fir il I I dien tuinaanleg nu niet vooruitloopen. De heer B e r g s m a meende, dat de minister het besluit der Kamer, om geene gelden toe te staan, miskend had en stelde eene motie voor dat de Kamer, met genoegen kennis genomen hebbende van de verkla ring der regeering, dat bedoelde aanbesteding niet zou doorgaan overging tot de orde van den dag. De minister vroeg of hierin eemg wantrouwen opgesloten lag, in welk geval bij haar niet kon aannemen. Na eenige bespreking over de be doeling dezer motie en over de vraag of zij noodig was, werd zii ingetrokken, nadat de minister verklaard bad, dat de gebeele uitschrijving dezer aanbesteding eene te goeder trouw gepleegde misvatting was geweest. Vervolgens kwam de interpellate der 5 leden aan de orde over de maatregelen tot uitroeiing van de longziekte in bet spoelingsdistrict. De heer d e Vos van s teen wijk meende, dat de handelingen van den min. van binnenl- zakenvan wien op grond van zijn verleden verwacht mocht worden dat hij krachtig zou optreden tot beteugeling der longziekte, toen het op de begrooting voor 1884 voor atmaking van longziek en van verdacht vee aangevraagde be- drag van 3 ton op 6 ton werd verhoogd, teleurstelling veroor zaakt hadden. Aan het hoofd van het spoelingsdistrict was een veearts geplaatstwiens verleden geen waarborg opleverde voor krachhg optreden. Daardoor heerschte een toestand van haUbeid die hoogst nadeelig werkte, ook op de geldmiddelen, zoodat de vrees gewettigd wasdat het geld zou worden ge bruikt zonder eenig noemenswaardig gevolg. Hij vroeg daarom: is reeds voor de regeering het gunstige tijdstip aangebroken, waarop zy rekent een slag te kunnen slaan tot afdoende be- s rijding der longziekte? Zoo ja, wanneer wordt daartoe over gegaan .Welke maatregelen zijn genomen? Wat is daarvan de heen, kan de regeering zeggen, wanneer het gunstig tydstip zal zijn aangebroken en wat is de tegenwoor- ïge stand van zaken De minister antwoordde, nadat hij opgemerkt had, dat de reg. handelde overeenkomstig de in de amer gegeven wenken, en dat het vee voor het oogsnblik in een buitengewonen atmosferischen toestand verkeerde, op de eers e vraag, ja. De tijd om maatregelen te nemen was daar, nu e vee de stallen ging verlaten. In Febr. waren afgemaakt 458 en in Maart 515 verdachte runderen en sedert Jan. 986, met eene schadeloosstelling van ruim f 42,000. Longziek vee e ïoe e met afgemaakt te worden. Bij een eerste geval van ongziekte in een koppel werd tot afmaking van den geheelen oppe overgegaan. Hiermede was de tweede vraag beantwoord, e maatregel is dan alleen toe te passen, als de besmette sa en worden afgesloten. Een gedeelte van Schiedam was gesloten. Hij kon op verre na nog niet zeggen, welke de ui omstenzouden zijn. De districts-veearts te Dordrecht wensciite epaa aldaar gevestigd te blijven. Over de werkzaamheden van en veearts Laméris kon hij nog niet oordeelen, want hij trad ers met I April op. Dit kon hij verzekeren, dat de nieuwe veearts krachtige maatregelen nam De heer G ra tam a had by een bezoek in het spoelingsdistrict de volgende aan- mer ingen gemaakt. Het ontsmetten der stallen, waarin vroe ger ongziek vee gestaan heeftgeschiedt beter dan vroeger. 'i mcn met kans op goeden uitslag werkzaam zijn dan is medewerking der veehouders noodig, die niet altijd verleend 11°^ a 'aking draagt niet de goedkeuring der meeeste eenouders weg daar zij meenen, dat de ziektegevallen spon taan ontstaan. Sommige runderen hebben reeds de ziekte onder de .eden bij de komst in het district. Hij hoopt, dat de reg. die moeielykheden zal te boven komen. De heer van Dedem t oorn) zegt, dat de interpellanten wenschen toepassing der maatregelen met beleid en het bleek nog niet, dal dit'heeft voorgezeten. Thans doet inenting meer kwaad dan goed. De wijze van ontsmetting is nog niet afdoende en afsluiting alleen P nlet- Afmaking beteekent niets, als men niet tijdig ge noeg met de ziektegevallen bekend is. Daarvoor moet de reg. net eerst zorgen en hierin schiet zij tot nog toe te kort: krach- ig toezicht is daarvoor een eerste eisch. Er is nog geen en kele vervolging ingesteld wegens te late aangifte. De beste is ncts-veearts had naar dit district gezonden moeten worden. Mij verzoekt den minister, zich niet uitsluitend tevreden te pellen met het licht zijner ambtenaren. De heer Y i r u 1 y .'"brugge acht bedwinging dezer ziekte in het spoelings district onmogelijkal wilde hij gaarne eens de proef nemen. 4e recht is op de tegenkanting der landbouwers gewezendie hem niet verwondertals hij bedenkthoe hard het isals den landbouwer zijn vee wordt ontnomen, met ontoereikende schadeloosstelling en hem verboden wordt, gedurende een be paalden tijd zijn bedrijf uit te oefenen. Dat wordt hem niet vergoed. Een dergelijken toestand acht hij alleen mogelijk in tuisland. Dat men iemands vee onteigent en hem gedurende drie maanden de uitoefening van zijn bedrijf ontzegt, is dat rechtvaardig en billijk Is het dan wonderdat zoo iemand de reg. bedriegt en de aangifte nalaat Deze toestand ver dient de ernstige aandacht van iedereen. Men drijve de zaken niet te ver. De minister zij billijk en rechtvaardigdoor de schade te vergoeden. De wijze van toepassing der afmaking acht ook hij niet goed. Hij deelt niet in de meening, dat de minister niet gelukkig is geweest in de keuze van een veearts. In zich medetrok naar den heuvelwaar beide weinige oogenblibken geleden in het meer waren gesprongen. Hier lagen op het korte gras Gelukskinds jas en hoed met den zwarten hoogen hoed en reiszak van Pech mayer eendrachtig bijeen. Uit de binnenzak haalde Gelukskind eene portefeuille te voorschijn en toen hij die opende en er een pakje bankbilletten uitnam waaronder eenige van duizend schemerde het Pechmayer voor de oogen! Zooveelgeld had hij nog nooit bijeen gezienhet gezicht er van verblindde hem. En de gelukkige bezitter van al dien rijkdom had weinige minuten geleden zich nog wil len doodschieten De ongelukkige was waanzinnig, vol slagen zinneloos Gelukskind had intusschen vijfentwintig honderd gulden afgeteld. „Ziedaar vriend Pechmayer zeide hijhier zijn 2500 gulden. Wij waren voor slechts 2000 overeengekomenmaar ik zal er u nog 500 bijgevenwanneer gij mij ook uwe reiszak met den geheelen inhoud afstaat. Ik wilgeheel als Pech mayer toegerust mijn nieuw leven beginnen. Vindt gij het goed „OzekerGij zijt zeer grootmoedig. Ik dank u van ganscher harte maar „Maar? Waarom aarzelt gij Ga voort!" „Indien gij werkelijk een leven wilt gaan leiden van een arm mensch van mijnsgelijkedan moogt gij geen portefeuille met zulk een rijkdom bij u dragen Gelukskind keek verrast op. „Gij zijt toch nog slim mer, dan ik dachtzeide hij. „Gij hebt gelijk Het beste is dat ik den geheelen rommel maar in het meer werp dan kan het geen onheil meer stichten „Om Gods wil, wat gaat gij doen, mijnheer Geluks kind?" riep Pechmayer ontsteld, en hij pakte den jon gen mandie reeds de hand met de portefeuille had opgeheven en op het punt stond aan zijn voornemen gevolg te geven bij den arm. „Dat is zonde, om het schoone geld te vernietigen Indien gij het niet hebben wiltgeef het mij dan Wordt vervolgd. hem is de rechte man op de rechte plaats gevonden. Een bron van besmetting isdat de verdachte beesten veel te lang op stal blijven alvorens afgemaakt te worden. Men kan wel driemaal zooveel afmaken alt tbansal dalen de vleeschprijzen door overvoering van de markt. Hij twyfelt, of het kwaad door de tegenwoordige wijze van handelen zal worden overwonnen en gelooft dat de minister goed gedaan heeft met het besluit op de inénting niet in te trekken, want zeker is het, dat de ziekte op ingeente runderen veel minder vat heeft. Hij blijft echter verzet aanteekenen tegen onwettige handelingen, zooals de afsluiting en andere maatregelen. De m i n i s t e r acht scherper maatregelen ter verkrijging van spoediger aangifte wenschelijkdoch kan niet toegeven, dat het zieke vee te laat geslacht wordt en is zeer voor ruime schadever- goeding. Het slachten op de plaats zelve acht hij bedenkelijk. Nadat nog eenige besprekingen waren gevoerd over den met het toezicht belasten veeartsde heer d e Y o s den heer V i- ruly bestreden hadde heer F a b i u s verklaard had dat hij zou willen afzien van het aanwijzen van middelen tot bestrij ding der longziektezoolang er geen bepaald stellige wijze aangewezen was, om die ziekte uit te roeien en de heer S c h e- pel, van oordeel, dat de longziekte niet spontaan ontstaat, zich bereid verklaard had aan den minister in zijne kamer nadere inlichtingen te gevenwerd den minister dank betuigd voor de gegeven inlichtingen. Na aanneming van het wetsontwerp tot wijziging der wet op de militie werden de beraadslagingen over de conclusie van het rapport der commissie over de inlichtingen betreffende adressen over de schorsing van den onderwijzer Poppink te Winterswijk voortgezet. Den vorigen dag waren zij aange vangen. Die besprekingen kwamen hierop neder. De heer van Eek was het eens met de minderheid. P. had niet de neutraliteit geschonden. Hij had niet gesproken van een' in- w !1Dl- i erk-> van iets, dat daarbij ingeslopen was. Wat hy leerde, wordt ook geleerd door tal van katholieke onderwijzers. Het concilie van Trente keurde zelfs de af laten af. Niemand's gemoed kon door zijne woorden ge- kwetst zijn. De heer Dijckmeester, die vurig en ijverig voorstan der der openb. neutrale school is en de bijzondere secteschool afkeurt als een bron van verdeeldheid en tweespalt, meent, dat de neutraliteit dan ook waarheid moet zijn. En nu is de uitdrukking verderfelijke, aflaathandel in elk geval verkeerd- het is eene beoordeeling, die niet te pas komt en als P. fei ten meende te moeten inededeeleuwaarom dan gesproken van ve.erlei misbruiken. Art. 33 2e lid is wel degelijk geschonden: alleen meent hijdat op die schending niet onvoorwaardelijk de straf van schorsing had moeten worden toegepast. Hij kan zich met de conclusie der meerderheid niet vereenigenwerd P s handeling goedgekenrdde openb. school zou een schok zonder voorbeeld ontvangen. De heer Ha ff mans ontkende in een breedvoerig betoog de mogelijkheid om juist te beantwoorden, wat neutraal is en wat met, en wees op de moeielijkheid, om in deze tot een op lossing te komen. Hij kon het kon. besluit niet goedkeuren daar dat iemand strafte voor hetgeen hij niet gedaan had, want hy nad de instellingen der Kerk niet bestreden de aflaathan del was geen kerkelijke instelling. Toch gelooft hij, dat P. bedoelde de Kath. Kerk te bestrijden hij mocht niet spreken van misbruiken in de Kerk, want de Kerk is zuiver en kent geene misbruiken. Het is onredelijk, een onderwijzer te straffen voor een fout, die hij bedreef, zonder te weten, dat de wet ze verbiedt. De toestand der openbare onderwijzers wordt beklagenswaardig en onhoudbaar. Ten slotte gaf hij aan de liberalen den raad, Jan Holland's werken te lezen en de open- heeft PrijS te g6Ven d'e meer kwaad dan goed gedaan De heer Schaepman acht neutraliteit ook een onmogelijke ak: toch sluit hij zich aan bij het gevoelen van de meerder heid der commissie. Hij is echter van gevoelendat de neu traliteit wel degelijk geschonden is en wijst den heer Haffmans fr doe m zeker weekblad zulks vroeger ook beweerd heelt. Hij toont aandat TetzeTs verderfelijke aflaathandel onbewezen isdoch al ware zij bewezendan behoeven derge lijke feiten nog met op de openb. school verkondigd te worden. Hij verlangt niet de neutrale school, maar waar zij bestaat, moet de neutraliteit gehandhaafd worden. Liever geen onder wijs, dan krenking van het geloof. De lieer d e M e ij i e r wijst er opdat nergens uit blijkt waardoor de Katholieken gekwetst zijn. Wat P. over den aflaathandel zeidewas geschiedkundige waarheidalthans hij kon niet weten, dat ze het niet was. Hij begrijpt de houding van den vorigen minister niet. P. had niet de bedoeling om te kwetsenalle autoriteiten erkennen liet. Hij kon niet be rekenen dat iemand gekwetst zou worden, als hij sprak van verderfelyken aflaathandelwant hij moest aannemendat alle Katholieken Tetzels aflaathandel als verderfelijk beschouwden. Eindelijk betoogde hijdat P. volgens de geschiedenis niet gezondigd had want paus Adriaan velde hetzelfde vonnis. Hoeveel waarde hij toekende aan des heeren Schaepman's woord, zoo meent hij toch dat, waar deze over de Kerk spreekt, hij te veel idealiseert en voor waar aanneemtwat hij gaarne zou wenschen. Hij dringt aan, dat de liberalen het voorstel-Bor- gesius aannemen. Wat moet er van het onderwijs worden, als wij wat zwart is, niet zwart mogen noemen? Wil men een ideaal van neutraliteitdan moet men terug tot voor Claudius Civili8. Hij^ wil de openb. school niet prijsgeven en herinnert, dat lang voor Thorbecke Katholieken streden voor de openb school. r De heer Lobman meentdat de woordendoor P. geuit voor geloovige en warme katholieken niet te verdragen zijn. Al waren de door hem medegedeelde feiten volkomen juist geweestdan behoefden zij niet aan kinderen medegedeeld te worden Door voorbeelden toont hij het onhoudbare eener dergelijke beweering aan. Hij is van oordeel, dat èn de meer derheid en de minderheid gelijk hebbendoch dat de wet on gelijk heeft. Hij acht het beneden de waardigheid der Kamer om te twisten over de vraag, welke woorden P. had moeten bezigen. De vraag loopt hieroverkan de schoolwet uitge voerd worden is onderwijs in de vaderlandsche geschiedenis op de openb. school mogelijk Als de belangrijkste tijdperken der vaderl. geschiedenis op de openb. school alleen medegedeeld en niet beoordeeld mogen wordendan is het beter, dat vak niet te onderwijzen. Hij stelt met den heer Donner voor *te verklaren, dat het geven van behoorlijk onderwijs in de beginselen der vaderl. geschiedenis met inachtneming van art. 33 2e lid der wet onmogelijk is. De heer van Heeckeren (lid der commissie) verklaarde, na de beraadslagingen te hebben gehoordte zullen stemmen voor de conclusie der minderheid. Werd zij verworpen dan voor die der meerderheid, zonder in te stemmen met de daar aan door de heeren Dijckmeester en Schaepman gehechte be- teekenis. De heer Borgssius, zich verheugendedat hij niet langer met zijne conclusie alleen blijft staanwas van oordeel, dat de beraadslagingen helder aantoondendat de rechterzijde nieuwe munt uit deze zaak wilde slaan tegen het openbaar onderwijs; aan dat onderwijs zijne opvoedendelevenswekkende kracht te ontnemenom later te zeggenziet gij nietdat het openbaar onderwijs een dood lichaam is Hij vroeg den heer Dijckmeesterbegint u geen licht op te gaan Hij ging daarop nadat alleen de heer Schaepman zijne conclusie be streden hadhoewel niet logischdoor eerst te zeggenneu traliteit is onmogelijk en even later te laten volgenP. heeft haar geschonden. Eindelijk toont hij aandat P. geen plicht verzuim had gepleegdwant dat hij niets anders had medege deeld dan wat het concilie van Trente reeds besliste. In de avondzitting kwam de heer Keuchenius op tegen de beschuldigingdat deze gelegenheid gebruikt werd tot een aanval op de neutrale school. De liberale minister Pijnacker Hordijk lokte het besluit tot schorsing uit en twee van de 3 liberale commissieleden stelden voor, den minister eenvoudis voor de inlichtingen dank te zeggen, waarmede hij zich ver enigen kon. Het is by hem buiten kijf, dat P. gekwetst heeftai had hy niet de bedoelingeen kerkgenootschap on aangenaam te zjjn. Het schorsingsbesluit is wettig en recht- vaa.r jE h°ch P. verdient lof voor zijne trouw aan de ge schiedenis De grieven zijn ontstaan uit het beginsel der neu traliteit, bij de wet aangenomen. Geschiedenis kan niet worden medegedeeldzonder den een of den ander ergernis te geven. Met den heer Haffmans roept hij uit, een koningrijk voor hem die verklaart wat de neutraliteit en de godsdienstige begrip- pen zijn. Hij bestrijdt de beschouwingen van den heer Schaepman over den aflaathandel en stelt met den heer S e r e t voor, aan de conclusie der meerderheid toe te voegen„en ten tweede te besluiten dat het onzijdigheidsbeginsel der openb. school waardoor de Bijbel geweerd, de geschiedenis der wereld zoo wel als die des vaderlands verminkt, de waarheid en wetenschap geschaad en bovenal de eer en majesteit van den Koning der Koningen aangerand wordender Heilige Algemeene Christe lijke Kerk en iedere christelijke natie onwaardig is, daarenboven de voorwaarden van het door Koning Willem I onderteekend Heilig Verbond van Europa's mogendheden schendt en den vrede der volkeren verstoort." De heer Haffmans houdt vol, dat deze zaak een treffend bewijs is yan de onmogelijkheid der neutraliteit in de volksschool en betoogt, dat er voor zijne geestverwanten noodzakelijkheid bestaatzich in dezen te onthouden. Minister Hordijk is even onschuldig als P.; alleen de wet is de schuldige. De heer B a s t e r t wil de inlichtingen voor kennisgeving aannemenom niet officieel uit te sprekenof hier schending van neutraliteit heeft plaats gehad. Een andere conclusie heeft ook geen doel, want een afgetreden minister kan niet getroffen worden. De heer Mackay uit Amersfoort licht de conclusie der meerderheid in dien zin toedat de Kamer met den minister aanneemt, dat overtreding gepleegd is, ongeacht de vraag welke straf toegepast moet worden. Dat er overtreding begaan isacht de meerderheid buiten kijf en dit wordt juist in de andere conclusie niet gezegd. De algemeene roep is, verlos ons van art. 33, doch hij meentdat dit punt eerst besproken kan worden bij de behandeling van het betrokken artikel der grondwet en raadt den voorstellers aan, de bespreking daarvan tot dien tijd uit te stellen. De heer Schaepman ziet van het woord af, in de over tuiging dat de overzijde daarin geene vlucht zal zien. Nadat de minister van binnenl. zaken gezegd haddat hij het er ook voor hield dat P. gezondigd had, ai waren er in ruime mate verzachtende omstandighedendat zijn voorganger die verzachtende omstandigheden ook toege past haden het kon. besluit niet genomen was dan nadat alle autoriteiten gehoord warenwelke correcte handelwijze geen afkeuring had ondervonden en dat de Kamer wel zou doengeen oordeel te vellen over art. 33 der wetliet de heer L 0 h m a n het woord vaderlandsche uit zijne motie ver vallen waarna eene motie tot sluiting der 5 beraadslaging zonder hoofdelijke stemming aangenomen werd" Daarna had de reeds vermelde stemming plaats. Bij die stemming waren 6 liberalen 9 katholieken4 anti revolutionairen en 2 conservatieven afwezig. De gemeenteraad van Schagen heeft den 2 een gedeelte van het marktplein in de nabij heid van den bakker Noorda aangewezen als plaats voor de ter markt aangevoerd wordende nuchtere kal veren. In diezelfde zitting werden burg. en weth., naar aanleiding van een schrijven van den plaatselijken ge neesheer, dat er thans eene geschikte gelegenheid be stond om een gebouw aan te koopen voor de verple ging van lijders aan besmettelijke ziekten namelijk de aan de hervormde diakonie behoorende vroegere vlas- inriehting, gemachtigd, naar den koopprijs van dat per- ceel een onderzoek in te stellen. A oor het maken van een bazaltmuur, ter lengte van 227 el, benevens het inmetselen van een walmuur te Hoorn waren den 2 negen inschrijvers; laagste in schrijver was de heer J. Kooy te Amsterdam voor 16598. De toewijzing heeft 14 dagen later plaats. Bij kon. besluit van den 2 is een nieuw programma vastgesteld voor het eindexamen der gymnasia met zes jarigen cursus en het daarmede gelijk gestelde examen, vermeld in art. 12 der wet van 28 April 1876 (Staats blad No. 102). Den 2 is bet zeilschip Auguste op het Noordzee kanaal aangevaren door het stoomschip Prins Erederik. Het bekwam daarbij belangrijke schade. Den 3 werd te Haarlem aanbesteed 1°. het ver diepen van eenige gedeelten van het Noordhollandsch kanaalgeraamd op f 20,000 en 2°. het leveren van steen en het bestorten der Heldersche zeeweringbe hoorende tot de rijks zeewerken in Noordholland ge raamd op f 11750. Yoor 1 was laagste inschrijver de beer W. Goedkoop Dz. te Amsterdam voor f 21900; voor 2 de heer A. M. Langeveld te Hardinxveld voor f 11289. Een zakkenroller te Amsterdam ontvreemdde den 3 aan een kantoorbediende omstreeks f 250 die hij in bankbiljetten aan de Associatiebas ontvangen bad. Op de buitengewone paardenmarktden 3 te Hoofddorp (gemeente Haarlemmermeer) gehouden wa ren 150 paarden aangevoerd. Door eene commissie werden voor de remonte 16 paarden aangekocht. Een paard werd verkocht voor 750. De gemeenteraad van Zandvoort heeft den 4 het bouwen der nieuwe school aan den laagsten inschrij- ver J. Koper aldaar voor 29300 gegund en aan de Zandvoortscbe gasfabriek vergunning verleend voor 20 jaren, om hare gasbuizen door de gemeente te leggen, zoodat spoedig de geheele gemeente door gas verlicht kan zijn. Den 4 werd te Helder het bouwen van een la boratorium ten dienste van het onderzoek naar de sterkte van het aan de gemeente te leveren gaslicht aanbesteed aan den heer P. Spruit aldaar voor f 1844; voor het versterken van 3 gedeelten esearppuinmuren van het fort Kijkduin aldaar was op dien dag laagste in schrijver de heer A. Bos voor 4775. Den 4 is te 'a Gravenhage aanbesteed de aanleg eener telegraaflijn langs den staatsspoorweg tusschen Zaandam en Hoorn aan den heer D. Kramer te Scha gen voor 2684. De gemeenteraad van Delft heeft den 4 besloten, aan het rijk een gedeelte der lokalen van de kazerne genaamd Prinsenhof, kosteloos in gebruik te geven om die bij gelegenheid van den 300 jaardag van den dood van prins Willem I in te richten en van meubels

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1884 | | pagina 2