No. 73.
Zes en tachtigste Jaargang.
1884.
EEN GELUKKIG MENSCHENLEVEN?
V R IJ D A G
20 JUNI.
#fiüciëci (Scheelte.
Prijs der gewone Advertentiën:
S2nitewlaub.
ADOLF STRECKFUSS.
ALK1AARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door
het geheele Rijk f 1,
De 3 nummers 0.06.
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. C08-
TEB ZOON.
De houders der coupons van JANUARI en JULI 1883'e
groot 25, van aandeel No. 20 der leening 1872 worden
verzocht die ten spoedigste ter betaling aantebieden ten an-
tore des gemeente-ontvangers.
BELGIE. Den 17 is te Nivelles de heer Snoy
katholiektot lid der kamer gekozen in plaats van het
aftredende liberale lid, dat zich terug getrokken had.
De meerderheid der katholieken in de kamer kluut
daardoor tot 34 stemmen.
De heeren BaraThonissen Pirmez en Nothomb
zijn tot ministers van staat benoemd.
De Kamers zijn tegen den 22 Juli as. bijeen geroe
pen. De Senaat is ontbonden en de verkiezing van
nieuwe leden op 8 Juli vastgesteld, op welken dag ook
de verkiezingen zullen plaats hebben voor de Kamer,
noodzakelijk geworden door bet optreden der nieuwe
ministers.
De gouverneurs der provinciën Henegouwen en Luxem
burg hebben hun ontslag gevraagd.
Voor het kasteel van een brusselsch senaatslid nabij
Huil hadden zeer onstuimige tooneelen plaats. Eene
uit boeren bestaande dreigende menigte werd door de
gendarmerie uiteen gedreven. Een rechterlijk onderzoek
werd ingesteld.
Er is nog besloten tot de oprichting van een minis
terie van landbouw, nijverheid en openbare werken
en om het bestaande ministerie van openbare werken
den naam te doen dragen van ministerie van spoorwe
gen posterijen en telegrafen.
DUITSCHLAND. De Nordd. Allg. Zeitung merkt
op naar aanleiding van hetgeen in de parijsche bladen
en de engelsche Times voorkomt over de troonsopvol
ging in de Nederlanden dat de schrijvers dier artike
len zelfs niet schijnen te vermoeden, dat er in Neder
land een grondwet bestaatwaar in het 2e hoofdstuk
van den Koning, le. afdeeling, van de troons
opvolging, in 26 artikels die troonsopvolging ge
heel geregeld wordt. Die bepalingen zijn zóó duidelijk,
dat elke vreemde inmenging in deze zuiver nederland-
sche zaak geheel wordt uitgesloten. Misschien zijn zij
nog niet duidelijk genoeg om de bezorgdheid dier
schrijvers te doen verdwijnen doch ieder gewoon ster*
veling begrijpt dadelijk, dat eike poging, om de neder-
landsche troonsopvolging tot een europeesch vraagstuk
te makenreeds vóór de beproeving daartoe als vol
komen mislukt moet worden beschouwd. De engel
sche Spectator had o. a. het volgende gezegdde
Kroonprins is stervendede Koning is oud en lijdt
aan eene bedenkelijke kwaal. Hij heeft een dochtertje
maar de nederlandsche grondwet sluit de vrouwe
lijke opvolging uit en men vreest dusdat Duitschland
de schaduwachtige aanspraken zal ondersteunen van
het huis van Nassau dat al de bezittingen der Oranjes
behalve Holland erven moet. De duitsche bondsraad
heeft bovendien wettige aanspraak op Luxemburg en
Limburg en Holland zal bij gevolg, zoodra zijn stamhuis
uitsterft, rechtens die beide provinciën verliezen.
De Kroonprins is tot voorzitter en prins von
Bismarck tot onder-voorzitter van den Staatsraad be
noemd. Verder zijn 71 nieuwe leden benoemd waar
onder 42 staatsambtenaren en officieren 3 geleerden,
6 geestelijken 10 grondbezitters en 6 nijveren.
R ij k s d a g. Den 16 had de tweede beraadslaging
plaats over de door de regeering voorgestelde wet tot
verzekering der werklieden tegen ongelukken. De
sociaaldemokraten Kraecker en Barth betreurden het,
dat zoovele klassen van arbeiders uitges.oten waren
en kondigden ingrijpende wijzigingsvoorstellen aan.
De afgevaardigde Buhl pleitte voor de opneming van
arbeiders, bij den bouw van spoorwegen of den water
staat werkzaam, van schoorsteenvegers en van werk
lieden die ontplofbare stoffen vervaardigen. Minister
von Bötticher verdedigde de door de regeermg en de
commissie aangenomen opvatting. Daar er verschi-
lende ambachten zijn, die de verzekering met zoozeer
behoeven als degenen die in het voorstel zijn opgeno
men kwam het hem voor, dat de uitbreiding tot andere
klassen van arbeiders niet raadzaam was. Vermoede
lijk zal reeds in het aanstaande jaar de gelegenheid
bestaan om den verzekeringsdwang tot het gansche
bouwvak uit te strekken. De regeering stelde z.ch
voor langzamerhand alle arbeiders, wier beroep ge
vaarlijk isin de wet op te nemen doch voorloopig
bepaalde zij zich tot die soorten waarvoor thans reeds
gevangenisstraf bestaat. Hij zou zich met een voorstel
tot het opnemen der schoonsteenvegers wel kunnen
vereenden. Ten slotte werden de drie eerste artikelen
goedgekeurd nadat het voorstelom de schoorsteen
vegers er bij op te nemen, aangenomen was.
Den 17 toen de letterkundige overeenkomst tusschen
Duitschland en Nederland bij le en 2e lezing aang®:
nomen werd is artikel 4 waarbij de werklieden by
rijkswerken uitgesloten worden met 129 tegen 112
stemmen onveranderd aangenomen, nadat minister von
Bötticher de door Barth c.s. voorgestelde weglating
van dat artikel bestreden had. De artikelen 5 8
werden aangenomen zooals die door de regeering in
overleg met de commissie waren vastgesteld.
ENGELAND. Den 13 heeft het hoog gerechtshof
te Londen een begin gemaakt met de behandeling der
strafzaak, door de regeering ingesteld tegen Bradlaugh,
wegens deelneming aan stemmingen in het Lagerhuis,
waartoe hij niet gerechtigd was krachtens de tegen
hem uitgesproken uitsluiting. Eene boete van 6000
kan voor iedere stemuitbrenging op hem toegepast
worden bij strenge toepassing der wet zal hij meer dan
f 1,200,000 boeten moeten betalen.
De met Erankrijk gemaakte schikking is aan de mo
gendheden medegedeeld.
Lagerhuis. Den 17 zeide minister Gladstone
dat het de plicht der regeering waszorgvuldig alle
vragen over de mogelijkheid van éénen veldtocht naar
Zuidelijk Egypte te overwegen en daarbij tevens de
doelmatigheid van het aanleggen van een spoorweg van
Soeakim naar den Nijl. Hij achtte het onraadzaam
daarover meer mede te deelen. Het door de regee
ring overgenomen amendement van den heer Fowler
om de kieswet eerst op 1 Januari 1885 in werking te
doen tredenwerd aangenomen met 2-56 tegen 130
stemmen. De verdere artikeisgewijze behandeling werd
verdaagd.
OOSTENRIJK-HONGARIJE. De verkiezingen in
Hongarije zijn in voor de regeering zeer gunstigen zin
uitgevallen. Zij bezit eene grooter meerderheid dan in
den vorigen rijksdag.
De brand van het Stadt-theater te Weenen wordt
toegeschreven aan twee schoonmaaksters. Zij staan
thans terecht door onvoorzichtigheid dien brand veroor
zaakt te hebben. Bovendien staan de directeur en
nog 3 andere personen te recht wegens het veronacht
zamen der voor schouwburgen voorgeschreven voorzorgs
maatregelen waaraan het ontstaan en de groote uit
breiding van den brand toe te schrijven zijn.
SPANJE. Den 14 is in de Kamer de begrooting
ingediend in de memorie van toelichting wordt er op
cewezen, dat sedert de troonsbeklimming van Koning Al-
phonsus de staat der geldmiddelen voortdurend verbeterd
en de openbare schuld in een gewonen toestand geraakt
is. De inkomsten zijn sedert 1876 gemiddeld f 10,000,000
gestegen. De uitgaven waren tot 1881 verminderd, maar
na dien tijd zoo toegenomen, dat tusschen de begrooting
voor 1880 en die voor 1883 een verschil is op te merken
van 80,000,010, niettegenstaande de schuldaflossing met
f 50,000,000 was verminderd. Hiervan was het gevolg,
dat na het voorbijgaande evenwichtdoor de conversie
der aflosbare schuld verkregen het tekort is terugge
keerd. Verder zegt de memorie dat eene hervorming
der wijze van belasting-inning noodig is benevens eene
vervanging der belasting op het zout en wijziging der
accijnsen der zegelbelasting en der successierechten.
Dit alles kan echter vóór 1 Juli niet gereed komen
en moet daarom tot het volgende dienstjaar worden
verdaagd. De uitgaven voor 1884—1885 worden ge
raamd op ƒ440,165,710 en de inkomsten op /440,153,463.
VEREENIGDE STATEN. Den 14 reden te Had-
donfield bij Philadelphia twee personentreinen tegen
elkander, met het gevolg, dat 7 reizigers gedood en
10 gekwetst werden.
Van verschillende zijden worden bezwaren ingebracht
tegen het stellen van den heer Blaine als kandidaat
voor het presidentschap op de onlangs te Chicago ge
houden vergadering.
DOOR
38)
Reeds na het eerste lesuur had Liesje zooals zij
zelf verheugd verklaarde en mevrouw von Osternau be
vestigde zeer veel geleerd en ieder volgend uur gaf
nieuwe verrassende resultaten vorderingen die Egon
zelf niet minder verbaasden dan mevrouw von Oster
nau die eerst slechts het onderwijs bijwoondeom
volgens afspraak met haren man een oog in bet zeil
te houden, later er echter volstrekt niet meer aan dacht,
om Egon en zijne leerlinge te bewaken ofschoon zij
toch geregeld hare plaats op de sopha innam omdat
zij met billijken moederlijken trots de bewonderens
waardige vorderingen harer dochter opmerkte. Om hen
te bewaken daartoe bestond dan ook inderdaad geen
reden want hare bezorgdheid, dat Liesje in den onder
wijzer meer belang kon gaan stellen, dan voor de leer
linge wenschelijk wasscheen geheel ongegrond. Wel
bewonderde Liesje den kunstenaar in hemzooals
ook mevrouw von Osternau hem zelf bewonderde
zij luisterde naar ieder zijner woorden met ver
hoogden aandachtzij gaf zich alle mogelijke moeite
om zich zijne tevredenheid te verwerven en wan
neer hij een woord van lof sprakdan kwam er
een zonnige glimlach op haar lief gelaat maar het
was slechts de leeraar als zoodanig, wien zij een aan
vereering grenzende achting betoonde zoodra het les
uur voorbij was werd Liesje dadelijk weder het vroo-
lijbe onschuldige overmoedige kind. Zij plaagde
mijnheer Pechmayerzooals zij haren neef Albrecht
mijnheer Storting en mijnheer von Wangen den der
den inspecteur, placht te plagen. Zij gaf hem zonder
schroom hare oprechte bewondering te kennen voor zijn
meesterschap in het biljartspel en in het bedwingen
van den wilden Soliman, maar een oogenlik later berispte
zij hem ook even onbeschroomd, wanneer hij eene of
andere meening uitte die haar niet beviel. Zij ging
met hem om op dezelfde vertrouwelijke wijze als met
de andere heeren en juist deze onbeschroomde vertrou
welijkheid scheen mevrouw van Osternau het beste be
wijs dat hare bezorgdheid voor Liesje ongegrond was.
Zij stond dan ook gaarne toedat Liesje dagelijks met
mijnheer Pechmayer groote wandelingen en wandelritten
naar de velden of weilanden maakteom zooals zij
lachend zeideharen muziekonderwijzer de hoogere
landhuishoudkunde te leeren. Natuurlijk ging Fritsje
altijd mede; Liesje was nooit met mijnheer Pechmayer
alleen want Fritsje zou voor geen geld tehuis geble
ven zijn hij achtte iedere minuut van den dag verloren,
die hij niet bij zijn onderwijzer kon doorbrengen.
Heerlijker uren had Egon nooit doorleefd dan die
welke hem het ongedwongen gezelschap van Liesje en
Fritsje op de wandelingen door velden en weilanden
en bij de wandelritten verschafte. Hij had het niet voor
mogelijk gehouden, dat do landhuishoudkunde zoo belang
wekkend kon zijn, als zij plotseling voor hem geworden
was. Het was een genot voor hem, om zich te laten
onderrichten omtrent de verschillende landbouwzaken
hij verheugde zich als een kind, wanneer Liesje op hare
bekoorlijke, verstandige wijze, die haar zeer goed afging,
zijnen ijver en zijne snelle vorderingen prees, maar hij
verheugde zich nauwelijks minder, wanneer zij hem tus-
schenbeide recht hartelijk uitlachte over zijne grenzen-
looze onwetendheid, wanneer hij b. v. geen rogge van
tarwe kon onderscheiden, een haverveld voor een gerste
veld aanzag en de weidende melkkoeien een kudde os
sen noemde. Het beleedigde hem volstrekt nietwan
neer zij hem uitlachte ze was zoo bekoorlijk, wanneer
zij het deed 1 Mijnheer Storting had voorspeld, dat Egon
zich even als de andere slotbewoners spoedig voor de heer
schappij der kleine toovenares zon buigen. Hij had
gelijk gekregen. Egon gehoorzaamde zijne kleine lieve
onderwijzeres. "Wel moest bij glimlachen, wanneer hij er
over nadacht maar hij gehoorzaamde toch zoo gewillig,
dat hij zich bedwong wanneer hem, ouder gewoonte
nu en dan eene scherpe opmerking op de tong lag. Een
afkeurend woord van Liesje was dan telkens voldoende,
om hem dadelijk te doen verstommen ja zelfs te doen
blozen.
Nooit waagde bij het meer om halsbrekende toeren
met Soliman te doen, wanneer hij met Liesje en Fritsje
rijden ging, hij galoppeerde zeer kalm naast haar voort,
en hield daarbij Soliman zoo vast in den teugel
dat de vurige renner geen de minste buitensporigheid
beproefde.
Het was een geheel ander leven geheel in tegen
spraak met al zijne vroegere gewoonten, dat Egon op
slot Osternau leidde, maar een leven, dat eene eigen
aardige betoovering op hem uitoefende waarin hij zich
zoo kalm gelukkig en tevreden gevoeldedat hij vol
strekt niet wilde denken aan de mogelijkheid dat het
wel weder anders worden kon.
's Morgens stond hij bijna met het aanbreken van den
dag op hij zocht daD mijnheer Storting en reed met
dezen naar het veld. Zooals Liesje zijne onderwijzeres
was zoo was Stolpen zijn onderwijzer in de landhuis
houdkunde en met schitterend gevolg. Hij wijdde Egon
in de huishouding van eene groote landhoeve in ver
klaarde hem de wetten voor eene oordeelkundig af
wisselende bepoting der velden en eene rationeele vee
teelt hij verstrekte hem al de landhuishoudkundige
lessen die hij zelf bij de leerrijke gesprekken met mijn
heer von Osternau had afgeluisterd. Er ontstond daarbij
een waarlijk vriendschappelijke verhouding tusschen hem
en Egon wien het onuitsprekelijk veel goed deed
voor de eerste maal zijns levens iemand te hebben ge
vonden van gelijken leeftijd van wien hij zeker kon
zijn dat niet onedele zelfzuchtige drijfveeren de oor
zaak van zijn vriendschappelijke houding waren.
Op den morgenwandelrit volgden het ontbijt en