No. 44. Zes en tachtigste Jaargang. 1884 Groote Koemarkt te Alkmaar, EEN GELUKKIG MENSCHENLEYEN? VRIJDAG 11 APRIL. 30 April is dc laatste dag, waarop oude centen en halve centen de betaalmeesters ingewisseld kunnen worden. Prijs der gewone Advertentiën (Dfficiëel (Ocbeeltc. op Maandag 21 April 1884, terwijl de gewone $3aasi«lag;sohe veemarkt op dien dag gehouden wordt op de gedempte Nleu - wesloul en BAoningsweg. ÜuitcnlanD. jbiuuculanb. FEIJIT .T .ETQ3NT. ADOLF STRECKFUSS. ALkMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 8 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1, De 3 nummers 0.06. Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HEBMs. COS- TER ZOON. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algeaieene kennis, dat H. L. ELDERING, stal houder en kastelein, aan hen vergunning gevraagd heeft tot den verkoop van sterken drank in het kleinin het perceel Ritsevoort, No, 28, waar de wed. W. ROL gewoond heeft. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 10 April 1884. De Secretaris, NUHOUT VAN DER VEEN. De volgende personen worden verzocht zich ter gemeente secretarie aan Je te melden Maartje Stooplaatst wonende te AmsterdamMarijtje Bakker, April 1883 gekomen van Schagen; Maartje Boekelaar, Eebruari 1884 gek. van Krommenie; Meinard Hasselman, Maart 1884 gek. van Wijk bij DuurstedeGerardina Aleida KeyzerEebruari 1883 gek. van Haarlem; Jacob de Munek Juli 1882 gek. van Termunten; Cornells Anthonius Oleff, Eebruari 1883 gek. van LeidenAnna Elisabeth Pannekeet April 1881 gek van Amsterdam; Pieter Pool, December 1881 gek. van Nieuwe NiedorpMaria de Ruiter, Maart 1883 Jannetje van der Valk, December 1883, Hille Martha van de Werken, Januari 1881, Anthonia Hendriea Theresia Wessels, April 1882 allen gek. van Amsterdam; Huibert Wennekes, Juni 1883 gek. van Tiel; Cornelis Zeeman, Oct. 1882 gek. van Schagen. BELGIE. Op eene door den Koning uitgeschreven prijsvraag waarbij f 12500 werd uitgeloofd voor eene goede oplossing van het vraagstuk om de groote ste den des lands en bepaald Brusselin voldoende hoe veelheid van goed drinkwater te voorzien, waren vijf antwoorden ingekomen waarvan echter door de meer derheid der beoordeelings-commissie geen enkel de be krooning is waardig gekeurd. Eén lid der commissie meende echter, dat één der plannen, dat uit de Ourtbe water wilde afleiden ten minste zulk eene zij het ook niet geheel voldoende hoeveelheid water be- oofde dat het verdiende bekroond te worden. ENGELAND. In den roeiwedstrijd, den 7 tusschen de studenten van Oxford en Cambridge gehoudeD, heb ben die van Cambridge met 3 bootslengten gewonnen. Oxford heeft nu in het geheel 22 en Cambridge 18 maal gewonnen. Lagerhuis. Den 7 werd door minister Fitz- Maurice gezegd dat de manschap van de Nisero niet bevrijd wasdaar de Radjah van Tenom zijne eischen verhoogd had zoodat de nederlandsche regeering ze niet kon inwilligen. De regeering onderhandelde thans met de nederlandsche over gemeenschappelijke verdere handelingen. Den 8 werd door minister Hareourt een wetsontwerp ingediendom den gemeenteraad van Londen naar nieuwe regelen te kiezen. Na toelichting door den minis ter werd het in eerste lezing zonder beraadslaging aangenomen. Het Huis is tot den 21 uiteengegaan. FRANKRIJK. De volgende cijfers toonen duidelijk aanhoe nadeelig werkstakingen voor de arbeiders werken. Hadden de arbeiders te Anzin het werk op 21 Februari niet gestaakt, dan zou hun tot heden 800,000 aan loon uitbetaald zijn nu is er aan de weinigen die werkten 149,000 uitbetaald. Verder zijn ingehouden de brandstoffen die hun steeds koste loos verstrekt worden. De meesteu hebben hunne spaarpenningen uit de spaarbank gelichtterwijl de ge zinnen door elkander f 75 a 100 schuld hebben. De mijnen leverden vóór 21 Februari 6000 ton per dag, alzoo in 43 dagen, 258000: er werd slechts 41000 ton opgehaald. Het verlies is dus 217,000 ton dat, gerekend tegen den middenprijs van f 0 per ton, een verlies geeft van 1,302,000. De door de Kamer beuoemde commissie tot onder zoek der staatsbegrooting voor 1885 wil onderscheidene posten schrappen en verminderen om 12,500,000 bij het ministerie van oorlogf 5,000,000 bij dat van marine en f 2,500,000 bij dat van buitenlandsehe zaken te bezuinigen. Kamer. De heer Clovis Hugues vroeg den 8 ver lof om de regeering te mogen ondervragen over de tusschenkomst der troepen bij de ongeregeldheden onder de werkstakers te Anzin. Daar de regeering zich tot onmiddelijke beantwoording bereid verklaarde, werd de beraadslaging geopend. Minister Waldeck Rousseau zeidedat de overheid haar gezag niet te buiten was gegaan. Hij liet recht wedervaren aan de houding der werkstakers, die slechts door staatkundige raddraaiers werden opgezetmaar laakte ten sterkste het strevenom van de ellende gebruik te maken en menschenlevens in gevaar te brengen. (Goedkeuring.) De Kamer nam met 327 tegen 66 stemmen eene motie van orde aan waarmede de regeeripg^zich had vereenigd en waarin verklaard wordt d^t (Je Kamer vertrouwen stelt in here goede bedoelingen ten aanzien van de mijnwerkers enz. Zij ging daarna to(fe 3p Mei uiteen. RUMENTE. Het ministerie natn zijn ontslag ten gevolge vany.éfefa door de Kamer in strijd met het 'f voorstel van den president minister Bratiano genomen besluit betreffende bet in behandeling nemen van het wetsontwerp tot grondwetsherziening. Men heeft hoop, dat het ministerie op dat besluit zal terugkomen nu de Senaat en de Kamer haar vertrouwen in het minis terie hebben uitgesproken. ZUID-AMERIKA. De minister van buitenlandsehe zaken van Peru heeft op Engelands vertoogen tegen den afstand aan Chili van reeda verpande guanolagen geantwoord dat Peru eene vreemde inmenging niet kan toelaten zonder dat daardoor inbreuk wordt gemaakt op zijne rechten van sonvereinen en onafhankelijken staat. De leeningen werden genomen door bijzondere personen met wier nationaliteit de peruaansche regee ring nooit gemeend heeft zich te moeten inlaten. Deze schulden zijn nooit van internationalen aard geweest en dus is Peru aan Engelandals regeering en als Staat beschouwd nooit iets schuldig geweestvan eene diplomatieke tusschenkomst ter zake van deze leening kan dus geen sprake zijn. Aan het verlangen van het engelscbe ministerie kan de minister dus niet voldoen. Den 2 is te Ondorp het weder opbouwen van den afgewaaiden kerktoren der herv. gemeente aanbe steed voor f 867,50 aan J. Engeringh timmerman aldaar den laagsten van 5 inschrijvers. De manslidmaten der Ned. herv. gemeente te Krommenie werden door kerkvoogden en notabelen opgeroepen tegen den 6 ter beslissing van de vraag of men zich al dan niet zon afscheiden van het college van toezicht op de kerkelijke goederen en fondsen te Haarlem en voortaan een zelfstandig beheer voeren, welke oproeping een gevolg was van het voornemen om eene kerkelijke belasting te heffen. Met 42 tegen 15 stemmen werd het voorstel tot afscheiding aange nomen. Een driejarig meisje is aap den Haarlemmerdijk te Amsterdam den 7 door een met een paard bespan nen wagen overreden en kort daarna in het gasthuis overleden. De rechtbank te 's Gravenhage besliste den 7, als bewezen aannemende dat op last van bestuurders der Hollandscbe IJzeren Spoorweg-Maatschappij des Zondags te Leiden vrachtgoederen ter verzending aan genomen waren aan het goederenkantoor, dat hierdoor niet was gehandeld in strijd met het vervoerregiement, daar het bepaalt dat op Zon- en erkende christelijke feestdagen geen vrachtgoed dan op bepaalde bij aan plakking bekend te maken uren wordt aangenomen. Zij zag hierin uitdrukkelijk geen verbodmaar een vrijheid tot beperking van het vervoer, waarvan geen gebruik is gemaakt en ontsloeg de beklaagde bestuur ders van alle rechtsvervolgingin strijd met bót ge voelen van het Openb. Min., dat voor iedei> f 50 ■boete had geëischt. r-~ DOOR 9) Gelukskind liet de opgeheven hand zinken, bij dacht een oogenblik na en zeide vervolgens, Peehmayer glim lachend aanziende „De eetlust komt onder het eten. Zoo even schenen 2000 gulden u reeds een schat nu zoudt gij nog meer willen hebben Neen, vriend Peeh mayer, het blijft er bij. Indien gij daarmede geen nieuw leven kunt beginnendan zou eene grootere som u zonder twijfel voor uw geheele leven ongelukkig maken. Maar gij hadt niettemin gelijk toen gij er mij van terughieldtom het geld te vernietigen. Het zou eene dwaasheid geweest zijn ik handel altijd dwaas, wanneer ik aan de ingeving van het oogenblik gehoor geef en dank u, dat gij mij gewaarschuwd hebt. Ik zal de por tefeuille behouden. Mij zal het geld geen kwaad doen, ik ken er de waarde van. Geef mij uwe reistasch. Hebt gij den sleutel bij u Ja Ik dank u hier in de reiszak moet het geld onaangeroerd geborgen blijven. En nu zullen wij van kleederen verwisselen. Ik haak naar uwe kostelijke zwarte jas. TV ij zijn ongeveer even groot, het zal dus uitstekend gaan Hij deed das en vest af, Peehmayer volgde hoofd schuddend zijn voorbeeld. Binnen enkele oogenblikken waren zij gereed Frits Gelukskind stond met Pech- mayer's natte zwarte kleederen voor den verbaasden vroegeren eigenaar er van: van zijne slanke, maar krach tige gestalte hingen de ook hem te wijde jas en broek slordig af, den hoogen hoed had hij opgezet en lachend riep hij zich in een zakspiegeltje, dat hij uit zijn eigen zak genomen, had bekijkende: „Verschrikkelijkontzettend leelijkWaarachtig, ik ben uwer waardig,vriend Peehmdyer. Maar wat ziet gij er uitarme kerel Gij hebt ffene slechte ruil ge daan. De moderne klêeren staan u als den poedel eene jas Ziedaar kijk zelf maar Hij gaf Peehmayer het zakspiegeltje. Deze bekeek zich met welgevallenhij vond dat hij in dit sierlijke costuum er zeer deftig uitzag en dit zeide hij ook. „Bevalt gij u zelf Des te beterantwoordde Frits Gelukskind. „Dan kunnen wij beide met de ruil te vreden zijn. En nu vriend Peehmayer, laat ons afscheid nemen. Maar zweer mij eerst bij uwe zaligheidbij alles wat n heilig is dat gij geen sterveling op de geheele wereld ooit verraden zultwat tusschen ons beiden is voorgevallen en dat gij zoo spoedig het u mogelijk isnaar Amerika zult vertrekken." „Dat zweer ik, zoo waar helpe mij God Almachtig Amen riep Peehmayer plechtig uit. „Vaarwel mijn waarde tweede ik Vaarweltotdat wij elkander in eene andere wereld tevredener weder zien. Gij gaat die kantnaar Wilhelmsbagen ik in eene andere richting. Vaarwel Hij drukte Peehmayer nog eens krachtig de hand vatte de zware reiszak en wierp zich die op den rug nadat hijevenals Peehmayer vroeger had gedaan diens stok door de hengsels gestoken had. Met vaste schreden ging hij het bosch in. II. Het slot Osternan ligt in eene streek, die zich juist niet door buitengewoon natuurschoon maar wel door zeer groote vruchtbaarheid onderscheidt. De talrijke heuvels belemmeren het vrije uitzichtzoodat men al leen van den top van enkele hoogere daarvan de lange keten van het Reuzengebergte overzien kanop slot Osternan echter kan men dat nietdaar eene heuvelrij het uitzicht naar het gebergte belet. Niettemin ontbreekt het de omgeving van het kas teel niet aan bekoorlijkheid. De vruchtbare velden met de golvende gouden zee van korenaren j de weel derige bloemenrijke weidendie zich in de dalen tusschen de met korenaren overdekte heuvels voordoen als groene slingerende linten de donkere woudendie den gezichteinder begrenzen geven wel geen grootsch, maar toch een zeer liefelijk landschap en in de oogen van mijnheer von Osternau die met hart en ziel land bouwer isis er in geheel Silesie geen heerlijker oord dan zijn lief Osternaueen golvend korenveld was in zijne oogen veel schooner dan een kale, eenzame rotshij had een afkeer van de steile bergen die nauwelijks bruikbaar waren voor een met veel overleg behandelde boschcultuur en voor akkerbouw in het geheel nietwaar de landman met zwaren arbeid slechts een kommervol bestaan heefteene uitgestrektevrucht bare vlakte was voor hem het ideaal van een schoon landschap, dat in het zacht golvende land rondom Os ternau wel niet geheel bereikt werd maar dat wat vruchtbaarheid en gemakkelijke bearbeiding van den grond betreft, er toch zeer dicht bij kwam. Al de heeren van Osternau waren flinkepractische landlieden geweestde liefde tot den landbouw was mèt het majoraat van de voorvaderen van het oude geslacht op den tegenwoordigen landheer overgegaan. De majoraatsheeren hadden steedszoover kon worden nagegaan op slot Osternau verblijf gehouden en per soonlijk de leiding der uitgestrekte goederen op zich genomen alleen de jongere zonen waren in staatsdienst gegaan maar waren er peestal niet lang in gebleven. Zoodra zij recht op pensioen hadden volgden zij hun aangeboren zin en keerden zij naar slot Osternau terug, om den ouderen broeder in het bestuur der goederen ter zijde te staan. Van deze jongere zonen waren altijd slechts enkele getrouwd geweestde meeste waren als jonggezellen gestorven. Zoodoende breidde zich de mannelijke stam des Osternau's niet uit en bestond die tegenwoordig uit slechts drie leden. De majoraatsheer Frederik von Osternau had slechts eenen zoon een knaap van zes

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1884 | | pagina 1