man
No. 108.
Zes en tachtigste Jaargang.
1884.
EEN GELUKKIG MENSCHENLEVEN?
WOENSDAG
10 SEPTEMBER.
TE AMSTERDAM.
Prijs der gewone Advertentiën
<E)fEcië«l 0ebe*Jte.
Aan personen beneden de 18 jaren wor
den geene kaartjes meer uitgereikt.
ADOLF STRECKFUSS.
URMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag- en
Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80 franco door
bet geheele Rijk f 1,
De 3 nummers 0.06.
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COS-
TER ZOON.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algemeene kennis, dat TRIJNTJE BLAAUW,
weduwe vanHLNDRIK HOOGLAND, hun heden vergunning
verleend heeft tot het verkoopen van sterken drank in het
klein in het perceel aan Zevenhuizen No. 3, waarin tot heden
sterke drank in het klein verkocht werd door G. BOERSEN.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT.
9 Sept. 1884?. De Secretaris,
NUHOUT van der VEEN.
STEDELIJK MUSEUM.
KOSTELOOZE bezichtiging op ZONDAG, 14 Sep
tember 1884, waarvoor toegangkaarten te verkrijgen zijn
ter vergadering der commissie van toezicht op D o n-
d er dag 11 Sept, tusschen 's namiddags 2 en 3
uren ten stadhuize.
Bezichtiging tegen 10 cents per persoon ZONDAG
21 Sept. 1884, van 1 tot 3 uren.
Verder wordt herinnerddat het Museum iederen
MAANDAG en VRIJDAG, van één tot drie
uren des namiddagskan worden bezichtigd tegen
25 cents per persoon.
VIII.
Het gehinnik en gebrieschhet geloei en het ge
blaat op het terrein is thans vervangen door gekakel
en gekraai en gekwaak.
Het pluimgedierte brengt er thans de liefhebbers van
kippen eenden ganzen en kalkoenen in verrukking.
De catalogus vermeldt 289 nummersmaar heel wat
aangegeyen gevogelte is niet ingezonden.
Zoo vermeldden velschillende bladen o.a. dat er een
gans te zien is waarvoor het bagatel van 1000 pond
sterling gevraagd wordt; dat wil zeggen twaalf duizend
gulden
Het is waar dat als men den catalogus inziet, men
in de afdeeling F. Ganzen minstens 1 gent en 2 gan
zenonder den rubriek: Toulouze ganzen vindt. Nr.
154 Wm. Jos. Howarth (C-E) Rockdale Lancaster, En
geland. Te koop pd. st. 1000 maar in elk geval was
dit een inzending van 3 stuks, zoo nog een respectabele
prijs maar niet te min slechts een derde van hetgeen
gezegd wordt. Als men evenwel komt aan het hok
waarop Nr. 154 geplakt is, vindt men het ledig.
Ik moet eerlijk bekennen dat mij dit een groote
teleurstelling was. Ik had zoo graag eens een gans ge
zien van 4000 gulden! Zoo'n dier is inderdaad zeldzaaml
Te meer speet mij dat deze inzending schitterde
door haar afwezigheid daar ik gaarne bad geweten of
aan zulk een gans werkelijk iets bizonders te zien ware;
vooral daar ik een drietal witte eenden had gevonden,
ze kwamen ook uit Engeland, waarvoor zes honderd
gulden gevraagd wordt maar die ik met mijn leeken-
verstand misschien op niet meer dan zes gulden zou
geschat hebben
Schijn ik a'xzoo niet het*minste begrip te hebben van
de waarde van pluimgediertemet mijn konijnenver
stand staat het ongelukkigerwijze al niet beter geschapen!
Nooit in mijn leven had ik gedacht dat iemand het
in zijn hoofd zou kunnen halen om voor één enkele
rammelaar met een voedster drie honderd zestig gulden
te vragen. Toch doet dat de heer W. Radford uit
Burton on Trent in Engeland voor een paar haasko
nijnen of leporiden.
Maargeld vragen en voor den ge vraagden prijs
een kooper vinden zijn twee Het eerste kan men ge
makkelijk doen doch om tot het tweede te geraken is
heel wat moeielijker en ik vrees er hard voor dat de
ganzen van twee honderd en de konijnen van honderd
tachtig gulden het stuk wel weêr onverkocht naar huis
zullen trekken.
Dat is dunkt mij geen spek voor ieders mond.
Brengen we thans ten slotte een kort bezoek aan
het hoofdgebouw.
Links vinden we den zuivel boter en kaas en nog
weêr eens kaas en boter.
De Edammer is er in de meerderheid ook de Stolk-
sche en de Komijn kaas zijn goed vertegenwoordigd.
Limburgsehe ontbreekt evenwel geheelevenals de
groene zoogenaamde Zwiteersche en de Texelsehe kaas.
Frankrijk en Engeland zijn ook karig met hunne
kaasinzendingen geweest. Uit Frankrijk vinden we alleen
de Livaro en de Roquefortverder nietsEngeland
maakt het iets maar toch weinig beter.
Naast de kaas en boter vinden we kaas- en boter-
kleursel, stremsel enz. waarvan o.a. de heeren J. Visser
te Uitgeest en W. C. Visser te Nieuwe Niedorp keu
rige etalages hebben weten te maken.
Verderop staan verschillende verzamelingen van hoef
beslag waaronder die van Ier. heer C. M. Valkenburgh
te Zaltbommel een eerste plaats inneemt.
Rechts van den ingang zien we de hoogstbelangrijke
inzendingen van de Rijkslandbouwschool te Wageningen,
waarbij ons in de eerste plaats de breede opvatting
treft van het onderwijs aan die zoo nuttige instelling.
Ik wijs u daartoe alleen op een paard van papier
maché en op eene koe in doorsnede op &en verzame
ling nesten van inlandsche vogels op een verzameling
opgezette inlandsehe dieren en op een collectie prae-
paraten op spiritus. Voorts op de keurige voorwerpen
in was voor het onderwijs in do dierkunde, op een van
voor den landbouw schadelijke insecten enz.
Artis te Amsterdam zond een fraaie verzameling op
gezette inlandsehe vogelswaarvan de etiketten met
de namen der bij de wet beschermde vogels groen zijn.
Ook 's Rijkveeartsenijschool te Utrecht leverde een
krachtige bijdrage. Zij zond een groote sorteering hoef
beslag aan de school zelve vervaardigdeen aantal
praeparaten op sterk water en de gebitten van paarden,
runderen .schapen en honden van verschillenden ouderdom.
De maatschappij van Weldadigheid is vertegenwoor
digd door het model eener kolonistenwoning en door
dat der inrichling voor zuivelbereiding zooals die te
Wilhelmina'soord bestaatvoorts door verschillende ar
tikelen in de kolonie gemaaktwaaronder wij opmerken
Wannen -— die in ons land alleen daar vervaardigd
worden tuinmeubelenkoedekken matten en wat
dies meer zij.
In het middenvak van het achtergedeelte wordt een
belangrijke plaats ingenomen door de rijke verscheiden
heid van artikelen ingezonden door de heeren Yalk
de Bussy te Utrechthandgereedschap voor land- en
tuinbouw tuinmeubelen tuinsieraden kunstmatige
vogelnestjes en andere voorwerpen tot dierenbescher
ming kunstmatige broedtoestellen en ik weet niet wat
al meer. Ik geloof stellig dat de heeren Y. de B.
meer dan duizend verschillende artikelen herwaarts
zonden, die zij op keurige en smaakvolle wijze gerang
schikt tentoonstellen.
De heeren H. Davis Son uit Londen zonden een
prachtige collectie zadelmakerswerk: uitmuntende zadels,
tuigendekens en al wat verder tot dezen tak van
industrie behoort. Een breedvoerige uitwijding over
deze inzending acht ik echter onnoodig. De H. H.
Davis toch zullen eerlang in de Paleisgalerij hier ter
stede een magazijn openen en daar zal ieder dan vol
doende over hun fabrikaat kunnen oordeelen.
Yoorts vinden we in het hoofdgebouw de akkerbouw
gewassen tentoongesteld. Uit ons land behooren in
deze afdeeling betrekkelijk weinig particulieren tot de
exposanten. De meeste inzendingen zijn geschied door
gewestelijke Landbouw-vereenigingen of maatschappijen.
Door deze samenwerking waarvoor onze landbouwers
ontegenzeggelijk lof toegezwaaid behoort te worden is
telkens een schoon en belangwekkend geheel verkregen.
De algemeene aanblik, heeft er aanzienlijk door gewonnen.
Ook Duitschland en vooral Engeland en Frankrijk
zijn in deze «fdeeling uitmuntend vertegen woord'gd
Engeland door eenige kolossale inzendingen van parti
culieren Frankrijk door collectieve exposities.
De Société des Agricwlteurs zond de Eereprijzen, welke
welke zij in de laatste jaren heeft uitgeloofd om te
doen zien op welke krachtige wijze zij de deelneming
aan hare tentoonstellingen en wedstrijden bevordert.
Zeer belangwekkend is ook wat Frankrijk laat zien van
de wijze waarop in de lagere scholen landbouwonder
wijs wordt gegeven.
Verdermaar genoeg; het is onmogelijk op alles
te wijzen zonder de plaatsruimte waarover ik rede
lijker wijze in uw blad beschikken mag verre te over
schrijden. Mijn doel was alleen door te wijzen op en
kele belangrijke punten het groote gewicht der Ten
toonstelling in het oog te doen springen. Wanneer
ik dat doel bereikt mocht hebben zal ik tevreden zijn
en in die hoop neem ik afscheid van onze Internatio
nale Landbouw-Tentoonstelling.
DOOR
71)
Storting schudde ongeloovig het hoofd maar hij liet
zich niet langer uitnoodigen hij vertelde
„Het gebeurde in den nacht van den 18 op den 19
November. Ik was den 18 voor mijnheer von Osternau
te Breslau geweestom voor hem eene som geld bij
zijne bankiers op te nemenvijf en dertigduizend gul
den in groot bankpapier het den 19 betaalbare be
drag voor de door mijnheeer aangekochte goederen
Wernenitz en Rudersdorf. Ik was vermoeid en door
en door koud van de reis op den gurenleelijken
Novemberdag, zoodat ik dus 'savonds in het warme,
zachte bed snel insliep en vaster dan mijne gewoonte
was. Plotseling midden in den nacht ontwaakte ik
ik had gedroomddat ik voor een groot hevig vuur
stond en toen ik wakker werd, duurde de droom voort,
ik zag in eene vlamdie hoog tegen mijn venster op-
sloeg. Ik meende nog te droomenmaar toen ik mij
recht in mijn bed oprichttezag ik de vreeselijke wer
kelijkheid, er was brand in het slot. In een oogenblik
had ik de noodzakelijkste kleedingstukken aangeworpen,
toen ijlde ik uit mijne kamer maar toen ik de deur
opende drong zulk een verstikkende rook mij tegemoet
dat ik slechts een paar schreden kon vooruitkomen
toen moest ik weder naar mijne kamer terug die nu
ook reeds vol rook was. Ik snelde naar het venster
en rukte het open toen sloegen mij de heldere vlam
men tegen die uit de vensters van de voorkamer van
mijnheer von Osternau kwamen. Gij herinnert u
weldat mijn kamer juist boven die van mijnheer lag.
In de woonkamer was de brand ontstaandat was
mij op het oogenblik duidelijk en de slaapkamer van
mijnheer en mevrouw lag er vlak naasthun beider
leven was in gevaar, zij moesten stikken of verbranden,
wanneer hun niet ijlings hulp werd gebracht. Ook
mijn toestand was kritiekik kon mij slechts redden
door een sprong uit het venster op het binnenplein, ik
waagde het en het gelukte.
Nog was alles stil op het pleinnog had niemand
buiten mij de brand bemerktde knechts sliepen nog
in de stallende bedienden in het slottoen riep ik
met al de kracht mijner longen „Brand Brand en
reeds in het volgende oogenblik kwam er leven in het
slot en op het plein. Twee knechts, die uit de paar
denstal kwamen aansnellenwaren het eerst op het
plein toen stond plotseling luitenant Albrecht naast
mij vanwaar bij gekomen was wist ik nietbij moest
wel het eerst den brand bemerkt hebben, want hij had
nog tijd gehad om zich geheel aantekleeden op het
oogenblikdat ik hem zagkwam een zonderlinge
leelijke verdenking bij mij op.
„Groote God, welk een ongeluk zeide hij tot mij,
terwijl hij mij met een schuwen opvallend verwarden
blik aanzag. Ik antwoordde nietwant ik had wel
aan iets anders te denken. Met iedere seconde wer
den de vlammen sterker die uit het venster sloegen
en nu reeds het openstaand venster mijner kamer lek
ten nu vatten er ook de gordijnen reeds vlam.
Met vreeselijke snelheid verbreidde zich het vuur en
nog sliep de familie. Waren mijnheer en mevrouw von
Osternau misschien reeds gestikt Hadden de vlam
men ook reeds de slaapkamer van mijnheer en mevrouw
aangevat Ik snelde naar het zijportaal, om langs dien
weg in het slot te dringen ik dacht er niet aan, dat
de deur des avonds steeds van binnen gesloten werd
eerst toen ik de hand op den kruk legde, viel mij dat
in maar de deur was niet geslotenzij ging gemak
kelijk open. Eene dichte rookwolk walmde mij tegen,
zij vulde de geheele vestibule en op hetzelfde oogen
blik toen zy door de openstaande deur luchttoevoer
kreegen my de rook tegemoet kwam sloeg uit de
openstaande deur der woonkamer eene heftige vlam.
Hier was geen doordringen mogelijkik kon niet in
de slaapkamer komen en ook mijnheer von Osternau
kon zich niet redden door den met verstikkenden rook
gevulde vestibule en de in volle vlam staande voorka
mer evenmin was het mogelijk om door het venster
in den tuin te springenwant de gelijkvloers op den
tuin uitziende vensters van het slot waren allen van
ijzeren staven voorzien. Hij en mevrouw waren redde
loos verlorenwanneer hun niet oogenblikkelijk hulp
werd gebracht.
Alleen wanneer de ijzeren ttangen werden losgebro
ken kon men van buiten in de slaapkamer dringen
daartoe was ik alleen niet sterk genoegik zag naar
hulp om.
Het was intusschen levendig op het plein geworden,
de knechts waren uit de stallen gekomen en bleven
onbewegelijk en doelloos staan. Niemand wist wat hij
zou doen luitenant Albrecht stond in hun midden
ook hij had had het hoofd verloren hij gaf hun geen
orders.
Twee van de knechts die ik wistdat het sterkst
waren, riep ik toe om bij mij te komen, tot de overigen
riep ik met donderende stem „Naar het spuithuis
haalt de spuiten voor den dag Daarop ijlde ik naar
de schuurwaar de gereedschappen waren geborgen,
te rechter tijd viel mij in dat daar eenige zware ijze
ren stangen lagen, leder der knechts moest zich met
eene stang wapenen en zoo snel wij loopen konden
ijlden wij om het slot heen door den tuin. Wat ik ver
moed had was geschied. Een der vensters van de
slaapkamer van mijnheer von Osternau stond open
dichte rookwolken warrelden er uit.
„Mijnheer von Osternauriep ik zoo luid ik kon.
Ik kreeg geen antwoord.
„Breekt er de ijzeren stangen uitriep ik den beiden
knechts toe. De beide brave kerels wisten dat het om
het leven van hunnen goeden meester te doen waszij