Bumculanb.
verraad in den slag bij Alfayah verdacht waren door
den krijgsraad schuldig bevonden en ter dood gebracht
waren. Van den Witten Nijl was eene groote hoeveel
heid levensmiddelen aangekomenterwijl de opstande
lingen te Alfayah gebrek leden en hongersnood voor
zagen. Twee afgezanten van den valschen profeet waren
te Khartoem aangekomen met het zwaard in de hand
verklarende dat hij weigerde Gordon als Sultan van
Kordofan te erkennen en hem aanraadde muzelman te
worden. De europeesche gevangenen werden goed be
handeld.
Spionnen deelen mede dat Osman-Digma met 1000
man waaronder vele stamhoofden, nabij Tamanid ge
legerd is en zich gereed maakt de bevriende stammen
aan te vallen. In den nacht van den 31 op den 1 was
eene vijandelijke afdeeling tot op een mijl afstand de
stad genaderd en had zich van een convooi met levens
middelen meester gemaakt. Mahmoud-Ali was met 100
man ter vervolging der vijanden uitgetrokken. In de
stad heerschte ontevredenheid over het vertrek der
engelschen.
MEXICO. Het congres werd den 1 geopend. In
de rede van den president werd gezegd dat de be
trekkingen met het buitenland van vriendschappelijken
aard waren en dat de ineensmelting der nationale bank
met de handelsbank voltooid wasmaar dat de re
geling der engelsche schuld nog geheel onbepaald was.
STATEN-GENEEAAL.
Tweede Kamer.
De commissie uit de 2e Kamer, die den 22 Dec. 1882
belast werd met het onderzoek van het regeeringsverslag
over de verrichtingen in zake het armwezen over
1880 heeft den 31 verslag uitgebracht. Zij heeft aan
leiding gevonden om haar oordeel uit te spreken over het
beginsel, waarop de regeering de aandacht vestigde, om
geen onderstand te verleenen maar werk te verschaffen
aan hen, die werken kunnen, door sommige armbesturen,
vooral in Friesland, meer en meer in toepassing gebracht.
De meerderheid was met de regeering van oordeel
dat de behandeling dezer besturen navolging verdiende.
Daardoor toch wordt hij die geen werk kan krijgen
en dus genoodzaakt is, zijne toevlucht tot de armenkas
te nemen in de gelegenheid gesteld, zijn eigen brood
te verdienen. De minderheid meendedat werkver
schaffing van wege het gemeentebestuur als regel, zoo
als in Friesland geschiedtis af te keurenomdat
daardoor de meening ontstaatdat zij tot de regee-
rings-plichten behoort. Bovendien meende zij, dat de
armenzorg zooals die in Friesland wordt verrichter
noodzakelijk toe leiden zou, om de bemoeiing der instel
lingen van liefdadigheid in dezelfde mate te doen afne
men, als de staatszorg zich in dat opzicht zal uitbreiden.
Ook daarom wenschte zij het friesche voorbeeld niet
ter navolging aan te bevelen. Zij heeft zich tot deze
eenige beschouwing bepaaldbestaande haar verslag
overigens uit een kort overzicht van de gedane mede-
deelingen. Zij stelt voor om onder dankbetuiging aan
de regeeringhaar verslag voor kennisgeving aan te
nemen.
Den 1 werd bij de voortgezette behandeling van het
voorstel van den heer Eutgers van Eozenburg tot aan
vulling der wet van 29 Juli 1881, betreffende het ka
naal Amsterdam—Merwededoor den heer Oorver
Hooft gezegddat zijne bezwaren door den voorstel
ler niet opgelost waren.
voor een korten tijd was Frits Gelukskind werkelijk
gelukkig hij meende dat zijne schoolkameraden van
hem hielden hij zelf hield veel van hen totdat het
toeval hem een gesprek deed afluisteren en hem de
oogen opende. Het was van twee zijner medescholie
renjuist de beiden, van wie hij het meest hield, die
hij voor zijne beste vrienden hielddie zich het meest
bij hem aansloten. Uit ieder hunner woorden sprak
gloeiende haat en lage afgunst tegen den bevoorrechten
makker 1 Frits Gelukskind had genoeg gehoordhij
verkwistte aan de kleine ellendelingen zijne liefde en
zijne geschenken niet meer en van dat oogeublik af
deden zjj zich in hunnen waren aard kennen. Zij ver
volgden hem met logens en laster, ieder vrij uur had
hij vechtpartijen maar hij behield steeds de overhand,
want hij was sterk en vlugiederen slag gaf hij dubbel
terug, bovendien kozen de onderwijzers zijne partij
zoodat zij na iedere vechtpartij niet hem maar zijne
aanvallers straften. Hij was en bleef het gelukskind
en toch gevoelde hij zich niet gelukkig, want hij stond
eenzaam, alleen tusschen zijne medescholieren.
Hij legde, eerst zestien jaren oud, het schitterendste
eindexamen af, ging naar de hoogeschool en studeerde,
dat wil zeggen hij fladderde van de eene wetenschap
naar de anderehij behoefde zich op geen moeielijke
vakstudie toeteleggen, want hij was zelf reeds rijk door
het erfdeel zijner moederen bovendien de eenige
zoon van een schatrijk man die hem alles behalve
liefde schonk. Evenals op de schoolwas Frits Ge
lukskind op de hoogeschool het troetelkind der fortuin.
Hetgeen hij onder handen nam, gelukte hem. Hij was
de beste vechterde meest onvermoeide zwemmer de
koenste rijder, hij werd door allen bewonderd en benijd!
Hij had op de school geleerd de smartelijke erva
ringen daar opgedaan waren niet voor hem verloren
gegaan. Hij deelde weder met volle banden zijn geld
uitnatuurlijk vond hij ook weder talrijke vleiers en
vrienden maar hij wistwat deze waard waren. Hij
verachtte nu de groote kruiperszooals hij vroeger het
de kleine had gedaan maar hij was nu te verstandig,
om het te laten bemerken. Hij wilde niet alleen staan,
dat was te vervelend. Hij wilde het leven genieten
daartoe had hij vroolijke overmoedige makkers noodig,
en hij kocht zich die voor zijn geld. Met volle teugen
genoot hij alle genoegens van het studentenleven bij
was steeds omgeven door eene jubelende schaar zooge
naamde goede vrienden en toch gevoelde hij zich vaak
troosteloos eenzaam en ongelukkig.
Wordt vervolgd.
De heer "W" i c h e r s betoogde, dat het plan-Eutgers
voor de scheepvaart groote voordeelen had boven het re-
geerings ontwerpen eveneens voor de verdediging.
De heer W intgens was tegen het voorstel-Eutgers
en tegen het onteigeningsontwerpomdat de toestand
der geldmiddelen verbood voort te gaan met groote
werken en stellig met het kanaaldoor Amsterdam
niet gewenscht. De minister van oorlog be
toogde de voordeelen van het regeeringsplan voor de
verdediging. De heer S e r e t was voor het voorstel-
Eutgers en hoopte dat het tot bevrediging kon strek
ken. Ook vroeg hij, of de regeering het bij aanneming
zou uitvoeren. De heer Tak betoogde de voordeelen
bij de uitvoering van het plan-E u t g e r s dat althans
voor een deel het Merwede-Kanaal bruikbaarder maakte.
De rechten van de Vechtstreek kende hij nietin elk
geval werden ze allereerst door de regeering zelf
miskend. De heer T. Mackay had bezwaren tegen
het voorstel-Eutgers.
Nadat verschillende sprekers nog het woord gevoerd
haddenwerd het geheele wetsontwerp aangenomen
met 50 tegen 22 temmen, door welke beslissing het re-
geeringsontwerp Oude VechtVaartsche Eijn verviel.
Met 64 tegen 4 stemmen werd aangenomen het
wetsontwerp tot onteigening voor den aanleg van het
Merwede kanaal (gedeelte Utrecht tot de Lek.) De
behandeling van het daarna aan de orde zijnde wets
ontwerp tot onteigening (gedeelte van den St. Antho-
niedijk tot de Oude Vecht te Nigtovecht) werd op
voorstel van den heer B a s t e r t met 36 tegen 33
stemmen tot den volgenden dag aangehouden. De
heer D i r k s had een amendement voorgesteld dat
de heer Bastert eerst wilde laten drukken. De
minister van waterstaat had uitstel onnoodig
geacht, omdat het plan vastgesteld was in overleg met
het gemeentebestuur van Amsterdam en hij bereid was,
met dat gemeentebestuur later nog in onderhandeling
te treden.
Daarop verklaarde de heer B u m a in te trekken zijn
wetsvoorstel betrekkelijk de droogmaking van de Zui
derzee doc-h de volgende motie voor te'stellen „de
Kamer spreekt den wensch uitdat van wege de re
geering omtrent de mogelijkheid van de droogmaking der
Zuider- en Lauwerzee een nader onderzoek worde in
gesteld." De voorzitter stelde voor, haar te doen
drukken en den dag van beraadslaging nader te bepa
len. De heer van der Feltz was voor dadelijke be
handeling. De heer B u m a vroeg uitstel. Het voor
stel tot dadelijke behandeling werd aangenomen met
42 tegen 25 stemmen. De heer B u m a lichtte zeer
breedvoerig zijne motie toe en stelde de noodzakelijkheid
en doelmatigheid der droogmaking in het licht, zoowel
met het oog op de groote uitgestrektheid grond, daardoor
aan te winnen als om het tegengaan der gevaarlijke
vloeden in de Zuiderzee. Hij deed uitdrukkelijk uitkomen,
dat tot heden geen overwegende bezwaren tegen het
werk ingebracht waren. De minister van water
staat erkende het geniale van het plan-Bumamaar
vond het tevens zeer kostbaar. Met het oog op den
toestand der geldmiddelen zou de minister enkel dan
het plan durven aanraden, indien de zekerheid bestond
dat onder de duizenden bunders zand die werden in
gedijkt, een paar bunders goud gevonden werden. De
heer B u m a hoopte datnu de regeering het onder
zoek niet schijnt te willen zij toch haar aandacht zal
blijven wijden aan de zaak. Hij trok zijne motie in
daar zij geen kans van aanneming had.
De heer B e r g s m a kondigde een interpellatie aan,
nopens de aanbesteding, in de staatscourant van den 1 aan
gekondigd, omtrent het ophoogen en aanleggen van terrei
nen en het opstellen van bouwfragmenten in het rijks mu
seum te Amsterdam, en de heeren de Vos, W. K.
van Dedem, Wybenga, van Eysinga,
Zylker en Schepel, kondigden samen een inter
pellatie aan over de maatregelen tot uitroeiing der
longziekte in het spoelingdistrict. Na eenige beraad
slaging, waarbij de heer Ta k de wenschelijkheid betoogde,
om niet altijd de beraadslaging over het toestaan van
interpellatiën te verdagenwerd besloten dat de
voorzitter den 2 een beslissing zou voorstellen omtrent
het toelaten van beide interpellatiëD.
Den 2 werd het amendement van den heer Dirks na
bespreking door de heeren Oldenhuis, Grata-
ma, Eutgers, den ministervanwaterstaat
en den voorsteller, ingetrokken, nadat de minister
een kleine wijziging in het artikel gebracht had, waar
door de richting van het kanaal vlak bij Amsterdam in
het midden werd gelaten en aan de regeering de ge
legenheid gegeven werd de zaak nog eens na te gaan.
"Vervolgens werd met 59 tegen 4 stemmen goedgekeurd
het wetsontwerp tot goedkeuring der internationale
overeenkomst tot bescherming van den industriëelen
eigendom dat door den heer W" i n t g e n s bestreden
werd die in dit ontwerp eene zijdelingsche poging zag
tot wederinvoering der in 1869 afgeschafte octrooien.
De heerV erniers van der Loeff, die Nederland
vertegenwoordigd had op de bijeenkomst voor deze zaak in
het buitenland, antwoordde, dat hiervan geen sprake was.
Uit de besprekingen bleek nog, dat Engeland ook toegetre
den was tot deze overeenkomst en dat Zwitserland, dat ook
de octrooien afgeschaft had, mede toegetreden was. Met
56 stemmen tegen 1 werd in die zitting nog aangeno
men het voorstel van 4 leden tot wijziging van het
reglement van orde voor de behandeling der wetsont
werpen strekkende tot invoering van het wetboek van
strafrecht. Tot leden der commissie voor het onder
zoek werden door den voorzitter benoemd de heeren
van Blom KistA. Mackay, Euys en van der Werk.
Het staatsblad No. 38 bevat een kon. besluit van
den 19 Maart, tot vernietiging van het besluit van den
raad der gemeente Goes van 14 December 1883, waarbij
de heer L. G. Kakebeeke benoemd werd tot lid der
commissie van voorlichting bij het opmaken der ko
hieren van den hoofdelijken omslag op grond dat aan
die benoeming deel genomen hebben de raadsleden
Jhr. M. J. de Marees van Swinderen en C. E. Massée,
die indertijd bij de aanvaarding hunner betrekking ge
weigerd hebben de voorgeschreven eeden of beloften
af te leggendat de voorzitter van den raad toen na
gelaten heeftzich te verzekeren, of die heeren daar
mede wilden te kennen gevendat zij behoorden tot
eene gezindheidwier leer het eedzweren verbiedt eu
hun veroorloofd heeft zitting te nemen na aflegging
van verklaring en beloftedat die heeren later heb
ben verklaardde een niet tot eenige godsdienstige
gezindheid (kerkgenootschap) te behoorende ander,
zich nimmer by eenig kerkgenootschap aangesloten te
hebbendat die raadsledenin die omstandigheden
zitting nemende na het afleggen van de bij art. 39 der
gemeentewet bedoelde verklaring en belofte beschouwd
moeten worden, hunne betrekking van raadslid niet te
hebben aanvaard overeenkomstig het voorschrift der
wetdat het deelnemen dezer heeren aan die stem
ming daarop van invloed heeft kunnen zijn, omdat de
benoeming geschied is met 4 van de 7 stemmen.
Een echtpaar te Botterdam is den 29 des
avonds door eene vergissing vergiftigd geworden.
De vrouw kocht dien dag bij een drogist wat gezegen-
den distel doch nam bij vergissing een zakje mede
waarin zich voor een asthma-lijder bestemde kruiden
bevonden. Deze kruiden moesten door den lijder ge
rookt worden, doch waren voor inwendig gebruik zwaar
vergift. Vóór het naar bed gaan dronken man en
vrouw een kopje van het aftreksel dier kruiden met
het gevolgdat beiden ernstig ongesteld werden. De
vrouw is reeds overleden.
De arrondissements rechtbank te 's Gravenhage
heeft den 31 een reeds uit den dienst ontslagen poli-
tie-agent tot 6 weken celstraf veroordeeld, wegens het
mishandelen van een burger in de uitoefening zijner
bedieningzonder dat deze daartoe aanleiding had
gegeven.
De gemeenteraad van Tiel heeft den 31, op
voorstel van burg. en weth., in het ontwerp-reglement
van de bank van leening op verlangen van den mi
nister van binnenlandsche zaken de rente van 15"I
voor beleende panden boven de f 50 verminderd op
12°l0 en verder bepaald dat de rentestandaard iedere
5 jaar zal worden herzien zoodat de verpachting ook
slechts voor 5 jaren zal geschieden tevens werd dien
dag besloten de kleeuing van onvermogende schutters
voor rekening van de gemeente te nemen.
Een 2jarig knaapje viel den 31 uit de tweede
verdieping van een perceel in de Utrechtsche dwars
straat te Amsterdam en was dadelijk dood.
Enkele sociaal-democratendie ook onder de
Scheveningers het orgaan van hun bond Recht voor allen
trachtten te slijten, ondervonden den 31 van een deel
der vi8schersbevolkingmeerendeels kinderen, een vrij
onbeleefd onthaal zij werden uitgescholden en nage
schreeuwd en waren zelfs genoodzaakt ook op verzoek
der politiezich zoo spoedig mogelijk in de richting
van Den Haag te verwijderenwaardoor verdere bal
dadigheden zouden worden voorkomen.
Den 1 is des voormiddags elf ure te Helder eene
bakkerij afgebrand. Wegens gebrek aan water werd
de blussching zeer bemoeielijkt.
Het bouwen eener school met onderwijzerswoning
te Muiden is den 2 voor f 19300 aanbesteed aan de
heeren C. Krook en A. Oostmeyer te Amsterdam.
Den 2 is te Amsterdam aanbesteed het herstellen
der brandschade aan helling No. 5 en daarmede in
verband staande werken op 's rijks marinewerf aldaar
aan den laagsten inschrijver, den heer L. Leibbrand
voor f 17915.
Den 2 werd te 's Gravenhage aanbesteed 1. het
onderhoud en herstel der werken aan den Hoek van
Holland van 1 Mei 1884 tot en met 30 April 1885.
Earning f 175600. Laagste inschrijver A. Volker Lz.
te Sliedrecht en P. A. Bos te Gorinchem voor 162000.
2. het onderhoud en herstel der landsgebouweu te
's Gravenhage gedurende 1884. Earning f 53375. Laag
ste inschrijver Tom en van Bergen Henegouwen te
's Gravenhage voor f 53150.
In de nuts-epaarbank te Haarlem werd in 1883
in 6707 posten f 179,478,51% ingebracht en in 2772
posten f 175,743,25 terugbetaald. Op 1 Januari 1883
was zij aan de deelhebbers 723,159,37% en op 31 De
cember 1883 f 748,858,26 schuldig. Dereserve klom tot
f 52,704.30%. Het geheele kapitaal der bank, groot
801,562,56%, bestond op 31 December uit ƒ136,000
le hypotheek op landerijen tegen niet meer dan
van de waarde f 24000 beleening en f 631,500 pro
longatie op effecten f 8398,10 in rekening courant
met makelaars, f 180 meubelen en 1484,46$ kasgeld.
Het Dagblad van Zuidholland en 's Gravenhage
keer over 1883 13°/0 uit.
Blijkens het verslag der gemeente-reiniging te
Kampen over 1883 waren op 1 Januari 1884 3448
«isseltonnen geplaatst. 5810 Kub. el compost werd
bereid zij werd verkocht voor f 3,75 per kub. el. De
ontvangstenbegroot op f 23380beliepen werkelijk
23505,79$de uitgaven bedroegen daarentegen
f 28,622,73.
Het dagblad de Tijd is voor f 220,000 in eigen
dom overgegaan aan het lid der 2e Kamer, den heer
Vermeulen die reeds sedert een paar jaren tot dat
blad in betrekking stond. Het zal op denzelfden voet
voortgezet worden.
De rijtuigmaatschappij te Amsterdam die op 31
December 1883 215 paarden185 rijtuigen en 8 kar
ren bezat, keert over 1883 2°/0 uit. De winst- en
verliesrekening bedroeg f 40606,48 waarvan f 20600
werd afgeschreven voor verlies over 1882. De voeding
kostte f 0,90 per paard daags tegen f 1,03 in 1882
welke gunstige uitkomst voor een deel verkregen werd
door de voordeelige exploitatie van 34 bunders klaver-
land in den IJpolder.
Te Schiedam is men begonnen met het leggen
der buizen voor de waterleiding.
Tot stations-chef te Hoorn is benoemd de heer L.
Feekes thans hoofdambtenaar aan de controle der Holl.
Spoorwegmaatschappijvoormalig stations-chef van de
nieuwe vaart en rietlanden te Amsterdam.
Te Oudendijk is door den heer H. Stam een
kalf, tien weken oud, voor f 400 verkocht aan ame-
rikaansche kooplieden.
Ie