen als het ware verdoofdzijne borst ging heftig op en neervoordat hij zich zoover hersteld had, dat hij antwoord kon geven. „Het is zeer lief van Zijne Excellentie," zeide bij met honenden spot„dat zij mij verklaren lietdat zij mij voor onschuldig hield. Toch durft men mij zoo iets in bet gezicht zeggen. En dat waarschijnlijk op eene anonieme aanklacht of den laster van een ellende ling „Uw aanklager is baron v. Kneist. Op eene anonieme aanklacht had de minister geen acht geslagen." Stolpen wist niet wat hij zeggen zou. Er viel aan de woorden van Köller niet te twijfelen en toch scheen het volkomen ongelooflijk dat een zijner bloedverwan ten, met wien hij geen twist had gehad, die als vriend altijd in zijn huis had verkeerd hem met zulke vree- selijke wapenen aanviel. Het scheen volkomen onbe grijpelijk hoe Kneist ergens een punt van uitgang kon gevonden hebben om zulk eene aanklacht te kunnen doen. „Is weet nietof ik droomstotterde hij„of dat ik niet goed hoor. Baron Kneist zou die beschul diging tegen mij hebben ingebracht mijn neefP" „De minister is evenzeer verrastals verontwaar digd. Hij droeg mij daarom op u te verzoeken mij eenige vragen te beantwoorden." „Niets daarvan," riep Stolpen in hartstochtelijke op gewondenheid „ik geef geen inlichting, geen antwoord, het allerminst op vragen die een vijand mij doet. Die voldoening zal ik mijnheer graaf Hochfelden niet geven, om als rechter over mij te zitten en zich misschien er nog op te beroemen dat hij mij de schande van een onderzoek bespaard heeft. Moet ik misschien zijn nieuwsgierigheid bevredigen en hem mijne particuliere kas voortellen Of is de geheele geschiedenis er slechts op aangelegd om Holm, in wien hij zeer veel belang Bchijnt te stellen, te bevrijden van het tegen dezen in gesteld disciplinair onderzoek Er lag uitdagende spot in die honende woorden maar de heftigheid, waarmede Stolpen telkens opnieuw tegen den minister uitviel, beweesdat hij niet ver langde beter ingelicht te worden. „Gij schijnt op mijne verzekeringen geen acht te willen slaan mijnheer de geheimraadantwoordde Köller met eene beslistheid, die Stolpen deed gevoelen, dat gene het onderhoud wilde afbreken, „gij komt tel kens weder terug op veronderstellingen welke ik da delijk weerlegd heb. Ik gaf u de uitdrukkelijke ver klaring, dat Zijne Excellentie zich wenscht in staat te zien gesteld aan de officiëele aanklacht van mijnheer v. Kneist geen verder gevolg te geven en geen onder zoek te moeten gelasten, er is hier dus niets afgespro ken zooals gij gelieft aantenemen. Wanneer gij een onderzoek verlangt, wanneer gij Zijne Excellentie daartoe dwingtdan zal het geschieden mijnheer de ge heimraad Mijnheer Köller maakte aanstalten om zich te vftr-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1884 | | pagina 1