ËEN GELUKKIG MENSCHENLEVEN?
No. 93.
Zes en tachtigste Jaargang.
1 884.
WOENSDAG
6 AUGUSTUS.
«ÏÏK S?.
Prijs der gewone Advertentiën:
Officiéél (Bcbccltc.
ffmtetilattb.
ADOLF STRECKFUSS.
4LKJUARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80franco door
het geheele Rijk f 1,
De 3 nummers 006.
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER 4 ZOON.
BURGEMEESTER en WETROUDERS van ALKMAAR
I" des voormiddags 9 m^des^namMdags^é^ure.
D A. MACLAINE PONT.
De Secretaris,
NUHOUT VAN DER VEEN.
kastanjes uit het fransche vuur te halen. Voor zoover
dat blad weettoonde geen der mogendheden daartoe
eenigen lust.
Alkmaar,
5 Aug. 1884.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
lireno-en aan belanghebbenden ter kennis, dat hij de heden ge
houden uitloting van anndeelen in de geldleemngen ten las e
dier gemeente aangegaan .uitgeloot zijn:
in die van 1871 de Ns. 9 en 22
1872 3 5.
1873 - 27 15
1881 54, 26 en 47
ieder groot duizend gulden, welke aandeelen met de
onverschenen coupons ten kantore van den gemeente-ontvan-
o-er Ier betaling aangeboden kunnen worden op of na 31
cember 1884, na welken dag zij geene rente meer afwerpen.
ce Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar. A. MACLAINE PONT.
5 Aug. 1884. nuhüUT VAN DER VEEN.
P O L I C I E.
Ter terugbekoming is aan het Commissariaat van Eoim®
het volgende gevondene voorhanden, als een hondenhalsband
met penning No. 441; een kruisje (bloedsteen en goud); een
riitui"bus; een kinderhoorn; een sigarenpijp in etui; twee witte
boezelaars; een nickel armband een onderstukje van een gou
den oorbelletje; een portemonnuie met eemg geld; een zwart
bont bokje.
BELGIE De burgemeester van Brussel en van Ant
werpen hebben de leden van alle liberale gemeentera
den uit het land uitgenoodigd tot eene bijeenkomst te
Brussel om de middelen te bespreken, waardoor het
ontwerp schoolwet, zooals dat door de regeering bij de
Kamers ingediend is zou kunnen mislukken.
DUITSCHLAND. Het aantal landverhuizers, die
in de eerste helft van dit jaar het rijk verlieten be
droeg 90301 tegen 94145 m gelijk tijdvak van 1883.
In 1882 was dat getal 117801 en in 1881 12613.
De Nordd. Allg. Zeitung zegt ten aanzien van de
oomerkina der Times dat Duitschland ter bijeenkomst
over Egypte niet alleen op de geldelijke belangen zij
ner fondsenhouders, maar ook >P zlJ°e 7^'°^
de overige europeesche mogendheden had te letten. D.
Engeland deze opmerking niet op zich zelve toepaste
kan als de hoofdoorzaak van het mislukken der bijeen
komst beschouwd worden. Engeland had zich tegenover
Duitschland, Oostenrijk, Italië en Rusland in gehjken
geest uitgelaten om zekeren druk op I rankryk uit te
oefenen ongetwijfeld in de verwachting dat zij het
zich tot eene eer zonden rekenen, om de engelsche
ENGELAND. Daly en Egan die voor eemgo
maanden in hechtenis genomen werdenals verdacht
van door dynamiet ontploffingen te hebben veroorzaakt,
en in het bezit gevonden waren van ontplofbare stof
fen zijn den 1 door de rechtbank te Warwick ver
oordeeld de eerste tot levenslangede tweede tot 20
jaren dwangarbeid.
Nadat de engelsche minister van buitenlandsche zaken
den 2 in de bijeenkomst van de afgevaardigden der
mogendheden verzekerd had dat hot. voorstel van den
franschen gezant betredende Egypte's geldmiddelenon-
aannemelijk was en de bijeenkomst dus als mislukt be
schouwd moest worden stelde de fransche gezantdoor
de andere vertegenwoordigers ondersteund, voor, de bij
eenkomst tot 20 October te verdagen. Van engelsche zijde
werd aangedrongen op verdaging voor onbepaalden tijd
omdat Engeland zich niet kon binden. Toen de fransche
gezant daarop nog een ander voorstel betrekkelijk de
geldmiddelen wilde doen liet de engelsche minister
van buitenlandsche zaken hem niet aan het woord
komen en hief de zitting te ruim 1 uur op. Daarna
kwamen de engelsche ministers ten huize van minister
Gladstone bijeen.
Alle ochtendbladen betuigen hunne tevredenheid over
het mislukken van de bijeenkomst der mogendheden
omdat ten gevolge daarvan de eugelsch-fransche
overeenkomst vervalt en Engeland zijne vrijheid van
handelen herkrijgt. Daily News zegt, dat Engeland thans
de verantwoordelijkheid op zich moet nemenwaartoe
het ten gevolge van den veldslag bij Tel-el-Kebir
verplicht is. De Times hoopt dat de regeering met
moed en standvastigheid handelen zal. De Observer
toont groote tevredenheid over het mislukken der bij
eenkomtwel zal het Frankrijk ergeren en de verwik-
kelingen der egyptische geldmiddelen vermeerderen,
maar Engeland heeft thans de handen vrijgekregen en
kan thans in Egypte dezelfde stelling innemen als
Frankrijk in Tunis.
Hoogerhuis. De minister van buitenl. zaken
deed den 4 gelijke verklaring als minister Gladstone
den 2 in het Lagerhuis, met betrekking tot de egyptische
bijeenkomst. Hij voegde er bij dat de regeering de
bemiddeling van Duitschland niet had ingeroepen en
dat zij de ondersteuning van Italië en Turkije op prijs
stelde. Er bestond geen reden om over de onzijdige
houding der groote militaire mogendheden te klagen.
Lord Salisbury wenschte de regeering en het land
met het mislukken der bijeenkomst geluk.
Lagerhuis. Minister Gladstone verklaarde den
2 daT de bijeenkomst der mogendheden niet het doel
bereikt had waarvoor zij bijeengeroepen was, namelijk
do regeling der geldelijke zaken van Egypte. Eng
land's doel was het verschaffen van toereikende mid
delen voor de noodzakelijkste uitgaven van het egyp-
tische bestuur maar de regeering kon tot geen plan
toetreden, waarvan de uitvoering met een goed beheer
van Egypte onvereenigbaar was. De gevoelens der
vertegenwoordigers van Engeland en Frankrijk liepen
uiteen. Engeland kon geen plan goedkeuren dat niet
zekere maatregelen bevatte ten behoeve van de nood
zakelijkste kosten van bestuur. Den 2 had de fransche
gezant een eindvoorstel gedaan, waarmede de engelsche
regeering zich niet had kunnen vereenigen omdat het
in de geldelijke zaken van Egypte grooter verwarring
dan ooit zou te weeg gebracht hebben en aan de
commissie voor de schuld bevoegdheden toegekend zou
hebben, welke niet mochten verleend worden. De bij
eenkomst was dus mislukt, maar toch waren zekere
uitkomsten verkregen. De mogendheden waren het
eens geworden over de noodzakelijke leening voor
Egypte. Verder was het denkbeeld ter zijde gesteld,
als zou Engeland een internationaal toezicht, met het
dubbol toezicht gelijk staande voorgesteld hebben.
Italië en Turkije ondersteunden Engeiand's voorstel
len. Rusland Duitschland en Oostenrijk weigerden
echterbij het tusschen Eugeland en L' rankrijk be
staande verschil van meening t voor hun gevoelen uit
te komen. De engelsch-fransche overeenkomst was
thans zwevende en had noch voor Frankrijk, noch voor
Engeland verbindende kracht.
Minister Fitzmaurice zeide den 4, dat het twijfelach
tig was of het verbod tegen de israëlitische kramers
en venters in Rumenië uitgevaardigd in strijd moest
geacht worden met art. 44 van hot berlijnsche verdrag.
De regeering zal evenwel vragen of het waar isdat
aan de israëlieten het verlaten van Rumenië belet wordt.
Minister Gladstone zeide, dat de regeering een
gewichtigen maatregel ten opzichte van Egypte in over
weging had genomen. Hij hoopte dien maatregel te
kunnen aankondigen en zou dan ook een crediet aan
vragen ten behoeve van eenen veldtocht voor het ont
zet van generaal Gordonindien zulks noodzakelijk
mocht worden.
FRANKRIJK, Uit het den 2 verschenen gele boek,
behelzende de stukken over de zaken in Tonkin ge
wisseld blijkt, dat de fransche regeering aanvankelijk
eene schadeloosstelling van f 125,000,000 eischte voor
het te Langson gebeurde, waardoor de overeenkomst
van Tientsin werd geschonden maar later, tengevolge
van het uitgevaardigde besluitwaarbij de terugkeer
der chineesche troepen uit Tonkin gelast werd, alleen
verlangde, dat China in beginsel eene schadeloosstel
ling zou toestaan ten behoeve van de gekwetste sol
daten en de betrekkingen der gesneuvelden en tot be
strijding der kosten door het gebeurde aan Frankrijk
veroorzaakt.
In de dépêches van 27 tot 29 Juli wijst de heer
Patenótre, de fransche gezant, op de onmogelijkheid om
tot een vergelijk te komen met de chineesche afgevaar
digden te Shangae, die verklaarden, dat China nimmer
eene schadeloosstelling kon toestaan en verlangden
JPTTïTTTT -T .TüTON.
DOOR
58)
Mijn zoon Egon, mijnheer von Massenburg, stelde
de'geheimraad beide heeren aan elkander voor. Wer
ner von Massenburg echter onttrok zich aan die voor
stelling bood Egon zonder complimenten de hand en
zeide op den vriendehjksten en voorkomendsten toon
Gij moet mij niet kwalijk nemen mijnheer von Er
nau dat ik, alle complimenten op zijde zettende, tot u
doorgedrongen ben zonder u te vragen of gij mij dit
bezoek toestaat, ja zelfs, zonder mij te laten aandienen,
ik kan daarvoor slechts als verontschuldiging laten gel
den mijnne overgroote vreugde, toen mijn geachte vriend,
mijnheer uw vader, mij mededeeldedat onze rouw
over u geëindigd was, dat gij in het leven waart terug-
gekeerd Ik moest u dadelijk komen begroeten mijnheer
von Ernau ik kon niet anders mijne vreugde was te
^AVaarom hinderde Egon die hartelijke toespraak f
Hij wist het niet. De gelijkenis tusschen vader en doch
ter scheen hem terwijl mijnheer von Massenburg sprak,
opvallend grootde vader had hem dus te meer moeten
aantrekken maar hij voelde zich door hem terugge-
stooten ieder der vriendelijke woorden scheen hem een
berekende leugen hij had slechts eemge beleefde koele
woorden op de hartelijke begroeting te antwoorden.
Werner von Massenburg liet zich door die koele
ontvangBt niet afschrikken hij legde eene onverander
lijke hartelijke vriendelijkheid aan den dag hij drukte,
nadat hij op uitnoodiging van den geheimraad op de
sopha plaats genomen had Egon die tegenover hem
op een leuningstoel zat, nog eens krachtig de hand
en gaf bij herhaling zijn vreugde te kennendat de
doodgewaande zoon weder onder de levenden behoorde
en dat het nog tijd was om al het onheil weder goed
te maken dat al licht had kunnen ontstaan, wanneer
men in de meeniug gebleven was dat Egon was ge
storven.
„Mijnheer uw vader weetzeide hij „hoezeer het
mij" smarttedat al de schoone plannen die wij in
verband met eene innige verbintenis tusschen onze fa
milies hadden ontworpen in duigen vielen te geluk
kiger ben ik daarom nu dio schoone hoop opnieuw
voedsel krijgt."
„Wanneer ik mij niet bedrieg, is freule von Massen
burg met een mijnheer von Wangen verloofd?" vroeg
Egon op scherpen toon.
„Zeker antwoordde Massenburg zonder een spoor
van' verlegenheid. „In de treurige positie, waarin mijne
dochter zich bevond moest ik er aan denken om een
middel te vinden tot herstel van haren in opspraak ge-
brachten naam, Een zeer gegoed jong grondeigenaar
een wellevend maar zeer onbeduidend jonge man
vroeg mij de hand mijner dochter; het viel mij moeielijk,
om mijne toestemming te geven, nog moeielyker is het
mijne dochter gevallen die zoo veel goeds van u ge
hoord had dat zij zich zeer gelukkig gevoelde bij de
gedachte, de vrouw te worden van zulk een uitste
kenden jongen man. Eerst weigerde zij beslistaan
mijDheer von Wangen het jawoord te geven zij be
schouwde zich, schreef zij mij, als de treurende weduwe
van den haar en haar leven zoo vroeg ontrukten echt
genoot, eerst op mijn uitdrukkelijk bevel heeft zij zich
als eene gehoorzame dochter geschikt. De voorwaarde,
waaronder zoowel ik als Bertha, zooals mijnheer von
Wangen zeer goed weetonze toestemming tot de
verloving gegeven hebben is nu door uwen terugkeer
vervallen de verloving is daarom nietigik heb mij
met vreugde bereid verklaarder dadelijk een einde
aan te makentoen zooeven mijnheer uw vader mij
mededeelde dat gij bereid waart weder op onze oude
afspraken terugtekomen."
„Maar freule von Massenburg en mijnheer von Wan
gen F" vroeg Egon.
„Bertha zal zich gelukkig achten bevrijd te worden
van een gehaten huwelijksband en mijnheer von Wan
gen zal zich in het onveranderlijke schikken. Nog
heden zal ik hem en Bertha dit schrijven en met ware
vreugde begroet ik umijnheer von Ernau als mijn
wel komen toekomstigen schoonzoon."
Hij wilde weder Egons hand vatten, maar deze trok
die terug. Hij was verstoord over den leugendie
mijnheer von Massenburg met gladde tong uitbracht;
hij had toch uit Bertha's eigen mond gehoord hoe zij
over hare verbintenis met mijnheer Egon von Ernau
en over dezen zelf dacht.
Het spijt mijmijnheer von Massenburgzeide
Egon kalm maar zeer beslist, „dat ik geen aanspraak
mag maken op de onderscheidingwaarmede gij mij
vereeren wilt. Mijn eergevoel komt er tegen in op-
Btand dat ik de oorzaak zou zijndat eene reeds
openbaar gemaakte verloving zou worden ontbonden.
Welke nieuwe dwaasheden 1" riep de geheimraad
toornig. „Waarom hetR gij mij dan naar mijnheer von
Massenburg gezonden
„Ik heb u niet gezonden, papa.
Maar gij hebt gezwegen, toen ik u zeidedat ik
moeite zou doen om aan de verloving een einde te
ma,Jk herinner mij nieteen woord daarvan gehoord
te hebben."
„Dat mag de duivel begrijpen zeide de geheimraad,
zeer verontwaardigd. „Gij drijft uwe onverschilligheid
te ver. Als vader heb ik toch wel het recht van u te
vorderen, dat gij nu mijn woord inlost. Ik heb utoch
uitdrukkelijk gezegd dat ik trachten zou aan de u
zoo onaangename verbintenis een einde te maken. Om
uwentwille om aan uw verlangen te voldoen ben ik
dadelijk na tafel naar mijnheer von Massenburg gere
den ik heb zelfs mijn middagmaal om uwentwille in
den steek gelaten en nu wilt gij mij tot een leugenaas