No. 94. Zes en tachtigste Jaargang. 1884. EEN GELUKKIG MENSCHENLEYEN? 8 AUGUSTUS. Prijs der gewone Advertentiën; Officieel (Bebeelt*. ötiitettlaub. ADOLF STRECKFUSS. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag-en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprgs per 8 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk f 1, De 3 nummers 0.06. Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS- TER ZOON. SOLLICITANTEN naar de betrekking van O N D E R- W IJ Z E R aan de openbare school voor onvermogenden te ALKMAAR waar cursus voor hoofd bestaatop jaarweddewenden zich onder overlegging van stukken tot het gemeentebestuur vóór 17 Augustus 1884. SOLLICITANTEN naar de betrekking van ADSISTEN I- WAAGMEESTER te ALKMAAR, op 175,— jaarwedde, Jofdi verzocht zich vóór 17 Augustus a s. te wenden bij gezegeld verzoekschrift tot den Gemeenteraad. BELGIE. Den 23 heeft te Brussel weder eene ver kiezing voor een lid van den Senaat plaats, ter vervan- sin" van het overleden lid den heer Piron van Derton. In het arrondissement Ath dat bij de laatste ver kiezingen een katholiek senaatslid afvaardigdewerd den 5 met 250 stemmen meerderheid de heer de Rerk- hoveeen liberaal tot afgevaardigde gekozen. Terwijl de gemeenteraad van Antwerpen den 4 des avonds vergaderd was om een adres van af keuring tegen het ontwerp schoolwet vast te stellen verscheen een talrijke menigte, bestaande uit leden van verscheidene genootschappen, met banieren en muziek voor het stadshuis. Onder hevig geschreeuw werd de burge meester op het balkon geroep. Deze verscheen dankte het volk voor de medewerking, welke het bij het bestrij den van dat ontwerp verleende en voegde er bij, dat het op den gemeenteraad rekenen kon. Hij vermaande de menigte tot kalmte. Daarna begaf de stoet zich naar het hotel van den gouverneur der provincie. „Weg met het ministerie!" was de algemeene kreet. Ver volgens ging de stoet uiteen. In de door de burgemeesters van Brussel en Ant werpen aan de burgemeesters der groote gemeenten verzonden uitnoodiging tot bijwoning eener rin" om te onderzoeken, welke wettelijke middelen te °baat te nemen zijn om de tegenwoordige meerderheid der Kamers te verhinderen tot de ontreddering van het gemeentelijk onderwijs te besluitenwordt ver der nog gezegd, dat de zestiende eeuw haar Verbond der Edelen had, ter handhaving der gewetensvrijheid en waarom zou nu niet de negentiende eeuw haarVerbond der gemeenten hebben, om zich te verzetten tegen het clericale regeeringstelsel De burgemeester van Brussel heeft verder, volgens zijn schrijven in overleg met alle burgemeesters der voorsteden, aan diezelfde burgemees ters gevraagd met hem mede te werken tot een adres aan den Koning. Het Journal de Bruxelles schrijft, dat de daad dezer burgemeesters werkelijk oproerig is. Zij is eene zijdelingsche aansporing tot opstanduit- gaande van de plaats zelve, van waar vermaningen tot vrede aansporingen tot orde woorden der gerechtig- heid behoorden neder te dalen. De burgemeester Buis liegt vermetelwanneer hij spreekt van ontreddering van het gemeente-onderwijs. Hij spreekt onwaarheid wanneer hij beweert, dat alle burgemeesters der voor steden van Brussel eenstemmig er voor zijn geweest zich met hem te verzetten. Dat is onwaar. Het spreekt van zelf, dat ook de ministeriëelen het recht hebben om verzet aan teekenen en drukte te maken. Zij zullen daarmede dan ook niet in gebreke blijven. En indien men de laagheid heeftte verbieden in de Gothische Zaal van het Stadhuis te vergaderen dan zal bet el- ders geschieden. Maar dan zal de burgemeester van Brussel, die zulke slechte voorbeelden geeft (op de samenspanning van ambtenaren is bij de strafwet voor zien), zieh niet moeten beklagen over rechtmatige ver ontwaardiging en de openlijke handhaving der rechten van anderen. In het adres van de liberale kiesvereeniging te Brus sel tegen de ontworpen schoolwet wordt het verlangen naar parlementsontbinding te bennen gegeven. Tegen den 10 wordt eene groote volksbeweging van liberale zijde voorbereid. Ook de katholieken zullen den 10 eene tegenbeweging uitlokken. De boekverkoopers in de stations mogen geene ro mans van Zola meer uitstallen. Kamer. De minister-president Malou antwoordde den 5 op een interpellatie van den heer Meeus dat de regeering maatregelen had genomen om de bel- gische^uikernijverheid te beschermen tegen de gevol gen der wet van 29 Juli 1.1. in Frankrijk waarbij de rechten op den invoer van buitenlaiidsche suiker aan merkelijk verhoogd zijn. Het wetsontwerp tot wijziging van den accijns op het gedestilleerd werd op voorstel van den president-minister met eenige amendementen naar de centrale afdeeling verzonden. Den 6 vingen de beraadslagingen over het wetsont werp tot herstel der diplomatieke betrekkingen met het Vatikaan aan. De oud-ministers Frère-Orban en Bara spraken tegen de ministers Malou en Morean vóór het ontwerp. Bij het uiteengaan der Kamer wer den de clericale leden door de talrijke menigte uitge jouwd. De politie beschermde de ministers en die af gevaardigden bij het naar huis gaan en nam verschei dene personen gevangen. Een andere groep floot de liberale afgevaardigden uit. DUITSCHLAND. De regeering heeft met het oog op het dreigend gevaar voor het uitbreken der cholera den in- en doorvoer van vuil linnen gebruikte klee deren en lompen uit Frankrijk verboden. Het linnen goed en de kleederen der reizigers zijn daarvan uitge zonderd. De "Weser-Zeitung verhaaltdat een aan eene Bre mer firma toebehoorende kotter, die duitsche visschers geregeld van levensmiddelen enz. voorziet, nabij Dog gersbank door de bemanning van vier engelsche vis- schersbooten is aangevallen en geplunderd. De engel sche visschers met dolken en messen gewapend kwa men aan boord van het duitsche schip eu dreigden de ongewapende en weerlooze bemanning te vermoorden f indien zij eenigen tegenstand bood. De gezagvoerder van het duitsche schip heeft aangifte van het gebeurde bij de duitsche overheid te Wilhelmshaven gedaan. De nummers der engelsche booten zijn bekend. De regeering heeft haren gezant te Londen opge dragen bij den engelscben minister van buitenlandsche zaken inlichtingen in te winnen omtrent de schade loosstelling aan de inwoners van Alexandrië uit te keeren. ENGELAND. Het blad Daily News zegt dat de regeering, nu zij tengevolge van het mislukken der bij eenkomst hare vrijheid van handelen herkregen heeft en met het doel zich beter te kwijten van de groote taak waarvoor zij verantwoordelijk is, zij een diplomaat van hoogen rang waarschijnlijk een lid van het ministe rie naar Egypte zal zenden om met eene uitgebreide volmacht daar als Engeland's vertegenwoordiger werk zaam te zijn. Uit de briefwisseling in zake de Nisero blijktdat Engeland en Nederland naar mededeeling van eikaars inzichten hebben besloten tot een gemeenschappelijk optreden in den geest der depêche van den 26 Juli van den consul Kennedy te Oleh-Leh. Art. 1 bepaalt, dat een gemeenschappelijk schrijven zal worden gezonden aan den radja van Tenom waarin de vrijlating der gevangenen op een bepaalden dag wordt geeischt. Art. 2 bepaalt, dat indien de radjah toegeeft en zich aan Nederland onderwerptde nederlandsche re geering de blokkade der havens zal opheffen. De havens worden dan weer voor den handel open gesteld mits de radjah zich aan geen verdere oproe rige handelingen schuldig maakt. De nederlandsche regeering betaalt de vastgestelde som van f 100,000, wanneer de gevangenen in vrijheid worden gesteld. Art. 3 luidtdat wanneer de radja weigertde en gelsche en nederlandsche troepen zich vereenigeu om hem en zijn volk te straffen. De heer Maxwell heeft last gekregen om zich aan boord van De Pegasus naar Oleh-Leh te begeven om met de Nederlandsche overheidspersonen te overleggen, op welke wijze deze overeenkomst het beste ten uitvoer kan worden gebracht. Hoogerhuis. Den 5 deelde de minister van bui- tenl. zaken mede dat lord Northbrook minister van marine, in den loop dezer maand naar Egypte zon ver trekken om te onderzoeken welke raadgevingen in de tegenwoordige omstandigheden aan de egyptisehe regeering te geven zijn en welke stappen moeten ge daan worden. De heer Baring zal hem vergezellen. Lagerhuis. Uit het uitvoerig verslag der zitting van den 2 blijkt, dat het laatste voorstel omtrent Egypte's geldmiddelen van Engeland's zijde is geweest, dat uit de inkomsten van Egypte betaald zouden worden in de eerste plaats de rente der nieuwe leening van 96,000,000vervolgens de dividenden der tegenwoor dige' schuld waarvan de rente met j°\0 verminderd DOOE 59) XX. Het heerenhuis van Linaualdus was de vroegere poolsche naam van het riddergoed Linorvo verduitscht geworden maakte volstrekt geen bizonderen indruk menig saksisch boerenhuis zag er statiger uitdan het ééne verdieping hooge woonhuis van het riddergoed dat Hugo von Wangen van zijnen vader geerfd had en waarin hij met zijne schoone jonge vrouw woonde, sinds hij heer en meester van de goederen geworden was. Vóór den dood zijns vaders had hij zijn eerste tehuis moeten vestigen op eene landhoeve in een nog minder bewoonbaar huis, want mijnheer von Wangen waB van oordeel, dat een jong paar zieh gelukkig moest gevoelenook al waren de kamers niet zeer groot. Groote gezelschappen behoefden de jongelieden niet bij zich te zienzij moesten zich zelf genoeg zijnhet was volstrekt niet goedwanneer een grondeigenaar, reeds dadelijk na zijne vestiginguit eene volle beurs putten kon in den aanvang moest hij zich liever be perken geld uitgeven leerde hij later nog altijd vroeg genoeg. Volgens dat beginsel had Wangens vader het een voudige kleine huis op de hoeve voor zijnen zoon laten in orde brengentoen deze trouwde en Hugo von Wangen zou tot groot leedwezen zijner schoone, levens lustige jonge vrouw zeker nog menig jaar in die be krompen omstandigheden Lebben moeten leven wan neer niet reeds twee jaren na zijn huwelijk zijn vader gestorven was en hem zijn geheele groote bezitting had nagelaten. De oude heer liet slechts twee kinderen achter, een zoon en eene dochtereen kind van twaalf jaren. Hy had in zijn testament bepaald dat zijn zoon Hugo de gezamenlijke goederen erven maar daarbij de verplich ting op zich nemen zou, om zijne zuster, wier erfdeel in hypotheken op de goederen moest worden geplaatst, in zijn huis optevoeden. Met vreugde vervulde Hugo von Wangen de hem door het testament zijns vaders opgelegde verplichting, hij had zijne zuster van ganscher harte lief, en ook zon der het testament zou hij haar zeker niet aan haar lot hebben overgelaten, want zijne moeder, die kort na de geboorte van baar dochtertje was gestorven, had hij op haar sterfbed beloofd, voor de kleine Clara een trouwe broeder te zullen zijn. Sinds den dood zijns vaders bewoonde Hugo von W an- gen met zijne vrouw en zijne zuster bet heerenhuis van Linau. Voor hem was bet groot genoeg evenals het voor zijnen vader vele jaren lang voldoende was geweest. Het bevatte aan weerszijden van de recht door het geheele huis loopende voorzaal die ook als eetzaal kon worden gebruikt, vier groote kamers en bovendien vier aardige zolderkamertjes de groote keuken lag onder den grond en stond met eene trap direct met de voorzaal in verbinding. Van de vier kamers ter rechterzijde dienden er twee die van de plaats haren eigen ingang hadden, den administra teur tot woon- en slaapkamer, en waren de beide an dere voor de mannelijke en vrouwelijke bedienden, den koetsier, den huisknecht, de keukenmeid, de tweede meid en de kamenier, zoodat er voor mijnheer en mevrouw aan de linkerzijde der zaal vier groote kamers en bovendien drie zolderkamertjes overbleven want een dezer laat- sten was aan de huishoudster toegewezen. In dit huis had de oude heer von Wangen vele jaren gelukkig met zijne familie geleefd en zelfs steeds een gastvrije tafel gehad. Twee zolderkamers waren als logeerkamers ingericht en waren zelden onbewoond in de derde woonden de kinderen met de oude kindermeid. Van de vier kamers beneden was er eene, vanwaar eene kleine trap naar de kinderkamer voerde, de slaapkamer en de overige drie waren tegelijk woon- en ontvangkamers groote eigen kamers had de oude heer niet noodig want de goede buren vrienden en bloedverwanten die vaak een bezoek bij hem kwamen afleggen, voelden zich het meest op hun gemak in de gezellige woonkamers. Zij bevatten geen prachtig naar de nieuwste mode vervaardigd meubilair zoo als in menig ander slot van in de buurt wonende edel lieden, hun bevielen echter de ouderwetsche, maar zeer gemakkelijke meubelen van mijnheer von Wangen veel betHugo von Wangen had dan het geenszins aan de eischen van den nieuwen tijd beantwoordende ouderlijk huis met zijne jonge vrouw betrokken. Hem was het voldoende hij gevoelde er zich thuis hem waren de oude meubelen, waaraan de schoonste herinneringen uit zijne kindsheid verbonden waren dierbaar gewor den maar Bertha vond ze afschuwelijk. Zij gaf met klem haren wensch te kennen dat de geheele oude rommel zou worden vervangen door een nieuw meu bilair een mijnheer von Wangen waardig. Hiertoe was von Wangen echter niet te bewegen. Schoor voetend stemde hij er in toe dat de fraaiste van de kamers die welke door eene vleugeldeur in verbin ding stond met eene in den tuin uitgebouwde galery als Bertha's eigen kamer geheel overeenkomstig haren smaak met groote pracht werd ingerichtmaar in de overige kamers bleven de oude meubelen waarvan hy zich niet scheiden kon en die nu zonderling genoeg eene sterke tegenstelling vormden met de nieuwer- wetsche pronkmeubelen in de tuinkamer. Bertha ver meed de ouderwetsche, leelijke kamers zooveel mogelijk, zij zat steeds in hare eigen kamer en wanneer het weder het maar eenigzins veroorloofde, op de met een licht zinken dak overdektesierlijk gebouwde galerij hier ontving zij ook bezoeken die naar ouder ge woonte op Linau zelden ontbraken. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1884 | | pagina 1