SÏAATS LOTERIJ.
No. 4280, 5420, 6476 f 1000, No 1422, 10468,
10545 f 400 No. 1114 2591 2527 4983 5443
1434418735 f 200, No. 331690, 894, 3109, 6702,
11439 17082 19484 100.
Donderdag, 31 Feb., lie lfjst.
No. 4015 10219 1183111843 ƒ1000. No. 9987,
20457 400. No. 1144445410682 f 200. No.
1178 1473 2455 3725 4746 5447 5517 7739
10183, 13965, 15648 17004 18243 18294 100.
Qttleqvhfischt Berichten.
&iabff~Bevicftten.
ittarkt- cn Beursberichten.
kers aan de Tweede Kamer, om verhooging der in
voerrechten op gemaakte kleeren is voorzien van 1103
handteekeningen opgezonden.
Een door de vereeniging „Helders Mannenkoor
ten voordeele van de algemeene armen te Helder ge
geven concert bracht zuiver 434,12% op.
Te Utrecht isbehalve de studentenzaak nog
een andere zaak aanhangig, die niet minder de aan
dacht trekt. Twee heeren speelden gedurende ruim 2
uren met elkander op eene sociëteit kaart: bij het
opmaken der rekening ontstond verschil van gevoelen.
De een beweerde 15003 te hebben gewonnende
ander, dat hij, die zulks beweerde 4800 verloren had.
Men kon het niet eens worden en benoemde een raad
van eer van 7 ledenwelke raad ook niet tot een-
i stemmigheid kon komen. Een lid verliet dien raad
omdat hij zijne medeleden van partijdigheidechter te
goeder trouwmeende te moeten verdenken. Nu de
raad van eer eene uitspraak heeft gegeven geheel in
strijd met de overtuiging van dat uitgetreden lid, heeft
dat lid in een gedrukt stuk zijn gevoelen nader toe
gelicht ter ontzenuwing van het thans reeds door het
publiek gevelde oordeel. Volgens sommige berichten
behoorden 3 leden der rechtbank tot dien raad van eer.
Het geven van warm voedsel aan meer dan dui-
zend arme kinderen te Groningendat gedurende 5
weken plaats had is door de commissie gestaakt moe
ten worden, daar de beschikbare fondsen de voortzetting
niet langer gedoogden.
In het zesde nummer der staatkundige brieven be
spreekt de heer mr. S. van Houten de wijze hoe de
2e Kamer bij de behandeling der staatabegrooting het
snoeimes gehanteerd heeft en hoe de regeering zich
daarbij gedroeg. Hij raadt echter zijne lezers, op grond
der inderdaad ministeriëele houding der Kamerdie
tot eigenlijke opoositie tegen de regeering niet te be-
wegen was, aan, de zuinigheid der Kamer te wantrou
wen en zich tijdig te wapenen tegen het sophisme, dat
I vermeerdering van belastingen noodig isvermits het
aan de Kamerondanks al hare inspanning niet ge
lukt is de staatabegrooting voor 1884 te doen sluiten.
De regeering en enkele liberalen bereiden die vermeer-
I 'dering voorde financiëele nood wordt overdreven
en hoort men de kamerleden-colporteurs van het voor-
stel van Delden c. s., dan schijnt hetalsof de toevoe
ging eener inkomstenbelasting aan de reeds bestaande
belastingen een waar genot voor het belastingschuldige
volk zal zijn. Ook na de begrooting wil hij gaarne
slechte heffingen vervangen door eene directe rijksbe
lasting welke naar uiterlijk zichtbare grondslagen de in
gezetenen volgens hun draagvermogen tracht te treffen den
druk der belastingen verplaatsen en zooveel doenlijk op-
ruimen, wat nog aan de ontwikkeling van handel en
nijverheid in den weg staat. Maar in vermeerdering der
belastingen stemt hij niet toe als niet overtuigd dat
de staat zuinig en- verstanüig bestuurd wordt en er meer
bepaald op Java, vele krachten van den bodem en de
bevolking braak gelegd worden door een verkeerd agra
risch stelsel, Bij verstandig en zuinig beheer zou in zeer
korten tijd het door de nadeelige uitkomsten van het
oost indisch bestuur verbroken evenwicht van inkomsten
en uitgaven hersteld zijn. Hoewel by zich aanvanke
lijk gevleid had dat de regeering door de benoeming
van den heer van Bees tot gouverneur-generaal in het
indisch beheer den goeden weg ingeslagen hadzoo
doen de door den minister Heemskerk in de le Kamer
afgelegde verklaringen hem vreezen dat de heer van
Rees het kwaad niet in zijn oorsprong aantasten
en den grond voor eene betere toekomst niet leggen
zal. Hy°hooptdat hij zich bedriegtmaar vindt alle
reden tot bezorgdheid en ter rechtvaardiging dier be
zorgdheid en ter richtige waardeering van 's ministers
verklaring geeft hij een kort overzicht van het koloniaal
vraagstuk, aan het eind waarvan hij zegt: „de natie zal
het voelen als men ook Indië laat besturen door den
heer Heemskerk en het in hem, naar mijne overtuiging,
reeds zoo misplaatst vertrouwen ten aanzien onzer eigene
staatkundige aangelegenheden nu ook nog tot de zui-
V ver economische indische vraagstukken gaat uitbreiden;
als men toelaat, dat de banden, waardoor Heemskerk aan
de Indische oudgasten gebonden is, tot strikken worden
gespannen, waarmede mannen als van Bees en Spren-
ger van Eijk gevangen en machteloos gemaakt worden."
Verder wijst hij op de voortdurende toenadering tus-
schen do afvallige liberalen van 1879 en het ministerie-
Heemskerk. Eerst neemt de heer Cremers het lid
maatschap van Heemskerk's grondwets-commissie aan
vervolgens de heer van Bees op Heemskerk's voorwaar
den de betrekking van Gouv.-Gen. De Arnh. Ct. schrijft
in December hoofdartikelenwaarvan de hoofdinhoud
hierop neerkomt: Weg met Tak, leve Heemskerk!
Heemskerk komt zijnerzijds Gleichman c- s. tegemoet
door aankondiging eener klassenbelasting.
Alles duidt op eene verzoening tusschen de liberale
conservatieven onder Heemskerk's leiding met de con
servatieve liberalendie in 1879 voor grondwets-her-
ziening terugschrikten en die nu hopendat Heems
kerks grond wets-herziening wel het minst zal toegeven
aan de democratische beginselenwaarmede de opge
wekte volksgeest zich wel tevreden zal willen laten stellen.
In dit verband is het ook opmerkelijkdat de heer
Gleichman bij de algemeene beraadslagingen duidelijk
te kennen gaf, geen eigen staatkundig program te
hebben en van eene zelfstandige staatkundige rol af
te zien.
Het naaste gevolg van het overwicht dezer vereeni
ging zal wezen dat de natie in nieuwe belastingen de
nadeelige uitkomsten van het beurtelings door gema
tigde liberalen en gematigde conservatieven gevoerd
beheer op hare schouders neemt en de voortzetting van
dat beheer door de nu gecombineerde zoogenaamde
gematigden van alle partijen mogelijk maakt. En de
verwijderde gevolgen kunnen niet anders zijn dan eene
toenemende ontevredenheid in het land vooral onder
de niet-kiezers en voorts het bereiden van den bodem
voor de denkbeelden van hen, die meenen, dat bij onze
grondwettige instellingen geleidelijke hervorming onmo
gelijk iszoodat de eenige weg tot beterschap zou
moeten loopen over de puinhoopen van het bestaande.
De heer Gleichman tracht zijne toenadering tot de
regeering te rechtvaardigen uit eene staatkundig-
zedelijke leer, welke naar des schrijvers meening hoogst
bedenkelijk is en waaraan hij dan ook nog een kort
woord wijdtomdat hij zich niet kan vereenigen met
de onverschilligheid, die in zijne gehouden verzoenings
rede omtrent grondwettelijke beginselen doorstraalt en
inderdaad geen touw kan vastmaken aan den raad, om
het belang des lands meer te laten wegen dan persoon
lijke inzichten. Daarmede wordt toch scheiding van
het onafscheidelijke geëischt.
Ten slotte zegt hij datmoet bij voorbeeld Heems
kerk's staatkunde zegevieren wil het land zich door
hem laten leiden laat dan de kiezers spreken en
zoo er die te vinden zijn mannen zenden die hem
vertrouwen. Maar laten zij die meenen dat H. te
genwoordig als in 1866 1868met grondwettelijke
beginselen speelt en uitstelt, wat geen uitstel meer ge
doogt niet beginnen dit inzicht ten offer te brengen
en hem vergiffenis te schenken. En moge Gleichman
nog al geprezen zijn wegens zijne verkondigde staat
kundige moraal, hij kan tot geen andere slotsom komen
dan datnaarmate die moraal bijval vindt het peil
der staatkundige eerlijkheid en betrouwbaarheid der
staatkundige mannen dalen en steeds meer en meer de
staatkundige weerhaan koning kraaien zal.
Óe klasse 20 Feb., 10e. lijst.
Londen 21 Feb. Men meldt, dat heden ochtend te
Trinkitat hevig kanonvuur wordt gehoord, denkelijk van
britsche oorlogsbodems. Generaal Graham zal den
marsch tot ontzet van Tokar zondag beginnen.
De uitvoering van „Haydn's Schöpfung" op Maan
dag, 18 dezer, door Alkmaars Afdeeling van de Maat
schappij t. bev. d. Toonkunst gegeven kan voor het
grootste deel als welgeslaagd beschouwd worden. „Voor
't grootste deel" zeggen wijwant er viel ook wel wat
af te keuren.
In de eerste plaats komt den directeur, den heer
Paul C. Koerman een woord van lof toe de koren
waren meestal voortreffelijk en ieder medewerkende was
blijkbaar voor zijn (haar) taak berekend, d. w. z. was
goed geoefend.
Met vaste hand leidde de directeur het geheelen
was zijn leiding niet zóó zekeren zijn aangeven
der verschillende stemmen niet zoo uitmuntend geweest,
dan was ongetwijfeld menig koor- en solonummer mis
luktomdathet orchest schitterde door
groote nonchalance. Hierover laterlaat ons liever
eerst het goede aanteekenen en beginnen met de So
listen mevrouw Wlnter-Piccardt uit Zutfen den heer
I. Bogmans uit Amsterdam en den heer F. Driessen
uit Leiden. Mevrouw Winter, die reeds meermalen
hier ter stede optrad, en dus voor het publiek een
goede bekende is wist van 't begin tot aan 't einde
van 't werk hare hoorders te boeien. Zij beschikt over
een vol en krachtig sopraangeluid en heeft een zeer
gunstige voordrachthaar „Coloratur" is te roemen
hetgeen vooral in de Aria's no. 8 en 15 van belang is;
jammer dat zij in no. 15 niet aan de eischen daar
door den componist gesteldvoldeedalthans o. i.
ging het karakter van dit nummer geheel verloren doordat
de daarin voorkomende trillers en kleine versieringen
door haar over 't hoofd werden gezien een feit
wat door den verslaggever niet mag worden verzwegen.
De heer Rogmans voldeed ons in de tenorsolo's ten
hoogste en blijkbaar was hij goed gedisponeerd moeilijk
is het te bepalen wat ons het meeste trofzijne reci
tatieven waren doorgaans onberispelijk want bij dezen
zanger schijnt zeer terecht de tekst als nummer een
aangemerkt te worden van zijne aria's noemen wij
vooral no. 2 en 24 (maar waarom bleven in no. 15 die
kleine trillers achterwege?), die evenals het recitatief
no. 12 overheerlijk werden voorgedragen. De heer
Driesseneen dilettant-bas-zanger, heeft ons niet in
onze verwachting teleurgesteld. Ofschoon deze zanger
zich door bet noemen van zijn naam op het programma
aan de critiek blootstelt, gelooven wij toch bij eene
eerste kennismaking niet al te streng te moeten zijn
en bepalen wij dus ons oordeel tot de vermelding, dat
hij in veel opzichten aan de dikwijls hoog gestelde
eischen beantwoord heeftal kon zijn uitspraak van
tekst wat beter zijn; zijn stem is aangenaam en krachtig.
Voor de koren een woord van hooge waardeering
't is waarlijk zeer verblijdend daarin een merkbaren
vooruitgang te kunnen waarnemen. De vertolking van
bijna alle koren (in no. 34 waren de alten even absent)
was van een aard, zooals men dat vaak zelden bij grootere
getalsterkte aantreftwas ook op een enkele plaats een
kleine ongelijkheid te bespeuren, zoo is zulks noch aan
directeur, noch aan zangeressen of zangers te wijten
maar veeleer aan de o. i. onjuiste opstelling van koor
en orchest. Als wij der commissie een raad mogen
geven dan zou het de volgende zijn bouwt, bij uit
voeringen met orchestuw estrade over de geheele
breedte der zaaldan hebt gij gelegenheid het strijk
kwartet in 't midden van 't koor te plaatsen daaraan
zullen alle stemmen (en de solisten niet minder) steun
vinden en wanneer dan de dames koristen zich in meer
schuine richting tot den directeur plaatsen dan zal de
uitvoering zeker gebaat zijn.
Best ons een woord over 't Orchest 1 Het programma
wijst aan een Stump ffOrkestons werd verzekerd
dat daarmede bedoeld werd de Amsterdamsche-Orchest
Vereeniging, waarvan de heer W. Stumpff directeur is,
hetgeen ook werkelijk het geval bleek te zijnwant
vele bekende en goede krachten van 't Amsterdamsche
Orchest vertoonden zich aan ons oog. Wij drukken
hier bepaald op 't woordje „oog", want had ons „oor"
moeten beslissendan hadden wij de hoogste wedden
schap op het tegendeel willen aangaan. Schande
voor Amsterdam, Schande voor den directeur Stumpff,
die zulk orchest uitzendt om Amsterdam's eer op te
houden terwijl er toch een flinke som geld voor be
taald werd. Wij hebben Amsterdammers wel eens over
dit orchest hooren klagen maar wisten niet dat die
klacht zooveel waarheid kon bevatten. Gold het de
opvoering van een werk, waarin tal ran moeilijkheden
voorkomen dan zijn onjuistheden mogelijk maar welk
lid van een Orchest kent „Haydn's Schöpfung" niet
of hoe menigmaal heeft hij dit niet helpen uitvoeren
Maar daar schuilt het kwaad niethet is slordigheid
zelfs vaak kinderachtigheid welke oorzaak is dat van
af no. 1 tot no. 34 bij elk nummer aanmerkingen op
't orchest te maken zijn; zoo bleef in enkele recita
tieven (en wie weet waar nog elders) de geheele Alt-
Vioolpartij weg zoo wist in no. 27 geen der orchest-
leden een eenvoudig triolen-figuur te maken zoo was
het geheele orchest in no. 27 dermate in de war, dat
op zeker oogenblik twee maten pauze geimpro-
viseerd werden zoo kwam het voor dat het eene in
strument in majeurhet andere tegelijk in mineur
speelde zoo tuimelde in het slotkoor een „artist" met
zijn instrument van zijn stoel zoomaar waar
zouden wij eindigen als wij alles moesten opnoemen
wat door ons opgemerkt werd. Zeker is het dat de
heer Stumpff in Amsterdam zijnde niet in Alkmaar
zijn gezag kan laten gelden maar dat hij dan zorg
drage iemand in zijn plaats te stellen, die in staat is
ten minste de orde te handhaven en toe te zien dat
men storingen voorkomt. Wij wenschen den direc
teur Paul C. Koerman bij volgende gelegenheid een
orchest toe dat het ernstiger met de kunst meent en
„niet leeft van brood alleen". - Ten slotte zij ver
meld dat slechts met groote moeite in de zaal een
staanplaats te veroveren washetgeen wel een bewijs
is dat Concert-Commissie en directeur de juiste snaar
weten te treffen van de belangstelling der leden en
niet-leden.
Het was goed gezien van den directeur van de
Alkmaarsche Turnclub „Kracht en Vlugheid" om de
uitvoeringdoor genoemde vereeniging den 20 gege
ven te doen aanvaDgen met vrijoefeningen door de
leden van den jongeliedencursusde jeugdigemaar
niettemin reeds krachtige vereeniging door de Turn
club opgericht en met groote voorliefde en zorg aan
gekweekt. Het was eene uitstekende inleiding van het
programma waardoor rekenschap werd gegeven van de
wijze, waarop bij het onderwijs der jongelieden aan de
eerste eischen voor gymnastische opleiding recht werd
gedaan n.l. harmonische ontwikkeling van alle spieren.
Het was een fust, de jeugdige gymnasten in hunne
nette uniforme kleeding met groote vaardigheid en
nauwkeurigheid de commando's van hun directeur te
zien volgen. Weet men, welk eene aanhoudende her
haling en onuitputtelijk geduld er vereischt wordtom
bij ongeoefende leerlingen eene regelmatigheid van be
wegingen te verkrijgen, als de jongelieden-cursus dien
avond aan den dag legde, mag een woord van ver
diende hulde aan den heer Tussenbroek niet achter
wege blijven.
De daarop volgende vrijoefeningen door de leden der
Turnclub, in menig opzicht geheel verschillend bij vo
rige uitvoeringen waardoor ook met de eischen van
een telkens afwisseling verlangend publiek was rekening
gehouden getuigde dat dit deel der gymnastiek met
groote zorg beoefend blijft en waren wel geschiktom
den gunstigen naam der vereeniging optehouden. Rek
stok, ringen en handbrug gaven den turners ruimschoots
gelegenheid hunne kracht en vlugheid aan den dag te
leggen en bewijzen te geven van de groote vorderingen
door hen na de laatste bondsuitvoering te Amsterdam
gemaakt.
De apothéose's „Neerlands wapen" en „Hulde aan va
der Jahn" werden levendig toegejuicht, vooral de laatste
die tot driemalen toe moest worden herhaald.
Wij wenschen den Turnclub geluk met deze uitste
kend geslaagde uitvoering.
Een zeer druk bal besloot den avond dat tot vroeg
in den morgen geanimeerd bleef.
BURGERLIJKE STAND.
GEBOREN.
19 Eebr. Maria Wilhelmina, D. van Jan Stavenuiter en Oatha-
rina de Goede.
20 1 Catharina Adriana, D. van Johannes Wilhelmus Gos-
ker en Hendrica Maria Geerling.
OVERLEDEN.
19 Eebr. Willem Heiland, 60 j.
20 Elisabeth Maria Marianne, D. van Johannes de Wilde
en Riemada Bertz11 m. Johanna Hoogstraten,
wed. Johannes Nieuwenhuizen65 j. en 10 m.
Amsterdam 20 Eebr. Aangevoerd f 21 vette Kalveren 0,95
a 1.20 per P., 99 nucht. dito 5 a 10, 116 vette Varkens
0,40 a 0,48 per pond.
Aardappelen: friesche jammen 1,60 a 1,90, dito eng.
1,40 a 1,50, zeeuwsche sp. j. f 1,70 a 2,40, dito flak-
keesche f 1,50 a 1,75, dito blauwe f 2,10 a 2,40, dito
poters f la 1,25 pr. hamb f 2,25 a 2,40.
Raapkoeken f 108 a 115, Lijnkoeken f 10,50 a 13,50.
Peterolie stemming onveranderd, loco 1 9,50 MaartJuni
ƒ9,75 Sept.—Dec. 10,50 entr. In cons, ƒ11,50.
Haarlem 20 Eebr. Kleine kaas 31,50, aangevoerd 14 sta
pels, wegende 2216 Pond.
Aangevoerd 2 Koeien en Ossen 170 a 240, 42 nucht.
Kalveren 4 a 8, 16 Schapen 10 a 20, 1 vet Varken ƒ0,40
per pond.
Kampen 18 Eebr. 178 stukken Boter van 20, 50 van 10 en
ruim 100 stukken van Pondwegende ruim 4110 P.,
per 20 P. 31 a 37,50, per Pond 1,30 a 1,40.
Schagen 21 Eebr. Aangevoerd 4 Paarden 50 a 100, 12
Geldekoeien 130 a 240Kalfkoeien f 190 a 23018
nucht. Kalveren /5a 16, 430 Schapen 18 a 27, 15 magere
Varkens 10 a 16, 30 Biggen f 5 a 8, Boter per kop
1,05 a 1,15, Kipeieren 3 a 3,25, Eenden dito 4 a 5
per 100.