No. 42.
Zes en tachtigste Jaargang.
1884.
ZONDAG
Wat doet gij hier
6 APRIL.
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
EERSTE BLAD.
PrijB der gewone Advertentiën;
ÏSuitenlAttb»
ALkHAABSCHE (((HIAAT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door
het geheele Eijk f 1,
De 3 nummers O 06.
Per regel f 0,15. Gtroote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HEEMs. COS-
TEE ZOON.
Die vraag werd door een Arabier aan de Engelsche
bevelhebbers gedaan na de groote slachting onder zijn
landgenooten aangericht. Wat doet gij hier Wat
hebben wij met u te doen? Wij wilden vechten tegen
de Egyptenaren en de Turken maar niet tegen de
Engelschen. Het doet pijnlijk aan zulke woorden
te lezen. Veel ellendeook oorlogsellende schijnt in
den tegenwoordigen stand der beschaving en der onder
linge verhouding tusschen de volken nog even onver
mijdelijk als eeuwen geleden; maar van hoeveel ellende
schuilt daarenboven de oorzaak in dwaling, misverstand,
slecht beraad en verkeerd beleid! Was dit bij voorbeeld
niet het geval met den oorlog van Engeland tegen de
Transvaalsche Eepubliek Maar een schoon en nog al
tijd zeldzaam feit in de geschiedenis is het tevens ge
weest dat Engeland zelf dit heeft ingezien en erkend,
en daarom den weg der onderhandeling heeft ingeslagen.
Het blijft de tegenwoordige Britsche Eegeering tot eer
verstrekken, dat zj den nationalen trots heeft getrot
seerd, en geen gehoor heeft gegeven aan den eisch tot
herstel van de eer der vlag, tot uitwissching van de
door haar ontvangen smetvan de schande der neder
laag in het bloed van den vijand voordat van onder
handeling en vrede sprake mocht zijn. Daartoe behoort
groote zedelijke kracht, vastheid van beginsel, die voor
geen vooroordeel en geprikkelden volkswaan uit den
weg gaat en men deed daarom ook in Nederland beter
dit te erkennen en op verdrag en verzoening te wijzen
als den weg der toekomst, dan zich tegenover Engeland
in vijandigen zin uit te laten en toejuiching uit te lok
ken door de oorlogstrompet te steken. Ongetwijfeld,
de vermeestering van den Spitskop was een schoon
wapenfeithet kloek en vastberaden verzet der Trans
vaalsche mannen was een blijk van echten vrijheidszin.
Dat behoeft niet lafhartig verzwegen maar kan open
lijk erkend en geroemd worden nu de afgevaardigden
onzer broederen in afkomst en taal ons vaderland be
zoeken maar het kan geschieden zonder Engeland te
kwetsen het kan geschieden met waardeering van den
vroegeren vijand die verklaart geen vijand geen te
genstander meer te zijn. De Engelsche Eegeering'heeft
ook ten aanzien van hare gedragslijn in Zuid-Atrika
met een krachtige oppositie te worstelen en het ligt
allerminst op onzen weg het kan niet zijn in het belang
der Transvalere zeiven, aan die oppositie nieuwe wapenen
in de hand te geven door steeds de oorlogsbanier te zwaaien
en op lateren wapenstrijd te zinspelen, alsof dit het eenige
middel ware om de nog bestaande geschillen uit den
weg te ruimen. Er bestaat feitelijk aan de Kaap zoowel
een Engelsch als een Hollandsch elementin verzoe
ning en samenwerking van beide ligt het streven van
den tegenwoordigen tijd de hoop der toekomst. Beide
zijn geroepen in goede verstandhoudingin nauw ver
bond met elkander in die gewesten het werk der be
schaving te verrichten, zooveel mogelijk samen te smel
ten en tot grooter onafhankelijkheid, ook van Enge
land, op te groeien. Vriendschappelijke bespreking
van wederzijdsche grieven en begeerten, onderling over
leg is de weg die thans is ingeslagen. Ontegenzegge
lijk blijft de mogelijkheid bestaan dat langs dien weg
het doel niet wordt bereikt en nieuwe botsingen ook
bloedige botsingen later opnieuw onvermijdelijk worden;
maar zoolang dit niet blijktzal toch wel de weg des
vredeswaarop nog nauwelijks de eerste schreden zijn
gezet, de voorkeur verdienen en wenscht men ernstig
met dien weg de proef te nemen dan is een uiting
van vertrouwen in den goeden uitslag van hoop op
onderlinge bevrediging, de toon die ook in Nederland te
genover de Transvaalsche mannen behoort te worden
aangeslagen.
Wat doet gij hier? vroeg de verslagen Arabier aan
den overwinnenden Engelschman in Egypte. Is die
vraag voor Engeland wel gemakkelijk te beantwoorden
Ongetwijfeld Engeland neen Europa maar Enge
land dan toch in de eerste plaatskan Egypte niet
aan wanorde en regeeringloosheid prijsgeven. De weg
naar Indië, de weg door het Suez-kanaal en de Eoode
zee mag niet onveilig gemaakt worden door woeste
Arabische volksstammen en ook het leven en de be
zittingen der tienduizenden Europeanen, die zich in het
land van den Nijl hebben neergezet in de schaduw der
vlaggen van verschillende Europeesche mogendheden
hebben aanspraak op veiligheid en ordemaar heeft
Engeland den rechten weg ingeslagen om dit doel te
bereiken In Egypte steunt het den Khedive en zijn
gezagen vindt het bij gevolg medewerking van het
regeerend stamhuis en de Turksche pacha'sdie aan
dat stamhuis hun invloed en aanzien te danken hebben;
maar het eigenlijke volk stond aan de zijde van Arabi-
pacha, die door Engeland is verslagen, en sluit zich alzoo
niet bij den vreemdeling aan. In Soudan zijn de Arabieren
in opstand gekomen tegen Egypte en zijn Turksche
overheerschers door wie het in het begin dezer eeuw
is veroverd. Engeland zendt generaal Gordon der
waarts en decreteert dat bet land vrij is, onder zijn
eigen sjeiks en de Mahdi sultan is van Kardofan
maar te gelijker tijd strijden Arabieren onder andere
Sjeiks met den moed der wanhoop tegen de Engelschen
aan de Eoode Zee, in wio zij blijkbaar de bondgenooten
der Turken en der Egyptische Eegeering zien. Men
zou zeker te ver gaan, indien men dezen hopeloos ver
warden toestand en zijn treurige gevolgen met al hun
gewicht voor rekening van de Engelsche Eegeering liet
komen. Er zijn tal van verzachtende omstandigheden.
Onvoorziene en bezwaarlijk te voorziene gebeurtenissen
slepen ook hem, die met de beste bedoelingen tusschen
beide komt mede en brengen hem niet zelden waar hij
niet wezen wil in hoogst moeilijke omstandigheden
waarin hij handelen moet naar den eisch van het oogen-
bhk. Maar daartegenover staat toch ook, dat de hou
ding van Engeland van den beginne at aan niet dui
delijk is geweest. Het is begonnen met eischen te stel
len en geweldadig op te treden voordat er overlegd
en onderhandeld is. Zijn standpunt tegenover de Porte
is nooit duidelijk geweest. Aan den Hellespont en de
Zwarte zee steunt het de Turken, en daardoor kan
het moeilijk in Egypte zijn tegenstander zijn. Ten slotte
loopt het gevaar aan den Nijl geenerlei bijval en aan
sluiting te vicden bij eenig nationaal element en dat
maakt zijn taak bij uitstek zwaar. Er schiet niets an
ders over dan dat Engeland de leiding der zaken op
zich neemt en middeljk of onmiddelijk bestuurtmaar
de moeilijkheden en bezwaren aan dat werk ver
bonden, eischen de uiterste krachtsinspanning, als men
de geheele bevolking tegen zich heeft, of althans met
achterdocht en wantrouwen wordt bejegend.^ Zelfs
Gordon schijnt te Khartoem in gevaar en door vijandige
stammen omringd te zijn. Zal m ;n er ia s'agen, de be-
bevriende stammen aan zijn zijde houden, door andere
te doen volgen en zoo ten slotte zich het overwicht te
verzekeren of zal alles door geweld van wapenen moe
ten worden verkregen
Wat doet gij hier vragen de Chineezen in Tonkin
aan de Eranschen en op Madagascar wordt hun de
zelfde vraag gedaan. De eereblijken voor de heldhaf
tige bevelhebbers zijn reeds ter beschikking van do
Eegeering gesteld maar het werk is nog niet afge-
loopen het gewenschte resultaat nog niet verkregen.
Hoe de moeilijkheden, die zich blijven voordoen, over
wonnen zullen worden ot' wellicht nog een zwaarder
strijd te wachten isof de einduitslag bevredigend
geëvenredigd aan de opofferingen en een blijvende winst
voor Frankrijk zal zijn is nog onzeker.
Wat doet gij hier vragen de Eranschen op hunne
beurt aan de Congo-expeditie die de Internationale
Afrikaansche Maatschappij met de hulp van België
heeft ondernomen aan de Westkust van Afrika. Ter
wijl de expeditie door hare voorstanders wordt geroemd
als een werk des vredes in het belang van den alge-
meenen handel en de algomeene beschaving verwijten
de Eranschen aan Stanleyhet hoofd der expeditie
dat hij gewapender hand het land tracht te veroveren,
de inboorlingen laat dooden en de dorpen verbranden,
dat het Belgische geschut zijn stem laat hooren
dat tal van slaven worden gekocht en de overwonnen
stammen worden gedwongen slaven te leveren als oor
logschatting. Zoo luiden de brieven van Franschen
afkomstig. Volgens die brieven kiezen dan ook hier
en daar de inboorlingen tegen de Internationale Maat
schappij partij en weren de agenten van Stanley, door
de Eransehe vlag te hijsehen. Het spreekt van zelf
dat de mannen der Congo-expeditie dit alles ontkennen
en zoo zal ook in deze streken de naijver der beide
mededingers nog meermalen geschillen en verwikkelin
gen doen ontstaan die de diplomatie der belangheb
bende staten in bewegiDg zullen brengen.
Wat doet gij hier? vraagt nog altijd de Atjeher aan
den vertegenwoordiger van het Nederlandsch gezag, en
hij legt zich in hinderlaag j of overvalt den indringer
op een zwak puntom hem af te matten en zoo mo
gelijk te nopen om het in bezit genomen terrein te
verlaten of hem het verder doordringen te beletten.
Maar aan een aftocht valt niet te denken en een on
derwerping van het geheele land door verwoesting te
vuur en te zwaard ligt ook niet op den weg van een staat,
die niet gekomen is om een tuchtiging toe te dienen, maar
om te blijven en het leidend en besturend gezag te
wordendaargelaten nog de vraag of het binnen de
grenzen ligt van zijn macht. Zoo blijft het afmattende
en ontzenuwende van een toestand van onveiligheid
van heimelijke aanvallen van voortdurende waakzaam
heid afweren van gevaren tochten tot opsporing en
verdrijving van terugwijkende en verdwijnende benden
over, en met gespannen aandacht volgt de Nederlander
den loop der zaken, die, helaas, tot nog toe zoo weinig
bevredigende uitkomsten oplevert.
BELGIE. De Kamer heeft den 2 in behandeling
genomen het rapport der commissiedie van 31 Mei
1880 tot 31 December 1883 met het onderzoek naar
de schoolwet belast is geweest en daarover 5804 ge
tuigen gehoord heeft. Om zich op de hoogte te stel
len van de vruchten die het onderwijs draagt, heeft
zij in 1882 en 1883 de miliciens dier jaren onder
vraagd. De eerste sprekerde heer Bouvierbegon
met de beschuldigingen te weerleggendoor de cleri-
cale pers geuit omtrent sommige punten in de bere
kening van vergoeding van onkosten der commissie
leden. Hij achtte deze handelwijze zeer kleingeestig
en meende, dat de rechterzijde beter zou doen, de feiten
te weerleggen, door de commissie aan den dag gebracht
betrekkelijk de handelwijze der geestelijkheid,
DUITSCHLAND. De Keizer moet zijne kamer
houden als licht ongesteld, tengevolge van gevatte koude.
Den 4 was hij na een rustigen nacht iets beter.
ENGELAND. Den 2 kwam het lijk van den her
tog van Albany met een buitengewonen trein te Parijs
aan. De engelsche gezant vergezelde den prins van
Wales naar Cherbourg waar het lijk na door de
admiraliteit ontvangen te zijn door engelsche marine
officieren aan boord van de Osborne gedragen werd.
Den 2 ontstond te Londen in de uitgeverswijk Pater-
nosterrow brand in de drukkerij der heeren Pardon en
Zoon die weldra de aangrenzende huizen aanstak en
eene ware vuurzee deed ontstaan. 16 Stoombrandspui-
ten en 12 gewone spuiten waren op verschillende
plaatsen om bet brandende blok huizen in werking
terwijl 400 politie-agenten de orde handhaafden. Er
was gelukkig overvloed van water. Een groot deel van
Londen was schitterend verlicht en duizenden menschen
waren op de trappen der in de nabijheid gelegen
kathedraal van St. Paul aanwezig, om den brand gade
te slaan. De bevelhebber der brandweer leidde zelf de
blussching.
Lagerhuis. Minister Hartington antwoordde
den 3 aan verschillende sprekersdat de regeering
niet voornemens was, troepen naar Berber of Khartoem
te zenden. Hij erkende echter, dat zij voor de veilig
heid van generaal Gordon verantwoordelijk was. Werd
zijne veiligheid bedreigd, dan moest hem hulp verleend
worden. Hij was voor de ontruiming van Soedan. Over
de militaire en geldelijke maatregelen en over de staat
kunde verder in Egypte te volgen weigerde hij zich
uit te laten. Soeakim zou een egyptisch garnizoen
krijgen maar tot aan de volkomen regeling zou eene
kleine engelsche macht in die stad gelaten worden
ondersteund door de matrozen aan boord der oorlog
schepen.
Minister Gladstone zeide dat het onderzoek van het
punt der egyptische geldmiddelen afgeloopen was, maar
dat hij geen besluit openbaar kon maken omdat ook
andere mogendheden daarbij betrokken waren.
EEANKEIJK. De commissie uit |]de Kamer voor
bet suiker onderzoek heeftna de ministers Ferry en
Tirard te hebben gehoord het regeeringsvoorstel met
6 tegen 5 stemmen aangenomen.
Senaat. Den 3 werd bij de beraadslaging over
het wetsontwerpregelende de wijze van verkiezing
der leden van den gemeenteraad te Parjjsmet 136
tegen 115 stemmen beslotendat zy gekozen zouden
worden in de arrondissementen en dat het getal der
leden evenredig zou zijn aan dat der kiezers.
NOOEWEGEN. Het nieuwe ministerie is den 3
tot stand gekomen. De heeren Sweigaerd en Loe-
venskiold zijn tot Staats-ministers benoemd de eerste
zal in Christianiade laatste in Stockholm verblijf
houden. De heer Bangoverste Dahlprofessor E.
Hertzberg en de heer Eeimers zijn tot staatsraden
benoemd. De heeren Johansen en Hertzberg blijven
tijdelijk als staatsraden.
ITALIË. De heer Depretis stelde den 3 het nieuwe
Kabinet aan de Kamer voor verklaarde het programma
van Stradella te zullen volgen en sprak de verwachting
uitdat hij door de Kamer gesteund zon worden. Hij
diende een wetsontwerp in waarbij de aanstelling van
een minister-presidenteen minister voor de posterijen
en de telegrafievan onder-ministers en van een raad
voor de schatkist wordt voorgesteld.
SPANJE. De nieuwe verkiezingen voor de afge
vaardigden zijn op den 27, die voor de Senaatsleden
op den 8 Mei bepaald. De bijeenkomst der wetgevende
macht is op den 20 Mei vastgesteld. Dan zal alleen
behandeld worden de begrooting. De met verschillende
rijken gesloten handelsverdragen komen eerst in de
najaarszitting aan de orde. De Carlisten hebben van
don Carlos bevel gekregen zich van deelneming aan
de verkiezingen te onthouden.
VEEEENIGDE STATEN. Den 28 werd in den
namiddag te Cincinnati eene bijeenkomst gehouden van