No. 60. Zes en tachtigste Jaargang. 1884. ZONDAG 18 MEI. Engeland in Egypte. EEN GELUKKIG MENSCHENLEYEN? Prijs der gewone Advertentiën Dit nummer bestaat uit twee bladen. EERSTE BLAD. (?Dflicië<t OibreDe. ADOLF STRECKFUSS. ALKMAARSCHE «OllRANT. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 8 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1, De 3 nummers 0.06. Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. SCHUTTERIJ. Iaschrijving van 12 tot 2 ure 's namiddags op Dinsdag en D o n d e r d a g 2027 en 29 Mei 188Ater gemeente secretarie. De personen van WILLEM KAREL GROOTES, PIETER URSEM, geb. te NIBBIKSWOUD, CORNELIS VENNIK, laatste woonplaats Wormerveer, worden verzocht zich ter ge meente-secretarie aan te melden. Het is niet mogelijk zonder pijnlijk leedgevoel de gebeurtenissen in Egypte gade te slaau. Welk een ellende Hoeveel menschen zijn er jammerlijk omgeko men hoeveel verminkt en gekwetsthoeveel is er verbrand en verwoest, boeveel waarde is er vernietigd hoeveel welvaart verstoordsedert admiraal Seymour het bevel gaf tot het bombardement van Alexandrië En met welk gevolg Ja, de fellah's van Egypte, sinds eeuwen aan vreemde overheersching gewoon van ge slacht tot geslacht onderworpen aan ruw geweld en gewetenloozezelfzuchtige dwingelandij hebben na een zwakke poging tot verzet den nek opnieuw gebo gen. Zulk een volk heeft van zijn gevoel van eigen waarde van zijn veerkracht veel verloren. Het kan, zoolang het geen krachtigen weerstand ontmoet en ge looft niet te zullen ontmoeten zich verheden maar bij de eerste nederlaag verliest het den moed en on derwerpt zich met de oude berusting aan „Allah's raadsbesluit." Maar de vrije zonen der woestijn snel len met volkomen doodsverachting den kogelregen der Engelschen te gemoeten hoevelen er mogen vallen zij verbreiden zich door geheel Soedan en sleepen wil ligen en onwilligen in den algemeenen oost,and mee. In de versterkte steden handhaven zich nog de bezet tingen maar de gemeenschap is afgesneden, en zonder hulp kan haar verzet niet lang meer duren. Een oogenblik scheen de heldhaftige Gordon den storm te kunnen bezweren maar ook hij ziet thans te vergeefs naar de verlangde hulp uitwaartoe zelfs nog niet schijnt besloten te wezen en die in elk geval zooveel tijd behoeft om te naderen. De houding der Engelsehe Regeering is inderdaad onverklaarbaar. Door het bombardeeren van Alexan drië het verslaan der troepen van Arabihet bezet ten van Egyptehet neerschieten der Arabieren in Soedan is Engeland wat het ook moge beweren, fei telijk verantwoordelijk geworden voor den toestand. Ondanks alle verklaringen en protesten ondanks alle woorden, is dat het onvermijdelijk gevolg van zijn daden. Toch blijft de Regeering tamelijk lijdelijk den gang van zaken aanzien, zonder haar verdere plan nen mede te deelen zonder zelfs te zeggen of zij zal trachten Gordon te helpen en te redden. Maar als Engeland zich niet verplicht acht aan den Nijl voor orde en veiligheid en een redelijk bestuur te zorgen wat doet het er dan? Engeland behoeft zich voor Egypte niet uit te putten toegestemd. Elk land moet weten hoeveel offers het wil brengen hetzij in het belang der algemeene beschaving en den algemee nen vrede hetzij wat in den regel wel de eigen lijke beweegreden zal zijn tot handhaving en ver sterking van zijn eigen be'angen in vreemde landen ot zijn gezag als groote mogendheid. Engeland kan weigeren bloed en geld veil te hebben om de zaken in Egypte zoo mogelijk tot een goed einde te brengen en zich bepalen tot beveiliging en verzekering van den weg naar Indie door het kanaal van Suez en de Roode Zee maar waarom zich dan in de zaken van Egypte ge mengd Waarom zich bemoeid met de binnenlandsehe aangelegenheden van dat land en terstond zonder on derzoek partij gekozen tegen Arabi Er was in Egypte een nationale partij opgestaandie een einde wilde maken aan de schandelijke bevoorrechting van vreemde oosterlingen en Europeanen ten koste van de bevol king die in alle opzichten achteruit werd gezet. Die partij kwam openlijk met haar grieven voor den dag zij klaagde over het bovenmatig groot aantal Europee- sche en Turksche ambtenaren met onmatig hooge be zoldigingen en weinig werk en over de uitsluiting of uiterst schrale bezoldiging der inlandsehe ambtenaren, over de in het oog springend? bevoorrechting van den vreemden ondernemer en avonturier. De nationale partij nam toe in invloed, werd den Khedive te machtig, en wist hem te dwingen haar programma te aanvaar den. Bij dat alles bleef echter de orde bewaard er werd geen druppel bloeds gestorten niemands leven of goederen waren in gevaar, totdat eensklaps te Alexan drië een twist tusschen een Arabier en een Malthezer tot een straatgevechttot moord en plundering aan leiding gaf. De Engelsehe en andere vreemde oorlog schepen lagen reeds voor de stad en namen van dien dag af aan de verschrikte en vluchtende Europeanen aan boord. De Engelsehe admiraal eischte dat men het versterken en bewapenen der wallen zou staken dreigde met een bombardement toen men heimelijk daarmee voortging en geen gevolg gaf aan zijn tweeden eisch om de forten overtegeven en ging tot de uitvoe ring over. Toen was de oorlog begonnen, In dit blad is altijd betreurddat Engeland partij heeft gekozen en geweld gepleegd zonder voldoend voorafgaand onderzoek. In het onlangs verschenen tweede deel van VEgypte et VEuropedoor een oud-lid van de gemengde rechtbanken in Egyptethans lid van het gerechtshof te Arnhemwordt daarvan aan de Engelsehe Regeering een scherp verwijt gemaakt en inderdaadal moge men tot haar verschooning kunnen aanvoeren dac de mededeelingen, die zy van den heer Malet ontving steeds zeer in net nadeel van Arabi en de nationale partij warendaartegenover stonden de herhaalde waarschuwingende uitvoerige brieven van den heer Bluntdie het tegendeel vol hielden en zijn dringend verzoek om een commissie van onderzoek naar Caïro te zenden alvorens tot ge weld over te gaan. „In plaats van de nationale be weging te bestrijden" Bchrijft het voormalig lid der Egyptische rechtbank had de Engelsehe Regee ring den heer Malet moeten terugroepen en een te genovergestelde politieke gedragslijn moeten volgen door den volksgeest te steunen en te leiden en zich aan het hoofd der beweging te stellen. Op die wijze had men het vertrouwen der Egyptenaren kunnen winnen en aan Engeland een overwegenden invloed verschaften ten koste van de beide mogendheden waar tegen in die dagen de sterkste tegenzin bestond van Erankrijk en Turkije. Zoodoende had men de nieuwe nationale instellingen op den goeden weg kunnen lei den en zijn weldadigen invloed bij het toezicht op het beheer der geldmiddelen behouden." Werkelijk bad Engeland langs dien weg een sehoone taak in het Nijlland kunnen volvoeren een taak daar enboven, die niet te zwaar zou geweest zijn voor zijne krachten vermits het in het land zelf steun zou ge vonden hebben. Thans mist het daar elk element waarbij het zich kan aansluiten behalve den machte- loozen Khedive en de oude Turksehe en Cireassische overheerschers. Hoe heeft het Engelsehe Kabinet waarvan de heer Gladstone, de bekende kampioen voor de onderdrukte nationaliteiten het hoofd is den nood- lottigen weg kunnen inslaandie Egypte en Soedan in den treurigsten toestand en Engeland zelf in de grootste verlegenheid brengt? Onze schrijver weet er geen andere reden voor te gissen dan dat men van den tijdelijken onwil van Erankrijk om zich in Egypte te doen gelden gebruik heeft willen maken om in dat land alleen meester te worden. Met het bombardement van Alexandrië was de zaak beslist. Gladstone schijnt nu eenmaal in Arabi niets anders te kunnen zien dan een soldaat-geweldenaarin de nationale partij niets anders dan die van de militaire tirannie wier zege praal de ergerlijkste misbruiken van het oude regee- ringsstelsel zou doen herleven, en waartegen Engeland verplicht is het Egyptische volk te verdedigen. Na het ten onder brengen van deze partij heeft Engeland alle uitgeweken Turken, Circassiërs en vreemde ambte naren in hun vorige betrekkingen met dezelfde hooge bezoldigingen hersteld en het land opnieuw opengezet voor alle avonturiers, waardoor het vroeger overstroomd werd. Ten slotte heeft Engeland de schadeloosstellin gen voor alle verwoestingen door het bombardement valschelijk opgedreven tot een buitensporig bedrag, en de kosten van bet bezettingsleger ten laste van Egypte gebrachten nu de reeds te zeer bezwaarde schatkist deze buitengewone uitgaven onmogelijk kan dragen roept het de groote mogendheden bijeen om de finan- DOOR 25) „Zie ik goed, mijnheer Pechmayer Is het mogelijk Maakt gij een wandelrid op Soliman „Zooals gy ziet J" antwoordde Egon kortaf, wiens goede luim plotseling verdwenen was. „Zeker zie ik hetmaar ik begrijp het nietging Storting hoofdschuddend voort. „Zelfs de luitenant zou het nukkigeonvertrouwbare dier niet tot een wandelrid van eenige uitgestrektheid durven gebruiken, hij rijdt er slechte mede op de groote weide achter den slottuin. Houd mij de opmerking ten goedemejuf frouw maar ik moet u zeggendat ik het niet goed vind, dat gij mijnheer Pechmayer hebt vergund, zich aan een gevaar bloottestellenvan welker omvang hij geen denkbeeld kan hebben daar hij de streken van Soliman niet kent." Liesje wilde zich verontschuldigen maar Egon viel haar in de reden. „Gij richt uwe verwijten aan een verkeerd adres mijnheer Storting antwoordde hij. „Ik stond er op om Soliman te rijden juist het gevaarwaarvan gij spreektbekoorde mij. Voor het overige kennen wij beiden elkander, vriend Soliman en ik hij vreest mij, ik hem echter niet. Gij kunt mijnentwege geheel on bezorgd zijn." Egons woorden stelden Storting niet gerust. „Gij moet een uitmuntend ruiter zijn dat het weerbarstige dier u tot nu toe gedragen heeftmaar toch zijt gij het gevaar niet eerder te boven voordat Soliman we der op slot Osternau in den stal Btaat. Ik raad u om naar het slot terugtekeerenrijd ten minste niet naar beneden naar de weiden. Het dier is menschen- schuw j wanneer het veel menschen zietdan wordt het onrustig en misschien is eene onwillekeurige be weging, het in de hoogte steken van een hark, het op waaien van een witte doek eener arbeidster of eene an dere kleinigheid voldoende om het woedend te maken, dan is ook de beste ruiter niet in staatom het te temmen het gaat onophoudelijk met iemand door 1 In zijne dolle woede kent het geen hinderpalen Een spottend lachje vloog bij deze waarschuwing over Egons gelaat. „Zyt gij werkelijk zoo ontembaarmijn goede Soli man zeide hij schertsendzich voorover buigende en het sehoone dier zacht langs den slanken hals strij kende. „Ik wildedat gij eens eene poging deedt opdat ik u zou kunnen toonendat er een wil is machtiger dan de uwe." „Dat is een overmoedig, misdadig woord merkte Storting op somberen toon op. „Ik raad u nog eens aan, keer terug! Wanneer gij naar de weiden rijdt, dan loopt gij gevaar, dat Soliman in razenden galop zich met u in den Oster werpt. Zulk een wandelrid op het nukkige dier is dolle waaghalzerij het heeft wel iets van eene poging tot zelfmoord „Wilt gij mij door dat vreeselijke woord schrik aan jagen vroeg Egon honend. „Heb ik geen recht op mijn eigen lichaammijn eigen leven Of ik er vrij willig een einde aan maak door een kogel in het hart of op andere wijzewie zal mij daarover hard durven vallen? Voorwaarts, Soliman, wij zullen onze krach ten meten en overwint gij dan zal ik u zegenen, wan neer gij mij in razende vaart naar de rivier voert, wan neer de golven zich over ons sluiten en ons de eeu wige rust doen ingaan Een krachtige slag met de zweep vergezelde de laat ste woorden en had op het woeste dier, dat nauwelijks door zijn koenen berijder getemd waseene vreeselijke uitwerking Soliman liet den kop zakken en joeg in dolle woede den heuvel af op den Oster toe. „Groote God welk een waanzin riep Storting vol ontzetting uit. Zijne gebruinde wangen werden bleek, met wijd geopende oogen zag hij den ruiter nadie bijna in eene rechte lijn door het woedende dier naar de plek gevoerd werdwaar de Oster het diepst en de stroom het snelst was. Hij achtte den ruiter verloren die zooals hij meende het nukkige dier niet meer meester was. Hoe kon de onderwijzer ook Soliman willen rijdenHet was zelfs een wonderdat hij bij die razende vaart nog in den zadel bleef. Maar hij hield zich in den zadel en nu hij zeer nabij den oever wasop het oogenblikdat Storting over tuigd was dat de volgende minuut voor zijn lot be slissend zou zijntoonde hijdat hij het woedende dier meester was gebleven. Midden in de snelste vaart hield hij bijna onmiddelijk bij den oever stil. Storting was sprakeloos van verbazing. Met zijn scherpen blik kon hij iedere spierbeweging van paard en ruiter erkennen en toch geloofde hij zijne oogen niet te mogen vertrouwen. Was werkelijk die koene ruiter, die zoo kalm te paard zat, terwijl dit snuivend en hijgend den weeken bodem met de hoeven omwoelde, alsof er geen gevaar voor hem bestond die met ijze ren vuist het ontembare dier in den teugel hield die belachelijkeonbeholpen en slordig gekleede on derwijzer, wien hij van middag eerst door het leenen van zijne eigen kleederen eenigzins menschelijk had gemaakt. Ook Liesje was een oogenblik geschrokkentoen Egon Soliman zoo plotseling door den slag met de rijzweep op hol deed slaan maar zij had Stortings ontzetting niet gedeeld, daar zij op het slotplein getuige was geweest van het bedwingen van Soliman, en daarom zag ze hem dan ook nu na in het volle vertrou wen op zijne kracht en behendigheid maar een wolk lag daarbij op haar voorhoofd en het was geen vriende lijke blik welke den koenen ruiter volgde. Toen hij nu het paard ter zijde stuurde en langs den oever voortreed, zeide zij kortaf: „Laat ons volgen mijnheer Storting." En zonder verder een woord te verliezen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1884 | | pagina 1