No. 27.
Zes en tachtigste Jaargang.
1884.
ZONDAG
2 MAAKT.
De Gevangenen van Maagdenburg.
EERSTE BLAD.
Prijs der gewone Advertentiën
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
dDfficiëel ®ebeelte.
kennisgeving.
Buitenland.
FEUILLETOIST.
9)
ft
ALOIAAUSCHE COURANT
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door
het gebeele Rijk f 1,—
De 3 nummers 0 06.
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
Het HOOED van liet Plaatselijk Bestuur te ALKMAAE
brenst, op grond van art. 1 der wet van 22 Mei 1845 (Staats
blad n° 22) bij deze ter kennis van de ingezetenen der ge
meente, dat het kohier voor de belasting op bet Personeel
No. 8 over liet 3e kwartaal der dieast 1883/84 op 26
Eebruari 18S4 door den Provincialen Inspecteur der directe
belastingen in Noordholland executoir verklaard, heden
aan den Ontvanger der Rijks directe belastingen binnen deze
gemeente ter invordering is overgegeven.
Ieder ingezeten, die daarbij belang heeft, wordt vermaand
op de voldoening van zijnen aanslag behoorlijk aelit te geven,
ten einde alle gerechtelijke vervolgingen, welke uit nalatigheid
zouden voortvloeiente voorkomen.
Allernaar Ret Hoofd van let Bestuur voorn
28 ïeb 1884. A. MACLA1NE PONT.
Lijst van brievenwaarvan de geadresseerden onbekend zijn,
verzonden gedurende de 2e helft der maand Januari 1884.
W. Dekker, Almelo; Mej. Oath. Corn. EasegaWilhean
Smits, Amsterdam; Mej. A. van Straten, DoetinchemH. v.
d. Moolen Geldrop; A. Schipper, 's Gravenhage; I. van Vliet,
Medemblik; A. Bakker, Van Beek, timmerman, Pauwlaan,
Mej. Anna Stam
Van de hulpkantoren
Egmond aan Zee S. Roeman Amsterdam.
Sckermerhorn Christy Co., Delftshaven.
Schoorldam Jan Ruys Nieuwediep.
ZuidscharwoudeBregtje Scheer, Veenhuizen.
Briefkaart: Adr. Swart, Amsterdam.
Verzonden geweest naar
Duitschland Pet junk, Iserlohn.
ENGELAND. De transvaalsche overeenkomst, den
27 te Londen onderteekend treed; in werking na
bekrachtiging door den Volksraad. Bij die overeen
komst is bepaald, dat de Transvaal voortaan heeten za'
„Zuidafrikaansche Republiek", en werd de nieuwe grens
lijn vastgesteldzooals reeds bekend is. Het buiten
deze grens gelegen grondgebied womt, met toestemming
der republiek, onder engelsch beschermheerschap gesteld.
De schuld wordt tot een kwart miljoen verminderd.
Volkomen onafhankelijkheid wat het buitenlandsche
staatsbestuur betreft, even als de Oranje-Vrijstaat ze
genietwordt gewaarborgd. Rechtstreekse!) verkeer met
vreemde mogendheden wordt toegestaan maar zonder
toestemming der Koningin mogen geene verdragen ge
sloten worden; op den Oranje-Vrijstaat is deze bepaling
niet van toepassing doch wel geldt zij de stammen
ten oosten of ten westen van de republiek.
De nieuwe voorzitter van het Lagerhuisde heer
Arthur Peel, behoort tot de liberale partij.
Verscheidene bladen bevatten hoofdartikelen waarin
ongenoegen betuigd wordt over de nieuwe Transvaal-
overeenkomst. De Pall Mall Gazette merkt op, dat zij zeer
passend gesloten werd op Aschdag en op den verjaar-
dag der nederlaag van Majnba. Zij is echter eene
vernedering voor Engeland.
Omtrent de ontploffing, in den nacht van den 2d
op den 26 in de Victoria-station te Londen voorge
vallen worden de volgende bijzonderheden medege
deeld. De beambte van de bewaarplaats van goene-
ren en kleederen deelt mededat den 25, des
avonds te 9 ureneen welgekleed persoon eene
niet grootemaar zeer zware reistasch in be
waring had gegeven onder aanbeveling daarmede
voorzichtig te zijn. Te tien uren had die beambte in
den hoek waar dat valies stond, een gerucht gehoord
alsof een wekker afliep, maar vermoedende, dat er eene
klok in geborgen was, daarop verder geen acht gesla
gen. Te één ure na middernacht, even na het veitrek
van den laatsten trein en nadat de beambten het sta
tionsgebouw verlaten hadden had de geweldige ont
ploffing plaats die groote schade in het gebouw aan
richtte. Twee personen, in de nabijheid van de staaon
aanwezig werden door den geweldigen luchtstroom op
den grond, en een ontspannen rijtuig omver geworpen.
In °eenige naburige huizen werden de ruiten
verbrijzeld. Er brak waarschijnlijk door het ont
snappen van gas, in het stationsgebouw brand uit,
die echter weldra door de brandweer gebluscht werd.
Algemeen zijn de bladen van oordeel dat deze ontplof
fing het werk is geweest van dezelfde lieden, die voor
eeni»e maanden de ontploffing in den onderaardscheu
spoorweg hebben veroorzaakt. Opmerkelijk acht de
Daily News bet, dat de ontploffing er eemgzins
op aangelegd schijnt te zijn, om veel opzien te baren
en veel verwoesting aan te richten maar geene men-
schenlevens te vernietigen. Een paar urenvroeger, toen
het gebouw vol was met reizigers en beambten en om
geven van omnibussen en rijtuigen zon de ontploffing
verschrikkelijke gevoigen gehad hebben. Het was den
aanleggers voornamelijk te doen, om schrik en ontstel-
nis te veroorzaken.
Hoogerhuis. Lord Derby heeft den 28 de trans
vaalsche overeenkomst overgelegd onder mededeeling,
dat hij binnen acht dagen de daarop betrekking heb
bende briefwisseling bij het Huis zon indienen.
Lagerhuis. Den 25 werden aan de regeering o2
vragen gedaan waarvan 27 door de iersche leden en
9 door het iersche lid Biggar alleen.
De heer Harcourt bewestigde den 28 de ontdekking
eener helsche machine in Charingcross-station en deelde
tevens mede, dat sedert een andere ontdekt was aan het
station van den Great Western-spoorweg. Het dyna
miet, dat de doozen bevatten, was van amerikaansch fabri
kaat. De helsche machines zoowel op beide genoemde
plaatsen als aan het Victoria-station, waren van het-
zelfde maaksel.
Minister Gladstone gat' in eene redevoering van
bijna twee uren een overzicht van een ontwerp van
kieshervormingdat hij ter tafel legde. Het stelt in
hoofdzaak een eenvormig stemrecht in de steden en
graafschappen van EngelandSchotland en Ierland
voor. Door dat ontwerp wordt het aantal kiezers vermeer
derd in Engeland met ruim 1,300,000, in Schotland
met ruim 200,000, in Ierland met 400,000.
FRANKRIJK. Het leger verloor den 26 ;door den
dood twee bekende hoofdofficieren generaal Schramm
en generaal Wimpfien.
Ter herinnering aan Victor Hugo's 82sten verjaar
dag op den 26heeft de minister van onderwijs en
schoone kunsten een gedenkpenning doen slaan met
het afbeeldsel van den dichter op de eene en op de
andere zijde een palm en een lauwertak met eene ster,
samengesnoerd met een lint waarop de woorden
„Geboren te Besan9on (Dcubs) den 26sten Feb. 1802."
De heer Janvier de la Motte Sr., bonapartistiseh afge
vaardigde bekend door de wijze waarop hij als pre
fect der Eure vóór 30 jaren de brandweer hervormde
en door de op een feestmaal uitgesproken woorden „de
Keizer is de vader van alle spuitgasten", is overleden.
Den 24 hielden te Saint-Etienne ongeveer 3000 werk
lieden eene vergaderingwaarin over allerlei heftige
voorstellen beraadslaagd werd nadat men te vergeefs
getracht had den prefect op het stadhuis te spreken.
De een wilde het stadhuis bezetten de ander de wa
penen opnemen. De ter dood verooordeelde anarchist
Cyvoct werd tot eere-voorzitter uitgeroepen. Eindelijk
werden 15 afgevaardigden naar het stadhuis gezonden,
die ontvangen werden door den centralen commissaris,
door wiens tusschenkomst 5 hunner bij den prefect
toegelaten werden. Na een onderhoud van een kwar
tier verlieten zij hem nadat hij hun verklaard had de
crisis niet te kunnen doen eindigen maar te zullen
doen wat hij vermocht. Den 25 besloot de gemeente
raad, op voorstel van den prefect, eene som van/25000
te bestemmen voor het ondersteunen van buiten ver
diensten zijnde werklieden.
Senaat. De heer de Marcère is den 23 tot on-
af'zetbaar Senaatslid benoemd.
Kamer. Den 28 werd het met Oostenrijk-Hon-
garije gesloten handelsverdrag na eene levendige be
raadslaging over art. 4 betreffende het slachtveeaan
genomen.
ITALIË. De Kamer heeft met 143 tegen 135 stem
men goedgekeurd het wetsontwerp van den heer Bac-
celiibetreffende de hervorming van het hooger on
derwijs.
ZWITSERLAND. Het Wetgevend Lichaam van
het kanton Glarns heeft den 27 met 67 tegen 27 stem
men besloten tot wederinvoering van de doodstraf.
EGTTE. De kapitein der egyptische stoomboot
Damanhauk weigerde den 26 te gehoorzamen aan het
HISTORISCHE NOVELLE.
De prins van Nassau die, zichtbaar beschaamd, met
de andere heeren den graaf gevolgd wasbad zich
reeds van zijne verrassing hersteld en was nu weder
dezelfde overmoedige lichtzinnige man als een oogen-
blik te voren. Hij was gaan zitten en terwijl hij den
grooten ruitermantel terngslcegzoodat zijne rijkge-
Btikte kleeding zichtbaar werd, keek hij den graaf, die
opgewonden het vertrek op en neer liep, met eenen
onbeschaamden lach na.
„Gij beschikt over onze hoofden, graaf Falconi, alsof
deze van weinig of in het geheel geene waarde waren.
Ik moet u bekennen dat ik het mijneal was het
slechts uit gewoonte niet graag verliezen zou. Toen
ik besloot, om hier te komen, ten einde uwe plannen
aantehooren en deze wanneer het kon te ondersteu
nen was dat slechts omdat gij mij verzekerd hadt
dat gij het zooveel mogelijk vermijden zoudtmij te
compromitteeren."
„Wees onbezorgd prins," antwoordde graaf Falconi
met verachtelijke ironie, „ik vermaande de heeren wer
kelijk meer in hun dan in mijn belang tot voorzich
tigheid. Ik herhaal u dat ik alles zal doen wat in
mijne macht staat, om bij het mislukken van mijn plan
iedere verantwoording van u af te schuivenen dat ik
niettegenstaande bereid bende eer van de daad
geheel aan u aftestaan, wanneer deze mocht gelukken."
Luigi Tommaso had een kan ouden wijn op tafel
gezet en de chevalier Seguin, een der medgezellen van
den prins sneed allen verderen woordenstrijd afdoor
de glazen te vullen en de overige heeren toetedrinken.
„Laat ons niet met woorden tegen elkander strijden,
nog voordat wij den gemeenschappelijken strijd tegen de
vijand begonnen zijn zeide hij het glas opheffende.
„Op het gelukken van uw plan, graaf Falconi, waar
van gij wel de goedheid zult willen hebben ons de
bizonderheden medetedeelen."
De heeren ledigden de glazen en namen vol ver
wachting aan de eenvoudige, houten tafel plaats. Slechts
de graaf was blijven staan en wenkte nu den waard
om de kamer te verlaten.
„Gij kunt gaan, wij hebben u vooreerst niet noodig.
Gij zult wel doenwanneer men in de gelagkamer
vragen mochtwaar de heeren gebleven zijn om te zeg
gen, dat zij en ik met hen, uw huis hebben verlaten."
Luigi Tommaso vertrok met eene diepe buiging en
graaf Falconi begon opnieuw zijnen onrustigen gang
door het vertrek nadat hij eerst voorzichtig de beide
deuren had toegegrendeld. Uit de gelagkamer klonk
zulk een oorverdoovend geraas van stemmen dat die
der officieren geheel overstemd werden en deze dus
niet behoefden te vreezen, beluisterd te zullen worden.
„Gij weet, mijne heeren," begon de graaf zijne
met spanning verwachte ophelderingen, „dat ik vóór
vijftien jaren tegen het einde van den tweeden silesi-
schen oorlog reeds eenmaal het ongeluk had, van de
Pruisen genade te moeten aannemen, en dat ook toen
Maagdenburg mij als verblijfplaats werd aangewezen.
Toen ik dus vernam dat deze vesting mij ten tweede
male tot een onvrijwillige en weinig welkome schuil
plaats zou strekken, kwam reeds gedurende mijne over
brenging naar hier een plan bij mij tot rijpheiddat,
op mijne bekendheid met de vestingwerken hier gegrond,
oorspronkelijk slechts ten doel had mijn persoon aan
eene gehate gevangenschap te onttrekken. Maar toen
ik de toestanden hier leerde kennen is dat zelfzuch
tige plan tot eene onderneming uitgebreiddie de
verzwakte pruisische monarchie den laatsten slag zal toe
brengen. Mijne heeren ik vraag uwe hulp voor niets
meer0 of minder dan om de vesting Maagdenburg en
met haar het zich hier bevindende pruisische hof, de
Koningin den troonopvolgerde prinsessen van dit
land in onze macht te brengen en in het bezit van
dit kostbaar' pand, den markies van Brandenburg tot
een vrede te dwingen waarbij hem deze titel nog als
eene genade van zijne vijanden moet toeschijnen
De heeren waren opgesprongen en zagen met stomme
verbazing den graaf aanuit wiens donkere trekken
eene woeste triomf sprak alleen de prins van Nassau
was bedaard blijven zitten en een ongeloovig lachje
speelde om zijnen mond.
„Gij schildert de toekomst schitterend genoeg
mijn beste graaf" zeide hij koel. „Jammerdat zij
slechts in uwe fantasie kan bestaan. Ik geef toe
dat wij aan de duizenden hier ingekwartierde ge
vangenen een grooten steun zouden hebben wanneer
zij vrij waren zooals wij vrij op ons eerewoord,"
voegde hij er sarkastisch lachend bij „maar zij zijn
in de kasematten opgesloten zonder wapensen wor
den zorgvuldig bewaakt door wel niet talrijke doch
goed geoefende troepen en een vertrouwbaar garnizoen.
Ik ban onmogelijk gelooven, dat gij van plan zijt, mijn
beste graaf, ons zessen, zooals gij ons hier hebt uit-
genoodigd tot eene muiterij tegen een garnizoen van
drieduizend man aan te zetten."
„Uwe hoogheid zal toch niet aan de mogelijkheid
tot uitvoering van mijn plan kunnen twijfelen ant
woordde schouderophalend graaf Falconi„of ik zon
moeten aannemen dat de geriefelijkheden van het
pruisische hof zulk eenen invloed op u hadden uitge
oefend, dat gij elke onderneming, welke u zou kunnen
nopenhet tegenwoordige leven optegevenvan de
hand zoudt wijzen, zelfs wanneer gij er slechts bij zoudt
kunnen winnen. Mag ik u in het kort mijn plan uit
eenzetten - Gij zult bemerkt hebben, dat de straat,
waarin wij ons bevindenslechts uit eene rij huizen
bestaat. De andere zijde vormt de binnenste rij ves
tingwerken waarachter, juist tegenover dit huisde
schans no. IX ligtin welker kasematten zich drie
duizend gevangenen bevinden. Mijn plan bestaat hierin^