No. 105. Zes en tachtigste Jaargang. 1884. WOENSDAG 3 SEPTEMBER. Prijs der gewone Advertentiën Plaatsgebrek noodzaakt ons voor ditmaal ons feuilleton achterwege te laten. GUtbciitl (Bebeelte, dat het ijkkantoor tot nadere aankondi ging gesloten ié. v. jSnitcnlanb.. UO1AAKS0HE CO! RANT. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 8 maanden voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Eijk f 1, De 3 nummers 0.06. Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HEEMs. C08- TEE ZOON. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR; Gezien het 2e lid van artikel 12 der verordening op de' ge meente-reiniging van 17 Augustus 1881 (gemeenteblad No. 88), bepalende dat het verboden is, puin, grint, afbraak, takken of dergelijke voorwerpen neder te leggen of te werpen op de daarvoor aangewezen plaatsen tusschen Vrijdag avond na zons ondergang en des Maandags vóór zonsopgang; Brengen dat verbod in herinnering en noodigen de inge zetenen dringend uit, dat verbod niet te overtreden. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT. 30 Aug. 1884. De Secretaris, NUHOUT VAN DER VEEN. De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR brengt, op grond van een ontvangen aanschrijving van den Inspecteur van het ijkwezen ter algemeeHe kennis Alkmaar, De Burgemeester voornoemd, 2 Sept. 1884. A. MACLAINE PONT. NICOLAAS JOHANNES VOGELPOEL, komende van Amsterdam; MARIJTJE SCHUIT en JANSJE 8CH00NE- VIL, beiden komende van Schermerhorn, en SIJTJE POSTMA, komende van Utrechtworden verzocht zich ter secretarie de zer gemeente aan te melden. Gedachtig aan het fransche spreekwoord „d tout seig neur tout honneurrichten wij nu het allereerst onze schre den naar de stallen, welke den paarden tot verblijf zijn aangewezen. Zoodra wij echter in de nabijheid daarvan komen, blijkt het ons, dat wij veel verstandiger doen, het be zoek aan die stallen stilletjes achterwege te laten. Een paard ziet men veel liever en veel beter buitenin stap of in draf, dan in een stal. En hier zien we er den ganschen dag door een groot aantal, die door hun geleiders afgestapt worden in een der beide groote rin gen vóór de tribune afgepaald. Wij kunnen bij een dier ringen blijven staan plaats nemen in de tribune of een glas bier gaan drinken op het terras van de naburige restauratie de voormalige restaurant fran- fais dat is om het evenoveral zullen we tocb hetzelfde prachtige gezicht hebben op die vurige rossen, waarvan de meesten hun geleiders de handen vol geven, om hen in toom te houden. Geen kennis is misschien moeielijker dan de grondige kennis van een paard. Elk ras eigent zich het best tot één speciaal doelde schoonheid gaat hand aan hand met de deugdzaamheid voor dat doel en daarom worden l voor de verschillende rassen ook verschillende eischen gesteld. Het eene moet zwaarhet andere rank ge bouwd zijn; het een moet dikke, het andere dunne beenen hebben. Maar wat het ergst is een zelfde paarddat door den eenen kenner voor een juweeltje gehouden wordtheeft volgens den ander zóóveel ge breken dat al zijn goede eigenschappen er bij in het niet verzinken. Ik waag het daarom alleen reeds niet eenige der specieswelke hier ten toon gesteld zijn, te beoordee- len. Qua genus daarentegenaarzel ik niet te ver klaren dat de geëxposeerde paarden wondersehoone dieren zijn. Het is een lust om een uurtje te verwij len bij die ringen waar ze bij dozijnen voor u defileeren. Het is daar dan ook voortdurend stampvol en men heeft moeite om er een goed plaatsje te veroveren. Alleen deze afdeeling der Tentoonstelling is reeds een bezoek overwaard. Nu eens wordt uwe bewondering opgewekt door een engelsch rijpaard vlug en rank van stel en fijn van beenen dan eens door een groot en fraai gebouwd duitsch koetspaard, als een pauw daarheen stappendeiets later weer door een kortgedrongen ardennen paard, een van zwaar fransch ras of een forsch gebouwd in- landsch werkpaardendie de hemel weet hoe veel duizend kilo's kunnen voorttrekken. Wie er ooit aan getwijfeld mocht hebben of een paard werkelijk een zoo edel dier is als beweerd wordt, welnuhij ga naar de Tentoonstelling en zijn twijfel zal voor goed hebben opgehouden te bestaan. Opmerking verdientdat niettegenstaande dagelijks nonderden paarden uren lang aan de hand worden geleid te midden van duizenden toeschouwers toch nog geen enkel ongeluk is voorgekomennog niet één paard is „er van door" gegaan. Meermalen is dit laast gebeurd, dat is waar; maar haast is nog niet half zegt het spreekwoord dat in deze van volle toepas sing is. Ik kan het niet helpenmaar ik breng liever één enkel uurtje door op bet terrein van de tentoonstel lingwaar de paarden afgestapt worden dan dat ik drie harddraverijen en drie wedrennen zoogenaamd tot bevordering van de veredeling van het paardenras, zie. Daar ziet men kunst en hier natuur, en ik laat aan u zelf de beslissing over of de kunst gaat boven de natuur, of wel de natuur boven de kunst. Ik geloof niet dat het antwoord twijfelachtig kan zijn. Na de paarden komt in de eerste plaats het rundvee in aanmerking tot bespreking. Ook ossenstieren en koeien worden een uur of wat op een dag rondgeleidzeer zeker een loffelijke maatregel van de commissieom al het schoone van die dieren naar waarde te kunnen opmerken. Het vee toeh veroorlooft zich op de stal veeltijds de vrijheid om te gaan liggen en in die houding kan men een niet dan zeer gebrekkig oordeel vellen over den vorm Dat het buitenland in deze afdeeiing schitterend vertegenwoordigd is, dat Frankrijk wondersehoone exem plaren van zijn inderdaad fraaie rassen zond dat En geland eiken veehouder in verrukking brengt over zijn onvergelijkelijk schoone runderen, zie, dat zal niemand verwonderen. In het buitenlandvooral in Engeland, legt men zich reeds jaren lang op stelselmatigeop wetenschappelijke wijze toe op de aanlokking van vee. Onze rassenhet is bekend konden altijd elke me dedinging uit den vreemde het hoofd bieden maar wij waren een jaar of wat geleden al heel ver op den weg om in te dommelen op dien roemzooals wij dat gedaan hebben en nog doen op zoo meuigen anderen roem uit lang vervlogen tijden. Zoodra onze landbouwers en veehouders echter beginnen te begrijpen, dat de slaap hen bevangtschudden zij zich zelf duchtig wakker. „Die de naam van vroeg opstaan heeft, ban wel wat lang slapen" zegt het spreekwoord. Men zou dat echter kunnen omkeeren en zeggen of hij, die den naam van lang slapen heeftook al vroeg opstaat, hij houdt den naam van lang slapen. Zoo gaat het met Mir landbouwers. Zij hebben den naam van verbazend gehecht te zijn aan het oude men legt hun een wantrouwen ten laste aan al wat nieuw is men zegt dat zij zich steeds met al de kracht, die in hen iskanten elke verbeteringtegen al het nieuwe, dat de wetenschap ons leert. Dat zeggen in de eerste plaats zij die voor het geld dat hun vaderen door onvermoeiden arbeid hebben weten te verdienenamerikanen koopen Welnu, ik protesteer tegen de beschuldiging van vasthoudendheid aan verouderde begrippen van onze landbouwersLater zal ik nog gelegenheid hebben dat protest met bewijzen te staven. Voor het oogenblik wijs ik slechts op één feit. Het is nog niet lang geledendat de veefokkerij bij ons te lande geschiedde zonder eenig stelsel. Om het zoo eens te noemen „maar in het wilde weg." Nauwelijks echter begrepen onze veehouders dat dit op den duur niet gingdat hun veestapel nog een bijkans onontgonnen mijn was of zij gingen ter schole bij de buren, en voerden de stelsels in, welke in den vreemde bestonden. Op de vruchten te wijzen die zij airede daar van trokken acht ik overbodig. Zij zeiven weten dit het best. Wie er aan twijfelen mocht, verwijs ik alweer naar de Tentoonstelling. Ons wonderschoon inlandsch vee, daar geëxposeerdspreekt genoegzaam voor zich zelf. Met name is het de Noordhollandsche veestapeldie er een eereplaats inneemt. De talrijke bekrooningen door de jury daaraan toegekend leggen daarvan een onbetwistbare getuigenis af. Als er in Nederland nog geestkrachtnog energie bestaat - sommigen hebben daaraanen misschien niet geheel zonder eenigen grond getwijfeld dan is het in de allereerste plaats bij onze landbouwende bevolking BELGIE, De optocht der liberalen voor de door hen aangekondigde aanbieding van een adres aan den Koning zette zich te Brussel den 31 tegen 2% uur des namiddags in beweging. Het weder was betrokkendoch er viel geen regen. De optocht had een zeer indrukwekkend voorkomen. Er heerschte groote geestdriftmaar te vens volmaakte orde. Te 3% uur had het hoofd van den stoet het paleis van het ministerie bereiktterwijl de laatste personen zich nog aan het punt van vertrek bevonden. Er was een ontzachlijk groote menigte op de been. Nadat te ongeveer 5 uren door den voorzitter van den liberalen bond, den heer Lippens, burgemeester van Gent, het adres aan het koninglijk paleis aan een or- donnance officier des Konings, die nog uitstedig is, was overhandigdbegon de stoet uiteen te gaan. De orde werd geen oogenblik gestoord. Het aantal van hen die aan de eigenlijke aanbieding deelnamenwordt op 50,000 geschat. Geen kreten van staatkundigen aard werden voor de ministeriën aangeheven. Alleen voor het koninklijk paleis weerklonk de kreet vanLeve de Koning De oud-minister Graux, die voor een raam zijner woning stond werd luide toegejuicht. Kamer. Den 28 werd bij de voortgezette behan deling van art. 4 van het wetsontwerp op het lager onderwijs nadat de minister voorgesteld had in arti kel 5 deze zinsnede op te nemen de onderwijzer laat ge ene gelegenheid voorbijgaan, om aan zijne leerlingen de voor schriften der zedeleer in te prenten met 78 tegen 47 stem men en ééne onthouding verworpen een voorstel, om de zedeleer op te nemen onder de voorgeschreven leer vakken. Gelijk lot viel aan andere amendementen te beurt, zoodat de paragraaf betreflende de te onderwij zen leervakken werd vastgesteld als volgt Het lager onderwijs moet omvatten lezen en schrij ven de beginselen der cijferkunst - het wettig stelsei van maten en gewichten de beginselen der transche vlaamsche of duitsche taalnaar gelang der pmatselijke behoeften aardrijkskunde de ge schiedenis van Belgie de beginselen der teekenkunst zang en gymnastiek. Voor meisjes bebelst het nog handwerken en voor jongens in de plattelands gemeen ten eenige bennis van landbouw. Met 68 tegen 38 stemmen werd verworpen een amen dement van den heer Bara strekkende om de regee ring tusschen beide te doen treden in alle gevallen, dat over een eisch der „twintig huisvaders" moest beslist worden. Den 29 werden twee van liberale zijde op art. 6 voorgestelde amendementen verworpen met 75 tegen 40 en met 74 tegen 42 stemmen. Het artikel werd aangenomen met het door de regeering overgenomen amendement, dat elk jaar de regeering aan de Kamers verslag zou uitbrengen van de voor het onderwijs door den Staat aan de gemeenten verstrekte toelagen. Een amendement van den heer Bara om het gebruik van deze ot gene taal bij het onderwijs af hankelijk testellen van de wenschen van „twintig huisvaders", werd na bestrijding door den heer Coremans, als waalscbe en gevaarlijk in de vlaamsche gewesten, zonder hoofdelijke stemming verworpen. I'en 30 werd art. 7, regelende de wachtgelden voor de openbare onderwijzersdie door de nieuwe wet buiten betrekking zouden geraken aangenomen nadat op voorstel van een onaf hankehjk lid het minimum wachtgeld verhoogd was. Na eene heftige beraadslaging werd een amendement strekkende om te bepalen, dat alleen beigen en genaturaliseerde buitenlanders zouden worden toegelaten om onderwijs te geven, niet alleen in gemeentelijkemaar ook in aangenomen scholen welk amendement ingediend was om buitenlandsche geestelijke broeders en zusters te werenmet 78 tegen 51 stemmen verworpen. Daarop noodigde de oud minister Prere Orban zijne geestverwanten uit, verder af te zien van toch vruchtelooze pogingen om het ontwerp te verbeteren en de verantwoordelijkheid geheel aan de meerderheid over te laten waarop de minister Jacobs antwoorddedat de regeering zich ten blijke harer toegeeflijkheid met meer dan één amendement vereenigd had. De overige artikelen werden daarna on veranderd aangenomen en ten slotte het geheele ont werp met 80 tegen 49 stemmen. 2 leden onthielden zich van de stemming. De Antwerpsche Précurseur bevat een heftig artikel tegen het ministerie naar aanleiding van het voorstel tot het heffen eener surtaxe op de buitenlandsche suiker waardoor volgens dat blad aan den belgischen handel in het algemeen en aan Antwerpen in het bij zonder een zware slag wordt toegebracht. DENEMARKEN. In plaats van den om gezond heidsredenen afgetreden minister Skeel is de heer Pin. ster, president van het gerechtshof te Kopenhagen, tot minister van binnenlandsche zaken benoemd. DUITSCHLAND. In den avond van den 25 is de Keizer van zijn paard gevallendoordat het paard struikelde. De Keizer keerde te voet naar het paleis terug. Hij bekwam geen ander letsel dan eenige ont vellingen. ENGELAND. Generaal "Wolseley en lord North- brook hebben in den namiddag van den 31 Londen verlaten, om over Weenen en Triëst naar Alexandrië te gaan waar zij waarschijnlijk den 6 zullen aankomen. FRANKRIJK. Volgens de thans eerst openbaar gemaakte uitkomst der in Januari 1882 gehouden volkstelling te Parijs bedroeg de bevolking dier stad toen 2,239,928 personen waarvan 1,113,326 van het mannelijk geslacht. In 1876 bedroeg de bevolking 1,988,806 en bij de eerste volkstelling in 1700 720,000 personen. Het getal huizen bedroeg in 1881 68126, waarvan 32422 van meer dan 4 verdiepingen. Er waren 440,022 gehuwde mannen446,297 gehuwde vrouwen, 51735 weduwnaars en 123251 weduwen. 6386 personen waren ouder dan 80 en 20 ouder dan 100 jaar. De president-minister deelde den 30 in den minister raad mededat de bevelhebber der fransche troepen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1884 | | pagina 1