JSnitctilAnb. ISitmcttlaub. gen en tot bouwstof voor openbare kritiek. In art. 2 van bet .Reglement voor den dienst van de Rijkstele graaf, vastgesteld bij Koninklijk Besluit van 16 Maart 1880 (Staatsblad No. 32), is dan ook bepaald: „Den beambten tot den telegraafdienst behoorende of op de telegraafkantoren werkzaam, is elke mededeeling om trent telegrammen anders dan aan bevoegde personen, verboden enz. Ook mogen zij middellijk noch onmid dellijk anders dan ambtshalve nieuwstijdingen aan dag bladen bezorgen of tot de redactie dier bladen in eenige betrekking staan.'1 Of nu de heer Mooren die dikwijls ingezonden stukken voor hetzelfde dagblad schreefgezegd kon worden tot de redactie van dat dagblad in eenige betrekking te staan, heeft de Kamer niet willen uitmaken zij is geen college voor admi nistratieve rechtspraak maar dat de Regeering der gelijke voorschriften kan geven zonder aan art. 8 der Grondwet te kort te doenheeft zij te recht erkend door te verklaren dat het Reglement herziening dat zal vooral beteekenen verduidelijking noodig heelt. Het Nederlandsche volk kan alzoo gerust zijn dat door zijn vertegenwoordigers het groote beginsel van vrijheid van drukpers niet wordt verloochend, maar het zal waarschijnlijk tegelijk erkennen, dat hot belang van de schoolden telegraafdienst of van welken tak van dienst ook de belangen van het publiek, in één woord het algemeen belangaan de zorgen der ambtenaren toevertrouwd eenige beperking hunner vrijheid eischt, eenige voorwaarden en eenig toezicht wettigt, waaraan hij die in den staatsdienst treedtzich vrijwillig on derwerpt. DUITSCHLAND. Het bestuur der berlijnsche ver- eeniging van kooplieden heeft den 26 het ingediende wetsontwerp tot wijziging der wet op het rijkszegel besproken en algemeen afgekeurd. Er werd eene com missie benoemd om het ontwerp nauwkeurig te onder zoeken. In eene bijeen te roepen vergadering van vertegenwoordigers der in de verschillende steden ge vestigde kamers van koophandel zal besproken worden de door den handelsstand tegenover dit ontwerp aan te nemen houding, In de laatste dagen was er sprake van het vestigen eener duitsche nederzetting aan Afrika's zuidwestkust. De Nordd. Zeitung verklaart gemachtigd te zijn tot het mededeelen van een door prins Bismarck aan den duitschen consul Lippert te Kaapstad den 24 April 11. gezonden telegram ter verbetering der verschillende in omloop zijnde dagblad berichten. Dat telegram was van den volgenden inhoud: „Volgens de door ons van wege den heer Luderitz te Bremen ontvangen tijdingen twijfelen de koloniale ambtenarenof de door hem ten noorden van de Oranje-rivier aangekochte bezittingen op de bescherming van Duitschland rekenen kunnen. Gij kunt officieel verklaren dat hij en zijne bezittin gen onder bescherming van het duitsche rijk staan. Bij den bondsraad is een wetsontwerp ingekomen tot wijziging van het toltariefstrekkende tot verhooging der i echten op kant en borduurwerk, veeren voor sie raad brandewijn arak rum kunstbloemen schui mende wijnen en andere wijnen in üesschen, cacao, cho colade zijden borduurwerk, horlogekasten en horloges. De Keizer hield den 29 te paard de groote voorjaars revue over de troepen. ENGELAND. De hertog van Marlborough heeft aan de regeering het recht gegeven uit zijne verzame ling schilderijendie hij in het openbaar verkoopen wilelf meesterstukken van RaphaelRubensvan Dvck enz. af te staan voor f 4,200,000. Zij heeft ge antwoord dat de toestand der schatkist op het oogen- blik zulk een uitgave voor kunstgewrochten niet toeliet, doch bereid was over den aankoop van een of meer stukken te onderhandelen. Volgens de Pall Mall beeft Turkije den 27 aan den minister van buitenlandsche zaken berichtdat het aannam zijne uitnoodiging, om een leger van 15000 man naar Soedan te zenden en de mogendheden den 23 zullen bijeenkomen. Vóór dien tijd zou tusschen Erankrijk en Engeland eene schikking getroffen zijn onder toestemming der overige mogendheden waarbij een internationaal toezicht over de egyptische zaken en een eindtermijn voor de engelsche bezetting vastge steld zouden worden. Bij den Derby-wedren op den 28 kwamen de twee voorste paarden precies gelijk aan dat in geen 06 jaren gebeurd was. verlangd liefdesgeluk overtegeven zoo iets vond men wel in romansmaar in het werkelijk leven moest een arm meisje uit eene oud-adelijke familie met de werke lijkheid t kening houden en het verstand laten spreken. Een betere partij dan welke haar vader voor haar wenschtezou zij nooit vinden en daar zij geen lust had eene oude vrijster te worden zou zij de dwaas heid niet hebben dat geluk van de hand te wijzen. Min of meer ontstemd liet ik het onverkwikkelijk onderwerp rustenBertha scheen mij niet meer zoo bekoorlijk als te vorenhet nuchtere verstand de koele berekening welke in hare woorden lag, maakten een onaangenamen indruk op mij maar deze verdween spoedig weder toen ik met haar over haren vader sprak." Zij legde zulk eene oprechte vreugde aan den dag dat zij hem uit de drukkende verlegenheid, waarin hij zich bevondbevrijden kondat hij weder in het genot van de inkomsten van het majoraat zou komen en er sprak uit die vreugde zulk een warm gevoel, zulk eene innige liefde voor haren vader, dat ik spoedig weder geheel met haar verzoend werd. En mijne vrouw ging het evenzoo, ook haar hart veroverde Bertha stor menderhand ook zij voelde zich toen bij het ontbijt het gesprek op Egon von Ernau kwam evenzeer als ik, gekwetst door Bertha's, ik zou haast zeggen, cy nische levensopvattingmaar ook bij haar was die in druk slechts van voorbijgaanden aard, Bertha verdreef dien weder snel door hare betooverende beminnelijkheid. Wordt vervolgd. ERANKRIJK. Marie Colombier, de schrijfster van het tegen Sarah Bernhardt gerichte boek Sarah Barnum is door het hof van assises in het departement der Seine wegens schending der goede zeden tot 3 maan den gevangenisstraf en f 500 boete veroordeeld. De zaak is met gesloten deuren behandeld. Ook de schrij ver en uitgever van het tegen haar gerichte schotschrift „Marie Pigeonnier" zijn tot dezelfde straf veroordeeld. In de commissie der Kamer voor het krediet, aan gevraagd voor Madagascar, verklaarden de ministers Ferry en Peyron den 28, dat admiraal Miot het bevel over het eskader op zich genomen had. De blokkade was den 8 begonnen. De regeering zou krachtig han delen. De stemming werd uitgesteld tot den 30. Van de 22 leden die in de commissie der Kamer tot onderzoek van het ontwerp ter herziening van de grondwet gekozen zijnbehooren 17 tot de voorstan ders van het regeeringsontwerp, zijn 4 voorstanders van onbeperkte herziening en wenscht 1 lid wel beperkte herziening maar in verschillende opzichten afwijkende van het regeeringsontwerp. De voorgestelde vermeerdering van het getal der en gelsche directeuren is door de vergadering der aandeel houders van het Suez-kanaal o. a. goedgekeurd. Senaat. Bij de voortgezette behandeling van Na- quet's voorstel tot wederinvoering der echtscheiding heeft de minister van justitie namens de regeering ver klaard dat zij de echtscheiding wenschelijk acht in die gevallen welke thans tot scheiding van tafel en bed aanleiding geven maar niet kon toestemmen in een echtscheiding met onderling goedvinden. Na den minister werd het bestreden door den heer Allou. Den 30 werd het voorstel met 160 tegen 119 stemmen aan genomen. Kamer. Den 29 werden elf artikelen van het wets ontwerp op den militairen dienst nagenoeg ongewijzigd aangenomen. Twee artikelen werden naar de commis sie teruggezonden. ZÜID-AERIKA. Dini-Zoeloe is algemeen als Koning van Zoeloeland erkend; 10,000 personen woonden zijne kroning bij. De Boeren zwoerenhem te zullen be schermen zoolang hij de voorwaarden eerbiedigde die tusschen hem en hen waren vastgesteld. Hij heeft een algemeene amnestie afgekondigd verklaarddat hij ernstig vrede verlangt en nauwgezet de door Enge land vastgestelde grens zal eerbiedigen. De Boe ren zullen op zijn bestuur toezicht houden en de be velen van den Koning doen uitvoeren. STATEN-GENERAAL. Tweede Kamer. Den 28 berichtte de heer van de Werk, opgehouden te hebben kamerlid te zijn wegens de aanneming der benoeming tot raadsheer te Amsterdam en nam de heer flengers na be- ëediging zitting. De artikelen der schoolwet kwamen in behande ling. In art. 1, 3e lid wordt voorgesteld de bepaling, dat ook als schoolonderwijs wordt beschouwdhet onderwijs in dat armeninrichtingen, gods- gast- en werkhuizen en gestichten van openbaar nut. De heer Lobman bestrijdt deze uitbreiding, daar het noodeloos de staatszorg uitbreidt tot een gebied, nu aan de bijzondere menschlievendheid overgelaten. De mini st er van binnen! zaken antwoordtdat het on derwijs in gestichten als schoolonderwijs moet worden be schouwd en alleen ter voorkoming van moeieüjkheden in de wet wordt gesteld, wat feitelijk reeds geschiedt. De wijziging werd aangenomen met 43 tegen 33 stemmen. Daarop werd behandeld het voorstel M a c k a y, tot wijziging van art. 8, na verwerping met 77 tegen 2 stemmen eener mo tie van den heer van Eek, om niet toe te laten de amen dementen betreffende de niet door de regeering ter wijziging voorgedragen artikelen. Dit voorstel op art. 8 strekte, om geen schriftelijke goedkeuring van den arrondissements-schoolopziener te eischen voor toelating van kweekelingen, maar te vorderen dat het bewijs van zedelijk gedrag door dien schoolopziener schriftelijk werd goedgekeurd en het woord «rechtstreeksch' bij het toezicht van den onderwijzer weg te laten. Na bestrijding door den heer Y i r u 1 y en den min. van binnen! za ke n en verdediging door de heeren Mackay en Lobman wordt het voorstel verworpen met 43 tegen 38 stemmen. De regeeringswijziging van art. 15a en 15f wordt goedgekeurd. Daarna komt aan de orde art. 24 met de amendementen. Het regeeringsvoorstel wil minstens één onderwijzer als bij stand als het aantal kinderen meer dan 45, minstens 2 onder wijzers als het meer dan 90 bedraagt en voor elke 50 meer boven de 90 één onderwijzer meer. De heer Mackayc.s. wil boven 40 leerlingen 1, boven 90 2 en voor elke 60 boven de 90 één onderwijzer. Een amendement van den heer Borgesius en 16 andere leden (zijnde volgens de toelichting een tusschenvoorstelwaardoor zonder schade eenige bezuiniging verkregen wordt) wil den bijstand bepalen op ten minste 1 onderwijzer voor meer dan 40 leerlingen2 onderwijzers, zoodra het 85 bedraagt en voor elke 45 kinderen boven de 85 leerlingen 1 onderwijzer meer. De heer van der E e 11 z stelde voor, te bepalen, dat op geene school meer dan 600 kinderen gelijktijdig mogen worden toegelaten, tenzij hier toe door den Koning om bijzondere redenen vergunning wordt verleend. De min. van binnen! zaken had geen bezwaar tegen het laatste amendement. Daarna wordt de vergadering verdaagd. Den heer Brantsen werd verlof verleend om op een nader te bepalen dag eenige vragen te richten tot den min. van bui ten! zaken over de Nisero. Den 29 werd de behandeling der onderwijswet voortgezet. De verschillende voorstellen werden door de voorstellers toe gelicht en verdedigd, terwijl het amendement-Borgesius be streden werd door de heeren Mackay, Ruys, Schaep- man, Clercx en den min. van binnen! zaken, die overigens veel beaamde van hetgeen tot toelichting daarvan gezegd was en verdedigd door de heer de Meyier. De heer van der Loeff vroeg het eerst stemming over alinea 6 van art. 24bepalende, dat als maatstaf voor de berekening van het aantal onderwijzers aangenomen wordt het gemiddeld getal kin deren der in de laatste 4 kwartalen bij eike school ingeschreven kinderen. Hij was voor het amendement-Borgesius doch zou niet daarvoor kunnen stemmenindien een gemiddeld getal werd aangenomen. Deze alinea werd verworpen met 42 tegen 38 stemmen; daarna met hetzelfde aantal stemmen het amen- dement-Mackay es. Vervolgens werd het amendement-Bor gesius aangenomen met 41 tegen 39 en de door de regeering overgenomen wijziging van den heer van der ïeltz, scholen met 600 kinderenmet 54 tegen 26 stemmen. De heer Mackay verklaarde, namens zijne medevoorstellers na deze stemmingen en nu hun gebleken was,dat zij bij de meerderheid geene medewerking vonden voor bezuinigingen op de kosten van onderwijs, de nog voorgestelde amendementen in te trekken. Art. 28, vijfde lid, wordt gewijzigd in dier voege, dat het ini tiatief van den districts-schoolopziener tot overplaatsing van den onderwijzer aan het hoofd der ééneals hoofd der andere vervalt en vervangen wordt door een overleg met het gemeen tebestuur. Zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Art. 29a bevat eene wijziging, die strekken moet om te voorkomendat een verzoek van onderwijzers om eervol ont slag met een niet-eervol ontslag worde beantwoord. Als voren. Art. 33, derde lid, breidt de strafbepaling der tijdelijke schorsing van bevoegdheid, die uitgesproken wordt over, hem die de wet ten opzichte van de handhaving der neutraliteit van het onderwijs heeft overtredenuit tot schorsing in het ambt met geheelen of gedeeltelijken stilstand van jaarwedde. Na eenige bespreking stellen de heeren Borgesius en van Houten voorom niet alleen dit voorgestelde lidmaar de geheele 3e alinea van art. 33 der wet te doen vervallen. Op verzoek van den heer de M e ij i e r wordt de verdere beraadslaging hierover verdaagd tot den volgenden dag. Een voorstel des voorzitters om na de behandeling van het voorstel van den heer van Eek tot, wijziging van het reglement van ordede suikerwet te behandelen, wordt met 50 tegen 13 stemmen aangenomen. De heer Y i r u 1 y wenschte eerst de suikerwet te behandelen met het oog op hare in werking treding met i J uli as, dat bestreden werd door de heeren Oorver Hooft en Schim- melpenninck van der Oye, die de behandeling van dat voorstel niet langer verschoven wenschten te zien. Den 30 werd na de mededeelingdat de Koning het voor stel Rutgers betreffende het Merwedekanaal bekrachtigd had, door de heeren Borgesius en van Houten hun amen dement op art. 33 ingetrokken en de regeeringswijziging ver worpen met 45 tegen 20 stemmen. Art. 33 blijft dus onver anderd. Daarna kwam aan de orde de wijziging van art. 45, strekkende om in plaats van 307o T°or alle kostenuit te keeren 40°/o voor de jaarwedden van de onderwijzers en een andere wijze van verrekening met de gemeenten in te voeren. Hiertegenover stond het amendement-van Gennep e.s., om de 30°/0 te behou den voor alle kosten uitgezonderd voor onderhoud van school lokalen en schoolmeubelen voor aanschaffing van nieuwe meu belen en aanschaffing en onderhoud van schoolboeken, leermid delen en schoolbehoeften. Het laatste werd verdedigd door den heer van der Loeff, die er o.a. op weesdat erkend moest wordenhoe walgelijk de inhaligheid en schrielheid van som mige gemeentebesturen was en dat door het amendement juist vele administratieve kleinigheden en kibbelarijen weggenomen zouden worden. De berekening was, dat daardoor 1 miljoen bezui nigd zou worden, zonder het onderwijs te schaden. De voorstel lers wenschten overigens het voorschotstelselte regelen bij algemeenen maatregel van inwendig bestuurte behouden voor de voortdurende uitgaven maar de 30®/o voor den bouw te betalen, zoodra de gemeentebesturen werkelijk het geld uit geven. De minister bestreed het amendement, dat hij echter niet als vijandig beschouwde en verdedigde uit een geldelijk oog punt zijne wijziging. Hij heehtte zeer veel aan het belang der schatkist. Hij zou bij aanneming van het amendement de wet niet intrekken. De heer R e 11 verdedigde nader het amen dement, dankbaar dat de minister het niet vijandig was. De heer L o h m a n doet uitkomendat èn het regeeringsontwerp èn het amendement de beginselen van art. 45 onveranderd laten en o. a. de schatkist in handen der gemeenten blijven geven. Nu het blijkt, dat het de liberale partij te doen is, niet om de finan- ciëele regelingmaar om de bijzondere school te keerenacht hij elke bespreking onnoodig, daar het eigenlijke motief niet wordt uitgesproken; hij laat der liberale partij over in eigen boezem haar stelsel toe te passen. De heer Schaepman sluit zich hierbij aan. Art. 45 sticht verwarring tusschen de geldmiddelen van rijk en gemeenten, bevordert verspilling en daar tyrannie thans behouden blijft ten gerieve van de liberale eenheid, laat hij het aan het Nederlandsche volk over, te beslissen, of die eenheid dien prijs waard is. De heer Keu- c h e n i u s pegt, dat deze beraadslaging bewijst, dat het vader land zucht en gevaar loopt te gronde te gian onder eene alom heerschende onderwijsdolheid, van welke bacterie, Pasteur, noch Kochons verlost hebben. De heer Oorver Hooft acht art. 45 niet goed, maar nu eenvoudig wijziging wordt voor gesteld zal hij daarvoor stemmenhij neemt, wat hij krijgen kan. Het amendement wordt aangenomen met 41 tegen 37 stemmen. Art. 49 stelt voor, buitengewone subsidiën alleen te geven als schoolgeld wordt geheven. Nadat de heer van Delden tegen deze bepaling opgekomen was, laat de minister uit het artikel de woorden, waar schoolgeld wordt geheven, weg, omdat de regeering toch altijd bevoegd blijft de subsidie te weigeren als zij meent, dat de gemeente schoolgeld moet heffen. De wijziging op art. 88, om den termijn voor het vervullen van alle onderwijzersbetrekkingen te verlengen tot 1 Januari 1890, wordt zoowel als de minder belangrijke wijziging van andere artikelen met geringe veranderingen aangenomen. Ten slotte werd de geheele wet met 40 tegen 31 stemmen aangenomen. Daarna ving de behandeling van het voorstel van den heer van Eek tot wijziging van het reglement van orde aan. Op één na werden alle voorstellen verworpen. Den 4 wordt de behandeling voortgezet. - Den 15 hield de centrale commissie tot leniging der Krakatau-ramp hare laatste vergadering ten huize van den onder-voorzitter, jhr. mr. G. C. J. van Reenen te 's Gravenhage. Zij werd namens den prins van Oranje, den voorzitter, ontbonden, na vaststelling van een ver slag waaraan de volgende bijzonderheden ontleend worden. In 860 gemeenten des rijks werden gelden ingezameldwaarvan de opbrengst was als volgt 134 gem. der prov. N.-Brabant. 11,389,24 106 Gelderland. 35,320,95 158 Zuidholland 248,359,58 gg Noordholland 165,926,51% 81 Zeeland 8,071,18 57 Utrecht 18,274,40 29 Friesland 8,484,63 49 Overijsel 16,742,79 28 Groningen 3,575,28 15 Drente - 2,386,93 110 Limburg 7.403.81 f 525,935,30% Onder het bedrag, voor Zuidholland opgegeven, zijn begrepen de geldendoor de leden der cen trale commissie te 's Gravenhage ontvangen. Tot die giften behooren a. de giften van den Koning en de Koningin f 5000 den prins van Oranje f 2000 prinses Hendrik der Nederlanden f 1500 de Groot hertogin van Saksen Weimar, prinses der Nederlanden 3000, prinses von Wied 1000; samen f 12,500. b. de giftenin het buitenland bijeengebracht en rechtstreeks of door bemiddeling van den minister van buiten! zaken aan de centrale commissie toegezonden, te weten: in Engeland 41,154,37, Frankrijk f 31,169,88, Belgie f 13,234,42 Rusland f 6470,29, Italië 5989,30, Duitschland 4324,54Amerika 3630,60Grieken land f 1050 Turkije f 846,26, Portugal f 529, Zwit serland f 478, Denemarken 865,90, Zweden en Noor wegen f 361,97, Spanje 1 268,52%, Luxemburg f 156,02$, Australië 300 Azie, 278,58, Afrika f 4984,63; sa men 116,092,29.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1884 | | pagina 2