No. 53. Zes en tachtigste Jaargang. 1884. jjEEN GELUKKIG MENSCHENLEVEN? VRIJDAG 2 MEI. in Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1, Prijs der gewone Advertentiën: dDffictëd (Bebetlit. ütemeIaIjk. skjmevii. Btttnenlanb. FBmU^ETON. ADOLF STRECKFUSS. alkmaarsgexFj com a m De 3 nummers f 0 06. Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR. Gezien de beschikkingen van den Commissaris des Konings in Noord-Holland van 18 April 1884, 5e afdeeling, No li3,'3437 (Provinciaalblad No. 24 en 25), houdende bepaling omtrent den tijd der afgifte van de verklaringen van aangifte voor de Personeele belasting en het Recht van Patent over de dienst van 1884/85 en art. 30, 2, le zinsnede der wet van 29 Maart 1833 (Staatsblad No. 4). Maken aan de ingezetenen dezer gemeente, onder herinnering aan de wet van 9 April 1869 (St.bl. No. 59) en in het bij zonder aan art. 7 bekend: dat de Ontvanger der Directe Belastingen alhier aan hunne woningente beginnen met den 5d'n Mei zal doen bezorgen een inschrijvingsbiljet, inhoudende eene korte schets van de grondslagen der voornoemde belasting, zijnde: 1°. De Huurwaarde. 4°. Het Mobilair. 2°. Deuren en Vensters. 5°. De Dienst- en Werkboden. 3°. Haardsteden. 6°. Paarden, waarbij aan ieder ingezeten de noodige vragen ter beantwoor ding worden voorgesteld en dat ingevuld van wege den Ont vanger wordt teruggehaald. Dat zij die bij het bezorgen der biljetten of ook bij het terughalen daarvan mochten zijn overgeslagenzich in geen geval knnnen beroepen op zoodanig verzuim maar integendeel gehouden zijn om de vereischte en behoorlijk ingevulde ver klaring vódr of uiterlijk op 24 Mei eerstkomende intedienen ten kantore des Ontvangers, waar de billjetten ter invulling steeds verkrijghaar zijn. Dat ieder gehouden isde aangifte te onderteekenen en in geval iemand niet kan schrijven, te doen invullen in tegen woordigheid van een derden persoondie de aangifte na voorlezing met den Ontvanger ot zijn gemachtigde zal onder teekenen. Zij verwittigen voortsdat als tegenschatters ingevolge bo venstaand wetsartikel zijn benoemd JAN DEKKER, JAN METZ BURKUNK en E. H. RINGERS. Dat de bevolking dezer gemeente, voor zooveel zij tot maat staf van sommige grondslagen der belasting dienen moetbe draagt een getal van 14366 zielenen dat bezwaarschziften tegen de belasting op het Personeel en die op het Patent, ingevolge art. 1 der wet van 4 April 1870 (Staatsblad No. 6ü), aan Gebeputeerde Staten van Noordkol- iand behooren te worden ingediend, onder overlegging van een dubbel van het aanslagbiljet (tegen betaling van 5 centen bij den Ontvanger verkrijgbaar), binnen drie maanden na den dag der afkondiging van het kohier, waarop de aanslag voorkomt. Burgemeester en Wethouders vermanen de ingezetenen om met de meeste nauwkeurigheid binnen den bepaalden termijn hunne inschrijvingsbiljetten in te vullen ter bevordering van den geregelden afloop der beschrijving en ter voorkoming van de toepassing der boeten en straffentegen valschheid en on nauwkeurigheid der invulling vastgesteld. Burgemeester en Wethouders voornoemd A. MACLAINE PONT. Alkmaar, 1 Mei 1884. De Secretaris NUHOUT van der VEEN. NATIONALE MILITIE. De persoon van CORNELIS HOUTER 1. w. te Beemster, wordt verzocht zich ter gemeente-secretarie aan te melden. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algemeene kennisdat hun vergunning gevraagd is tot den verkoop van sterken drank in het klein door JAN HUIBERTS commissionair te Schagen in het perceel aan de Heerenstraat N°. 7 tot heden bewoond door A. van DAM, en door CLEMENS AUGUST JUSTUS SCHRöDER alhier in het perceel aan het Enidsen No. 84, tot heden bewoond door zijnen vader C. A. SCHRöDER. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 29 April 1884. De Secretaris, NUHOUT VAN DER VEEN. Bezichtiging tegen 10 cents per persoon, ZONDAG, 4 Mei 1884van I tot 3 uren. KOSTELOOZE bezichtiging op ZONDAG, II Mei 1884, waarvoor toegangkaarten te verkrijgen ter ver gadering der commissie van toezicht op DONDERDAG, 8 Mei 1884, tusschen 's namiddags 2 en 3 uren, ten stadhuize. Verder wordt herinnerd dat het Museum iederen MAANDAG en VRIJDAG, van één tot drie uren des namiddagskan worden bezichtigd tegen 25 cents per persoon. DUITSCHLAND. De commissie van onderzoek der socialistenwet heeft met 13 tegen 9 stemmen een voor stel van den heer Windthorst aangenomen, strekkende om te doen vervallen die bepalingen van art. 9 waarbij het houden van socialistische vergaderingen vooraf verboden kan worden. Minister von Puttkamer bad verklaard dat de socialistenwet het minimum der volmacht inhield waarover de regeering moest kunnen beschikken. In dit amendement kon dan ook niet be rust worden uit het standpunt van den heer Windt horst was de verwerping van de geheele wet te ver wachten. Den 29 werden de .overige voorstellen van den heer Windthorst tot verzachting van verschillende wetsbepalingen voor het meerendeel aangenomen. Zijn voorstel, om den kleinen staat van beleg tot Berlijn en zijne omstreken te beperken, werd verworpen. Minister von Puttkamer bestreed ten krachtigste alle voorstellen en verklaarde dat op dergelijke verzachtingen in geen geval de goedkeuring der bondsregeeringen te ver wachten was. ENGELAND. De minister van binnenlandscbe za ken Harcourt werd in de vorige week door de recht bank te Oxf ird bij verstek veroordeeld tot betaling, binnen 14 dagen, van 60 aan een bloemenverkooper, die hem tot voldoening dier som gedagvaard had. De eischer beweerde bij de verkiezing in Maart 1880 te Oxford bloempjes te hebben geleverddie als partij- teeken in het knoopsgat gedragen werden en aan de dames ruikers aangeboden te hebben. In het lagerhuis werd door bet lid Onslow gevraagdof het koopen tijdens de verkiezingen van bloamen, bestemd tot ge schenk voor dames die zich met het verkiezingswerk bemoeiden, niet onwettig was en of die geschenken ook gezonden waren aan bloed- of aanverwanten van kie zers. Hij zag niet in, waarom de minister zoo mild moest zijn met het schenken van ruikers, terwijl het het volk bezig was te kiezen. De minister antwoordde, dat hij den morgen van dien dag eerst kennis had ge kregen van de tegeD hem ingestelde vervolging. Al wat hij wist, had bij uit de dagbladen vernomen en hij kon niet zeggen, of bij werkelijk 60 schuldig was aan den eischer. De regeering heeft niet besloten, onder goedkeuring en medewerking van de nederlandsche regeering on middellijk afdoende maatregelen te nemen ter bevrij ding van de bemanning der Nisero. Alleen wenscht zij met de nederlandsebe regeering in overleg te treden, om al het mogelijke te doen ter verkrijging van de vrijlating der bemanning. Alle mogendheden Frankrijk uitgezonderd hebben de uitnoodiging tof eene bijeenkomst over Egypte's geldmiddelen aangenomen. Den 30 is te Portsmouth de Crocodile uit Bombay met 1242 personen aan boord hoofdzakelijk soldaten binnen gekomen na quarantaine te hebben gehouden. Eenige dagen na bet vertrek, was aan boord de cholera uitgebroken. Van de aeht aangetaste soldaten stierven er zes zeer spoedig sommige binnen minder dan één uur. Lagerhuis. Den 30 is met 149 tegen 79 stem men verworpen het door de regeering bestreden wets voorstel waarbij de lijkenverbranding wettig werd ver klaard. RU8LAND. Den 27 werd te Petersburg voltrok ken bet huwelijk van grootvorst Konstantijn Konstan- tinowitsch met prinses Elisabeth van Altenburg. SPANJE. Het reeds gemelde spoorwegongeluk op de brug bij Alcadia wordt bepaald aan kwaadwilligheid toegeschreven. De rails waren weg genomen, waardoor de trein ontspoorde, die in zijnen val de brug mede- sleepte. Geen der schuldigen is onldest. De Koning is iets beter. STATEN-GENERAAL. Tweede Kamer. De regeering heeft de volgende wetsontwerpen ingediend a. tot onteigening, om uitvoering te geven aan de wet van 1883 tot het verleggen der uitmonding van de rivier de Maas b. tot bekrachtiging eener ruiling met het gemeentebe stuur van Njjmegen. De gemeente verkrijgt de hoofd wacht in het waaggebouw aanwezig welke ruimte noodig is voor de boterwaag der gemeente en sticht daarentegen een gebouw voor hoofdwacht, in hoofd zaak overeenkomende met de daarvoor tegenwoordig gebruikte ruimte DOOR z -»f 18) Liesje zag hem met groote oogen aan. „Daaraan schijnt gij werkelijk behoefte te hebben zeide zij ern stig. „Gij drijft den spot met mij door mij, uwe toe komstige leerlingeeen zeventienjarig meisje uit te noodigen mij met uwe opvoeding bezig te houden één ding echter kunt gij van mij leereu openhartigheid! Papa heeft mij een kwartier geleden berispt, dat ik alles maar zeg wat ik denk maar ik kan niet anders. En idaarom zeg ik u ook nu openhartigdat ik het af schuwelijk vindt, dat gij met alles spot, met uzelf, uwen naam uwe ouders en voorouders en met mij omdat ik het gewaagd heb uwe smakelooze kleeding leelijk te vinden. Uw spot kwetst en beleedigt mij, wij zullen nooit goede vrienden worden wanneer gij op die wijze tot mij spreekt." De openhartige, scherpe berisping in Liesjes woor den verraste Egon zoozeer, dat hij niet dadelijk een antwoord gereed had. Hij was gewoon om in alle gezelschappen door de jonge dames die hij met zijne pmerkzaamheid vereerde, met de hoogste voorkoinend- (üeid te worden behandeld; hij kende de oorzaak daar- an bij wist, waarom de gevierde schoenen der resi- itie juist hem zoo gaarne bet oor leenden waarom S 1wat hij zeidedoor haar geestig en belangwek- werd gevonden en hij behandelde haar in deze H a'g'nb' zeer uif d0 hoogtemaar de gewoonte m hem eene tweede natuur geworden en daarom r aste het hem zoozeer, dat nu reeds voor de tweede "al een nauwelijks den kinderschoenen ontwassen eisje hem eenehij gevoelde het, verdiende strafpre dikatie hield. Hij zou werkelijk met een antwoord verlegen zijn geweestindien bij er een had moeten geven, maar dit werd hem bespaard. Het gesprek over verschillende landbouwzaken dat de belangstelling van mijnheer von Osternau geheel in beslag had genomen en waarnaar ook mevrouw von Osternau oplettend luisterde, zoodat zij in het geheel niet lette op hetgeen tusschen Liesje en den onderwij zer werd afgehandeld was ten eindenadat mijnheer von Osternau zijne schikkingen voor den volgenden dag getroffen bad hij wendde zich nu tot Egon op vriendelijken toon zeggende „Gij zult u eenigzins verveeld hebbenmijnheer Pechmayer, want gij kunt moeielijk belang stellen in de zaken eener u onbekende landhoeve daar gij echter voortaan op slot Osternau zult levenzal datgene wat ons allen het meest aan het hart ligtook bij u, naar ik Loop, belangstelling vinden. Zij komt van zelve met de kennis van de zaak. De stedeling die niet het minste vermoeden heefthoeveel er bij het bestuur van landbezit komt kijken acht landbouw en veeteelt bijna altijd van ondergeschikt belang waarvoor weinig inspanning van den geest wordt vereischt. De gewone boer is voor hem het ultimatum van domheid een mensch die gedachteloos achter zijn ploeg loopten als eene geestelooze machine werkt; ook de grondbe zitter wordt gewoonlijk op die wijze beoordeeld. Wan neer in eene adelijke ambtenaarsfamilie een zoon te weinig gaven bezitom te studeerendan laat men hem officier worden en meent men dat ook het of ficiersexamen voor hem te zwaar zal zijn dan acht men hem voor den landbouw nog altijd goed genoeg. Men koopt hem een goed vindt hij dan een tamelijk flinken inspecteurdan bekommert hij zich zelf om de geheele zaak nietdan gaat de machine haren gang en het vooroordeel dat ook de domste voor den landbouw geschikt is wint opnieuw veld. Dat onze landbouw en veeteelt belaas nog in vele streken van ons vaderland op een lagen trap van ontwikkeling staan vindt juist in dat ellendige vooroordeel zijnen grond. Het groote meerendeel der grondbezitters heeft nauwelijks zelfs een flauw begrip van de betee- kenis van hun beroep, zij gaan afkeerig van iedere nieuwigheid maar altijd in het oude spoor voort en het valt hun niet in om er over Da te denken hoe de volle kracht van den grond tot een rijke oogst te brengen is zonder dien uit te putten hoe den grond langs den goedkoopsten weg nieuwe krachten zijn te verleenen om de natuur der te verbouwen ge wassen te bestudeeren bij het kiezen daarvan rekeniDg te houden met het klimaat en de bizondere weersge steldheid der streek de goede verhouding in het oog te houden tusschen veeteelt en landbouw, zoodat beide elkander wederkeerig steunen de veerassen te verede len en slechts degenen aantefokken welke met het oog op de gesteldheid van klimaat en bodem het best gedijen de nijverheid aan zijne zaken dienstbaar te makenten einde aan de producten de hoogste waarde te geven maar daarbij echter ook weder dien tak van nijverheid te kiezen welke het meeBt met de eigenaardigheden van het gued overeenkomt. Er be hoort eene voortdurende scherpe waarneming van de natuur toe een ijverig ingespannen nadenken en eene onvermoeide werkzaamheid om alle plichten op een landheer rustende goed natekomen, ja zij eischen een scherpgeoefend verstand. Het is zoo gemakkelijk men behoeft zich niet intespannen, wanneer men voort gaat op de wijze sinds jaren door de voorvaderen gevolgd. Wie dat doetnoemt zich een practisch man en als zoodanig spot hy met den theoreticus wijst op de slechte uitkomsten welke onverstandige nieuwigheden nu en dan vaak genoeg hebben gehad en beroept zich er op hoe voortreffelijk zijne velden staan hij heeft geen begrip dat hij die vruchtbare velden zonder hunne kracht uittepntten tot een dub bel zoo groote oogst zou kunnen brengen. Eu toch zijn die zoogenaamde practische landheeien nog niet de ergste veel nooJIottiger voor de ontwikkeling van on-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1884 | | pagina 1