No. 90
Zes en tachtigste Jaargang.
1884
WOENSDAG
30 JULI.
EEN GELUKKIG MENSCHENLEVEN?
(ËDfóciëel Qfrebttlte.
Prijs der gewone Advertentiën
IVatittitaie Ililltic.
JSttitcsilanft
ADOLF STRECKFUSS.
l RIA R SCHE COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door
het geheele Rijk f 1,
De 3 nummers 0.06.
Per regel f 0,15* Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de UitgeverB HERMs. COS-
TEE ZOON.
De BURGEMEESTER de gemeente ALKMAAR gelast,
krachtens bekomen aanschrijving, de onderstaande hier wonende
verlofgangers, zich tot bijwoning der oefeningen by hun korps
aan te melden op de dagen hieronder vermelds namiddags
V°19 ^Augustus El84 7 e. regement infantarie lichting 1881
g7iTSLINGER,"JOHANES KROON en PIETER
BROUWER.
19 Augustus 1884, 4e. regement infanterie, lichting 1881,
^HENDRIK van deb. SCHOOR en JOHANNES JOSEPHUS
"VRE DEN BURG.
9 September 1884, 2 regiment vestingartillerie lichting 1882:
garnizoen te Naarden.
KLAAS GELDER.
De opgeroepenen hebben recht op vrij transport naar hun
korps en° op een daggeld van 25 centen een en ander tijdig
ter gemeente-secretarie aan te vragen.
Hun wordt herinnerd, dat zij streng gestraft zullen worden,
zoo zij zich op reis of op mascli naar hun korps aan ongere
geldheden schuldig maken.
Alkmaar De Burgemeester voornoemd,
28 Juli 1884. A. MACLAINE PONT.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algemeene kennisdat zij in hunne op heden ge
houden vergadering vergunning verieend hebben aan den heer
li. Wayboer, tot het plaatsen van een eest in het percee. op
den hoek van de Schapensteeg en de HouttilNo. 33.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
29 Juli 1884. De Secretaris,
NUHOUT van der VEEN.
POLICIE.
Ter terugbekoming is aan het Commissariaat van Policie
het volgende gevondene voorhandenals een kinder-blaasho-
rentjeeen parapluietwee witte boezelaarseen nikkel arm
band onderstukjes van gouden oorbelletjeshondenpennings
een wit handschoentjeeen snoeimes met schedeeen witte
handdoek; een rood geruit zakje; een brileen blauw lorgnet.
BELGIE. De liberale bladen laten zich in zeer
heftige bewoordingen over het ingediende wetsontwerp
op bet lager onderwijs uit. De bevoegdheid aan de
gemeenten gegeven om bijzondere scholen aan te ne
men welke onder de wet van 1842 tot zoovele mis
bruiken aanleiding gaf, zal, uitgezonderd in de groote
steden, weder regel worden, hetgeen te noodlottiger is,
omdat het bij het ontwerp gehandhaafde toezicht van
staatswege ten eenenmale belachelijk zal zijn. Het on
derwijs wordt geheel in handen der geestelijkheid ge
bracht. Het voorbehoud, dat op verzoek van 20 huis
vaders eene gemeenteschool gesticht of bestendigd moet
wordenis in de steden volmaakt overbodig en ten
platten lande volkomen denkbeeldigwaar geen 20
huisvaders zulk een stap zullen aandurven maar al te
goed wetende welk een duldeloos leven men hun zou
doen lijden en welke gevaren hunne ongelukkige kin
deren zouden loopen. Ook de ultramontaansche bladen
zijn niet onverdeeld ingenomen met het ontwerp. Een
viertal bladen vinden het te liberaalhet Journal de
Bruxelles zwijgtwaaruit opgemaakt wordt dat dit
blad den achteruitgang te groot vindteen klein blaadje
vindt, dat men den Staat nog veel te veel invloed
toekent.
DUITSCHLAND. Het bekende lid van den rijks
dag en het pruisische huis van afgevaardigden Dr. Ma-
junke heeft voor die betrekkingen bedanktomdat hij
door den bisschop van Breslau tot geestelijke in eene
gemeente in Silezië benoemd is.
Elzas-Lotiiabingen. Den 16 is besloten, den afge
vaardigde voor Metzden heer Antoine die eenigen
tijd geleden van landverraad beschuldigd werdniet
verder gerechtelijk te vervolgen.
ENGELAND. De Observer gelooft, dat Engeland
in den laatsten tijd aan Duitschland verzocht heeft
zijnen invloed aan te wenden om eene verandering te
verkrijgen in de vijandige houding derfransche gevolmach
tigden ter bijeenkomst over Egypte ten opzichte van de
renteverlagingmaar dat Duitschland dit verzoek heeft
afgewezen op grond dat deze inmenging zou kunnen
worden beschouwd als eene poging tot het uitoefenen
van invloedwaardoor Frankrijk zich gekrenkt zou
gevoelen en dat Duitschland, als geen bijzonder belang
bij de zaak hebbende, geen aanleiding vindt tot stappen,
die bij Frankrijk verbittering konden te weeg brengen.
Aan de beweging te Manchester tégen het Hooger-
huis werd den 26 door ongeveer 80,000 personen deel
genomen. De heer Bright was voorzitter. Lord H?r
tington, minister van oorlog kwam op tegen de hou
ding van het Hoogerhuis in de kieshervorming maar
achtte de beweging op dit oogenblik onverstaudig. De
heer Bright verklaarde dat de bijeenkomst ten doel
hadhet Hoogerhuis te noodzaken in het najaar de
kieswet aan te nemen. M<~ jht het d't weigeren dan
zou het volk de afschaffing van het aanmatigende en
onvaderlandsche Hoogerhuis eischen. Ten slotte werd
met algemeene stemmen een motie van afkeuring over
de houding van het Hoogerhuis aangenomen.
Hoogerhuis. De door het Lagerhuis aangeno
men wet betreffende het kiezen van de beheerders der
armenbelasting is bij tweede lezing verworpen met 110
tegen 41 stemmen.
Lagerhuis. Den 28 verklaarde min. Gladstone,
dat de in dien dag gehouden bijeenkomst van de ge
volmachtigden der mogendheden over de egyptisehe
zaken een belangrijk punt opgekomen was, waarover
de gevolmachtigden hunne regeeringen wenschten te
raadplegen. Hij hoopte dat de antwoorden ontvangen
zouden worden vóór de zitting welke op den 29 belegd
was. Uit de in de bladen opgenomen mededeelingen
blijkt, dat op die bijeenkomstwelke drie uren duurde,
het verschil van gevoelen tusschen Engeland en Frankrijk
bijzonder uitgekomen was. Toch wordt het in sommige
kringen mogelijk geachtdat Frankrijk zijne eischen
nog wijzigtom aldus uit den tegenwoordigen onhoud-
baren toestand te geraken.
Minister Fitz Maurice deelt mede dat gelijkluidende
bevelen zooals door de engelscbe en nederlandsche
regeeringen vastgesteld waren, telegrafisch aan de be
trokken ambtenaren medegedeeld zijn. Hij zeide
dat de handeling waartegen de plaatselijke ambtenaren
verzet aangeteekend haddenniet in de tegenwoordige
schikking aangenomen wasvolgens welke de twee
rijken gemeenschappelijk zouden optreden mocht de
Radjah weigeren de bemanning der Nisero vrij te laten.
FRANKRIJK. De gemeenteraad van Parijs heeft
den 23 besloten bij den raad van state in hooger be
roep te komen van het besluitwaarbij vernietigd is
zijn uitgesproken gevoelendat de plaats van den pre
fect niet was in het nieuwe stadhuis. Bij de behandeling
dezer zaak ontstond eene zeer heftige woordenwisseling
tusschen den prefect en eenige leden naar aanleiding
van de geopperde vraag of de prefect zich in afwach
ting der beslissing van den raad van state onthouden
zou van de betwiste lokalen in het stadhuis te betrekken.
De prefect gaf daarbij duidelijk te kennen dat hij er
niet aan dachtdit na te laten. Men sprak daarop
van eene laagheid en riep elkander over en weder tot
den eerbied voor de wet en de betamelijkheid terug.
Een lid meendedat de gemeenteraad het volk van
Parijs moest oproepen om zijn stadhuis te verdedigen,
en een ander beweerde, dat de regeering voornemens
wasbij nacht en ontijd in een gebouw binnen te slui
pen dat haar niet toekwam. Het was eene schande,
volgens dat lid door zulk eene overheid bestuurd te
worden wslke enkel willekeur pleegdede wetten
verachtte en zicü op onbetamelijke wijze gedroeg jegens
de uitverkorenen van het deparicipent. Het Keizerrijk
was in laagheid geëvenaard.
De minister van landbouw heeft den 26 bij deu mi
nisterraad een voorstel ingediend om te v<jrb<?9ges
het invoerrecht op ossen tot f 12,50, koeien en stieren
f 6, varkens f 3, kalveren 2 en schapen 1,50.
Den 26 stierven aan cholera te Marseille 42 eu te
Toulcn 17 personen den 27 te Marseille 35 te Tou
lon 11 en te Aix 6 personen.
De Senaatscommissie voor het herzieningsontwerp
heeft besloten alle amendementen te verwerpen, die de
strekking haddon, het door haar geschrapte artikel der
grondwet betreffende de bevoegdheid van den Senaat
in zake de geldmiddelen te herstellen.
Senaat. Den 26 werd de beraadslaging over de
grondwetsherziening voortgezet. De heer Dauphin stelde
voor het artikel der wet van 24 Februari 1875 (be
voegdheid van den Senaat in geldelijke zaken)tot
welks herziening de Kamer besloten doch welk besluit
de Senaatscommissie niet gehandhaafd had op gelijke
wijze te behandelen als de commissie wenschte met
betrekking tot de artikelen 2 en 7 dier wet. Deze
DOOK
55)
Egon had op dat verwijt niets te antwoorden en ver
zocht Freistetten slechts om met zijne mededeelingen
voorttegaan. Dit geschiedde en zoo vernam hij dan, hoe
zijn dood reeds officiëel in alle berlijnsche bladen was
aangekondigd Freistetten vertelde hem vervolgens in alle
bizonderheden boe het lijk in Egon's kleederen in den
Spree gevonden en herkend was door den kamerdienaar
en den geheimraad von Ernau en eindelijk hoe deze
het eene weelderige begrafenis had gegeven.
Met hooggespannen opmerkzaamheid volgde Egon
Freistetttens verhaal toen hij hoorde dat het gevon
den lijk voornamelijk door zijn kleederen en het hem toe-
behoorende visite-boekje als het zijne was erkend werd
hem plotseling duidelijk wie de ongelukkige was ge
weest die in zijne plaats begraven was. Hij herin
nerde zich, dat in de binnenzak van de jasdie hij in
dertijd tegen die van Pechmayer had geruildzijn
visite-boekje was geborgen en hij het er niet uit
had genomen Pechmayer had sinds geruimen
tijd niets meer van zich laten hooren. Misschien
had hij nogmaals gespeeldweder alles verloren en in
zijne wanhoop eene tweede en ditmaal goed gelukte
poging tot zelfmoord gepleegd misschien ook was hij
door een ongeval te water gevallen in ieder geval
rustte hoogstwaarschijnlijk zijn lijk in het pas gedolven
graf op het kerkhof.
„Gij zijt werkelijk voor de geheele wereld dood" zoo
besloot baron von Freistetten zijne mededeelingen, „het
is een gelukdat ik u zoo toevallig ontmoet heb en
ik gelegenheid heb gehad u te zeggen welke gewich
tige gevolgen uwe vlucht uit Berlijn heeft gehad. Gij
zoudt er misschien nog niet aan gedacht hebben om
naar Berlijn terugtekeerenten einde al de malle
praatjes die over u verteld worden door uwe per
soonlijke verschijning te weerleggenof waart gij mis
schien van plan om naar Hirschberg te gaan en van
daar naar Berlijn te vertrekken
„Neen", antwoordde Egon„dat was ik niet van
plan. Ik ben nog niet besloten wat ik doen zal en
verzoek u daarom mij hierin volle vrijheid te laten
door mijn geheim te bewaren en niemand te vertellen,
dat gij mij ontmoet hebt."
„Zulk eene belofte doe ik nooitriep Freistetten
verontwaardigd. „Ik zou mij daardoor medeplichtig
maken aan eene daad waartegen mijn rechtsgevoel in
opstand komt. Ik verheel u nietmijnheer von Ernau,
het wekt mijne verontwaardiging op dat gij nog een
oogenblik aarzelen kuntwat u de plicht gebiedt. Gij
moet onverwijld naar Berlijn gaan het zou onverant
woordelijk van u zijn wanneer gij uwen vader nog
langer in den waan liet, dat hij zijnen eenigen zoon
heeft verloren. Ik weet, dat uwe verhouding tot uwen
vader nooit zeer hartelijk is geweestmaar hij is in
ieder geval uw vader, en gij hebt plichten jegens hem
te vervullendie gij tot nu toe schandelijk hebt ver
waarloosd. Ik zal u daarbij niet de behulpzame hand
bieden en wanneer gij weigertnaar Berlijn terugte
keeren dan zal ik mijne voetreis afbreken en naar
uwen vader gaan om hem te zeggen dat zijn zoon
leeft."
Freistetten was opgesprongen hij had zijn reisstok
gevat en den gids door een wenk te kennen gegeven
dat zij de reis zouden voortzetten.
„Besluit nu mijnheer von Ernau", zeide hij ernstig.
„Van uw besluit zal het mijne afhangen."
Egon had op een gelukkig toeval gehooptop een
toevaldat hem zon dringen een besluit te nemen
nu was zijn wensch vervuld. Hij was gedwongen; aan
zijne aarzelingof hij naar Osternau of naar Berlijn
zou terugkeerenwas nu een einde gemaakt. Hij was
niet boos op Freistetten om diens harde, bijna beleedi-
gende woorden zij waren immers verdiend.
„Ik dank u baron Freistetten", zeide hij, eveneens
opstaande. „Gij herinnert mij wel op wat ruwe wijze
aan mijn plicht, maar ik zal niettemin uwe vermaning
volgen. Zet rustig uwe voetreis voortik beloof u
regelrecht naar Hirschberg te zullen gaan, om morgen
met den eersten trein naar Berlijn te vertrekken. Daar
ik, zij het ook half gedwongen eenmaal besloten heb
om het oude juk weder op den rug te nemenwil
ik met de volvoering van mijn voornemen niet dra
len. Vaarwel
Met een hartelijken handdruk namen de beide ken
nissen afscheid. Egon ging daarop bergafwaarts, in de
richting van Hirschberg, geenszins echter met een ver
licht hart, met loome schreden ving hij den terugtocht
tot het nieuwe leven aan. Op dit oogenblik nu hij
besloten was niet meer naar slot Osternau terugtekee
ren scheen hem het leven daar in het liefelijkste
schoonste licht, en gevoelde hij een vurig verlangen
naar al de lieve menschen, die hij niet meer zou terug
zien, hij verbeeldde zich, dat hij niet van hen zou kun
nen scheiden zonder hun ten minste een hartelijk af
scheidswoord te hebben toegesproken zonder hen om
vergiffenis te hebben gevraagd voor zijn bedrog.
Liesjes liefelijk beeld bleef hem zijne geheele wande
ling bijhet scheen hem toetewenkenhij gevoelde
eene onweerstaanbare lustom ten minste voor een
enkelen dagal was het slechts een enkel uurnaar
slot Osternau te gaanzij moest dan beslissenof hij
daar blijven of naar Berlijn terugkeeren zou.
Steeds langzamer werden zijne schredende zware
strijddien hij te boven meende te zijnbegon op
nieuw toen echter herinnerde hij zich de beloftedie
hij Freistetten gegeven had hij had zijn woord gege
ven hij mocht het niet brekenzonder de achting
voor zich zeiven te verliezen. Hij moest de kracht
hebben zijne vurige begeerte om naar Osternau te-