No. 38.
Zes en tachtigste Jaargang.
1884.
EEN GELUKKIG MENSC1IENLEYEN?
VRIJDAG
28 MAA li T.
Prijs der gewone Advertentiën
Officieel (BcbecJte.
Nationale Militie.
fiuitcnlanb.
rBmUUBTOPT.
ADOLF STRECKFUSS.
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door
het geheeie Rijk f 1,
De 3 nummers 0 06.
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algemeene kennis
dat de militieraad in dit district, ten raadbuize der ge
meente Alkmaar, op Dinsdag, den 15 April e.k., des voor
middags ten 11 ure, zijne ie zitting zal houden tot het be-
oordeelen der plaatsvervangers en nummerverwis-
se 1 a a r s die door of namens loteüngen dezer gemeente
onder overlegging der vereiscktenworden aangeboden.
Ingeval de plaatsvervanger of nummerverwisselaar goedge
keurd wordt, behoort het bewijs zijner goedkeuring ten spoedigste
ter secretarie dezer gemeente bezorgd te worden.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
26 Maart 1884. De Secretaris,
NUHOUT VAN DER VEEN.
BELGIE. Eerstdaags kan men in de Kamer de be
handeling te gemoet zien van de vraag, of men in over
weging zal nemen een door sommige leden ingediend
voorstelom een parlementair onderzoek in te stellen
naar den toestand der kloosters.
DUITSCHLAND. Hertog Paul Eriedrich van Mec-
klenburg-Schwerin heeft voor zich zeil en voor zijne
nakomelingen afstand gedaan van zijne rechten op de
troonsopvolging ten gunste van zijnen jongeren broeder.
Op het feestdat op den 87 verjaardag van den
Keizer des avonds ten Hove gegeven werd, waren on
geveer 750 genoodigden.
ENGELAND. De Times betoogt in een hoofdartikel
de noodzakelijkheid van het nemen van krachtige maat
regelen in Egypte om 's lands toestand te verbeteren.
Alle takken van beheer eischen'doortastende hervorming.
Het geld van den Staat wordt verspild. De boeren gera-
J ken meer en meer in schulden en worden ten slotje
tot den bedelstaf gebracht. Alle handelszaken staan stil.
Na deze sombere schets verklaart het bladdat die
rampzalige toestand te wijten is aan het engelsch-egyp-
tisch bestuurdat de invoering van een europeesch
regeerstelsel in Egypte tegenhoudt. Op Engeland rust
de plichtaan de wereld te toonen dat het vast be
sloten is, de ondernomen taak tot een goed einde te
brengen en voor dat land een nieuw tijdvak van bloei
en welvaart te openen. De troepen die het land be
zet houden moeten een einde maken aan de daar
heerscbende verwarring bet Egyptische leger moet, als
geheel nutteloosafgedankt worden. Geschiedt dit
dan zal Europa begrijpen dat Engeland alle verant
woordelijkheid op zich neemt en daarvoor volstrekt
niet terugdeinst.
Hoogerhuis. Den 21 stelde lord Thurlow eene
motie voor, verklarende, dat de nationale musea te
Londen des Zondags namiddags opengesteld moes
ten worden op het voorbeeld van Birmingham
Manchester en Dublin enzwaar de maatregel zeer
goed werkte en de musea druk bezocht werden. Lord
Shaftesbury stelde als amendement voor, de musea in
de week des avonds open te stellen. Hij bestreed het
gevoelen van lord Thurlow, dat de werklieden over het
algemeen de opening op Zondag verlangden. Met 46
tegen 38 stemmen werd de motie en zonder hoofde
lijke stemming het amendement verworpen.
Lagerhuis. Minister Fitz-Maurice deelde den
24 mede dat groote schepen het aan de Congo gele
gen Nokki kunnen bereiken en dat hij geen kennis
draagt van eene station der internationale afrikaansche
vereeniging in dat gebied. Hij ging in bijzonderheden
artikel 1 van het met Portugal gesloten verdrag na
waaruit blijkt, dat de met de hoofden der inboorlin
gen gesloten verdragen niet bevatten eene erkenning
van de souvereiniteit en geen verplichting om deze te
handhaven. Hij verklaarde geene mededeeling van de
fransche regeering over dit verdrag ontvangen te heb
ben en niet voornemens te zijn het met Portugal ge
sloten verdrag te laten varen. Minister Hartington
verklaardedat hij niets kon mededeelen omtrent de
voor de verdediging van Egypte en de oplossing van
het soedanesche vraagstuk benoodigde gelden. Hij ver
wachtte, zulks vóór Pascben te kunnen doen. Vervol
gens werd bij tweede lezing over het wetsontwerp
betreffende de herziening van het kiesrecht beraad
slaagd dat door den heer Manners bestreden werd.
FRANKRIJK. Den 23 had te Parijs eene verga
dering van revolutionairen plaats onder voorzitterschap
van Rochefort met het doel otrr aan de werkstakers
van Anzin een bewijs van ingenomenheid te geven.
Basly, vroeger mijnwerker, thans herbergier, de ziel
der werkstaking, was opzettelijk daarvoor overgekomen,
en betoogde, onder instemming met Rochefort, die juist
te Anzin geweest was dat de werkstaking veroorzaakt
was door de orleanistische eigenaars der mijnen met
geen ander doel dan om de mijnwerkers afkeerig te
maken van de republiek. Na vrij heftige bespre
kingen werd ten slotte eene motie van een oud
generaal der aanhangers van de commune aangenomen,
waarbij een beroep gedaan werd op de afgevaardigden,
die aan hun woord en hunne waardigheid hechtten, om
tusschen beide te komen ten einde aan de werklie
den brood te verscheen en de mijnen tot algemeen
eigendom te doen verklaren.
Den 23 is te Castres in plaats van een overleden
republikeinschen afgevaardigde tot lid der Kamer ge
kozen de heer Abriallegitimist, met 9205 stemmen
tegen 6508 op den republikeinschen kandidaat uit
gebracht.
Kamer. Bij de nieuwe behandeling van het door
den Senaat gewijzigde ontwerp der gemeentewet werd
den 20 door den heer Mazeron voorgesteld, vergunning
te verleenen om bij brief te stemmen. Yele kiezers
toch zijn bij voorbeeld gewoon, in het voorjaar te Parijs
te komen en kunnen die stad niet verlaten om op 1
Mei in hunne woonplaats te stemmen. Met het oog
op dergelijke kiezers wilde hij die vergunning geven.
Met 380 tegen 128 stemmen werd dit voorstel ver
worpen. Den 22 werd de door den Senaat aangenomen
bepaling, om de gemeenten te verplichten, aan te vullen
het bij de kerkvoogdijen te kort komende, verworpen
met 379 tegen 97 stemmen vervolgens werd de wet
naar den Senaat teruggezonden.
Het voorstel om de begrootingscommissie, in plaats van
door de afdeelingen in volle zitting bij eene lijst te be
noemen, zoodat elk lid eene stem zou uitbrengen voor de
geheeie commissie en op die wijze een einde te maken
aan de stelselmatige uitsluiting der rechterzijde, werd
niet in behandeling genomen. Dit besluit viel met
310 tegen 201 stemmen. Na dien uitslag kwam de
bonapartist de Cassagnac tegen de gevallen beslissing
op. De rechterzijde was uitgesloten, toen er nog geld
te verkwisten was en nu er niet meer te verkwisten
viel, wilde men zaken, welke het licht niet konden zien,
verhelen. Op de meerderheid zou de verantwoordelijk
heid daarvoor rusten. Trouwens de begrootingscom
missie verdiende haren naam niet langerzij moest
veeleer het syndicaat voor het bankroet der republiek
heeten. Nadat bij onder een vreeselijk geweld tot de
orde was geroepenwerd goedgevonden dat de ver
kiezing der commissie den 25 en niet den 22zooals
de president-minister wenschte, zou plaats hebben. Een
interpellatie van den heer de Lanessan over de mada-
gascarsche zaken werd tot den 24 verdaagd. Dien dag
gaf de heer de Lanessan een geschiedkundig overzicht
van het voorgevallene en veroordeelde de houding van
den heer Letimbe en admiraal Pierre. Deze beschou
wingen lokten verzet uit. Daarna bestreed hij eene
verovering van Madagascar en raadde hij het vestigen
van eenige koloniën en handelsinrichtingen aan. De
heer de Mun zeidedat alle partijen zieh moesten
vereenigen om aan de regeering de macht te verlee
nen, Frankrijk's onbetwistbare rechten te verdedigen.
Den 24 werden 16 oud-leden en 17 nieuwe leden
gekozen in de begrootingscommissie. De goedkeuring
der begrooting met groote meerderheid wordt zeker
geacht.
Senaat. Den 25 is de behandeling van het wets
ontwerp tot wederinvoering van de echtscheiding op
verzoek van den heer Naquet uitgesteld tot na de
Paaschvacantie.
GRIEKENL VND. De Kamer heeft den 22, in
weerwil dat de leden der oppositie zich onthielden
30 wetsvoorstellen aangenomen. Den 23 verlieten de
leden der oppositie de vergaderzaalverklarende dat
zij het ministerie voor de gevolgen verantwoordelijk
stelden. Minister Tricoupis keurde deze houding zeer af.
RUSLAND. De bladen melden, dat een onderzoek
aangevangen is naar de misbruiken in 1877 en 1878
DOOR
3)
Hij was op de knieën gevallen en wrong in wan
hoop de handenterwijl hij zijn redder smeekteom
hem te dooden. Deze schudde echter misnoegd het
hoofd antwoordende
„Dank je Yoor scherprechter wil ik niet spelen
zulke zaken moet men eigenhandig of in het geheel
niet doen. Indien gij mijn voorstel niet wilt aannemen,
dan zal u niets overblijven dan om verder te leven.
Ik wensch u daarbij zeer veel genoegen."
„O mijn God mijn God wat moet ik doen P Ik
smeek u help mij raad mij 1"
„Hoe zou ik u kunnen raden ik ken u in het ge
heel niet en weet nietwaarom gij zoo wanhopig
zijt
„Ik wil het u vertellen Ik ben de ongelukkigste
aller menscben 1 Gij hebt mij het leven gered u wil
ik mijne ellende mijne schande toevertrouwen 1"
De jonge man keek een oogenblik peinzend naar
den grond en zeide daarop
„Welnu, vertel maar! Een uur vroeger of later, dat
is hetzelfde. Wij zullen hier in de schaduw op het
gras gaan zitten dan kunt gij uw hart uitstorten en
wanneer ik u helpen of raden kandan zal het ge
schieden."
„Is het in de schaduw niet te koel voor ons met
onze natte kleoderen F Wij zullen koude vatten en eene
verkoudheid opdoen."
De jonge man begon luide te lachen, de zonderlinge
mengeling van prozaïsche bezorgdheid voor eene ver
koudheid en van diepe wanhoop amuseerde hem.
„Goed, ga dan in de zon zitten 1" zeide hij lachend,
„ik blijf hier in de schaduw, mij kan eene verkoudheid
niet meer schaden. En nu wij als lotgenooten die op
zulk eene zonderlinge wijze bij elkander gebracht zijn
zoo vreedzaam naast elkander zitten, wijd mij nu in de
duistere geheimen uws levens in. Gij zult een opmerk
zaam toehoorder aan mij hebben."
Hij was in de schaduw van een forsche beuk gaan
zitten terwijl zijn medgezel zich een steen tot zitplaats
had uitgezocht en zich door de gloeiende zon liet be
schijnen.
„Zoo drogen de natte kleederen het bestmeende
de zanger„wanneer men ze aan het lijf laat drogen
verliezen zij hun fatsoen niet." Hij beschouwde daarbij
met weemoedigen blik de druipende zwarte jasuit
welker lange smalle panden het water op het gras drup
pelde. Van de wanhoop en het berouwwaardoor
hij eenige oogenblikken te voren geheel werd beheerscht,
was geen spoor meer waar te nemen, zijn eenig denken
en streven was er op uitom zieh een aangenaam
plaatsje uittekiezendat goed geschikt was voor het
drogen zijner kleederen. Eindelijk vond hij er een
dat hem toelachte het lange bovenlichaam voorover
buigend, steunde hij de ellebogen op de knieën en den
kin in de beide handen. Hij scheen in deze houding den
eleganten jongen man eene zonderlinge carieatuur toe
van eene ongelooflijke leelijkheid. Een korten tijd bleef
hij in nadenken verzonken, dat doorzijn medgezel niet
werd gestoord toen begon hij op een huilend klagen-
den toon
„Ik ben mijn leven lang een ongeluksvogel geweest.
Zooals geen ander heeft God mij voor mijne zonden
gestraft en toch heb ik mij altijd moeite gegeven om
steeds vroom en gehoorzaam aan Gods geboden te leven,
zonder morren al troffen mij Gods beschikkingen ook
nog zoo zwaar O Heer mijn Godwaarom straft gij
juist mij uw trouwsten knecht
Hij kon niet voortgaanzijn toehoorder hield zich
de ooren vast en riep ongeduldig.- „Houd op! Niets
op de wereld haat ik zoo en vind ik zoo onverdragelijk
vervelend, als omwegen. Indien gij wilt, dat ik naar
u luister, dan moet gij mij kort, eenvoudig en natuur
lijk vertellen. Geen gevoelsuitingendie haat ik, een
eenvoudigkort duidelijk verhaal van de feiten 1"
„Waarvan het hart vol is, daarvan loopt de mond
over 1" antwoordde de zoo barsch in zijne fraaie rede
voering gestoorde spreker. „Ik weet nietof ik mijne
woorden altijd meester zal zijnmaar ik wil het be
proeven uit achting voor u den redder mijns levens.
Een ongeluksvogel ben ik altijd geweestmijn naam
reeds was voor mij een ongeluk niet mijn voornaam
Godlieb dien ik in den heiligen doop ontvangen heb,
maar mijn van PechmayerIk zie altijd een spot
tend lachje op de lippen van dengenedie dezen voor
het eerst hoort reeds als knaap werd ik om mijn
naam bespot en zoo is het gebleven tot op den huidi-
gen dag. Maar ik wil niet klagenhet is eene be
schikking van den Heer dat ik zulk een naam erven
moest, en wat de Heer doet, is welgedaan. Wat ver
mogen wij dwaze zwakke menschenkinderen
„Haltvriend Pechvogel of Pechmayer 1 Gij praat
u zelf weder voorbij Geen preek
„Ik houd al op 1" antwoordde Godlieb Pechmayer,
snel weder in zijn gewonennuchteren verhaaltoon
overgaande. „Mijn vader was predikant te Wilhelms
hagen. „Ik heb hem nauwelijks gekend, hij stierf, toen
ik nog geen zes jaren oud wasmijne moeder is bij
mijne geboorte gestorven toen nam een broeder van
baar my in zijn huisof liever, hij hield mij in huis
want hij kreeg de betrekking mijns vaders te Wilhelms
hagen. Hij zeidedat hij om Godes wille zich het lot
van den wees aantrok maar mij heeft hij nooit liefde
Letoond als klein kind moest ik het kleine stukje
brood reeds verdienen met het hoeden van de
ganzen en later van de schapen. Evenals de andere
kinderen van het dorp werd ik naar de dorps*
school gezonden zoodra ik echter thuis kwam moest
ik voor mijn oom werken zooveel mijne krachten het