r*
Zes en tachtigste Jaargang.
1884.
V R IJ D A G
29 FEBKUAHI.
De Gevangenen van Maagdenburg.
No. 26.
j
BB
Prijs der gewone Advertentiën
d>fïiciccl Oebeelte.
Buitenlanb.
ftittnenlaub.
FEUILLBTOM.
-
ALKMAABSCHE COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door
het geheele Rijk f 1,
De 3 nummers 0-06.
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de UitgeverB HERMs. COS-
TER ZOON.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algemeene kennis, dat ten gevolge van herstelling
het verkeer voor rijtuigen in het gedeelte der Schoutenstraat
tusechen de Langestraat en de Breedstraat, op Vrijdag 29
Eebruari 1884, op Zaterdag 1 Maart 1884 en op Maandag d
Maart 1884 gesloten zal zijn.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
27 Eebr 1884. He Secretaris,
7 NUHOUT VAN DER VEEN.
NATIONALE MILITIE,
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter kennis van belanghebbenden
dat de Militieraad in dit distriet zijne eerste zittingbe
stemd tot het onderzoeken der redenen van vrijstelling van
lotelingen dezer gemeentezal houden ten raadhuize der ge-
meente Alkmaar, op Maandag10 Maart e.k., des voor
middags ten 11 ure.
Burgemeester en Wethouders voornoeird,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
28 Eeb. 1884. A De Secretaris
NUHOUT van der VEEN.
DÜTTSCHLAND. De landdrost van Auricb heeft
ter voorkoming van het binnensluipen der schapen
ziekte tot nader bevel bepaald dat noch schapen uit
Nederland op duitschen grond noch schapen van
Duitschland op nederlandschen grond zullen mogen
weiden. Voorstellen om bij uitzondering het weiden
te vergunnen moeten aan de betrokken overheid ge
richt worden.
ENGELAND. De transvaalsche overeenkomst is
den 27 geteekend de transvaalsche afgevaardigden
vertrokken dadelijk naar Nederland.
Hoogerhuis. Het wetsontwerp op den invoer
van vee is den 26 bij derde lezing aangenomen.
Lagerhuis. De heer Arthur Peel is den 26
met algemeene .stemmen en zonder eenig verzet tot
Speaker (voorzitter) gekozen. Bij de aanvaarding van
zijn ambt verklaarde de nieuwe voorzitter hoofdzakelijk,
dat hij de grootBte onpartijdigheid in acht zou nemen.
Zijne rede was zeer welsprekend en maakte een uit
muntenden indruk. Northcote zeide dat hij zich voor
toekomstige parlementen niet kon verbindenmaar
dat, zoolang de heer Arthur Peel den voorzittersstoel
bekleeddehij op den oprechten steun der oppositie
zou kunnen rekenen.
ERANKRIJK. Den 24 is te Brives een overleden
republikeinsch lid der Kamer door een republikein en
te Dinan een overleden monarchaal door een monar
chaal vervangen.
In het noorden des rijks breiden de werkstakingen
onder de mijnwerkers zich uit.
NOORWEGEN. Minister Selmer is vervallen ver
klaard van zijn ambt en veroordeeld tot betaling van
18225 kronenwaarvan 15000 voor den aanklager
bestemd is.
003TENRIJK-H0NGARIJE. Den 21 is te Her-
manstaatin Zevenbergen een viervoudige moord ge
pleegd. Eenige voorbijgangers bemerkten, dat het door
ar. Eriedwanger bewoonde huis in brand stond. De
brandweer, met het gevaar in kennis gesteld, rukte
aan brak de deur van het huis open en zag toen
dat de man zijne vrouwzijn kind en eene dienst
bode vermoord waren en het huis geplunderd was. De
daders haddenwaarschijnlijk om de ontdekking te
voorkomen het huis in brand gestoken en zijn nog
niet gevonden.
RUSLAND. Te Kasan is weder een moordaanslag
op een rechterlijk ambtenaar gepleegd.
EGYPTE. De engelsche troepen rukten den 25
voorwaarts en maakten zich meester van een door Ba-
ker-pacha opgericht fort. De vijand vluchtte met zijne
lansen zwaaiende. Kolonel Buller was te 2 uren des na
middags te Soeakim aangekomen en onmiddellijk naar
Trinkitat vertrokken. Ook admiraal Hewitt ging b;j het
krieken van den dag derwaarts. Sedert het vertrek
van Baker-pacha en generaal Sartorius naar Trinkitat
dragen de egyptische officieren geene uniform meer.
Zij schijnen onverschillig over hetgeen gebeurt. De
egyptecaren die aan de moordtooneelen te Alexan
dra deelnamen en herwaarts werden gezonden als ga
leiboeven wandelen thans door de straten en geven
onverholen hunne vreugde te kennen.
Twee franscbe oorlogschepende Seignelay en de
Duchaffautkwamen te Soeakim aan.
De egyptische verslaggevers van verscheidene fran-
sche bladen melden datnaar de meening van goed
ingelichte personen te Khartoemde valsche profeet
voornemens is, in October of Novemberwanneer het
regensaizoen het oprukken door de woestijn veroorlooft,
tegen Opper-Egypte op te trekken. Mocht deze mee
ning juist zijn dan kunnen volgens den berichtgever
van de Temps de engelschen dezen inval niet keeren
door eenige punten in Egypte te versterken daar de
valsche profeet door de woestijn komen en niet den
gewonen weg volgen zal. In denzelfden zin schrijft
een verslaggever van de Debatsdie bovendien de
aandacht vestigt op den haat vap de egyptenaren
tegen de engelschen. Volgens hem worden in de stra
ten van Cairo de portretten van den profeet verkocht
en roepen de inboorlingen reeds „God geve hem de
overwinning."
STATEN-GENERAAL.
Tweede Kamer.
Tot rapporteurs over het wetsontwerp tot wijziging
der wet op het lager onderwijs en over het voorstel
van de heeren Mackay c.s., betrekkelijk die wet zijn
door de afdeelingen benoemd de heeren van Gennep,
de BeaufortVerniers van der Loefï en Roëll over de
wijziging der drankwet: de heeren van Delden de Sa-
vornin Lohman van Eek van Blom en Bergsma.
Den 26 kwamen in vier wetsontwerpen: tot hef
fing eener klassen-belasting; vaststelling van het bedrag
dier belasting voor 1885 vermeerdering van het aantal
leden der collegiën van zetters en tot afschaffing van
het patentrechtbehalve voor de naamlooze vennoot
schappen. De regeling der werkzaamheden was dien
dag aan de orde. De voorzitter stelde voor, den 29
te 11 uren te behandelen het regeeringsontwerp tot
voorloopige versterking van 's Rijks middelen. De heer
Blussé wilde eerst onderzoek der ingediende klassen-
belasting de heer van Delden was daartegen omdat
die belasting, met 1885 in werking komende, niets te
maken had met de tijdelijke inkomsten-belasting: de heer
Rutgers achtte het tijdverspilling, tijdelijk werk voor een
jaar te behandelen afdoende maatregelen waren noo-
dig de heer Lohman wees er op, dat de voorstanders
van scboolwetwijziging zich tegen de behandeling van
tijdelijke belastingvoorstellen moesten verzetten, zoolang
bezuinigingen mogelijk blijken te zijn: de heer Gratama
zeide dattrots bezuinigingen er een tekort blijft en
vraagt het gevoelen der regeering. De minister van
binnenlandsche zaken zeidedat de regeering bereid
was de belastingvoorstellen te behandelen. De Kamer had
het recht te behandelen, wat zij wilde. Het ware struis-
vogelstaatkunae, nu niet te voorzien in bet tekort van
1885. De Kamer kan doen wat zij wiler is tijd ge
noeg èn voor behandeling dor schoolwet en voor on
derzoek der klassenbelasting. De heer Blussé acht nu
de reden van bestaan van het voorstel van Delden
vervallen de heer van Delden blijft een tijdelijken
maatregel voor 1884 noodig en plichtmatig achten in
afwachting van de belangrijke bepaalde plannenspoe
dige behandeling is hoogst wenschelijk en kan ook wel
geschieden. De heer Borgesius is verbaasd over de
regeeringhaar tijdelijk ontwerp had zij moeten in
trekken öf krachtig op behandeling aandringen zij
deed noch het een noch het ander. Des Voorzitters
voorstel wordt verworpen met 47 tegen 26 stemmen.
Daarop stelt de voorzitter voor, den 29 allereerst te
behandelen de voorziening in het muntwezen de heer
van Delden daarentegen het voorstel der 5 leden tot
tijdelijke versterking der inkomsten. Laatstgenoemd
voorstel komt op het daartoe te kennen gegeven ver
langen het eerst in stemming en wordt verworpen met
48 tegen 25 st. Vervolgens wordt besloten, den 29 te
behandelen de wetsontwerpen betreffende de voorzie-
8)
HISTORISCHE NOVELLE.
Weidling lachte de schoone Erida bloosde tot ach
ter de ooren en korporaal Muller draaide verlegen
aan de punten van zijn zwaren snor.
„Dat geloof ik niet zeide het jonge meisje ernstig,
nadat zij den korporaal met eenen vluchtigen blik had
aangezien „dat geloof ik nietdat mijnheer zoo iets
gezegd heeft."
„Gij hebt gelijk juffrouw antwoordde nu ook kor
poraal Mullerterwijl hij zijn snor losliet en eenen
schuchteren blik in de oogen der schoone Frida waagde,
„mijnheer Weidling schertst. Ik heb dat werkelijk
niet gezegd
„Maar gedacht heeft hij het toch lachte de koop
man „gedacht heeft hij hetErida en die gedachten
zult gij hem toch slecht kunnen beletten."
De schoone Erida onttrok zich aan verdere plagerijeD,
door snel hare hand uit dien des koopmans te trekken
en met de ledige beker achter de toonbank te wippen.
„Ik zal u in het vervolg het bier door den jongen
moeten laten brengenbeste peetoom wanneer gij
niet ophoudt mij zoo te plagen riep zij van uit hare
veilige schuilplaats dezen toe.
„Zoo vlug als waterriep vergenoegd lachend de
koopman. „Naar ik hoop, zal het niet al te lang meer
duren dat een brave man haar aan deze spelonk ont
voert of ten minste het opperbevel aan den ouden
Tommaso ontneemt."
„Het zal haar wel niet aan aanbidders ontbreken
vorschte de korporaal voorzichtig, op wien Erida's don
kere oogen zichtbaar eenen diepen indruk gemaakt
hadden.
„Dat zou ik denken antwoordde de koopman ern
stig. „Maar daarom behoeft gij u nog niet terugte-
trekken korporaal; aan aanbidders ontbreekt het haar
wel niet, maar geen enkele schijnt haar te bevallen en
wie weet of zij niet op u heeft gewacht. Gij kunt
het meisje nu dikwijls genoeg bij mijne vrouw spreken,
zoolang gij bij mij woont
„Het zal haar wel niet om een soldaat te doen
zijn die eiken dag kan sneuvelen riep de korporaal
met eene afwerende beweging. „Maar gij verstaat de
kunst mijnheer Weidling om iemand naaf nog iets
anders begeerig te maken dan naar krijgsmuziek en
kanongebulder."
„Alsof het altijd oorlog blijven zal antwoordde de
koopman. Umilitairen zou dat wel bevallenmaar
wat moesten wij beginnen die slechte in vredenstijd
kunnen vooruitkomen Ook gij zult aan den vrede moe
ten gewennenkorporaal en het zou zeker niet in
uw nadeel zijn, wanneer gij u bijtijds een nestje gereed-
maaktet, waarin gij later kunt neerstrijken."
„En wanneer men nu vóór het sluiten van den vrede
eene rustplaats voor de eeuwigheid op het een of
anderen kerkhof vindt?"
„Wie Dresden*) en Liegnitz overleefd heeft, zonder
zelfs een schram te hebben gekregenmoet wel on
trefbaar zijn lachte de koopman. „Het moet toch
een verschrikkelijke kogelregen geweest zijn.
Hiermede was het gesprek weder op het onuitputte
lijke onderwerp van oorlog en kanongebulder gebracht,
en de korporaal was reeds weder in een verhaal van
de bijzonderheden van den laatsten veldslag verdiept
toen hij plotseling zich zelf met eenen krachtigen vloek
in de rede viel en hierdoor de opmerkzaamheid van
zijnen toehoorder op een tooneel vestigdedat dicht
bij den ingang van de gelagkamer plaats greep.
De beide mannen hadden in het vuur van hun ge-
Belegering van Dresden in 1760 onder aanvoering van
Erederik de Grootewaarbij het regiment Dernburg
evenals in den slag bij Liegnitz groote verliezen leed.
sprek de vier of vijf mannen niet bemerktdie juist
binnentraden en voorname lieden zijn moesten want
de driekantige steek die hunne zorgvuldig gepoederde
pruiken bedekte, was met eene breede gouden band
en sierlijke zwanenvederen voorzien en de ruiterman-
telsin vele plooien over hunne schouders hangende
bedekten slechts gedeeltelijk de rijke kleedingen die
wel eene militaire snede haddendoch buitengewoon
sierlijk waren. De hoogroode gezichten en glinste
rende oogen der heeren verriedendat zij juist niet
gekomen waren om hun honger of dorst te stillen
doch dat zij reeds te rijkelijk aan Bachus hadden
geofferd.
„Vraimenteen waar rooversho) waarin de graaf
zijn kwartier heeft opgeslagen riep met luidevroo-
lijke stem de eerst binnentredende de elegante prins
van Nassau, zijnen medgezellen toe. „Wat kan de
„cavalier a la mode" tot zulk eene keus bewogen
hebben
„Misschien een liefjeuwe Hoogheid meende een
der heeren uit zijn gezelschapdat waarschijnlijk uit
louter gevangen voorname olficieren bestond. „Mijnheer
de graaf weet bij ondervindingdat het in troebel
water het beste visschen is."
„Het is mogelijk," lachte de prins. „Waarlijk, gij
hebt gelijk", riep hij daarop op opgewonden toon toen
zijn oog op de schoone Erida vieldie ongelukkig
hare plaats achter de toonbank verlaten had en juist
de deur naderdeom in de keuken naar de spijzen te
gaan zien. „Ziet slechtsmessieurswelke Hebe de
Olympus verlaten heeft, om in deze spelonk den edelen
nektar te schenken. Is het niet onze plichthet liefje
van den graaf met een kus te begroeten
De schoone Frida wistwelk een indruk tot nog
toe bare verschijninghare rustige blik op het woeste
volk had uitgeoefend dat eiken avond de herberg be
zocht en naderde daarom zonder vrees de deur, ver
wachtende dat de heeren die haar tot nog toe den
doorgang versperden, op het laatste oogenblik zouden
v-W