I
a
Bi nnenlatib.
Wordt vervolgd.
PROVINCIALE STATEN VAN NOORDHOLLAND-
1 Juli.
n
M
i
i1
i1!
t
I
door bem gedaan voorstel word verworpen. Daarna
werd met 456 tegen 50 stemmen paragraaf 1 van het
regeeringsvoorstel aangenomen. Eene levendige beraad
slaging ontstond over een amendement van den heer
Bernard Lavergne om in de Grondwet te vermelden,
wanneer men al dan niet bevoegd was om tot lid van
den Senaat verkozen te worden. Ook wenschte hij den
Senaat bij algemeen stemrecht te doen verkiezen. De
president-minister bestreed dit amendementals niet
passende in de grondwet. De regeering kon zich met
geen andere wijziging vereenigendan die in haar
ontwerp vervat waren. Het amendement werd ten
slotte met 265 tegen 235 stemmen verworpen.
OOSTENRIJK—HONGARIJE. De Koning der
Nederlanden vertrok den 28 des morgens te 5 uren
na een verblijf van 4 weken Karlsbad. Den vorigen
dag hadden verschillende hooggeplaatste personen af
scheidsbezoeken aan hem gebracht. Aan don burge
meester zeide de Koningdat de badkuur hem veel
goed gedaan had en dat hij in het begin van het vol
gende saizoen hoopte terug te komen. Hem werd voor
de algemeene armen 600 ter hand gesteld. Met een
buitengewonen trein begaf hij zich naar Kreuth in
Beieren, waar hij de uit Kissingen komende Koningin
Emma ontmoette. Yan daar begaven zij zich gezamen
lijk naar Pyrmontom de nakuur te ondergaan.
Den 27 had des avonds in den electrisch verlichten
tuin van het paleis te Berlijn eene gezellige bijeen
komst van de leden van den rijksdag en den bondsraad
plaatswelke druk bezocht en als uitstekend geslaagd
beschouwd werd.
RUSLAND. Ten gevolge van het verschijnen der
cholera in Indie is te Odessa voor schepen uit Indie
en China afkomstig en van schoone gezondheidspassen
voorzien, eene waarnemingsquarantaine voor 24 uren en
voor schepen met onzuivere gezondheidspassen voor 14
dagen bevolen. Vaartuigen aldaar komende over
Alexandria en Port-Saïd uit Indie en China, worden
aan een geneeskundig onderzoek onderworpen.
STATEN-GENERAAL.
Eerste Kamer.
Den 1, in welke zitting tot de toelating van het nieuw be
noemde lid uit Limburg, den heer Magnée, besloten werd, is
een adres een rouwbeklag aan den Koning vastgesteld.
Den 2 werd besloten, de begrooting van koloniën te behan
delen den 3 's namiddags half drie.
Tweede Kamer.
Bij het onderzoek van het wetsontwerp tot verhooging van
den accijns op het gedistilleerd werd door eenige leden de
meening geuit, dat de accijns tot f 75 per vat ja zelfs nog
hoogeropgevoerd kon worden, een maatregeldieoverigens
door anderen bestreden gepaard kon gaan, bij voorbeeld, met
afschaffing van den zout en zeepaceijns.
Den 30 is nog een wetsontwerp ingediend tot verhooging
van hoofdstuk VII B Pinanciën met t 15000, ter voorzie
ning in de uitgaven het gevolg van de met 1 Aug. in werking
tredende nieuwe wet omtrent den suikeraccijns.
Di n 1 werd bij de behandeling van het wetsontwerp tot intrek
king der tijdelijke vrijstelling van grondbelasting voor gebouwde
eigendommen door den heer Gratama en 4 mede voorstellers
een amendement ingediend, strekkende tot bepaling, dat de
afgeschaft wordende vrijstelling blijft bestaan, voor zoo ver en
voor zoolang deze dienen tot landbouw, tuinbouw, veehouderij
of dergelijke middelen van nijverheid, om den ontgonnen of
drooggemaakten grond zeiven vruchten te doen afwerpen.
De heer Gratama lichtte dit amendement toein de aan
neming waarvan de min. van financiën bij de toepassing
moeielijkheden en aanleiding tot uiteenloopende beslissingen zag
j mdement werd verder verdedigd dnor de heeren G r a-
1?, van der Peltz, deVosvanSteenwijken
g e r s en bestreden door den heer van Houten.
^ter tegemoetkoming aan de van verschillende zijden inge-
achte bezwaren stelde de min. van financiën voor,aan
art. 1 het volgende lid toe te voegen
„De bepalingen blijven in stand voor de gebouwen, ge-
oud vervallen adelijk geslacht weder nieuwe luister
kon worden bijgezet. De tegenwoordige ambtenaars
vrouw Saupe had tegen haar plicht en dwaai tevens
gehandeld, tegen haar plicht,omdat zij niet aan de ont-
eering van haar geslachtdwaasomdat zij niet aan
zich zelve gedacht had. Het hoogste doel des levens
was toch om het leven te genieten en het was eene
onvergeeflijke dwaasheid, van alle genoegens, welke
slechts door den rijkdom te verschaffen zijnafstand
te doen om zich overtegeven aan een korten liefde
droom waaruit zij spoedig ontwaken en waarover zij
dan bitter berouw hebben zou.
Mevrouw von Osternau had met verbazing en schrik
geluisterdhare gunstige meening over Bertha werd
door zulke uitlatingen sterk geschoktmaar de indruk
er van werd spoedig weder uitgewisehtwant Bertha
was dadelijk daarop weder zoo betooverend beminnelijk,
dat men er geen weerstand aan bieden kon. Mevrouw
von Osternau meende, dat het levendig jonge meisje in
het vuur van het gesprek wel eens meer zeide dan zij
verantwoorden kondat was wel afkeuringswaardig
maar toch te vergeven zij kon nauwelijks gelooven
dat Bertha zelf naar de door haar uitgesproken begin
selen zou kunnen handelen maar daarom scheen haar
toch Bertha's openlijke belangstelling voor mijnheer
Pechmayer nog steeds zeer bedenkelijk.
Hoe deze van zijne kant over Bertha dachtof hij
meer dan gewoon belang in haar stelde, daarover kon
mevrouw von Osternau het niet met zich zelve eens
worden de zonderlinge man scheen haar met iedoren
dag raadselachtiger. Had hij spoedig na zijne komst
op het slot eene geheele gedaanteverwisseling onder
gaan en was hij van een onhandig, onbeschaafd onder
wijzer plotseling een man van de wereld geworden
die in ieder salon op zijn plaats waswas hij in den
tijd van enkele dagen een geheel ander meDscb gewor
den, evenzoo had er weder plotseling eene verandering
met hem plaats gehad sinds Bertha gekomen was.
Zijn oog had weder dien zonderling flikkerenden glans
gekregen, dien het vertoonde, wanneer hij opgewonden
was, het bijna geheel verdwenen spottende lachje speelde
sticht op gronden, bedoeld in letters b en c van art. 26 en
in art. 27 dier wet; wat betreft Ietter b van art. 26 eu letter
a van art. 27 alléénindien tijdens de afkondiging dezer
wet de aangifte wegens voorgenomen ontginning, droogma
king bekading of bedijking ingediend en de onderneming
begonnen is en tijdens de stichting de uitspraak op die aan
gifte niet krachtens art. 40 der gemelde wet van 1870 ver
vallen is."
Over dit voorstel werd de beraadslaging tot den 2 geschorst.
Daarna waren aan de orde
2°. Het wetsontwerp tot aanvulling en verhooging van Hoofd
stuk IX der begrooting voor 1884.
Zonder beraadslaging met 51 tegen 4 stemmen aangenomen.
3°. Het wetsontwerp tot wijziging en verhooging van de
koloniale huishoudelijke begrooting voor Suriname voor 1882.
De heer van der Loeff bestrijdt de wijzewaarop ver
hooging van uitgaven op deze begrooting haar beslag erlangt.
De Koloniale Staten moesten worden gehoord. Nadat de min.
toegezegd had, dat dit voortaan zou gebeuren, wordt het aan
genomen met 47 stemmen tegen 1.
4°. 8 Wetsontwerpen tot naturalisatie.
Aangenomen met algemeene stemmen uitgezonderd dat van
den heer van den Helm, op grond van het door den heer Oor
ver Hooft aangevoerde bezwaardat het nederlanderschap niet
moest worden toegekend aan personen die getoond hadden, het
niet op prijs te stellen, zooals deze heer, die eenmaal reeds van
nationaliteit verwisselde. Nadat de min. van justitie ver
klaard had dat huiselijke omstandigheden onafhankelijk van
zijne schuld, en niet zucht om het nederlanderschap weg te
werpen, daarvan oorzaak waren geweest en dat de burgemeester
van 's Gravenhage dit verzoek ondersteund had, wordt het aan
genomen met 38 tegen 13 steramen.
Na verwerping met 37 tegen 16 stemmen van een voorstel
van den voorzitter, om deze week ook avondzittingen te hou
den. zullende de volgende dagen de zittingen te tien uren
beginnen werden behandeld
5° Goedkeuring der met Belgie gesloten overeenkomst be
tredende de uitoefening der veeartsenijkunst in grensgemeenten.
Eenparig bekrachtigd, nadat de min. van b i n n e n 1. za
ken bezwaren geopperd had tegen toelating van alle in Ne
derland toegelaten veeeartsen in Belgie en omgekeerd en toe
gezegd haddat de in het staatsblad te plaatsen vertalingen
zooveel mogelijk van taalfouten gezuiverd zouden worden.
6° Beschikbaarstelling van gelden wegens oorlogsverstrekkin-
gen, dienst 1884.
Aangenomen, na mededeeling door den min. van oorlog,
dat het aankoopen van iersche paarden voor de kavallerie be
vredigende uitkomsten heeft opgeleverd en dat ook in het bin
nenland paarden aangekocht zullen worden.
VKostelooze afstand van waterkeerende wallen en dijken
aan de gemeente Heusden.
8°. Wijziging der wet tot bevordering van werken voor de
verbetering van den waterstaat en de sckeepvaartkanaleu in
Friesland. Aangenomen.
9°. Voorstel van den heer van Eek tot wijziging van het
reglement van orde, door te laten vervallen het jaarlijksch
antwoord op de troonrede met de daaraan verbonden langdu
rige beraadslagingen.
Na bestrijding door den heer S c h a e p m a n en den m i n.
van binnenl. zaken en verdediging door den voorsteller,
wordt het verworpen met 39 tegen 11 stemmen.
10°. De verschillende conclusiën betreffende het verslag over
het armbestuur van 1879 en 1880over het onderwijs van
1881/3 en 1882/3 en het verslag West Indië 1883 werden
zonder beraadslaging goedgekeurd.
11°. Bij de behandeling van de inlichtingen van den min.
van waterstaat over de portdie geheven wordt van brieven
van Nederland naar Ind werd met 27 tegen 24 stemmen op
voorstel van den heer van Gennep de wensch uitgesproken
tot het nemen van maatregelenopdat de port voor brieven
en drukwerken tusschen Nederland en Nederl. Indië meer in
overeenstemming worde gebracht met het daarvoor in omlig
gende landen gevorderde.
2 Juli.
1°. Nadat met 37 tegen 20 stemmen aangenomen was het
gewijzigd amendement van den heer Gratama op het wetsont
werp, houdende intrekking der bepalingen omtrent tijdelijke
vrijstelling voor gebouwde eigendommen, luidende, dat die
vrijstelling zou blijven bestaan voor gebouwen, zoolang zij
dienen tot landbouw, tuinbouw, veehouderij of soortgelijke mid
delen van nijverheid, om den ontgonnen of droog gemaakten
grond zeiven vruchten te doen afwerpenwordt het geheele
wetsontwerp met 40 tegen 16 stemmen aangenomen.
9°- De conclusie op de inlichtingen over de adressen tot
wijziging van het bestaande reglement op het loodswezen.
Besloten tot dankzegging aan den minister voor de gegeven
inlichtingen.
1884 Verh0°^ VaQ k°°fdstuk ^er staatsbegrooting voor
weder vaker om zijne lippen, wanneer hij eene scherpe,
bijtende opmerking maakteeene moeielijk te onder
drukken onrust scheen hem te kwellen en die zich
ook gelden deed wanneer bij aan den vleugel zat en
fantaiseerde. Vaak meende mevrouw von Osternau, dat
zij in de zonde;ling wilde tonen de smartkreet vaneen
diep gewond hart hoordedan weder voelde zij zich
medegesleepö in een verward chaos van tonen, dat haar
verontrustte en waaraan slechts een snijdende dissonant
een einde kon maken. Bewonderenswaardig was nog
altijd zijn spelmaar het gaf geen verkwikking het
verontrustte en beangstigde. Dat voelde ook Liesje
die vaak wanneer mijnheer Pechmayer vdór Bertha's
koaist had gespeeld zoo diep bewogen was geweest
dat zij de tranen niet had kunnen onderdrukken nu
echter zeer bleek werd en met strakken blik voor zich
nederzag en wanneer de speler geëindigd hadzich
van hem afwendde cm zijn blik niet te behoeven ont
moeten. Bemerkte hij dit, dan scheen er een schok
door zijne leden te gaan en streek hij zich met de
hand over het voorhoofd alsof hij er de wolken van
wilde verdrijven en begon hij opnieuw te ppelen en nu
klonken uit de snaren heerlijke in het hart grijpende
tonen die mevrouw von Osternau spoedig weder met
den kunstenaar verzoenden.
Zoo vol tegenspraak als zijn spelwas ook zijn ge
drag tegenover Bertha. Wanneer hij haar aanzag, kwam
er een onheilspellende glans in zijn oog wendde zich
dan zijn blik echter van haar naar Liesjedan ver
dween snel het flikkerende vuur uit zijn oogeen
vriendelijk lachje speelde dan om zijn mond maar
slechts voor een oogenblik het verdween wederzoo
dra hij Bertha's stem hoorde. In het gesprek wendde
hij zich slechts zelden tot Bertha ja hij vermeed zelfs
met haar direct een gesprek aanteknoopen en toch
richtte bij wanneer hij met anderen sprak het woord
indirect tot haar. Dat deed hij ookzooals Liesje
die nooit een geheim voor hare moeder had deze ver
telde, op de wandelritten, hij sprak tot Liesje of Eritsje,
maar zijne woorden golden meestal Bertba.
Art. 1. 70000 voor vernieuwing van het voorgebouw van
het gouvernementslokaal te Assen wordt goedgekeurd nadat
de heer van der Feltz gezegd had, dat hij nu niet meer
van misleiding door de rijks ambtenaren zou sprekenmaar
dat de Kamer zeer zeker in December 1883 onvoldoende inge
licht was.
Art. 80. f 303000 uitroeiing der longziekte.
Na uitvoerige bespreking tusschen de heeren de Vos van
Steenwij k, de Jong, Viruly, Gratama, Rut
gers, Mackay en den min. vanbinnen! zaken,
waarbij vooral de heer de Vos van Steenwijk verschei
dene grieven tegen 's ministers handelwijze aanvoerde, kwamen
twee amendementen in stemming
a dat van dea heer Mackay (Amersfoort) om fden post tot
f 60000 te verminderen, daar de proef, als zij niet mislukt is,
toch zeker niet geslaagd is en er onder de sprekers zulk een
groot verschil van gevoelen bestaat, wordt verworpen met
43 tegen 17 stemmen
4.dat van den heer Viruly, om het bedrag met t 100000 te
verminderen, ten einde alleen het zieke en niet ook het ver
dachte vee af te maken, wordt verworpen met 39 tegen 21
stemmen, waarna de post onveranderd goedgekeurd wordt.
Bij art. 2 wordt de voorgedragen bezoldiging van f 4500
voor 2 inspecteurs voor het toezicht op krankzinnigen goed
gekeurd. Het geheele ontwerp wordt aangenomen met 59 te
gen 2 slemmen.
De wijziging der begrooting van marine en van oorlog voor
1883, de vaststelling der koloniale-rekening van Suriname over
1880 en de verhooging en wijziging der indische begrooting
voor 1883 (uitgaven in Ned. Indie) worden achtereenvolgend
aangenomen. Daarna ving de beraadslaging over de in October
1883 verworpen indische kredieten voor 1881 en 18S2 aan.
Na opening der vergadering, herdenkt de Voorzitter den dood
van den prins van Oranje in eenige gevoelvolle woordendie
door de leden staande aangehoord worden en deelt mededat
Ged. Staten reeds een adres van rouwbeklag aan den Koning
zonden. Na toelating van het te Amsterdam verkozen lid
den heer F. J. W. H, Schmitz, herdenkt de Voorzitter het
onlangs overleden lid, den heer H. Koomen.
Nadat met 39 tegen 12 stemmen besloten was de stukken
niet in de afdeelingen te onderzoekenwerden in handen van
de volgende commissiën gesteld
1°. De provinciale begrooting voor 1885 en de verdere
stukken van geldelijken aardin handen van de heeren de Leao
Laguna, Bienfait, Coninck Westenberg, Korf!Kootjman
van Valkenburg en Bos.
2°. De voorstellen tot het verleenen van toelagen aan
eervol ontslagen ambtenaren bij de prov. griffie en van subsidie
aan de Industrieschool voor vrouwelijke jeugd, aan de Zeevaart
kundige School in het Zeemanshuis, beiden te Amsterdam, aan
het Vaccinatie-bureau te Haarlem en voor de uitgaven van het
jaarboekje dezer provincie voor 1885 in handen van de heeren
van Lennep, Backer, P van Eeghen, Büchner en Pels.
3». De begrooting en rekening van het gesticht Meerenberg,
in handen van de heeren van StralenA. W. van Eeghen
J. Boissevain, Maclaine Pont en Heynsius.
4°. Het voorstel tot wijziging van het reglement van orde
voor de vergadering der Statenin handen van de heeren
ZimmermanRahusen Hartoghvan ForeestPerk Heems
kerk en Brinkerink.
5°. Het voorstel tot het verleenen van provinciaal subsidie
voor den aauleg van een lokaalspoorweg tusschen Medemblik
en Hoorn, in handen van de heeren Rendorp, den Tex, Mul
ler, Donker, Appel, Cordes en Kaan.
6°. Het ontwerp-reglement van bestuur voor den polder de
Kolk van Bussen, de voorstellen tot wijziging van de regle
menten voor lie banne Venhuizen en de polders Overdie en
Achtermeer en de Kwadijker Koogen de voordracht betref
fende de bepaling der somvoor het gewoon onderhoud van
den Noorder IJ- en Zeedijk jaarlijks door de van ouds dijk-
pliehtigen op te brengenin handen van de heeren Wester-
terwoudtA. Prins, Brugmansvan Tets, Jordensvan
Leeuwen en Scheringa.
Ter lezing werden gelegdom nader aan Gedeputeerde Sta
ten te worden verzonden, ten einde daarop te dienen van be
richt, de adressen om subsidie van het bestuur der Ma-
chinistenschool te Amsterdam van het Tooneelverbond en van
de Maatschappij van Landbouw, alsmede de verzoeken der be
sturen van den polder West.zaan, den polder Oostzaan en den
Assendelver Zeedijkom wijziging der reglementen voor den
Noorder IJ- en Zeedijk, en een verzoek van 14 waterschaps
besturen in het Noorderkwartier, om vaststelling eener provin
ciale verordening op de stoomvaart in de boezemwateren der
provincie.
Aan Gedeputeerde Staten werd ter afdoening verzonden eene
klacht van bewoners van den Zuid- en Noord-Spaarndammer-
polder over eene keur.
De volgende vergadering werd bepaald op den 3 's namiddags
12y«uur.
Te Koog aan de Zaan ia den 1 de ambachtsheer
lijkheid Akersloot met bet daaraan verbonden vischrecht
in die gemeente waarvan de heer Diltot wiens nala
tenschap zij behoorde, eigenaar was geworden voor
J 2800, verkocht voor f 44000.
De Zaandamsche kiesvereeniging koos den 1 met
20 Btemmen tot kandidaat voor lid der 2e. Kamer den
heer Jacob Duyvis, lid van den raad te Utrecht, tegen
8 stemmen op den heer Kappeyneoud-niininster,
de kiesvereeniging Haarlem den heer mr. R. H. J.
Gallandat Huëtlid van den gemeenteraad met 20
van de 27 stemmen de heeren Kappeyne en Macaré
bekwamen ieder 3 stemmen en de heer J. D. E. v.
Heyge Spies 1 stem de roomsch katholieke kiesver
eeniging „Recht voor allen" te Haarlem den heer mr.
J. A. N. Travaglino te Amsterdam. De centrale ver-
eeniging besloot den 2 zich van aanbeveling te ont
houden.
In eene door 84 leden bijgewoonde vergadering
der kiesvereeniging „Burgerplicht" te Amsterdam is
den 1 na verwerping van alle amendementen de vol
gende motie bij acclamatie aangenomen (slechts 1 lid
verklaarde zich tegen)
De Kiesvereeniging „Burgerpligt", van oordeel
dat de inkomstenbelasting onverschillig onder welke
benaming zij wordt aangeduid als uitvloeisel van het
economische beginsel, belasting naar draagkracht, steeds
heeft uitgemaakt deel van het programma der liberale
partij ten onzent
dat de toestand van 's lands geldmiddelen dringend
voorziening eischt en de jongste poging van het minis
terie in die richting ook uit dien hoofde zou hebben
verdiend te slagen
ver/cliartdat zij met leedwezen heeft kennis geno
men van de verwerping door de Tweede Kamer der
Staten-Generaal van het ontwerp tot heffing eener klas-
senbelasting en betreurt ten zeerste dat die uitkomst
tevens is toe te schrijven aan de medewerking van een