V
u'
i!
ftttmcttlattb.
sli
•v
met katoen beplante terrein met 4 toegenomen is.
Verder wordt medegedeeld, dat zware regens in het zuid
westen veel schade hebben veroorzaakt en men op onder
scheidene plaatsen genoodzaakt is geweest, voor de tweede
maal te planten. De planten zijn over het algemeen
krachtigmaar klein. Eenige weken mooi weder zou
een uitmuntend gevolg kunnen hebben. De gemid
delde staat is 87. De vermeerdering van het met zo-
mertarwe bezaaide terrein is 9°/0, de gemiddelde staat
is 101, die van wintertarwe 93, die van haver 98, van
rogge 97, van gerst 98.
>1
ld
v
>1
V
3
le
ri
v
n
s
k
i:
I
I
i
t
I
1
ST ATEN-GENEE A AL
Tweede Kamer.
Den 10 werd de beraadslaging over het ontwerp van wet
houdende nadere bepalingen omtrent den accijns op de suiker
voortgezet.
Op art. 3luidende: «Tot het berekenen van den accijns voor
de ruwe suikerin het tarief van art. 2 onder lit. d. vermeld,
wordt ook voor de afschrijving op de rekening van de beet
wortelsuiker-fabriekanten het gehalte verminderd met lV/0>
wegens het verschil tusschen het gehalte en het praktisch ren
dement. De in het eindcijfer voorkomende onderdeelen van */io
gehalte-percent worden buiten aanmerking gelatenwanneer zij
minder dan 5 bedragen en anders voor een geheel Vio°/o ge
rekend" werden 3 wijzigingen voorgesteld
1° eene van den heer Gildemeester omin plaats van de
le zinsnede, te lezen «Tot het berekenen van den accijns voor
de ruwe suikerin het tarief van art. 2 onder lit. d. vermeld,
wordt op de rekening der raffinaderijen het gehalte voor de
jaren 1884 en 1885 verminderd met 5°/0, voor het jaar 1886
met 4%°/c> voor 1887 4%, voor 1888 met 3%°/° ea voor 1889
en volgende jaren met 3»/0";
2° eene van den heer Meesom aan art. 3 toe te voegen
«Bovendien wordt, te beginnnen met het jaar 1885, bij inslag
door de raffinadeurs van ruwe suikerin het tarief van art. 2
onder lit. d. vermeld met crediet voor den accijns, de aanslag
op hunne rekening verminderd met 1 %°/0";
3° een amendement van den heer A. van Dedem, om uit art.
3 weg te laten de woorden «ook voor de afschrijving op de
rekening van de beetwortelsuiker-fabriekanten."
De minister bestreed alle wijzigingenhoewel hij zich
met die van den heer Mees het best kon vereenigenomdat
deze rond voor de zaak uitkwam en openlijk eene buitenge
wone bescherming verleenen wildezonder een fabrieksverlies
aan te nemen. De heer van der Hoeven ondersteunde de
wijziging van Dedem in het belang der beetwortelsuikerfabrie-
kanten daar zij niet bezwaard mogen worden wegens mis
bruiken der raffinadeurs. De verschillende voorstellers verdedig
den hunne wijzigingen de heer G 1 e i c h m a n verdedigde
de wijziging van den heer Gildemeester en bestreed die van
den heer Mees, terwijl de heer Verniers van der Loeff
tegen de wijziging van den heer Gildemeester krachtig opkwam.
Na sluiting der beraadslaging werd verworpen:
a. wijziging Gildemeester met 54 tegen 13 stemmen;
b. 2e wijziging van Dedem, tijdens de beraadslaging inge
diend en van verdere strekking dan de eerstemet 39 tegen
27 stemmen.
c. wijziging Mees met 37 tegen 30 stemmen;
d. le wijziging van Dedem met 41 tegen 25 stemmen
en het artikel onveranderd goedgekeurd.
De overige artikelen 4 tot en met 29 werden met eene kleine
verandering goedgekeurd. Een nieuw door den min. van financiën
voorgesteld art. 20, luidende:
«Deze wet komt in werking op 1 Augustus 1884 en wordt
vóór 1 Januari 1887 herzien."
Aan het slot van art. 26der wet van 27 April 1884
(Stb. No, 102) worden de volgende woorden toegevoegd «met
dien verstandedat het tekort tot dat tijdstip verschuldigd is
voor de suiker als bedoeld in 1welke in de eerste zeven
maanden van dat jaar onder crediet aangeslagenis, of waarvoor
gedurende dat tijdperk accijns is betaald volgens 3", wordt
goedgekeurd waarna de geheele wet aangenomen wordt met
48 tegen 18 stemmen.
Den 11 ving te 1 uur de behandeling der indische begroo
ting aan. De heer de Bruijn Kops verdedigde het
volgen eener vrijzinnige staatkundebestreed in het alge
meen de verhooging van invoerrechten en verklaarde zich voor
verkoop der bestaande Javaspoorwegen overeenkomstig het plan
Grol-Maarsckalk, zonder thans in bijzonderheden daarover te
willen treden. Hij beval dat plan voor een nauwkeurig onderzoek
aan en meendedat het in deze zaak door den minister aan
genomen standpunt vrij wel gelijk stond met dat van zijnen
voorgangerdat terecht in de Kamer zooveel afkeuring had
ondervonden. De heer G r a t a m a komt tegen die laatste be
wering op. De Kamer heeft niet uitgemaaktdat zij aanleg
en exploitatie van spoorwegen door bijzondere personen wil.
Hij is daartegen en wil staatsaanlegis volstrekt niet inge
nomen met het plan Grol-Maarschalkdat, zooals zij zeiven
erkennen, voor hen voordeel beoogt en ondersteunt dus den mi
nister in zijne spoorwegstaatkunde.
De heer van Dedem (Hoorn) had gaarne meerdere toe
lichting bij de verminderingen gezien. Hij verheugde zich over
het herstel van den post voor spoorwegen op de begrooting
en dat de minister in beginsel geen tegenstander was van zijn
voorstel tot regeling der verhouding van de geldmiddelen tus-
neer Pechmayer zijne bedreiging nakwam wanneer bij
zijne aanspraken deed gelden op de hem toegezegde
betrekking wanneer het bleek dat Egon zich weder
rechtelijk in het slot Osternau had ingedrongen dat
hij een valschen naam droeg, dan moest hij met schande
het slot verlaten onder het hoongelach van den luite
nant, die hem ongetwijfeld de scheldwoorden bedrie
ger en falsaris zou medegeven.
Het was onmogelijkom mijnheer von Osternau de
ware toedracht der zaak te doen begrijpen. De ware
Pechmayer mocht zijne aanspraken op zijn naam en
betrekking niet doen gelden. Hoe hem daarvan echter
terug te houden Er was slechts een middelaan zijn
verzoek moest worden voldaan. Egon beet zich van
ergernis op de lippenzijn gevoel kwam er tegen in
opstanddat hij zich door de bedreigingen van dien
ellendigen man moest laten bevreesd maken maar er
bleef hem geene keus over. Alleen wanneer hij Pech
mayer de verlangde vijfentwintig honderd gulden zond,
was hij zeker, niet ontdekt te worden. Maar was hij
dan zelfs zeker Kon hij de woorden van dien licht te
verleiden man gelooven Neen waarlijk nietPech
mayer had reeds eenmaal zijn woord gebroken en hij
zou er zeker niet tegen opzienhet voor de tweede
maal te doen wanneer sluwe bedriegers hem weder
tot het spel verleidden. Maar om het even hij kon
ten minste voor korten tijd onschadelijk gemaakt wor
den. Wat hinderden hem die ellendige vijfentwintig
honderd gulden Het was toch maar goed dat Egon
zijne portefeuille niet in het water geworpen had nu
kpn hij ze gebruiken.
schen Nederland en Indië. Hij drong op verschillende door
den minister niet besproken verbeteringen aan en verklaarde
zich met den heer de Bruyn Kops voor het volgen eener
vrijzinnige staatkunde in Indië.
De heeren Keuchenius en Rutgers wezen op het
zonderlinge optreden van dezen minister en van den heer van
Rees als gouverneur-generaalterwijl de heer Heemskerk mi
nister bleef. Eerstgenoemde zou het ongeraden achten in Indie
de spoorwegen aan bijzondere personen over te geven, waar in
Nederland het naasten van bijzondere spoorwegen op den voor
grond staat. Hij vroeg tevens, bij welk besluit de sluiting
der havens op de kust van Sumatra bevolen is, waarover door
de engelschen in Indie geklaagd wordtzooals uit de stukken
blijkt, daar alleen de Gouverneur-Generaal zulk een besluit
kan uitvaardigen en hem een dergelijk besluit niet bekend is.
Laatstgenoemde vroegof het waar wasdat de regeering een
ijzeren droogdok uit de hand wilde aanbesteden aan een en-
gelsch fabriekant, zonder mededinging der inlandsche nijverheid.
Hij is tegen beschermingook van buitenlanders.
De heer van der Hoeven voerde als verzachtende om
standigheid voor de veranderde koloniale staatkunde aandat
het uitlokken eener ministeriëele crisis niet wenschelijk was
geweest. Overigens ondersteunde hij het verzoek tot verhoo
ging der in 1879 gepensioneerden.
De heer van Gennep deed uitkomen, dat de heer van Rees
of deze minister hunne beginselen zeker niet prijs gegeven heb
ben dat de oude conservatieve richting op koloniaal gebied
niet meer bestond ea dat het eene daad van staatsmanswijsheid
en doorzicht was geweest van den heer Heemskerk, om ter wille
van het groote belang der zaak over kleinigheden heen te
stappen.
Daarna werd de beraadslaging tot den 12 verdaagd.
In de nadere inlichtingen op het adres van jhr. Hartsen
c.s., betreffende hunne aanvrage om vergunning tot den aanleg
van een spoorweg van Amsterdam naar IJ muiden enz., deelt
de minister van waterstaat o.a. mede, dat voor den spoorweg
Velsen-IJmuiden van de meening uitgegaan is, die ook geldt
voor Amsterdam-IJmuidendat de inrichting der spoorweglijn
ondergeschikt moest zijn aan de eischen eener onbelemmerde
scheepvaart door het Noordzee-Kanaalmet zijne buitenhaven
tot in zee, en dat de spoorweginrichtingen te IJmuiden dat
karakter moeten dragen. Als gevolg daarvan is de voortzetting
van den spoorweg bewesten IJmuiden vooreerst overbodig. De
lijn Amsterdam-IJmuiden zal voorloopigevenals de lijn Velsen-
IJmuiden moeten eindigen beoosten IJmuiden. Eene uitzon
dering wordt echter gevorderd ten aanzien van een te maken
vischsteiger. Het voornemen bestaat, om dien van staatswege
te maken en als onderdeel van het Noordzee-Kanaal te beschou
wen opdat ook andere belanghebbenden dan de Hollandsche
Spoorweg-Maatschappij daarvan gebruik kunnen maken. Een
algemeen ontwerp voor de verbetering en uitbreiding van de
haven te IJmuiden is in bewerking, doch nog niet voltooid,
zoodat daaromtrent nog geene mededeeling kan geschieden.
Het maken eener tweede verbinding tusschen Velsen en IJmui
den is onnoodigomdat voor de lijn Amsterdam-IJmuiden het
medegebruik van de bestaande lijn kan worden verleend.
De gemeenteraad van Schermerhorn heeft den 28
Mei besloten, den duur der jaarlijkscbe kermis in de Scher-
meerbuurt bij den Stompen toren in overeenstemming
te brengen met die te Oterleek en met één dag alzoo
te verminderen. Zij zal worden gehouden van den
tweeden zondag in Augustus tot en met den daarop
volgenden dinsdag.
Den 6 is de heer D. van der Park met 115 van
de 157 geldige stemmen gekozen tot hoofdingeland van
den polder Assendelft. Herstemming moet plaats heb
ben tusschen de heer Jbz. Jz. Kleijne met 57 en B.
Cz. Kleijn met 49 stemmen en Jb. Al met 55 en A.
Velserboer met 38 stemmen.
Den 9 waren op de paardenmarkt te Opmeer
237 paarden aangevoerd de handel was stug, met vrij
hooge prijzen.
De kiesvereeniging van den Langedijk en St.
Prancras „Vrijheid" heeft den 9 tot kandidaat voor de
verkiezing van een lid der prov. staten gesteld den heer
H. van Twuijver, burgemeester van Zuidscharwoude.
Het vergrooten verbeteren en herstellen der
scholen en onderwijzerswoningen in de gemeente Bnns-
dorp is den 9 in 2 perceelen aanbesteed. Voor per
ceel 1 was laagste inschrijver de heer T. H. Joseph
te Heldervoor f 13460 voor perceel 2 de heer J.
Zwaan te Zwaag voor f 11650.
Den 9 had in de duinen bij Kastrikum een on
derzoek plaats van wege het gemeentebestuur van Am
sterdam, in verband met den aanleg eener duinwater
leiding door die gemeente mochten de nieuwe onder
handelingen met de duinwatermaatschappij niet tot eene
bevredigende uitkomst lijden. Die maatschappij sluit
thans nieuwe overeenkomsten voor waterlevering voor
niet langer dan één jaar.
De Keizerin van Oostenrijk bracht den 9 nog
een bezoek aan Apeldoorn, waar zij het Loo bezichtigde.
Bij haar vertrek op den 11 van Amsterdam werd haar
Snel besloten ging hij aan de schrijftafel zitten en
schreef
„Nog eenmaal wil ik u helpen, voor de laatste maal
Wanneer gij weder met onverantwoordelijke lichtzinnig
heid u door winzucht laat verleiden om uw hartstocht
voor het spel bot te vieren hebt gij geen hulp meer
van mij te verwachten. Ik had u ditmaal reeds aan u
zelf moeten overlaten want de dwaasheidom u
voor de tweede maal door gewone kwartjesvinders te
laten bedriegen, verdient eigenlijk eene straf, te meer,
daar gij door uwe bedreiginguw woord te zullen bre
ken iedere aanspraak op hulp mijnerzijds verloren hebt.
Medelijden alleen met uwe nauwelijks te gelooven dom
heid niet uwe bedreigingdie ik verachtbeweegt
mij uw verzoek intewilligen maar houd u vast verze
kerd dat ik u voortaan aan uw lot zal overlaten. Ik
herhaal nogmaals dat uwe bedreigingaanspraak te
zullen maken op uwen naam en betrekking en mij
daardoor aan onaangenaamheden of misschien aan eene
gerechtelijke vervolging te zullen blootstellen mij vol
strekt niet verschrikt hebben en mij in geen geval
bewegen kan om verandering te brengen in mijn be
sluit om u voortaan aan uw lot overtelaten. Daar ik
uwen naam en uwe papieren hebmet uwe uitdruk
kelijke toestemmingzou ik hoogstens eene geldstraf
kunnen beloopen hetgeen mij natuurlijk onverschillig
isen de eenige onaangenaamheidwaaraan ik zou
kunnen zijn blootgesteld zou zijndat ik de grap
welke ik nooit had moeten beginneneenige dagen
vroeger zal moeten eindigen dan anders geschie
den zou. Gij zelf zoudt van het volvoeren van uwe
uitgeleide gedaan door den oostenrijkscben gezantden
burgemeester en den eigenaar van het Doelenhotel. Zij
betuigde den burgemeester haren dank voor de haar
ten deel gevallen ontvangst en nam van genoemden
eigenaar afscheid met een, tot weerziens. Voor de armen
had zij den burgemeester een aanzienlijke gift doen
toekomen.
De gemeenteraad van Egmond aan Zee heeft den
9 aan den heer C. Timmerman op zijn verzoek eer
vol ontslag verleend als onderwijzer aan de openbare
lagere school, met ingang van 1 Juli a.s. en in zijne
plaats benoemd den heer H. H. L. van Bakelreeds
tijdelijk aan die school werkzaam.
In den nacht van den 9 op den 10 werd te Goes
ingebroken in het kantoor van de heeren Eransen
van de Putte en Zoon. De rijksveldwachters die in een
overdekte plaats bij het kantoor verscholen waren, daar
de justitie met het voornemen tot het plegen van dien
diefstal bekend was betrapten den dader, Benelander
genaamd een oude kennisop heeterdaad.
Den 10 is te Utrecht tot lid van den gemeente
raad gekozen de heer mr. O. M. Blankenheym, kandi
daat der katholieken, met 767 stemmen tegen 725 op
den heer H. L. Verspijck inspecteur van het geneesk.
staatstoezichtden door de liberalen gesteunden katho
lieken kandidaat.
Uit het den 10 uitgebrachte verslag omtrent de
toestand der maatschappij van weldadigheid blijktdat
het ledental van 4471 op 1 Jan. 1883 daalde tot 4222
op 1 Jan. 1884. Uit Indie werd 345,10 aan giften
en legaten f 7450 ontvangen. Een der boerderijen
thans reeds „de Dankbaarheid" genaamdzal voortaan
„Hoeve prinses Marianna" genaamd worden. De zuivere
opbrengst der gehouden collecte was 56714,26%ter
wijl eenige honderden nieuwe leden toegetreden zijn.
De heer jhr. mr. W. H. de Savornin Lohman werd
met algemeene stemmen als commissaris herkozen, ter
wijl in plaats van den heer mr. J. Bieruma Oosting
gedurende 14 jaren commissaris der maatschappij ge
weestbenoemd werd de heer mr. A. baron van Naa-
men van Eemnes.
Den 10 des avonds vertrok een detachement in
fanterie naar Schoonhoven ter herstelling der orde. De
bevolking was zeer verbitterd tegen een herbergier in
die gemeente in wiens stal in Februari j.l. een jong
man uit Lopik bewusteloos gevonden en spoedig daarna
overleden was, niettegenstaande een door de justitie inge
steld onderzoek niets verkeerds aan het licht gebracht bad.
Yan tijd tot tijd werden bij hem glasruiten stuk ge
gooid den 8 werden zoowel bij hem als bij een bak
ker in de buurt die zich niet onpartijdig genoeg ge
dragen hadverscheidene ruiten ingegooid en den 9
's avonds werd de geheele voorgevel van den bakker
met straatkeien klinkers enz. vernield. De woning
van den herbergierdie des morgens met vrouw en
kinderen vertrokken waskreeg ook weer haar deel.
De daardoor in de stad heerschende spanning gaf aan
leiding tot het inroepen van de hulp der militaire macht.
Den 11 aanvaardde de heer dr. J. ten Brink het
hoogleeraarsambt te Leiden met eene redevoering over
de geschiedenis der nederlandseüe letterkunde en hare
leerwijze.
Het bericht van den 11 voormiddags half acht
omtrent den prins van Oranje luiddedat de afgeloo-
pen nachtreeds met meerdere gerustheid dan de vo
rige dagen te gemoet gegaan betrekkelijk rustig was
verloopen. Ook was de koorts niet toegenomen. Het
bericht van half twaalf hield in dat het ziekte proces
niet verergerdeen er omtrent den toestand weinig
nieuws viel mede te deelen. Des namiddags te half
twee was de temperatuur reeds onder 40 graden ge
daald en vertoonde zich in de ademhalingsorganen
mede verbetering. Het bericht van des avonds kwart
voor tienen luidde datware de prins niet door een
voortdurend hoesten gekweld hij wellicht eenige rust
zou genoten hebben. Overigens was er geene bijzondere
stoornis waar te nemen. Dat van 's nachts half twee:
dat hij door veelvuldig hoesten onrustig was het be
wustzijn was van tijd tot tijd gestoord.
Te Zwijndrecht is den 11 het flesschenmagazijn
der glasblazerij uitgebrand.
Den 11 werd te 's Gravenhage aanbesteed het
graaf- en baggerwerk in de Scheur voor de werken tot
verbetering van den waterweg langs Botterdam naar
zee. Minste inschrijvers de heeren J. J. Bekker te
Lent en A. D. van Ceeters en Cie. te Nijmegen voor
f 1,073,800.
bedreigingvan het breken van uwe met een eed be
krachtigde belofte niet het geringste nut hebben, want
uw eigen aan mij gerichte brief zou voldoende zijn
om het u onmogelijk te maken, ooit hier de betrekking
van onderwijzer te bekleeden. Mijnheer van Osternau
zou die nooit toevertrouwen aan een meineedigen
hartstochtelijken speler, die, volgens zijn eigen bekente
nis het tuchthuis verdieDt.
Gij weet nuwat u te wachten staatik kan u
daarom slechts in uw eigen belang raden, houd ditmaal
uwe belofte vertrek zoo snel mogelijk met het eerste
schip naar Amerika. "Wanneer gij in uw nieuw va
derland hulp noodig hebt voor den aankoop van eene
hoeve dan moogt gij u weder tot mij wenden dan
zal misschien de gedachte bij mij opkomen dat ik u
tegen uw wil het leven gered heb. In hoever deze ge
dachte mij er toe zal brengen, om billijke verlangens te
vervullen zal geheel van u afhangen en voornamelijk
hiervan dat gij trouw uw woord houdt.
Ik zend u hiernevens vijf en twintighonderd gulden.
Allen dank hiervoor kunt gij gerust achterwege laten. Ik
wensch niet weder met een schrijven van u te worden
lastig gevallen. Schrijft gij mij nog eens voordat gij
in Amerika zijt aangekomen, dan hebt gij hierdoor alle
aanspraak op hulp mijnerzijds verloren.
Ebits Gelukskind."
Wordt vervolgd.
met i