Bttmcttlanb.
allerlei.
Bij de den 8 voortgezette behandeling verklaarde de
minister van financiën zich met het ontwerp der com
missie te vereenigenmaar voor overmatige voortbren
ging van suiker te vreezen. Aan den anderen kant van
de Surtaxe eene vermindering van het verbruik ver
wachtende stelde hij voor, die ten aanzien van geraf
fineerde buitenlandsche suiker in het belang der ver
bruikers te verlagen.
VEREENIGDE STATEN. De democratische con
ventie heeft den 8 den heer Hubbard van Texas tot
baren voorloopigen voorzitter benoemd.
ST ATEN-GENERA AL
Eerste Kamer.
Bij bet den 7 aangenomen wetsontwerp tot verhoo
ging van de begrooting van marine voor 1884 verklaar
den zich 6 van de 35 leden tegen.
Den 9 werden tegen den 11 verscheidene wetsont
werpen aan de orde gesteldwaaronder de indische
begrootingde geldleening en de verhooging van den
accijns op gedestilleerd.
Het wetsontwerp houdende nadere bepalingen om
trent den suikeraccijns, werd aangenomen met 32 tegen
4 stemmen.
Den 5 des avonds is te Beemster een zesjarig
knaapjedat met zijnen vader huiswaarts keerde op
een wagen met hooibij het maken van een draai van
den wagen gevallen waardoor beide wielen over zijn
lichaam gingen. Het knaapje was dadelijk dood.
Bij het onweder dat den 5 in het oostelijk deel
van Noordholland woedde, werd onder Medemblik de
molen in den Brakepolder verpletterd terwijl te Hoog-
karspel een boom en te Oosterblokker eene koe door
den bliksem getroffen werd. Te Schellinkhout sloeg de
bliksem op drie plaatsen in, zonder brand te veroorzaken.
Te Enkhuizen viel alleen een zachte malsche regen.
Vóór het losbarsten van een onweer boven Vee-
nendaal in den namiddag van den 5 vlogen zoovele
zoogenaamde glazenmakers over het dorp, dat de lucht
als het ware verduisterde.
De kiezersvereeniging Grondwet te Krommenie
stelde den 7 den heer mr. J. Kappeyne van de Cap-
pello kandidaat voor de Kamer met 13 van de 15
stemmen. De heer Jb. Duyvis te Utrecht bekwam 2
stemmen.
Den 7 des avonds kwamen directeuren en afge
vaardigden der afdeelingen van de maatschappij van Nij
verheid op het raadhuis te Assen bijeenwaar hun
het welkom werd toegeroepen door den burgemeester,
die o. a. opmerktedatal kon Assen zich op het
gebied van nijverheid en handel niet op ééne lijn stellen
met andere steden, waar de maatschappij steeds verga
derd was geweesthet toch steeds vol belangstelling
en waardeering de werken der maatschappij gedurende
een eeuw gade geslagen had. De onder-voorzitter der
maatschappij de heer dr. D. de Haan, die optrad om
dat de voorzitter de heer mr. A. J. Enschedéonge
steld was, antwoordde daarop datal hadden handel
en nijverheid hun hoofdzetel te Assen niet opgeslagen,
de landbouw, door Assen wel uitgeoefend, toch bovenaan
stond in de wet der maatschappij. Na het ronddienen
van den eerewijn ging men gezamenlijk naar de ver
lichte buitensocieteit, waar men onder het genot van het
Asser muziekkorps onder leiding van den heer J. J.
van Duyn geruimen tijd gezellig bijeen bleef. Den 8
werd de vergadering te 9 uren geopend met eene toe
spraak van den voorzitter, waarin hij, na hulde gebracht
te hebben aan de nagedachtenis van den kroonprins
en na voorlezing van het aan den Koning beschermheer
gezonden adres van rouwbeklag, herinnerde, dat voor
het eerst de jaarlijksche bijeenkomst der maatschappij
in Drenthe was gehouden. Vervolgens bracht de al-
„Ik had ze ook nietmaar ik schaam mij het
te bekennen het bewustzijn van mijne vreeselijke licht
zinnigheid drukt mij ontzaggelijk maar ik ben waan
zinnig genoeg geweestmij te laten verleiden ik heb
gespeeld. Eergisteren was ik te Berlijn, in gezelschap
van oude kameraden er werd gespeeld toen ik wei
gerde mede te spelen werd ik uitgelachen ik bleef
evenwel lang standvastig en toen ik eindelijk toegaf,
wilde ik het slechts met zeer lage zetten doen eerst
won ik toen werd mijn hartstocht opgewekt en toen
ik daarop verloorverdween mijne zelf-beheersching.
Toen het spel uit washad ik twee duizend gulden,
op mijn woord van eer verlorenbinnen veertien da
gen moeten zij betaald zijn of ik ben onteerd."
„Zelfs wanneer zij betaald worden, zijt gij dat reeds,
want gij hebt mij uw woord van eer gegeven nooit
meer te zullen spelen."
„Ik was mij zelf niet meesterik handelde in half
waanzinnigen toestand."
„Uw woord van eer had u daarvan moeten terug
houden. Ik houd mijn woord dat ik u een jaar gele
den gegeven heb. Van mij hebt gij geen hulp te ver
wachten."
„Leen mij dan ten minste twee duizend gulden het
valt u gemakkelijk gij hebt immers meer dan tien
duizend gulden in kasen door afbetalingen op mijn
tractement is deze geringe som in hoogstens twee jaren
gemakkelijk te dekken."
„Neen Gij moet eindelijk leeren u zelf te helpen."
„Gij drijft mij in den dood
„Zulk eene misdadige bedreiging is misbruik maken
van de toegevendheid die ik jegens u betoond heb
het zal mij niet bewegen, mijn woord te breken
Een woedende blik was het eenige antwoord van den
luitenanthij zag indat verder smeeken nutteloos
zou zijnwaarom zou hij zich dan nog verder ver
ootmoedigen. De uitdrukking van vertwijfeling week
uit zijn gezicht voor die van beleedigden trot.
Zonder een woord meer te Bprekenverwijderde hij
zich.
gemeene secretaris verslag uit over het afgeloopen jaar,
waaruit o.a. bleek, dat de maatschappij 2513 leden
teltonder welke 136 donateurs. Nadat verschillende
commissiën waren benoemd en verslagen uitgebracht
werd op voorstel van het hoofdbestuur, na beraadsla
ging en na verwerping van twee amendementen, be
sloten vijfhonderd gulden beschikbaar te stellen voor
het comité der internationale landbouw-tentoonstelling,
in Augustus a.s. te Amsterdam. De beslissing over een
verzoek van het bestuur van het Amsterdamsche Han
dels-Museum dat de Maatschappij het beschermheer
schap over dat Museum aanvaarden zou werd aange
houden tot 1885. Bij de daarover gehouden bespreking
werd herhaaldelijk verklaard dat het Handels-Museum
afgeweken is van de beginselen, die bij de maatschappij
te dezen opzichte steeds op den voorgrond hebben gestaan.
Door het hoofdbestuur is naar aanleiding van een
voorstel van het departement's Gravenhage een regle
ment voor het Koloniaal Museum op het Paviljoen te
Haarlem ontworpen waarbij het in geldelijk opzicht op
den voet van het Museum van Kunstnijverheid aldaar
wordt ingericht. Daardoor zou het geldelijk mogelijk
wordenaan het Museum door een bevoegd persoon
onderwijs te doen geven aan jongelieden, die in onze over-
zeesche bezittingen werkzaam wenschen tezijn. Eene daar
toe noodige wetswijziging werd spoedeischend verklaard.
Verworpen werd een voorstel van het departement
Groningen, strekkende om de departementen in staat te
stellen zich betreffende zuiver plaatselijke belangen tot
de regeering te wenden.
Na verdaging of intrekking van eenige, de geldmidde
len rakende voorstellen van Groningen en Utrecht en
vaststelling van eenige prijsvragen werd de vergadering
gesloten.
Bekroond werden de volgende prijsvragen 1° Be
schrijving van de bouweultuur en de bosschen in Drenthe,
door E. B. Loebnis, directeur te Prederiksoord. 2° Land
huishoudkundige beschrijving van het Westerkwartier in
Groningen door B. Heidena en B. H. Eolmerte
Westernieuwland in Groningen. 3° Landhuishoudkun
dige beschrijving van Walcheren door H. J. E. Ger-
lach te Middelburg. 4°. Handleiding tot de ontginning
der heidevelden, door E. Allershof, te Ureterp.
Den 8 is te Zevenbergen tot lid der Kamer ge
kozen mr. A. P. R. C. baron van der Borch van Ver-
wolde (cand. der anti-rev. en r.-kath.) met 910 stem
men. De heer mr. R. van de Werk (aftr. lid cand.
der lib.) verkreeg 629 stemmen. Bij de eerste stemming
werden uitgebracht op den heer v. d. Werk 519, op
den heer v. d. Borch 509 stemmen.
Den 9 omstreeks kwartier voor elven des voor
middags ontstond te Haarlem brand in eene hooischelf
in de Poellaan uitkomend aan den Kleinen Houtweg,
die zich in een oogwenk mededeelde aan de houtkoo-
perij aan den Kampersingel van de wed. R. Haartman
Zoon en aan eenige huizen, staande aan den Kleinen
Houtweg en de Korte Poellaan. De geheele brandweer
was spoedig op de plaats des onheils en spande alle
krachten in om het gevaar te bedwingen. Veertien
spuiten waren in werking. De vrij willigers-spuit gaf het
eerst water. Al het hout op de houtkooperij stond in
brand en men had veel moeite om de boomen langs
en de huizen aan de overzijde van den Kleinen Hout
weg te behouden. Tegen 2 uren raakte men den brand
meester. Twee huizen zijn geheel uitgebrand en 6
grootendeels beschadigd de houtkooperij, bestaande uit
4 houtloodsen vol houtis geheel vernietigd. De
schade wordt op ongeveer f 250,000 begroot. Tal van
perceelen bekwamen waterschade.
Wegens Z. M.'s wankelende gezondheid, zal de
Koning alleen de commissiën uit de Staten-Generaal tot
rouwbeklag in audiëntie ontvangen.
De groothertog van Saksen, die den 16 te 's Gra
venhage aankomt tot bijwoning der begrafenis van den
kroonprinszal het paleis Buitenrust aan den Scheve-
ningschen weg betrekken.
Aangenomen naar de herv. gemeente te Oostzaan
door ds. W. Bax te Zierikzee.
Mijnheer von Osternau was bedaard en standvastig
gebleven zoolang hij tegenover zijnen neef stond nu
hij alleen wasvoelde hij zich onrustig en gedrukt door
zware zorgen. Was hij toch niet te hard geweest?
Neenhij mocht niet anders handelenniet anders
spreken. Meer dan zijn verstand en geweten hem ver
oorloofden, had hij sedert jaren rekening gehouden met
de gedachtehoe Albrecht door de geboorte van een
majoraatserfgenaam in zijn billijke hoop was rbedrogen.
Wanneer hij de sommen narekende die hij in den loop
der jaren nutteloos voor Albrecht had opgeofferd om
diens schulden te betalen kwam hij tot zulk kapitaal,
dat de renten daarvan reeds eene vrij aanzienlijke som
bedroegen. En al die offers waren vergeefsch geweest,
Albrecht was hem er volstrekt niet dankbaar voor en
greep iedere gelegenheid ieder bezoek te Berlijn aan,
om zijn vroeger ongebonden leven steeds weder opnieuw
te beginnen en nieuwe schulden te maken. Er was
niets meer met hem te beginnen allerminst door zijne
eischen intewilligen. Slechts wanneer hij wistdat hij
op geen toegevendheid meer te rekenen hadkreeg
hij misschen, door den nood gedrongen, geestkracht ge
noeg om zijn hartstocht voor een ongebonden levens
wijze en vooral voor het spel te onderdrukken.
Mijnheer von Osternau was overtuigddat hij goed
had gehandeld maar toch was hij in hooge mate be
zorgd Wanneer Albrecht nu eens werkelijk zijne be
dreiging volvoerde? Eene huivering liep den goedigen
man door de leden de gedachtedat hij misschien de
schuld zou zijn van den dood zijns neef, kwam hem
vreeselijk voor,hij ging aanzijn schrijftafel zitten en schreef
haastig een brief aan oom Sastrow, waarin hij dezen
mededeelde, in welk eene verlegenheid hij zich bevond
en verzocht hemdadelijk aan neef Albrecht te schrij
ven en dezen zijne hulp aantebieden tot het regelen
van diens eereschuld, onder voorwaarde dat Albrecht die
langzamerhand van zijn inkomen zou afdoen. Hij zou er
borg voor blijven, maar Albrecht mocht dat niet weten,
deze moest meenendat oom Sastrow hem uit eigen
beweging hulp aanbood.
Dezer dagen bracht een stuk bouwland, groot 39$
roe, onder Ammerstolf 1950 op behalve de kosten.
Bij het einde van den cursus 1883/4, zijn aan de
Tooneelschool te Amsterdam onder toekeuning van een
diplomaeervol ontslagen de dames J. J. Roos en
Ad. Godoy en de heer L. E. Smith.
De Koning heeft dr. B. London te Karlsbad be
noemd tot ridder 3e klassse der orde van den gouden
leeuw van Nassau.
Het maximum der vergunningen tot verkoop van
sterken drank in het kleindat volgens art. 2 der
drankwet in N.-Brabant mag verleend worden be
draagt 1775. Ten gevolge der toepassing van art. 28
der wet bedroeg het getal vergunningen: over 1882/83,
5385over 1883/845065 over 1884/85, 4891, waar
voor aan vergunningsrecht werd betaald over 1882/83
f 113,694,53 1883/84 f 101,837,47 en over 1884/85
f 94,495,37$.
Het waterschap,, de Lemstersluis" te Lemmer heeft
200,000 subsidie toegestaan voor den aanleg eener
nieuwe zeehaven te Lemmer.
Beroepen bij de ned. herv. kerk te Uitgeest, ds.
A. v. d. Hoeven te St. Maarten; bedankt voor Ursem
door ds. J. J. Tenthoff te Assendelft.
Uit bad Kreuth ontvingen de uitgevers J. van
der End Zoon te Maassluis, een zeer vleiend schrij
ven waarbij H.H. M.M. de Koning en de Koningin
ieder voor twee exemplaren inteekenden op het door
die firma uittegeven werk van dr. W. A. Terwogt
getieteld „DE VADER DES VADERSLANDS in
zijn leven en werken geschetst voor het Nederlandsehe
volk". Ook H.H. K.K. H.H. Prinses Hendrik der
Nederlanden en de Groothertogin van Saksen vereerden
de uitgaaf met hunne inteekeningterwijl Z. M. de
de Koning van Belgie zijne belangstelling in den voor
ons gedenkwaardigen 10 Juli deed blijken, door een
ex. van dit werk te bestellen voor Zr. Ms. particuliere
biblioteek.
Hit de 9e aflevering van het Ned, Rundveestamboek
blijktdat aan het einde van 1883 waren ingeschreven
1561 koeien en 321 stieren van inlandsch ras.
In strijd met ons bericht in ons nummer van Vrij
dag 1.1. en met een ingezonden stuk van een ingezetene
van Egmondbinnen in een der laatste nummers van de
N. Noordhollander, schrijft ons de heer Jan Holland
dat hem den 11 April 1883 door den Raad der ge
meente Egmond binnen concessie is verleend tot het
aanleggen eener stoomtramlijn van Egmond aan Zee
door Egmond binnen naar het station te Castrieum en
wel voor den tijd van 30 jaren ingaande 1 Januari
1883 en eindigende 1 Januari 1813 onder de eenige be
paling, dat, zoo aan een der voorwaarden in de concessie
vermeld niet is voldaan de concessie als vervallen is
te beschouwen.
Het bekende voor de haven van Nieuw-York be
stemde reusachtige beeld der „Vrijheidde wereld ver
lichtende", is thans te Parijs voltooid door Bartholdi.
Het is grooter dan eeoig beeld ter wereld. Van den
voet tot de punt des fakkels 46 meter hoog tot aan
de kruin van het hoofd 34 meter. De wijsvinger is
2,45 m. lang met een omtrek van 1,44 in het midden.
De nagel 0,33 m. langen 0,26 breedde neus 1,12
lang. In den arm en in de hand kan men zonder het
hoofd te bukken rondloopen en in den fakkelwaar
wachters zullen postvatten vinden zonder moeite 15
personen plaats. Aan gewicht bedraagt het beeld
80,000 kilogram koper en 120,000 kilogram ijzer en
het bestaat uit 350 stukken. Het zal geplaatst wor
den op een granieten voetstuk ter hoogte van 25
meters en van de hoofdwrong zullen 5 electrische lich
ten hun stralen uitschieten.
De heer Edwin H. Evans, van Soemadang, op Java
geeft in de Nature van 3 Juni verslag van een slang,
die hij onlangs gedood had een Oelar Oelangzooals
1 uw—Mi»WÊ^mam
Toen hij den brief aan den rijknecht Wenzel
had gegeven met de lastom dien dadelijk naar
het station Mirbach te brengenwerd hij eenigzins
kalmer, maar voortdurend hield hem de zorg voor neef
Albrecht zoozeer bezigdat hjj daardoor geheel het
gesprek vergat, waartoe hij Pechmayer ontboden had.
Eerst toen deze prompt op den vastgestelden tijd ver
scheen werd hij weder herinnerd aan den fatalen
brief van dominé Widmann. Ook de onderwijzer zou
volgens dezen brief, evenals de luitenantzijn vaderlijk
erfdeel in uitspattingen verkwist hebbenook hij was
evenals neef Albrechteen hartstochtelijk spelerdie
zelfs hem toevertrouwd geld gebruikt had. Onwillekeurig
maakte mijnheer von Osternau eene vergelijking tus-
schen beiden. Geen spoor van de gemaakte wanhoop
die de luitenant had trachten te huichelen lag op het
gelaat van den onderwijzer, deze scheen zoo kalm en
zelfbewust, dat mijnheer von Osternau reeds half over
tuigd was van diens onschuld, voordat Pechmayer nog
een woord gesproken had maar toen hij den jongen
man uitvorschend in de oogen zag en deze dien blik
ontwijkendeter zijde keek ontwaakte toch weder de
oude twijfel bij hem.
Of Egon vermoedde wat er in de ziel van mijnheer
von Osternau omging? Hij hief althans den blik weder
op, hij zag niet meer schuw ter zijde en met heldere, kalme
stemzonder een spoor van verlegenheidbegon hij
zelfzonder eene vraag af te wachten het gesprek
dat voor zijne toekomstige verhouding tegenover den
slotheer beslissend moest zijn.
„Gij bebt gisteren harde woorden tegen mij gespro
ken mijnheer von Osternau," zeide hij ernstig, „gij
hebt mij openhartig gezegd dat gij uw vertrouwen in
mij verloren hebt
„Dat heb ik niet gezegd alleen dat het geschokt is
geworden. Ik was u openhartigheid schuldig en gij
moet mijne woorden door den brief van mijnheer Wid
mann gerechtvaardigd vinden. Yan de verklaringen die
ik van u verwachtzal het afhangen welke waarde
ik aan dien brief hechten moet, Wordt vervolgd.