No. 47. Zes en tachtigste Jaargang. 1884. Groote Paardenmarkt EEN GELUKKIG MENSCHENLEVEN? VRIJDAG 18 APRIL. 30 April is de laatste dag, waarop oude centen en halve centen bij de betaalmeesters ingewisseld kunnen worden. Prijs der gewone Advertentiën (Officieel (Bebeelte. op Woensdag 23 April 1884. Ënitenlanb. fi nmenlattb. E^rDILLEJTONr. ADOLF STRECKFUSS. AARSCHE COURANT. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 8 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1, De 3 nummers O 06. Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter kennis van belanghebbendendat het ijkkantoor gedurende de jaarlijksebe reis van den ijker in de buitenge meenten voor den ijk en herijk van maten en gewichten geopend zal zijn den 20 en 2i Mei, ir 3 4 J uni 23 ff 24 ff 14 ff 15 Juli, 4 5 Aug., van des voormiddags 9 tot na den middag 1 uur. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 15 April 1884. Be Secretaris, NUHOUT van der VEEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algemeene kennis, dat J ACOBA MARIA CLOECK, wed. van EMELIUS DE GROOT, overschrijving beeft gevraagd ten haren name van de vergunning tot verkoop van sterken drank in het klein in het perceel aan de Dijkwijk C, n°. 5, vroeger verleend aan EMELIUS DE GROOT. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 16 April 1884. De Secretaris, NUHOUT VAN DER VEEN. BELGIE. De transvaalsche afgevaardigden worden den 17 te Antwerpen verwacht en zullen den 19 en 20 Brussel bezoeken. Van daar gaan zij naar Parijs en Portugal, om naar Nederland terug te keeren. ENGELAND. De Koningin en prinses Beatrice vertrokken den 15 van Windsor naar VÜBsingen. Te Edinbnrg wordt van den 16 tot den 18 het drie honderdjarig bestaan van de hoogeschool dier stad ge vierd. Van de meeste europeesche hoogescholen zijn vertegenwoordigers gevraagd tot bijwoning der feest viering. Den tweeden Paaschdag hebben de vrijwilligers bij Portsmouth de gewone militaire oefeningen gehouden. Ongeveer 20000 man namen deel aan een spiegelgevecht, waarbij een gedeelte verbeeldde aldaar eene landing te beproeven. Het door de regeering ingediende wetsontwerp tot hervorming van het gemeentebestuur van Londen wordt in het algemeen gunstig beoordeeld. Een der week bladen die minder met het ontwerp ingenomen is zegtdat het zich door die eenvoudigheid kenmerkt die gewoonlijk met revolutionaire wetgeving gepaard gaat. Dat het ontwerp zich zoo goed aan de bestaande toestanden aansluit en eene groote hervorming op zoo weinig mogelijk revolutionaire wijze tot stand brengt wordt wel door vele bladen beweerdmaar dit is grootendeels slechts schijn. Wanneer een huis bijna geheel legen den grond geworpen en er een geheel nieuw in de plaats gebouwd wordtdan heelt het weinig te beteekenen of men een enkelen schoorsteen behoudt of er een oud venster weder inzet. Een groot lichaam van nieuwen en geheel democratischeo aard zal optreden in de plaats van het tegenwoordige ge meentebestuur met zijn niet-staatkundig karakter. FRANKRIJK. De onthulling van het standbeeld van Gambetta had den 14 te Cahors ten aanschouwe van eene zeer talrijke volksmenigte plaats. De minis ters Ferry en Campenon spraken redevoeringen uit waarin zij hulde brachten aan Gambetta's vaderlands liefde en aan de diensten, door hem aan Frankrijk bewe zen. Hunne woorden werden met toejuichingen begroet. Aan het des avonds gehouden feestmaal stelde minis ter Campenon een dronk in op de eenheid der fran- sche democratie door den overgang van allen tot de vanen der republiek. Minister Ferry wijdde een dronk aan Cahors en zeide, dat hij niet over de staat kunde wilde spreken op dezen dag van eendracht waardoor hij zou vreezen schade te doen aan de een heid der republikeinsche partij die het groote levens doel van Gambetta had uitgemaakt. Aan het den 15 te Perigueux gehouden feestmaal voerde minister Ferry het woord. Hij zeide, dat de staatkunde der regeering ten opzichte van het buiten land steeds van vastberadenheid eu verzoeningsgezind heid had getuigd, en dat het vertrouwen van het par lement en de duurzaamheid van het ministerie het gezag van Frankrijk in Europa vergrootte,i. Verder dat het oogenblik voor eene voorzichtige beperkte herziening der grondwet gunstig was en de regeering voor haar ontwerp gemakkelijk 320 Kamerleden en 120 Senaats leden kon winnen. ITALIË. Te Rome kwam een jongmensch aan het postkantoor een postpakket afhalen dat ingeschreven was als bevattende papier en boeken. De ambtenaar, met de afgifte belast, opende het echter om eens te zien of de inhoud met de verklaring overeenkwam en vond eene groote hoeveelheid valsche bankbiljetteu van f 2,50. Het jongmensch werd in hechtenis genomen. CHINA. Prins Kung werd beschuldigd van de vol gende feitendat hij zich had laten omkoopen der chineesche regeering tegenstand had geboden en ge tracht had, zich van het oppergezag meester te maken. Hij zal wel zijne erfelijke rechten behouden maar zijne waardigheden en de aan zijne betrekking verbon den voordeelen verliezen. Prins Lishihto met Chinglian, Wenyu en Sinyiching zijn benoemd tot leden van den geheimen raad ter vervanging van hen die van hun rang vervallen zijn verklaard. De Onder-Koning van Canton is ontslagen omdat hij ongehoorzaam was aan de hem gegeven bevelen. Hij erkende zijne schuld. De Keizerin heeft, als een bewijs van genadede uitvoering van de straf opge schort en aan het departement voor de burgerlijke zaken opgedragen, een onderzoek naar zijne handelingen in te stellen. Inmiddels blijft hij zijnen post waarne men. De chineesche officieren te Bac-Ninh zijn ver antwoordelijk gesteld voor bet verlies dier stad eu ter dood veroordeeld. Prins Chun, vader van den tegen- woordigeu Keizer, is belast met het bestuur der belang rijkste zakenin overleg met den grooten raadtot dat de Keizer zelf de teugels vaD het bewind kan aan vaarden. Er is een algemeene werving voor het leger uitgeschreven. VEREENIGDE STATEN. De gezant te New-York van Guatemala ontving bevestiging van het bericht, dat een aanslag op het leven van den president van dien staat gepleegd was. Hij was niet gekwetst en ongeregeldheden waren niet voorgevallen. Algemeen werd die aanslag afgekeurd. Het Huis van Vertegenwoordigers te Washington heeft den 15 met 140 tegen 138 stemmen besloten tot de artikelsgewijze behandeiiug van het ontwerp toltarief over te gaan. STATEN-GENERAAL. Tweede Kamer. De snppletoire marinebeqrooting voor 1884 is door de groote meerderheid der afdeelingen ongunstig ontvangen wegens de aanzienlijke verho 'ging ondanks den aandrang tot bezuiniging. Omtrent de noodzakelijkheid van den aanbouw van loodsvaartuigen bestond geen twijfel. De aanbouw van een oefeningsvaartuig konvolgens het gevoelen van vele leden tot de begrooting van 1885 wachten. De afschaffing van twee torpedobooten werd sterk bestreden. Enkele leden verklaarden met het oog op de houding van den minister bij de behandeling zijner begrootingdat hun vertrouwen in zijn beleid geschokt was en zij daarom ongezind warende kre dietaanvrage toe te staan. Bij besluit van den minister van koloniën van den 10 is de heer J, F. Bon genees- heel- en verloskun dige te Nieuwendam gesteld ter beschikking van den gouverneur-generaal van Nederl. Indië, om te worden bestemd ter vervuiling van eene der beschikbare plaatsen als burgerlijk geneeskundige aldaar. Mej. M. Blokdijk, wed. van den heer Joh. Koster, den vorigen burgemeester te Westerblokker, heeft den DOOR 12) De verlegenheid en onbeholpenheid die jonge men- schen niet aan het maatschappelijk leven gewoon bij de eerste ontmoeting met hooger geplaatste perso nen meestal aan den dag leggen, was mijnheer Godlieb Pechmayer blijkbaar vreemd. Hij ging regelrecht op mevrouw von Osternau toe en nog eens eene lichte buiging makende, zeide hij zeer kalm: „Mevrouw ik heb de eer, mij a's de door mijnheer Kramser aanbevolen onderwijzer Godlieb Pechmayer voortestellen. Gij zijt zoo goed geweestmij toete- staan, de aanvaarding van de gewichtige betrekking, die gij mij wilt toevertrouwen tot den dag van heden uittestellen ik betuig u daarvoor mijn hartelijken dank en ben nu bereidnaar mijne beste krachten mijn plicht te vervullen. Jaik beken u dat ik vurig verlang, zulk eene schoone levenstaak te aanvaarden. Hetgeen ik weet en kan ben ik gaarne bereid uwen kleinen zoon te onderwijzen." Dat was eene zonderlinge aanspraak zij klonk vol strekt niet pedant en van den zalvenden toon die de directeur Kramser in zijne jeugd bij iedere plechtige gelegenheid placht aantenemen was geen spoor in de eenvoudige woorden te vinden aan den jongen man was alles andersdan mevrouw von Osternau verwacht had. Zij geraakte anders niet licht in verlegenheid met de haar eigen vriendelijke kalmte vond zij steeds de passende wijzeom een vreemdeling te behandelen, het was zonderlingmaar tegenover den huisonderwij zer, dien zij aangenomen had den jongen mandie voortaan tot de hoogere bedienden des huizes zou be- hooren wist zij niet hoe zij zich houden zou. Zij had het geheel natuurlijk gevonden dat zij zich door zijne tegenwoordigheid niet zou laten storen en kalm haar breiwerk zou voortzettennu liet zij echter onwille keurig haar werk vallen zij kon niet anders zij moest bij zijn groet even van de sopha opstaan zij moest juist zulk eene buiging maken als zij gedaan zou heb ben wanneer iemand van haren stand haar een be zoek had gebracht zij moest hem met een paar be leefde woorden zeggen dat zij blijde washem te zien en hem verzoeken plaats te nemen. En mijnheer von Osternau ging het geheel hetzelfde; ook hij was opgestaan en had zijne plaats aan het venster verlaten toen de onderwijzer hem begroette en toen deze aan de uitnoodiging gevolg gevende een stoel bij de sopha plaatste en geheel ongedwongen, als behoorde het zooging zitten deed mijnheer von Osternau insgelijks hij voelde de verplichting, als heer des huizeshet door zijne vrouw begonnen gesprek voorttezetten. „Het verheugt mij dat gij zoo stipt zijtmijnheer Pechmayer", zeide hijden jongen man vriendelijk toeknikkende. „Ik ben na de aanbeveling van mijn heer Kramser, een ouden vriend mijner vrouwover tuigd dat gij met dezelfde stiptheid uwe plichten tegen over mijnen Frits zult in acht nemen. Slechts op eene zaak wilde ik u daarbij opmerkzaam maken en wel hierop, dat ik het godsdienstonderwijs mijns zoons zelf op mij zal nemen omdat ik vóór alles wensch dat mijn kind geheel volgens de denkbeelden zijner ouders worde opgevoed. Een glimlach speelde bij deze woorden den jongen man om de lippen hij maakte na deze eene lichte buiging tegen den heer des huizes. „Ik ben u zeer dankbaar, dat gij mij van het gods dienstonderwijs ontslaat", antwoordde hij „ik geloof dat ik voor geen tak van onderwijs zoo weinig talent en lust heb als juist voor die Dat verwondert mijvolgens de aanbeveling van mijnheer Kramser zou ik het tegendeel gemeend hebben!" „Mijnheer Kramser beoordeelde in zijne welwillend heid jegens mij mijne gaven en bekwaamheden wel wat al te gunstig. Ik beken openhartig, dat er reeds eenige twijfel bij mij opgekomen isof ik wel geschikt ben, om een knaap te onderwijzen en optevoeden of het niet gewetenloos van mij is, eene betrekking te aanvaarden waarvoor ik misschien in het geheel niet berekend ben. Ik heb daartoe besloten in een oogenblik van opgewondenheidik had het misschien niet moeten doen misschien echter gelukt het mij ook alle moeie- lijkheden te overwinnen enwat ik zoo vurig ver lang mij aan degelijken arbeid te gewennen. Ik weet nietof ik geschiktheid kracht en volharding daartoe zal hebben maar ik hoop het. Ik meende u die open hartigheid schuldig te zijn mijnbeer von Osternau en ik verzoek u nulaat ons het met elkander beproeven, waarbij ik u uitdrukkelijk het recht toeken, om er dadelijk een einde aan te makenwanneer ik de op mij genomen verplichtingen niet ten volle nakom." Met klimmende verbazing hadden mijnheer en me vrouw von Osternau naar deze woorden geluisterd zij waren bun bijna onbegrijpelijkzij hadden welspre kende blikken met elkander gewisseld een oogenblik had mijnheer von Osternau zelf getwijfeldof het niet het beste was om mijnheer Godlieb Pechmayer maar wegtezenden voordat deze zijne betrekking nog aanvaard had de laatste woorden stelden hem echter gerusthet kon in geen geval gevaarlijk zijn om het te probeeren. Hij antwoordde „Ik neem uw voorstel aan hoezeer mij uwe woor den ook verbazen. Ik begrijp niet zeer goed hoe eeD onderwijzer, die de scholen bezocht en zijn examen gedaan keefctwijfelen kan of hij de geschiktheid beziteen zesjarigen knaap te ouderwijzen." „Ik ben nog nooit huisonderwijzer geweest „Ah zoo Gij twyfelt das, of gij wel geschikt zijt tot het geven van onderwijs aan één kind tegelijk. Dat is eene achtenswaardige bescheidenheiddie mij ver-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1884 | | pagina 1