No. 88.
Zes en tachtigste Jaargang.
1884.
V R IJ D A G
25 JULI.
EEN GELUKKIG MENSCHENLEVEN?
Prijs der gewone Advertentiën
#@clecl (Beberltr.
Bnitenlanb.
Bimtcttlanb»
ADOLF STRECKFUSS.
tLKMMRSCHE COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door
het geheele Rijk f 1,
De 3 nummers 0.06.
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
herinneren dat het met ingang van 1 Januari 1885 verboden
is binnen de kom en buurten der gemeente privaten te nebben
of te gebruikenuitloopende in slootengrachtenriolen ol
kuilen; dat na 1 Januari 1885 geene kuilen meer van gemeente
wege worden geledigd en dat kuilen, die vóór 1 Januari 1885
gedempt wordenkosteloos door de zorg der gemeente-
reiniging geledigd worden.
Burgemeester en Wethouders voornóemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
22 Juli 1884. De Secretaris
NUHOUT VAN DER VEEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algemeene kennisdat de gemeente-po litie op
Maandag 28 Juli 1884 en volgende dagen wederom schouw
zal houden over de goten, riolen en zijlen in deze gemeente
waarvan het schoonhouden volgens de bestaande voorschriften
aan de ingezetenen is opgedragen, zijnde haar tevens opgedra
gen een onderzoek in te stellen naar den toestand der mest-
faalten en varkenshokken.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
22 Juli 1884. De Secretaris,
NUHOUT VAN DER VEEN.
De persoon H. B. HUIJBERS, komende van Utrecht, wordt
verzocht zich ter secretarie dezer gemeente aan te melden.
BELGIE. Den 22 kwam de Kamer bijeen. Zij hield
zich bezig met het onderzoek der geloofsbrieven. Die van
de brusselsche afgevaardigden werden o.a. goedgekeurd.
Den 23 werd tot voorzitter gekozen de heer Thibaut
en tot onder-voorzitters de heeren Tack en Delantsheere,
allen van de rechterzijde. Twee wetsontwerpen wer
den ingediend het eene tot wijziging der schoolwet
het andere tot aanvraag van een kredietnoodig voor
het weder aanknoopen der betrekkingen met het Vati-
kaan. Beide ontwerpen lokten toejuichingen aan de
rechterzijde en kreten van afkeuring aan de linker
zijde uit.
De Senaat benoemde den 23 baron d'Anethan tot
voorzitter en de heeren Mérode de Westerloo en 't Kindt
de Naeijer tot onder-voorzitters. Allen behooren tot de
rechterzude.
De Koning heeft den graaf van Vlaanderen tot eere
voorzitter der commissie voor de internationale tentoon
stelling te Antwerpen benoemd.
DUITSCHLAND. Dr. Koch is door de fransche
regeering tot ridder van het legioen van eer benoemd.
ENGELAND. Minister Gladstone heeft voor zich
en namens zijne ambtgenooten bedankt voor de uit-
noodigingdoor den lord-mayor van Londen aan hen
gezonden ter bijwoning van den jaarlijkschen vischmaal-
tijp waarmede op Mansion-House de parlementszitting
besloten wordt. Hij geeft daarin te kennen, dat de mi
nisters voor het afdoen der zaken, die in de tegenwoordige
zitting aan de orde zijn over een te beperkten tijd
beschikken om de gastvrijheid aan te nemen welke
zoo vriendelijk aangeboden werd.
Den 22 kwamen de afgevaardigden der mogendhe
den in zake het egyptische vraagstuk, met hunne raad
gevers op het gebied der geldmiddelenonder voor
zitterschap van den minister van buitenlandsche zaken,
bijeen. Te 4 uren ging men uiteen zonder vaststel
ling van den dag voor eene nieuwe zitting. Men ge
loofde, dat gedurende eenigen tijd geene bijeenkomst
zal plaats hebben. Volgens later bericht komt zij den 24
weder bijeen.
PRANKRIJK. President Grévy schonk f 2500 voor
de noodlijdenden te Toulon en Marseille.
Den 22 zijn to Marseille 49 en te Toulon 42 per
sonen aan de cholera overleden den 23 te Marseille
38 en te Toulon 82.
Te Tourcoing is den 20 de heer Jonglez legitimist,
met 6200 stemmen gekozen tot lid der Kamer tegen
3725 op den republikein Lehoucq.
Kamer. Met 409 tegen 50 stemmen werd den 22
besloten het voorstel tot wijziging der kieswet en het
herstel van de „scrutin de liste" in overweging te nemen.
Den 23 werd het voorstel der regeering om aan
de kinderen van wijlen den emir Abd-el-Kader een
jaargeld van f40000 toe te kennen, aangenomen met
311 tegen 145 stemmen. Het werd bestreden door den
heer Treille op grond dat twee zonen van Abd-el-Kader
Praukrijk vijandig gezind waren. De president-minister
Perry antwoordde, dat de regeering zich niet op het
standpunt der Algerijnsche maar op dat der Oostersche
staatkunde plaatste. Het toekennen van dat jaargeld
was volgens hare raadgevers eene daad van staatkun
dige wijsheid. De familie van wijlen den emir verte
genwoordigde in Syrië 3000 a 4000 personen die allen
fransche onderdanen waren en Prankrijk lief hadden. De
twee oudste zonen die de vriendschappelijke gevoelens
vaa hunnen vader jegona Frankrijk niet dee'.eazullen
van het jaargeld geen genot hebben. Overigens krijgen
zij eene toelage van Frankrijk.
SPANJE. Den 19 is het door den minister Pidal
gezegdedat als beleedigend voor Italië beschouwd
werd in den Senaat ter sprake gekomen. Minister
Canovas del Castillo wees er op dat de openbaar ge
maakte lezing van het door zijn ambtgenoot gespro
kene onjuist was en den officiëelen tekst voorlezende,
trachtte hij aan te toonen, dat daarin niets voorkwam,
dat voor Italië beleedigend kon zijn. Door den Ko
ning aan het bewind geroepenhad het ministerie
evenals andere katholieke regeeringen Italie's eenheid
erkend. Voor internationale geschillen was geene plaats.
Over de vraagof de Paus in het Vatikaan al dan
niet genoegzame vrijheid genootom zijn geestelijk
ambt uit te oefenen weigerde hij in gedachtenwisse-
ling te treden.
De aartsbisschop van Santiago de Cuba zich hier
in de beraadslaging mengende, verklaarde, dat hij zich
verplicht achtte op te komen tegen den aan 's Pausen
rechten gepleegden roofdeze rechten waren onver
vreemdbaar en ouder dan en verheven boven alle be
weerde rechten der wereldomwenteling.
Den 19 is in het hospitaal te Madrid een oude
voddenraapster aan cholera overleden. De ontsteltenis
in het gesticht was zoo grootdat verscheidene zieken
daaruit vluchtten.
VEREENIGDE STATEN. Den 18 is een pleizier-
trein bij Canton in Ohio van de rails geraakt en van
de baan gestort in een water van 3 voet diepte. 25
personen werden gekwetst en 12 vermist.
De Haagsche Postduivenvereniging „de Ooijevaar"
hield den 13 eene wedvlucht van Berlijn. De duiven
werden aldaar opgelaten des morgens te 5.10. Te 5.18
's namiddags kwam de eerste duif, eigenaar de heer
J. J. G. van den Berg tehuis die den afstand van
ruim 660 mijlen dus bij onafgebroken vlucht van 904
el per minuut volbracht. No. 2, eigenaar de heer
M. 0. Verbeek te Delft, kwam des avonds te 8.29 aan.
Den 18 is te Purmerend door het gemeentebe
stuur aanbesteed a. het dempen der gracht langs het
Nieuwland, aan G. Honijk aldaar, voor f 16179,
b. het leggen van afwateringsbuizen in de Westersteeg
aan A. Kros te Haarlem voor 794,— en c. het
verbroeden van het pad naar Jisp aan Jb. Nieuwstad
te Beets voor 999,
In den nacht van den 18 op den 19 is door een
pas ontslagen bediende van de Algemeene Dienstver
richtingmaatschappij te Amsterdam ingebroken in het
kantoor en een bedrag van ongeveer f 300,ont
vreemd. Hij werd kort na het ontdekken van den
diefstal reeds aangehouden.
Den 20 kwamen te Utrecht 80 leden van den
Nederl. Velocipèdebond bijeen. De uitgeloofde prijs,
een signaal-hoorn voor de vereeniging, die in verhou
ding tot het getal harer leden het sterkst vertegenwoor
digd zou zijn werd toegekend aan de jongste der be
staande afdeelingen, die te Leiden, van welke alle 8 leden
waren opgekomen. Er werd een rit door de stad en
een tochtje naar Zeist gedaan en in Buitenlust het ont
bijt en het middagmaal gebruikt. Er heerschte eene
zeer vroolijkeaangename stemming en de toeren van
zulk een groot getal velocipède-rijders wekten in hooge
mate de belangstelling der bewoners van Utrecht en
den omtrek op.
Den 20 werd te Utrecht in eene door 3 leden
bijgewoonde vergadering besloten tot de opheffing van
het Ned. Rederijkers- en Tooneellief hebbersbond en tot
het plaatsen van da overgebleven kas, ten bedrage van
f 24, in de rijkspostspaarbank.
Den 21 werd te Amsterdam uit het beneden den
marktprijs te koop aanbieden eener gezonde koe afge-
DOOR
53)
„Waarde Neef!
Vooreerst een verzoek om mij te vergeven dat ik
nog niet ben teruggekeerd en dat ik nu eerst schrijf.
Ik hoop dat gij er aan zult voldoen wanneer ik u
zeg dat mijn verlangen om de u bekende onaange
name zaak te regelen zoo groot was dat ik te Ber
lijn mij vóór alles hermede moest bezighouden. Na
een tal van moeielijke onderhandelingen waaromtrent
ik u wanneer gij het verlangtmondeling iets naders
zal mededeelen is het mij geluktde bewuste zaak op
gelukkige en bevredigende wijze te regelen zoodat ik
reeds morgen naar Osternau zou kunnen terugkeeren
wanneer ik het niet in het belang van onze familie
achttenog eenige dagen hier te blijven. Gij zult dit
zeker goedkeuren wanneer ik u mededeelwelke on-
geloofelijke dingen ik vandaag gehoord heb. De dood
gewaande docter Egon von Ernau van wien men ver
telde dat zijn lijk in de Spree gevonden was leeft
hij is van eene lange reis weder hier te Berlijn terug
gekeerd!"
Een uitroep van verbazing dien Bertha onwillekeu
rig slaakte deed mijnheer von Osternau ophouden.
Bertha had plotseling hare hand uit die van haren
verloofde getrokken was zeer bleek geworden en keek
met wijd geopende oogen en strakken blik den voor
lezer aan. „Hij leeft!" fluisterde zij met zachte, toon-
looze stem.
„Hij leeft en gij zijt de verloofde van mijnheer von
Wangen", antwoordde Liesje.
Een blik waarin gloeiende woeste haat lagwas
Bertha's eenig antwoord; in het volgende oogenblik
echter kregen hare wangen weder kleur, een zeldzaam
lief lachje speelde weder om hare lippen, toen zij, zich
snel tot haren verloofde wendende, op innigen toon
zeide
„Jaik ben de gelukkige verloofde van mijn Hugo,
eu ik dank God dat dit zoo is dat hij mij den zwa-
ren strijd tusschen mijne liefde en mijn plicht jegens
mijn vader bespaard heeft en dat mijnheer von Ernau
eerst is teruggekeerd nadat ik door mijne verloving
het recht gekregen heb, om den aandrang van mijn hart
te volgen."
Zij bevestigde hare woorden door den arm om den
hals van haren verrukten verloofde te slaan en hem
voor de eerste maal in tegenwoordigheid van hare
bloedverwanten teeder te kussendaarna trok zij
zich echter hoog blozend snel terug.
„Vergeef mij tantetje", zeide zij verlegen, „het was
ongepastmaar ik kon werkelijk niet anders. En nu
lieve oom ga nu voort met het voorlezen van den
brief. Het is mij wel volkomen onverschillig of mijn
heer Ernau leeft of nietmaar natuurlijk ben ik nieuws
gierig wat hem eigenlijk tot zijne avontuurlijke reis
kan bewogen hebben en hoe hij teruggekeerd is."
Mijnheer von Osternau zag Bertha twijfelend aan
maar zeide niets hij begon daarop verder te lezen
„Toen ik heden namiddag van een bekende het zon
derlinge bericht hoordescheen het mij geheel onge-
loofelijk. Gisteren nog had ik overal, waar ik maar
kwam van niets dan van den dood van den ongeluk-
kigen mijnheer von Ernau hooren pratenzijn naam
was op aller lippenmen sprak van niets anders dan
van hem. De zonderlingste geruchten waren over hem
in omloop. De eene verteldedat hij het offer van
een amerikaansch duel was gewordenanderen wilden
weten dat hij uit wanhoop over eene ongelukkige
liefde zich het leven benomen hadweder anderen
beweerden dat hij bestolen en vermoord was gewor
den; maar dat hij dood was, daaraan twijfelde niemand.
Zijn lijk wa3 immerszooals algemeen bekend was
in de Spree gevonden wel misvormd en bijna onher
kenbaar nadat het verscheidene weken in het water
gelegen had, maar Ernau's kamerdienaar had de zomer
kleederen die het lijk aan had met volkomen zeker
heid herkend voor die van zijn overleden meester. Ten
overvloede was in de borstzak van den demi-saison nog
een met zilver gemonteerd visite-boekje gevonden dat
de kamerdienaar en de geheimraad eveneens als het
eigendom van den ongelukkigen jongen man hadden
erkend. De geheimraad koesterde zoo weinig twijfel
aan de identiteit van het lijkdat hij het een zeer
weelderige begrafenis gaf, waaraan eenige dagen ge
leden de gansche geldaristocratie en een groot deel
der geboorte-aristocratie van de residentie hadden deel
genomen. Nu zou de doodgewaande en begravene
weder zijn opgestaanik kon het niet gelooven. Daar
viel mij in dat in ieder geval oom Sastrow mij inlich
ting kon geven. Ik had hem nog geen bezoek gebracht,
in de drukte mijner bezigheden had ik de u gegeven
belofte vergeten nu herinnerde ik mij die en gaf ik
er gevolg aan.
Van oom, die u hartelijk laat groeten, kreeg ik de
bevestiging van het zoo ongeloofelijk gerucht. Mijnheer
von Ernau is werkelijk gisteren van een pleizierreisje
teruggekomen Dezen voormiddag heeft hij gebruikt
om talrijke bezoeken afteleggen blijkbaar alleen om te
bewijzen dat hij nog leefde. Over zijne reisover de
redenen, die hem er toe genoopt hebben weigert hij
ronduit iedere inlichting en wijst alle desbetreffende
vragen ruw af. Hij amuseert zich ontzettend met zijne
weelderige begrafenis en dankt den lieven vrienden
voor de hem daarbij bewezen hartelijke belangstelling.
Hij moet nog even zonderlingeven buitengewoon als
vroeger zijn. Neef Werner, die oom juist verlaten had,
toen ik bij dezen washad hem al deze nieuwtjes ge
bracht ik zal neef zelf morgen een bezoek brengen en
hoop u dan nog iets naders omtrent mijnheer von Ernau
te kunnen mededeelen. Ik zend echter dezen brief nu
maar voorloopig reeds af, omdat ik u nog andere, zeer