No. 56.
Zes en tachtigste Jaargang.
1884.
V R IJ D A G
9 MEI.
Inschrijving voor de Schutterij
EEN GELUKKIG MENSCHENLEYEN?
Prijs der gewone Advertentiën:
#fóci£jel Ojcbeclte.
JSnitenlattb.
ADOLF STRECKFUSS.
ALK1AARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Dondördag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 8 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door
het geheele Rijk f 1,
De 3 nummers 0 06.
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR,
herinneren belanghebbendendat alle schuldvorderingen ten
laste dezer gemeente over 1883 vóór of op 30 Juni 1884 in
gediend moeten zijn, daar alle niet binnen dien tijd ingediende
schuldvorderingen verjaard en nietig zijn.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
6 Mei 1884. De Secretaris,
NUHOUT van der VEEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
herinnerendat het aan de werkliedenbij de gemeente-rei
niging in dienstverboden isfooien te vragen of aan te
nemen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
6 Mei 1884. De Secretaris,
NUHOUT VAN DER VEEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algemeene kennis, dat H. MENNEMA aldaar hun
vergunning gevraagd heeft, den verkoop van sterken drank in
het klein te mogen voortzetten in het perceel aan het Verdron-
kenoordhoek Hekelstraat, No. 71, tot heden bewoond ge
weest door J. VAN DER VELDEN.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
7 Mei 1884. De Secretaris
NUHOUT VAN DER VEEN.
NATIONALE MILITIE.
De PASPOORTEN voor de daartoe gerechtigde manschap
pen der lichting van 1879 zijn, voor zoover voorhanden, be
schikbaar voor de belanghebbenden ter gemeente-secretarie.
Tegen betaling van f 1,is ter gemeente-secretarie verkrijg
baar het BEREDENEERD VERSLAG omtrent den toestand
der gemeente ALKMAAR, door Burg. en Weth. aan den
gemeenteraad uitgebracht.
SOLLICITANTEN naar de betrekking van ONDERWIJ
ZERES aan de OPENB. 2e. TUSSCHENSCHOOL te ALK
MAAR, (hoofd de heer W. S. P. Hom?) worden verzocht
zich onder overlegging van stukken, vóór 13 Mei 1884 aan
te melden bij het gemeentebestuur.
van 15 Mei tot 1 Juni 1884 in een der vertrekken
op het Raadhuis alhier, op Dinsdag en Donder
dag van iedere week, van des middags 12 tot des
namiddags 2 uremet uitzondering van den Hemel-
vaartdag.
P O L I C I E.
Ter terugbekoming is aan het Commissariaat van Policie
het volgende gevondene voorhanden, alstwee kisten met
eend-eiereneen schippersbaakeen leesboek getiteld eerste
aantal leerreden, een langwerpig vierkant oorbelletje, een paar
zwarte handschoenen.
Lijst van brievenwaarvan de geadresseerden onbekend zijn,
verzonden gedurende de le helft der maand April 1884.
Mej. wed. P. de Vries, wed. de Weerd, Amsterdam; Mej.
van Dam, Arnhem; Wed. Bosman, Groningen; Bakkum
Koog a/d Zaan; W. Dekker, Ommen; Mej. wed. Hengstman,
Schoorl; Schermerhorn, Starnmeer; H. Grootegoed, Veenhuizen.
Van de Hulpkantoren:
Burgerbrug: Dk. Appelboom Haarlem.
Groot-Schermer: Rijk HofmanGroot-Schermer.
Schoorldam: Weeltje Bruin's Hagen.
Warmenhuizen: P. de Winter, Kolhorn.
Briefkaart: C. E. de Valk, Rotterdam.
BELGIE. De heer Bergé heeft de regeering onder
vraagd over de deelneming der troepen en der gouver
neurs aan de installatie van den nieuwen bisschop te
Namen en den nieuwen aartsbisschop te Mechelen. Hij
verklaardedat het besluitkrachtens hetwelk die
deelneming plaats hadgeen reden vau bestaan meer
had en kondigde een voorstel aan om het intetrekken.
De minister Erère Orban herhaalde hetgeen hij in den
Senaat over de zaak gezegd had en voegde daarbij, dat
de regeering het aangekondigde voorstel zou overwe
gen, met den wensch om tot een goed einde te geraken.
ERANKRIJK. De betrekkingen met Marocco die
in den laatsten tijd reeds zeer gespannen warenals
gevolg van de weigering des Sultans om toe te geven
aan den eisch tot het ontslaan van den gouverneur van
Wazan, zijn nog niet afgebroken zooals reeds gemeld
werd. Van het gebouw van het fransche gezantschap
te Tanger werd de vlag die in den vroegen morgen
van den 4 in top geheschen was des voormiddags te
tien uren neergehaald.
Gedurende 1883 werden te Parijs 40,049 en in de
buitenwijken 6249 personen in hechtenis genomen
d. i. 159 minder dan in 1882. Daarvan werden 44,621
personen op heeterdaad gevat. Onmiddelijk werden
weder in vrijheid gesteld 2379, 559 met paspoort, 771
in de hospitalen opgenomen enzover 40,916 werd
uitspraak gedaan, 889 werden over de grenzen gebracht,
2 overleden en 1 ontsnapte. Van de in hechtenis ge-
nomenen waren 26,259 meerderjarige en 14,232 min
derjarige mannen 4788 meerderjarige en 1019
minderjarige vrouwen en verder 3401 vreemdelingen.
Onder de vrouwen bevonden zich 1196 naaisters on
der de mannen 93 kooplieden enz., 34 letterkundigen,
253 voddenrapers831 koetsiers 1113 schoenmakers,
12,333 daglooners 1176 herbergiers 65 onderwijzers
enz. Wegens vergrijp tegen de goede zeden werden
623 wegens diefstal 8997, wegens moord 143, wegens
nachtelijke overvallen 114 personen gevat.
ENGELAND. De Times is van oordeeldat Enge
land daar het een overwegenden invloed op de egyp-
tische zaken eischt en uitoefent, ook zedelijk verant-
DOOR
21)
De luitenant waagde niet zijn neef in de fonkelende
oogen te zienhij zag Bchuw naar den grond. Zijn
snel opgekomen toorn was reeds weder voorbij maar
hij haatte dien plebejischen onbeschaamden onderwij
zer die hem zulk eene verootmoediging verschafte, uit
den grond van zijn hart. Dien man zou hij om veront
schuldiging vragen En toch hij moest het doen hij
mocht het niet weigeren Slechts eenmaaljaren ge
leden had hij zijn neef even ernstig en beslist gezien,
de herinnering aan dat oogenblik kwam plotseling bij
hem op. Ook toen was mijnheer von Osternau opgeko
men voor het geschonden recht eens anderen van een
jongen man die door den toenmaligen boschwachter
die in hoog aanzien stond valschelijk van diefstal was
beschuldigd geworden. Mijnheer von Osternau eischte
van zijn boschwachterdat deze den onschuldige door
eene openlijke verklaring de gevorderde voldoening zou
geven deze had geweigerd ook nadat mijnheer von
Osternau hem eerst dringend had aangemaand en ten
slotte met ontslag gedreigd had. De uitvoering was
op de bedreiging gevolgd ofschoon de man bijna on
ontbeerlijk wasofschoon mevrouw von Osternau zijne
voorspraak was, ofschoon zelfs de beleedigde verklaarde
van de gevorderde voldoening te willen afzien. Mijn
heer von Osternau was tegenover alle beden en voor
stellingen onverzettelijk gebleven hij die anders zoo
goed en toegevend bijna tot zwakheid toe washad
onbuigzaam vastgehouden aan het eenmaal uitgespro
ken woord.
^oo kalmernstig en beslistals toenmaalssprak
ook heden mijnheer von Osternaude luitenant ge
voelde dat zijn woord onherroepelijk washij moest
zich buigen of Osternau voor altijd verlatenzonder
uitzicht op terugkeer of op verzoening. Hij had geene
keuze. Wat zou hij beginnen wanneer de grootmoe
dige neef hem verstiet Met huivering dacht hij aan
zijne toekomst in dat geval. Hij had steeds het hooge
inkomen dat mijnheer von Osternau hem voor zijne
geringe diensten betaalde bij bezoeken aan Berlijn bij
de speeltafel verkwist en nog schulden gemaakt. Reeds
nu vielen hem de schuldeischers lastigofschoon zij
wisten, dat de grootmoedige majoraatsheer, zooals reeds
meermalen was geschied, voor den lichtzinnigen bloed
verwant de schulden zou betalen hoe zou hij hen be
vredigen wanneer hij van slot Osternau werd ver-
stooten P
„Nu, neef Albrecht? Ik wacht op uwe beslissing."
De luitenant beet zich op de lippen hij mocht niet
langer aarzelen hij moest zich verootmoedigen maar
hij zwoer zich zelf, dat hij zich zou wreken op dengene,
die er aanleiding toe had gegeven. Hij had besloten,
het kwam er nu nog slechts op aan, om de verootmoe
diging zoo weinig vernederend mogelijk te maken tot
dit doel dwong hij zich tot kalmte, ofschoon zijn bloed
kookte, toen hij tot zijn neef zeide
„Uwe inderdaad niet zeer vriendelijke woorden waren
waarlijk niet noodig om mij te bewegen een onbe
dacht woord terugtenemen, waarover ik reeds berouw had,
toen ik hoorde, hoe verkeerd het werd opgevat; ik heb
er volstrekt niet aan gedacht, om mijnheer Pechmayer
te willen uitmaken voor een speler van beroep en ik zou
hem dit hebben gezegd, hem zelfs om verontschuldiging
voor mijne verkeerd begrepen woorden gevraagd hebben,
indien hij niet op zulk een dreigenden toon eene vol
doening van mij gevorderd had welke ik hem natuur
lijk, bij het verschil van onzen stand, niet kan geven.
Met deze verklaring waaraan ik toev /eg dat iedere
beleedigende bedoeling verre van mij was, dat ik gaarne
ieder mogelijk beleedigend woord terugneem en mijn-
woordelijk is voor de egyptische geldmiddelen en jegens
de schuldeischers van dat land. Het blad vindt het
bijeenroepen der bijeenkomstom wijziging in de likwi-
datiewet te brengenzeer natuurlijk. Egypte moet
eene leening sluiten en dit kan niet geschiedenzoo
sommige egyptische inkomsten aangewezen blijven voor
de betaling van rente aan de fondsenhouderszooals
die wet bepaalt. Ook kan de egyptische schatkist
die inkomsten niet missen zal zij niet steeds meer in
tekorten vervallen. Verder is dat blad niet geheel
gerustdat op de bijeenkomst langs een omweg niet
het vraagstuk van Engelands inmenging in de egypti
sche zaken zal worden ter sprake gebrachtwant op
de begrooting der uitgaven komt natuurlijk ook voor
een post voor het engelsche bezettingsleger. Dit kan
aanleiding geven tot het verlangen dat Engeland zijne
houding in Egypte verandere.
De Economist meentdat ieder plan hetwelk de
egyptische fondsenhouders bevredigen wil buiten de
egyptische schatkist om, verwerpelijk is. Dat zou altijd
ten gevolge hebben, dat zij betaald werden uit de beurs
der engelsche belastingschuldigen.
Den 5 is des middags te Londen een zeer zwaar
onweder losgebroken. Het was des ochtends vrij warm
geweest.
Lagerhuis. Den 7 werd met 238 tegen 12/ st.
het voorstel Broadhurst aangenomenstrekkende tot
het vergunnen van het aangaan van een tweede huwe
lijk door een weduwnaar met de zuster zijner vrouw.
ZWITSERLAND. De kiezers van het kanton Gla-
rus hebben met groote meerderheid verworpen het door
den landraad gedane voorstel tot herstelling der dood
straf in dat kanton.
EGYPTE. De regeering heeft den wensch te ken
nen gegeven om zich officieel te doen vertegenwoor
digen op de bijeenkomst der mogendheden al zou zij
alleen raadgevende stem hebben. Engeland gaf daarop
nog geen antwoord. Nubar-pacha zal de vertegen
woordiger zijn, zoo de wensch ingewilligd wordt. Zijne
taak zou onafhankelijk zijn van die van Blum, dienaar
Londen ontboden werd, om vóór den aanvang der over
eenkomst inlichtingen te geven over den toestand der
geldmiddelen.
YEREENIGDE STATEN. Het wetsontwerp tot
wijziging van het toltarief is den 6 door het huis van
vertegenwoordigers te Washington met 156 tegen 151
stemmen verworpen.
De „Marine National Bank" heeft den 6 onverwacht
hare betalingen gestaakt. Ook de bankiers Grant en
Ward volgden dat voorbeeld. Onder de deelgenooten
dezer firma behooren generaal Grant en de heer Eish,
president van eerstgenoemde bank.
heer Pechmayer om verontschuldiging vraag geloot ik
aan uw verlangen te hebben voldaan."
„Volkomen en ik geloof, dat ook mijnheer Pechmayer
tevreden zal zijn zeide mijnheer von Osternau zijn
neef weder vriendelijk de hand reikende.
Egon boog. Hij was volstrekt niet tevreden maar
de onderwijzer Pechmayer moest het zijn, daar mijnheer
von Osternau het was. Egon von Ernau zou de ge
dwongen verontschuldiging afgewezen en de geweigerde
voldoening geëischt hebben hij zou zelfs in de zins
speling op de onmogelijkheid om ze te geven door
het verschil van standeene nieuwe beleediging ge
vonden hebben maar de onderwijzer Pechmayer had
hiertoe het recht niet, hem moest de verontschuldiging
voldoende zijn. Hij was zelfs gedwongen om te erkennen,
dat de luitenant verder was gegaan dan gevoegelijk
van hem geëischt kon worden daar toch de trotsche
luitenant von Osternau zich zelfs verwaardigde, om dan
onderwijzer tot teeken van verzoening de hand te rei
ken toen hij de billiardkamer verlietom naar het
veld te gaan.
VI.
Het is toch niet gemakelijk om onderwijzer te zijn
Egon zat voor het boek dat hij gisteren te Breslau
gekocht had om ten minste eenig begrip te hebben
hoe men het moet aanleggen om een kind de aller
eerste beginselen inteprenten. Het was een voortref
felijk boekde boekhandelaar had het met gerust
heid den kooper kunnen aanbevelen als het beste
werk over de nieuwste methodes van het elementair
onderwijs maar het was geschreven voor jongelieden
die voor hun beroep waren opgeleid of voor ouderen
die de oude methode voor eene nieuwere hadden laten
varen het veronderstelde dus eene kennis welke Egon
niet bezat.
Egon had, nadat de luitenant de billiardkamer ver
laten had, met mijnheer en mevrouw von Osternau
nog een lang gesprek over het te verstrekken onderwijs